Een indiaan en zijn vriend waren in het centrum van New York aan het wandelen op Times Square in Manhattan. Het was op de middag bij lunchtijd. De straten waren vol volk. Er was getoeter van auto’s, taxi’s scheurden om de hoek, sirenes loeiden, kortom het lawaai van de stad maakten de mensen doof.
Plots zei de indiaan: ‘Ik hoor een krekel.’
Zijn vriend antwoordde: ‘Jij bent gek. In al dat lawaai kan je toch geen krekel horen.’
‘Toch ben ik zeker,’ zei de indiaan ‘ik hoor een krekel.’
‘Dat is gek’, zei zijn vriend.
De indiaan luisterde een ogenblik en stak de straat over naar een klein park. Hij keek in de struiken, onder de takken, en inderdaad hij vond een krekel. Zijn vriend was stom verbaasd.
‘Dat is ongelofelijk,’ zei hij, ‘jij moet bovenmenselijke oren hebben.’
‘Neen,’ zei de indiaan ‘mijn oren zijn niet anders dan die van jou. Het hangt er vanaf naar wat je luistert;’
‘Dat kan zijn,’ zei zijn vriend ‘ik zou nooit een krekel kunnen horen tussen al dat lawaai;’
‘Dat is juist,’ was het antwoord ‘het hangt er vanaf wat werkelijk belangrijk is voor jou. Hier, ik toon het jou.’ Hij tastte in zijn zak, haalde enkele muntstukken naar boven en gooide ze discreet op het voetpad.
En dan temidden van al het drukke lawaai merkten zij op dat alle hoofden in de nabijheid keken om te zien of het rinkelende geld niet van hen was.
‘Zie je nu wat ik bedoel?’ vroeg de indiaan ‘alles hangt af van wat voor jou belangrijk is.’
Wat is voor jou belangrijk? Naar wat luister jij?
Als je afgestemd bent op God dan zal je in staat zijn Hem te horen wanneer Hij spreekt.
(Auteur onbekend)
|