Gavino Ledda: Padre Padronexml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De opvoeding van een herderszoon is de ondertitel. Dit autobiografische verhaal speelt zich af in Sardinië, in de jaren na WO II.
Als de auteur vijf jaar is, gaat hij voor het eerst naar school. Zijn schooltijd duurt welgeteld één maand. Dan haalt zijn vader hem uit de klas, want hij heeft hem nodig om de schapen te hoeden. Voor de jongen begint een hard en eenzaam leven. Bovendien krijgt hij van zijn autoritaire vader voor de minste misstap geregeld slaag. Deze wil zich opwerken en ontziet daarbij niemand. De barre natuur op Sardinië zal hem echter de das omdoen. Geregeld wordt de oogst verwoest door sprinkhanenplagen en één ijzige nacht volstaat om de met veel moeite aangeplante olijvengaard compleet te vernietigen.
Gavino zal mettertijd liefde opvatten voor die natuur en zijn schapen, maar langzamerhand ontstaat ook de behoefte om te leren lezen en schrijven. Dit is erg tegen de zin van zijn vader, met wie het uiteindelijk tot een hevige confrontatie zal komen.
In 1958 (hij is dan 20 jaar) krijgt hij een kans. Het leger biedt jongeren de mogelijkheid om een opleiding te volgen. Gavino grijpt de kans en van dan af begint zijn leertijd. Hij zal het nog tot professor aan de universiteit brengen, maar daarover gaat het boek niet.
Het boek gaat vooral over het harde en primitieve herders- en landbouwersleven op het Sardijnse platteland. Daarbij komt nog een koppige en autoritaire vader die zijn kinderen louter als goedkope werkkrachten beschouwt. Tot zijn twintigste heeft Ledda in feite niets anders gekend dan de kont van de schapen. Het is een op Sardinië gebruikte uitdrukking om de onwetendheid van iemand aan te geven. Het is namelijk zo dat om de schapen te melken, de herder plaatsneemt achter het schaap en zijn hoofd tegen het achterwerk van het schaap gedrukt houdt. Sommige eenzame herders gebruiken de schapen ook voor andere doeleinden. Dat laat de schrijver toe om zijn bezoek met vrienden aan een bordeel in de stad te omschrijven als: die morgen hadden we eindelijk allemaal de schapen zonder staart eens kunnen proberen.
Het zegt dus veel over de achterlijkheid en de grofheid van die plattelandsbevolking. Het boek is ruw maar eerlijk. Het is in de jaren 70 door de gebroeders Taviani verfilmd en de film werd in Cannes met de Gouden Palm bekroond.
Ledda (geboren in 1938) leeft opnieuw in zijn geboortedorp. Hij probeert het oorspronkelijke karakter van zijn geboortestreek te vrijwaren, tegen de zin in van bouwpromotoren. Zo werd hij nog in 2005 in zijn huis beschoten.
|