Boeddhismexml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik draag het boeddhisme een warm hart toe. Het is een zachte en vreedzame leer. Maar als universele leer kan hij me toch niet helemaal overtuigen. Ook op mijn bureau staat een boeddhabeeldje, maar ik ben me ervan bewust dat het maar weinig uitstaans heeft met het ware boeddhisme. Het leidt maar af van het wezenlijke, het misleidt zelfs. Het gevaar bestaat dat men het beeldje, of zelfs de historische boeddha, gaat vereren. Door een altaartje in te richten, te bidden enz. Net dat is wat boeddhisme niet wil zijn. Waarmee ik me eventueel wel zou kunnen verzoenen is een beeldje van een lachende boeddha. Niet een die lacht omdat hij het nirwana heeft bereikt, omdat hij gelukkig is en vrede uitstraalt, wel een die je uitlacht. Een die zegt: Zie je dan niet dat ik maar een beeldje ben, naar mij kijken is wegkijken. Een boeddhabeeldje betekent niet meer dan de pen waarmee ik schrijf, de ogen waarmee ik kijk, het stof dat ik overal rondom mij zie liggen
Mocht ik een boeddhaleraar zijn, ik zou mijn leerlingen enkel dit meegeven: Doe geen vlieg kwaad. En dat mag men letterlijk opvatten.
Zon boeddhabeeldje is voor mij ook de dalai lama. Iemand die de wereld rondreist en sportpaleizen laat vollopen. Die vreemd staat te doen vanuit een cultuur die wij ons maar moeilijk kunnen voorstellen. En wat erger is, die zich de rol van zedenprediker aanmeet. Voor mij viel hij door de mand toen hij het over seksualiteit had en oordeelde dat bepaalde lichaamsopeningen niet voor seks geschikt zijn. Het gaat er nog niet om dat hij hiermee impliciet een veroordeling uitsprak over homoseksualiteit (en hij mee in de rij mag staan met pausen, kardinalen en ayatollahs), maar wat heeft die uitspraak in godsnaam met boeddhisme te maken ?
De sportpaleishappening bracht me deze strofe uit Music-Hall van Paul van Ostaijen in herinnering:
Nu lopen weer al de mensen uit één,
Alsof ze nooit één geweest waren voorheen.
Niet meer bij elkaar sluiten zij zich aan.
Nu zijn er weer schamele mensen langs de baan:
Arme mensen, die alleen en sjofel staan,
Onzeker, verder gaan.
Een ander zwak punt in het boeddhisme vind ik de navelstaarderij. We zijn straks met zeven miljard mensen op deze wereld en er sterven dagelijks duizenden mensen door geweld en honger. En dan gaat men op een tapijtje zitten mediteren. Ziet men dan niet in hoe nietig en onbelangrijk een individu is ? Het boeddhisme zoals men er hier tegenwoordig kennis kan mee maken, is gesneden op maat van de rijke en zelfvoldane westerling. Voor velen is het boeddhisme niet meer dan een manier om het geweten te sussen, een manier om geluk na te streven. Maar wie wil er nu in deze wereld gelukkig zijn, zolang er nog één kind van honger omkomt ?
|