Poesjkin: Schoppenvrouw
Binnenkort wordt in de Vlaamse Opera Schoppenvrouw van Tsjaikovski uitgevoerd. De opera is gebaseerd op een verhaal van Poesjkin (1799-1837). Maar tussen het verhaal en het libretto zijn grote verschillen. Het libretto is dramatischer en romantischer gemaakt, terwijl het verhaal ironisch en speels is. En het verhaal draait rond spelen en gokken. Schoppenvrouw is een kaart en in de waarzeggerij staat ze voor verborgen kwaadwilligheid.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Een groepje officieren speelt kaart tot in de vroege uurtjes. (Het is in die 19e eeuwse Russische romans opvallend hoeveel personages officieren en andere militairen zijn. Bovendien trekken die heren maar zelden ten strijde. Meestal verdoen ze hun tijd met vrouwenjagen, drinken en bals). Een van die officieren is Hermann. Hij volgt het spel van de anderen maar zelf speelt hij niet. Hij is van Duitse afkomst en dus zuinig en zelf zegt hij dat zijn omstandigheden niet veroorloven het noodzakelijke op te offeren, in de hoop het overtollige te verwerven. Hij raakt gefascineerd door een anekdote over een gravin, de grootmoeder van een van de kaartspelers, die in haar gloriejaren kaarten kon voorspellen. Nu is ze een oude vrouw en ze speelt nooit. Ze nam deel aan alle ijdele vermaken van de grote wereld, sleepte zich naar de bals, waar ze in een hoek zat, ouderwets gekleed en opgemaakt, een gedrochtelijke doch onmisbare versiering van de balzaal. De binnenkomende gasten traden onder het maken van diepe buigingen op haar toe, als gold het een vastgesteld ceremonieel, en daarna schonk niemand meer enige aandacht aan haar.
Hermann wil haar geheim kennen. Hij doet alsof hij verliefd is op een meisje dat bij de gravin inwoont. Hij bezorgde haar een briefje: Het behelsde een liefdesverklaring aan haar: teder, eerbiedig en woord voor woord overgeschreven uit een Duitse roman.
Op die manier geraakt hij in de woning, maar als hij de gravin bedreigt om haar geheim te kennen, valt deze dood.
De volgende episode is de begrafenis van de gravin, waarop niemand huilde, tranen zouden une affection zijn geweest. Voor Poesjkin een gelegenheid om de hypocrisie van de geestelijkheid te bespotten.
Een jonge bisschop sprak de grafrede uit. In eenvoudige en ontroerende bewoordingen schilderde hij het vredig verscheiden van de rechtschapen vrouw, die lange jaren had doorgebracht in een stille en hartroerende voorbereiding op een christelijk einde. (De engel des doods nam haar weg, zei de redenaar, terwijl zij waakte, in heilige gedachten verzonken en in afwachting van de middernachtelijke komst van de Hemelse Bruidegom
De dienst verliep in een sfeer van welvoeglijke droefenis.
De volgende nacht heeft Hermann een verschijning. Hij ziet de gravin in een wit gewaad en zij verklapt hem de drie kaarten: drie, zeven en aas, waarmee hij kan winnen. Hermann geraakt geobsedeerd door dat idee.
Twee idées fixes kunnen in de psychische wereld evenmin naast elkaar bestaan als in de fysieke wereld twee voorwerpen een en dezelfde plaats kunnen innemen. Drie, zeven, aas dreven in Hermanns fantasie het beeld van de dode gravin geheel naar de achtergrond.
Hermann gaat dan spelen. Hij zet enorm veel geld in en wint twee dagen achter elkaar. Bij het derde spel echter verliest hij alles. In plaats van de verwachte aas, draait hij schoppenvrouw om. Op dat ogenblik scheen het hem toe, dat de schoppenvrouw knipoogde en hem toegrijnsde. Hij werd getroffen door een ongewone gelijkenis. de oude gravin ! schreeuwde hij vol ontzetting.
Op de afbeelding ziet u een zelfportret van Poesjkin.
|