Zoals Jezus ongeveer zei:
`Het is goed om arm van geest te zijn …
Het is ook goed om weleens verdriet te hebben …
Het is goed om zachtmoedig te zijn …
Het is goed om – zoals bij honger en dorst –
uit te zien naar gerechtigheid …
Het is goed om barmhartig te zijn …
Het is goed om zuiver van hart te zijn …
Het is goed om echte vrede te brengen …
Het is zelfs goed om vervolgd te worden
vanwege de gerechtigheid
Ja, je mag je gelukkig prijzen
als ze je uitschelden en vervolgen
en je van allerlei kwaad betichten omwille van Mij …
Zo hebben ze toch ook de profeten van vroeger vervolgd
---
Gij waart, Heer Jezus,
een vlugge trekker langs de wegen,
een eenzaam bidder op de bergen,
een enig boeiend spreker langs het meer.
Gij waart een glimlach voor uw moeder,
voor Jozef en uw vrienden.
Gij waart een toevlucht voor wie leed.
Gij waart geweldig in uw boodschap
en stil, zo stil in het verdragen,
in de offerande van uw mannenjaren,
wanneer een mensenhart nog niet gebroken wordt.
Te vroeg werd, Heer, uw hart gebroken!
Nu trek ook ik, uw volgeling, door het leven,
en dag na dag, omhoog, omlaag,
heb ik behoefte aan een hart.
Geef mij een hart dat niet bang is voor offer,
noch vraagt naar rust.
Een hart dat diep is in zijn berouw
en een hart vol dank.
Een hart,
eenvoudig als de bron
en open als de bloemen,
groot als uw boodschap
en trouw als een vriend,
dapper als een held,
zuiver en vroom,
en jong als een spelend kind.
Een hart
dat mild is als de avond
en blij als de dageraad.
Een hart
dat woont in de vrede van het gebed,
de toppen zoekt in zijn streven,
slechts liefheeft wat schoon en edel is
en alles wil delen met allen op straat.
(Flor Hofmans)
(Meer dan vijftig jaar geleden ondertussen schreef Flor Hofmans dit gebed. Flor was een priester van het bisdom Gent die in 1961 naar Chili vertrok na een korte ‘stage’ op het College voor Latijns-Amerika in Leuven. Hij was toen zowat 35 jaar, en had – als prof met tal van publicaties – een grote carrière in zicht. Die toekomst heeft hij opgegeven om in Santiago de Chile tussen de armsten te leven. Bij een vakantie in België, op 3 januari 1965, is hij verongelukt met zijn klein Fiatje – het had geijzeld die winterdag.
Later hoorde ik vertellen dat men na zijn dood een portefeuille gevonden heeft met ongeveer 1500 BEF. Het was alles wat hij bezat, werd er gezegd. Of dit ‘historisch waar’ is, weet ik niet, maar het tekent in elk geval de mens, die Flor was, als medeoprichter van ‘Jezus Caritas’.)
Wat Jezus goed noemt … het is – net als dit gebed van Flor – zo vreemd, zo dom in onze tijd en onze wereld.
Toch wens ik jullie – in deze geest – een zalige hoogdag van Allerheiligen!
Omer
|