Anna Blaman: De Kruisvaarderxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Een korte novelle van deze Nederlandse schrijfster die leefde van 1905 tot 1960. Uit mijn oude encyclopedie citeer ik: Zij verbeeldde moderne levensproblemen, zonder illusies, in een zeer openhartige taal, zonder hypocrisie, hetgeen velen als negatief of aanstootgevend veroordeelden. In feite echter zocht Anna Blaman in vriendschap, in liefde, in zelfkennis en waarachtigheid de zin van een zinloos geworden menselijk bestaan. De eerste zin gaat waarschijnlijk over de lesbische inslag van haar werk. Daarin is ze alleszins openhartiger dan de auteur van de bijdrage in mijn encyclopedie die het niet vermeldt. De tweede zin strookt wel met de inhoud van deze novelle.
De Kruisvaarder is een schip dat afvaart naar Nederlands Indië. Een van de passagiers is Virginie. Het is een aartslelijke vrouw die het medelijden van haar familiekring beu is en daarom wegtrekt. Twee andere vrouwen spelen nog een grote rol in het verhaal, haar medepassagierster met wie ze de kajuit deelt, en een beeldschone vrouw. In het eerste deel van de novelle wordt het thema van de lelijkheid en de schoonheid uitgespeeld, met al wat daarbij komt aan gevoeligheden, gekwetstheid en zo meer. Blaman schrijft altijd heel psychologisch. Karakterontleding. Dat deel is soms moeilijk om doorkomen, hoewel de gedachten erin wel interessant zijn. Een mooie zin, Virginie is aan het woord: Zoals ik, die altijd alles van anderen moet kunnen begrijpen. En die anderen die altijd, hoe liefdeloos ze ook zijn, begrepen moeten worden.
In het tweede deel heeft er een drama plaats. Het schip vaart op een losgeslagen mijn en zinkt. In die dramatische omstandigheden komt de ware aard van de mensen naar boven. Het is soms erg aangrijpend geschreven. De schrijfster komt hier ook heel modern en origineel voor de dag. Zo laat ze God aan het woord, die neerziet op wat er met het schip en de mensen gebeurt. Hier maken we kennis met de pessimistische levensvisie van de schrijfster. Er doet ook nog een schare engelen mee, die echter niet veel meer doen dan op bazuinen blazen en de lof van God bezingen. Op een bepaald moment noemt ze die engelen Hemelse aasgieren. Een prachtige vondst en woordcombinatie.
Ik probeer de laatste tijd minder de inhoud van de boeken na te vertellen, dan wel op te schrijven wat me treft en een beeld te schetsen van de algemene sfeer van het boek. Voor een stuk doe ik dit om niet al de hele plot te verraden waardoor het niet interessant meer is om het boek te gaan lezen. Trouwens, wat er van een boek gewoonlijk blijft hangen, bij mij althans, is gewoonlijk die sfeer. Vaak betrap ik me erop dat ik me niet kan herinneren hoe de afloop van een boek was.
|