HEMELVAART
Toen is hij opgevaren.
Zijn tijd op aarde was voorbij,
zijn drieëndertig korte jaren.
Nu was hij hoog en vrij.
Ons heeft hij nog gezegend
en uit het treuren op doen staan
en uitgezonden langs de wegen
die hij was afgegaan.
En nu gaat het beginnen:
hij liet aan ons per testament
de wereld om voor hem te winnen,
tot zij de Vader kent.
Wij staan op eigen benen,
en straks wanneer zijn heilig vuur
ons heeft veroverd en doorschenen,
is het ons eigen uur.
Tot hij zal wederkomen
is ons zijn aarde toevertrouwd
om te herscheppen naar zijn dromen:
een stad voor God gebouwd.
Wij zullen met hem varen,
omhoog, zijn nieuwe hemel in,
een eeuwigheid van nieuwe jaren.
Dit is maar het begin.
Michel van der Plas
|