|
Friedrich Schiller: Die Jungfrau von Orleansxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Schiller (1759 1805) schreef dit toneelstuk in 1801. Wat een tijd ! De Franse revolutie 1789, Beethoven was toen 31 jaar, Kant had zijn hoofdwerken geschreven
Jeanne dArc heeft geleefd van 1412 tot 1431. Haar geschiedenis is wel bekend. De Engelsen hadden een bondgenootschap gesloten met de hertog van Bourgondië en bezetten Frankrijk. Jeanne dArc, afkomstig uit een eenvoudig landbouwersgezin, voelde zich geroepen om Frankrijk te bevrijden. Via stemmen werd ze daartoe door God opgeroepen. Ze kon Orleans ontzetten en later ook doorstoten tot Reims waar Karel VII tot koning werd gekroond. In 1430 werd ze gevangengenomen en aan de Engelsen uitgeleverd. Karel VII liet haar aan haar lot over en haar proces ging van start. In mei 1431 stierf ze op de brandstapel.
Schiller heeft zich niet nauwgezet aan de historische feiten gehouden. Hij heeft het stuk trouwens een romantische tragedie genoemd. In het stuk verliest Jeanne haar strijdlust nadat ze verliefd is geworden op een Engelse officier. Voordien had ze alle mannen afgewezen, en de voorrang gegeven aan de strijd. Ook het einde van het stuk krijgt een andere wending. Jeanne sterft niet op de brandstapel, maar wel in de strijd. Nadat ze door de Franse koning verbannen was, valt ze in de handen van de Engelsen. Bij een laatste veldslag waarbij de Fransen in de verdrukking komen, kan ze zich bevrijden en redt ze het leven van de Franse koning, maar laat ze het leven in de strijd.
Het was de eerste keer dat ik een werk van Schiller las. Ik vreesde dat het wat moeilijk zou uitvallen, maar blijkbaar schrijft hij een eenvoudige, duidelijke taal. Het leest bijvoorbeeld veel gemakkelijker dan een toneelstuk van Shakespeare. Ik ben dan ook van plan om later nog wat werken van hem te lezen. Bekend zijn vooral Die Räuber en Wilhelm Tell.
In het stuk van Schiller wordt Jeanne op het einde aangeklaagd door haar vader, die er haar openlijk van beschuldigd een heks of ketter te zijn. In de proloog werd daarop al gezinspeeld. Toen probeerde de vader zijn dochters aan de man te brengen (wat ook historisch niet klopt, want Jeanne had drie broers), maar Jeanne had dus een andere roeping. De vader zag met lede ogen aan dat zij:
Ich sehe sie zu ganzen Stunden sinnend
Dort unter dem Druidenbaume sitzen,
Den alle glückliche Geschöpfe fliehn.
En Jeanne zegt het later zelf:
Berufen bin ich zu ganz anderm Werk,
Die reine Jungfrau nur kann es vollenden.
Ich bin die Kriegerin des höchsten Gottes,
Und keinem Manne kann ich Gattin sein.
Haar voorbestemde echtgenoot, legt zich wel bij de zaken neer:
Wohl ziemt ihr dieser kriegerische Schmuck,
Denn ihre Brust verschließt ein männlich Herz.
Een andere mooie regel, die me aan Rilke doet denken. De hertog van Bourgondië richt zich tot de koning:
O Sire ! Euch wohnt ein Engel an der Seite.
Ten slotte citeer ik nog de laatste woorden van de stervende Jeanne:
Seht ihr den Regenbogen in der Luft?
Der Himmel öffnet seine goldnen Tore,
Im Chor der Engel steht sie glänzed da,
Sie hält den ewgen Sohn an ihrer Brust,
Die Arme streckt sie lächelnd mir entgegen.
Wie wird mir Leichte Wolken heben mich-
Der schwere Panzer wird zum Flügelkleide.
Hinauf hinauf Die Erde flieht zurück
Kurz ist der Schmerz, und ewig ist die Freude !
Een soort hemelvaart.
|