Edgar Allan Poe: Annabel Leexml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
It was many and many a year ago, In a kingdom by the sea, That a maiden there lived whom you may know By the name of ANNABEL LEE; And this maiden she lived with no other thought Than to love and be loved by me. I was a child and she was a child, In this kingdom by the sea; But we loved with a love that was more than love- I and my Annabel Lee; With a love that the winged seraphs of heaven Coveted her and me. And this was the reason that, long ago, In this kingdom by the sea, A wind blew out of a cloud, chilling My beautiful Annabel Lee; So that her highborn kinsman came And bore her away from me, To shut her up in a sepulchre In this kingdom by the sea. The angels, not half so happy in heaven, Went envying her and me- Yes!- that was the reason (as all men know, In this kingdom by the sea) That the wind came out of the cloud by night, Chilling and killing my Annabel Lee. But our love it was stronger by far than the love Of those who were older than we- Of many far wiser than we- And neither the angels in heaven above, Nor the demons down under the sea, Can ever dissever my soul from the soul Of the beautiful Annabel Lee. For the moon never beams without bringing me dreams Of the beautiful Annabel Lee; And the stars never rise but I feel the bright eyes Of the beautiful Annabel Lee; And so, all the night-tide, I lie down by the side Of my darling- my darling- my life and my bride, In the sepulchre there by the sea, In her tomb by the sounding sea.
Poe schreef dit gedicht in 1849, het jaar van zijn dood. Men gaat ervan uit dat de Annabel Lee uit het gedicht zijn echtgenote was die twee jaar tevoren aan tbc was gestorven. Hij had haar gehuwd in 1836, toen ze dertien jaar was.
Onderwerp van het gedicht is de onsterfelijke liefde tussen de spreker en het meisje (the maiden, de maagd, op haar onschuld en zuiverheid te benadrukken). Hun liefde was zo sterk dat ze de afgunst opwekte van de engelen, die een koude wind naar de aarde zonden die Annabel Lee het leven zou benemen. Maar ook na haar dood blijft de liefde tussen beiden voortbestaan. In de laatste strofe ligt de dichter s nachts bij het graf van zijn geliefde.
Het gedicht ontleent zijn charme vooral aan het ritme en de vele herhalingen, de binnenrijmen (chilling and killing, ever dissever), enz.
Bij het herhalen van de naam van Annabel Lee valt het volgende op. In de eerste strofe wordt haar naam vermeld zonder lidwoord of bezittelijk voornaamwoord. Het is ook de lezer die wordt aangesporken en die wel al eens zal gehoord hebben van iemand met de naam Annabel Lee. Pas in het laatste woordje van die eerst strofe me doet de dichter zijn intrede. In de strofen 2 tot 5 spreekt hij dan van my Annabel Lee, en in de laatste strofen, als ze dood is, wordt het the beautiful Annabel Lee.
De openingszin begint als een sprookje met daarbovenop een koninkrijk en de liefde tussen de twee personen (Romeo and Juliet). Een idyllische setting.
In de tweede strofe wordt de idylle voortgezet. Het gaat om twee kinderen. En de serafijnen, de hoofdengelen, zijn jaloers op de liefde tussen die twee. Het moet dus wel een erg grote liefde zijn, als zelfs de engelen naar een dergelijke liefde hunkeren. Het optreden van de engelen is nog niet echt bedreigend.
In de derde en de vierde strofe heeft het drama zich voltrokken, en de engelen krijgen de schuld van haar dood. In de volgende twee strofen is het de liefde die over de dood heen overwint. Op het eind ligt hij naast zijn geliefde bij het graf. Maar het einde is dubbelzinnig. De laatste twee regels kan men ook lezen als de dichter die bij haar in het graf ligt, dat hij ook verkiest om dood te zijn.
De afbeelding is een portret van Poes echtgenote.
|