Jacob Israel de Haan: Pathologieënxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De ondertitel van deze roman is: De ondergangen van Johan van Vere de With.
Johan woont met zijn vader en een dienstmeid in een Hollands stadje. Zijn moeder heeft zelfmoord gepleegd. Johan stelt vast dat hij homoseksuele gevoelens heeft, en wat erger is, hij is verliefd op zijn vader. Het is geen louter platonische verliefdheid en de jongen lijdt er erg onder. Hij houdt die gevoelens voor zijn vader aanvankelijk verborgen. Maar als hij ze dan toch opbiecht, breekt zijn vader met hem. Johan verlaat het huis en gaat in Haarlem inwonen bij een blinde man en zijn echtgenote. Er is een medehuurder in de woning, namelijk de dertiger René Richell, een kunstschilder. Deze René is een decadente en verdorven mens. Hij begint met Johan een verhouding, maar die ontaardt al vlug in een meester-slaafrelatie en is gericht op de vernietiging van Johan. Hij zal in dat opzet slagen en Johan overhalen om zelfmoord te plegen.
Dit is wel het meest ongewone boek uit de Nederlandse literatuur dat ik ken. Om te beginnen het onderwerp. Ik denk niet dat er voor die tijd zo expliciet over een verhouding tussen twee mannen werd geschreven. Verder zal er niet vaak zo een door en door slecht personage als René in een roman zijn opgevoerd. Hij is een sadist die Johan mishandelt, chanteert enz.
De stijl is ook bewust ouderwets. Ik zou als voorbeeld elke willekeurige zin uit het boek kunnen citeren. Laat me het maar bij een onschuldig voorbeeldje houden:
Onder hunner terugweg naar de stad en huis, bleven zij even over bij eenen boer en die had verkoop van een allerdiepst smettelooze melk, die Johan daar dikwijls kocht, omdat hij witte melk en rooden wijn twee heerlijkheden om te drinken vond.
Die taal zal veel lezers wel afschrikken. De auteur schreef er zelf over (in een brief aan Van Eeden): De woordentaal en de zinnentaal zijn soms vreemd, vergeleken met de dagelijksche taal, maar er is geen woord en geen woordswending bij, die ik niet in mij heb gehoord, als ik sterk gestemd dit boek bewerkte.
De Haan had Van Eeden het manuscript gestuurd, maar die was er niet over te spreken.
Waarde de Haan !
Ik stuur u het boek terug, daar ik toch niet in staat ben het uit te lezen. Het begin is enigszins imitatie van de Koele Meren verder op wordt het door stijl en wezen voor mij onleesbaar. Kunst moet ontstaan door vreugde om Gods werk zei Ruskin en ik ben dat met hem eens.
Ik noem een boek als dit geen kunst.
Over het vorige boek van De Haan, Pijpelijntjes, ook met een homoseksueel thema, schreef Van Eeden in zijn dagboek: Ik las het afschuwelijke boek van Jacob de Haan en verder noemde hij de auteur de arme perverse zwaarmoedige man maar ook de enige die hem nog wel eens een vriendelijke brief schrijft.
Pathologieën is een roman met veel facetten. Sommige beschrijvingen zijn impressionistisch. Daarnaast is het een psychologische roman die het conflictueuze zielsleven van de hoofdpersoon beschrijft. Hij worstelt met zijn liefde voor zijn vader, hij is uitgeleverd aan het sadisme van René, van wie hij ook liefde verwacht, maar voor wie enkel het genot en het pijnigen en vernietigen van Johan telt. Het is verder een naturalistische en decadente roman,die aansluit bij de traditie van Huysmans, Wilde en, bij ons, de in het Frans schrijvende Antwerpenaar Georges Eekhoud. Laatstgenoemde heeft trouwens een voorwoord bij de roman geschreven.
De uitgave die ik heb gelezen is die van 1975, gepubliceerd door Kruseman in Den Haag. Ze bevat het voorwoord van Eekhoud en een nawoord van Wim J. Simons, waaruit ik de meeste informatie voor deze bijdrage heb gehaald.
Mocht er iemand toevallig dit boek nog op zolder hebben liggen
|