5DE DROEVIGE MYSTERIE
JEZUS STERFT AAN HET KRUIS
De soldaat die Jezus kruisigde
Wij sloegen hem aan 't kruis. Zijn vingers grepen
Wild om den spijker toen 'k den hamer hief -
Maar hij zei zacht mijn naam en: 'Heb mij lief'
En 't groot geheim had ik voorgoed begrepen.
Ik wrong een lach weg dat mijn tanden knarsten,
En werd een gek die bloed van liefde vroeg:
Ik had hem lief - en sloeg en sloeg en sloeg
De spijker door zijn hand in 't hout dat barstte.
Nu, als een dwaas, een spijker door mijn hand,
Trek ik een vis - zijn naam, zijn monogram -
In ied'ren muur, in ied'ren balk of stam,
Of in mijn borst of, hurkend, in het zand,
En antwoord als de mensen mij wat vragen:
'Hij heeft een spijker door mijn hand geslagen.'
Martinus Nijhoff
Naast het kruis
Met de tranen in de ogen
stond de moeder, diep bewogen,
waar haar Zoon aan ‘t kruishout hing.
‘t Was of in haar medelijden
zij de pijn nog voelde snijden
van die laatste marteling.
Ach, hoe treurig was het rouwen
van de liefste van de vrouwen,
moeder van Gods ene Zoon.
Hoe verdrietig was het lijden
dat haar dreef om daar te blijven
toen haar Zoon zo hing ten toon.
Harder dan de hardste stenen
ben je als je niet zou wenen
ziende hoe Maria lijdt.
Wie is zonder mededogen
dat hij met dit leed voor ogen
niet met haar om Jezus treurt.
Om de zonden van de zijnen
schroeien nog de scherpe pijnen
van de ruwe geselroe.
Moeder die je kind zag sterven
toen het alle hulp moest derven
en de geest het lijf verliet,
laat mij voelen, bron van liefde,
wat je toen zo pijnlijk griefde.
Treuren zal ik dan met jou.
Wil in mij de wil versterken
om die droefheid te verwerken,
tonend dat ik van Hem hou.
En wil mij de kracht ook schenken
om deemoedig te gedenken
wat Hij toen heeft doorgemaakt.
Wat Hij toen in geest en leden
weerloos voor mij heeft geleden,
geef dat ik het delen mag!
Samen met je wil ik wenen,
met het lijden mij verenen
tot de dood ook mij bedreigt.
Naast het kruishout met jou samen
staande blijven en me schamen
om de oorzaak van die rouw.
Gun mij, liefste van de maagden,
tussen al die met je klaagden
ook een plaatsje aan jouw zij.
Deelgenoot zijn van zijn lijden
wil ik en de tol niet mijden
die de dood van vrienden eist.
Want zijn wonden zijn de mijne.
Liever dan vlug te verdwijnen
blijf ik waken bij de Heer.
Maak dat ik niet langer vrezen
moet dat ik word afgewezen,
als ik voor Gods troon verschijn!
Christus, vraag bij mijn verscheiden
dat uw moeder mij zou leiden
tot waar mij uw zegen wacht.
Als de dood mij heeft gevonden,
laat mij dan met U verbonden
blijven in uw heerlijkheid.
Piet Thomas
Stabat mater dolorosa
Iuxta crucem lacrimosa,
Dum pendebat filius.
Cuius animam gementem
Contristatam et dolentem
Pertransivit gladius.
O quam tristis et afflicta
Fuit illa benedicta
Mater unigeniti
Quae maerebat et dolebat.
Et tremebat, cum videbat
Nati poenas incliti.
Quis est homo qui non fleret,
Matrem Christi si videret
In tanto supplicio?
Quis non posset contristari,
Piam matrem contemplari
Dolentem cum filio?
Pro peccatis suae gentis
Vidit Iesum in tormentis
Et flagellis subditum.
Vidit suum dulcem natum
Moriendo desolatum
Dum emisit spiritum.
Eia mater fons amoris,
Me sentire vim doloris
Fac ut tecum lugeam.
Fac ut ardeat cor meum
In amando Christum Deum,
Ut sibi complaceam.
Sancta mater, istud agas,
Crucifixi fige plagas
Cordi meo valide.
Tui nati vulnerati
Tam dignati pro me pati,
Poenas mecum divide!
Fac me vere tecum flere,
Crucifixo condolere,
Donec ego vixero.
Iuxta crucem tecum stare
Te libenter sociare
In planctu desidero.
Virgo virginum praeclara,
Mihi iam non sis amara,
Fac me tecum plangere.
Fac ut portem Christi mortem,
Passionis eius sortem
Et plagas recolere.
Fac me plagis vulnerari,
Cruce hac inebriari
Ob amorem filii,
Inflammatus et accensus,
Per te virgo sim defensus
In die iudicii.
Fac me cruce custodiri,
Morte Christi praemuniri,
Confoveri gratia.
Quando corpus morietur
Fac ut animae donetur
Paradisi gloria.
Amen.
|