Andrej Platonov: De verborgen mens/Thuiskomstxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De verborgen mens
Dit verhaal dateert van 1928. Het beschrijft een periode waarin de Russische burgeroorlog tussen de Bolsjewieken en de Witten nog aan de gang was. De hoofdpersoon Poechow is een technicus, gespecialiseerd in stoommachines. De eerste zin van het verhaal typeert hem al:
Foma Poechow was niet sentimenteel uitgevallen: op de doodkist van zijn vrouw sneed hij een gekookte worst aan plakjes, uitgehongerd als hij was door het heengaan van de huisvrouw.
Er heerst chaos in Rusland en Poechow probeert te overleven. Eerst werkt hij op een trein die sneeuw moet ruimen, later op een schip dat een landing op de Krim moet uitvoeren om de Witten te verjagen en ten slotte mag hij aardolie uit een boorput overpompen.
Hij is een fantast die leugenachtige verhalen vertelt om aan eten en een warme kamer te geraken en die soms ook noodlottige ideeën heeft. Hij loopt niet hoog op met de nieuwe leiders, de communisten en uit geregeld kritiek op de bureaucratie, het misplaatste idealisme en geloof in de revolutie enz. Maar die Z. was een klungel: voor ieder locomotiefwiel moest hij Karl Marx raadplegen.
Verder klaagt hij het absurde van de oorlog aan, vaak met bittere humor en bijtend sarcasme.
In de bergen en ergens in de verte klonk af en toe een schot, dat aan een onbekend leven een einde maakte.
Poechow, De oorlog is bijna afgelopen zei de commissaris op een keer. Dat wordt hoog tijd, wij kleden ons alleen nog in ideeën, maar hebben geen broek om aan te trekken.
Op het einde van het verhaal heeft Poechow eindelijk een positieve ervaring. In Poechows door het leven dichtgegroeide ziel openbaarde zich plotseling een medegevoel met de mensen die, ieder voor zich, tegen de substantie van de wereld in bleven voortploeteren. De revolutie dat was nu net het beste wat de mens kon overkomen, iets zekerder kon je je niet voorstellen. Een moeilijk en pijnlijk gebeuren, dat wel, maar direct erna die enorme opluchting, als na een bevalling.
Dit verhaal doet aan het werk van Céline denken, maar er zit meer humor en zelfrelativering in. In het dagelijks leven was Platonov ook een technicus, en de grote aandacht die hij aan de techniek besteedt, doet denken aan de futuristische Russische kunst uit die tijd en aan de Franse kunstenaar Léger. Verder worden we geïmponeerd door de uitgestrektheid van Rusland, de koude, enz.
De Thuiskomst
Een korter verhaal, geschreven in 1946. Van officiële zijde kwam er harde kritiek op, en na dit werk zou Platonov dan ook geen literair werk meer schrijven.
Een mankeert na vier jaar oorlog terug naar huis. Onderweg ontmoet hij een jonge vrouw, door wie hij enkele dagen later thuis arriveert. Zijn zoontje van 12 heeft de rol van de vader in het huishouden overgenomen. Zijn vrouw bekent dat ze in de afgelopen vier jaar andere mannen heeft gekend. Haar man verwijt het haar, pakt zijn plunjezak en neemt de trein naar de jonge vrouw die hij eerder had ontmoet. Als hij al op de trein zit, ziet hij hoe zijn zoon en dochter achter de trein aanhollen. Op dat ogenblik komt hij tot inzicht: Voorheen had hij het leven door de tussenwand van zijn eigenliefde en eigenbelang ervaren, maar nu raakte hij het plotseling met een blootgelegd hart aan
Hij springt dan ook uit de trein en wacht op zijn kinderen.
Ik heb dit verhaaltje intussen een tweede keer gelezen en het nog beter gevonden dan daarvoor. Vooral hoe de vrouw de man op de hoogte brengt van haar slippertjes is grandioos geschreven. Eerst het niet toegeven en het daarna voorzichtig toch doen. En verder is er het zoontje van 12, een dergelijke kinderfiguur had ik nog nooit beschreven gezien. Het jongetje heeft dan ook meer de manieren van een volwassene dan van een kind. Zijn levenswijsheid is enorm.
Platonov leefde van 1899 tot 1951. Hij was de oudste van acht kinderen in een arbeidersgezin. Na zijn middelbare studie volgde hij de polytechnische spoorwegschool. In 1921 heerste er hongersnood en droogte in de Sovjet Unie. Hij liet de literatuur dan even staan en hield zich bezig met het aanboren van bronnen, irrigatie en droogleggen van moerassen. Hij was een aanhanger van de revolutie, maar bleef er toch meestal kritisch tegenover staan. Lid van de communistische partij is hij nooit geworden. Hij werd geweigerd omdat hij een intellectueel was.
Dit boekje is uitgegeven in de reeks Moderne Classics van Meulenhoff in 1988. De vertaling is van Charles B. Timmer.
Waardering: 9/10
|