ZONDAG 23 DECEMBER 2018
4de ZONDAG VAN DE ADVENT
In die dagen
reisde Maria in grote haast naar het bergland,
naar een stad in Juda,
waar ze het huis van Zacharias binnenging
en Elisabeth begroette.
---
Elisabeth werd vervuld van de Heilige Geest
en zei tot Maria:
‘Zalig is zij
die geloofd heeft
dat de woorden van de Heer
in vervulling zullen gaan.’
(Lucas 1,39 en 45)
Enkele dagen voor Kerstmis gaan onze gedachten speciaal uit naar Moeder Maria. Het evangelie zegt niet veel over haar, maar vandaag horen we een mooi verhaal: zij gaat in alle nederigheid naar haar nicht Elisabeth. Hoewel zij de moeder van Jezus zal worden, blijft zij de kleine, nederige vrouw die haar leven ten dienste van anderen wil stellen.
Dit evangelie sluit aan bij dat andere verhaal, waarin de engel aan Maria vraagt om de moeder van Jezus te worden. Wij kennen haar angst bij dat vreemde bezoek. We kennen ook het woord van de engel: ‘Vrees niet, Maria’. ‘Vrees niet’: zo dikwijls staat het in het evangelie, dat we hier bij de kern zijn. Wat er ook gebeurt, als je wereld lijkt in te storten, is er dat ‘Vrees niet’. De eeuwen door heeft God zijn mensen bemoedigd. ‘Wees toch niet bang, jij wormpje, Israël’, zegt Jesaja. De jaren lang, dat Jezus optrok met zijn vrienden, herhaalde Hij voortdurend: ‘Vrees niet’. Ook toen hun schip kapseisde in de storm. En die generaties van mensen, die naar Jezus keken, en aangevreten werden door twijfel, omdat hun leven bijwijlen ook een storm leek. En telkens weer datzelfde: ‘Wees niet bang, vrees niet, Ik ben er.’ Altijd weer hebben gelovigen dat gelezen, dat gehoord, dat geloofd: ‘Vrees niet’. En wij: geloven wij?
Bij het bezoek van de engel is Maria de vrouw die ja zegt tot God. Vandaag gaat het verder: haar geloof is geen lege lippendienst, maar kleurt haar hele leven. Maria zegt nu ook ja aan de mensen, aan die éne concrete mens in nood: Elisabeth. Toen zeker geen vrouw, die in aanzien stond: in het volkse geloof was zij door God zelf afgewezen, omdat zij kinderloos zou blijven. Zij hoorde bij de minderen, de marginalen. Uitgerekend naar zo iemand gaat Maria, zij, die door God zelf was uitgekozen. En wij, gaan wij naar hen die uitgestoten zijn?
Lieve Moeder Maria, ontdoe ons van onze eigenwaan en leer ons de nederigheid, die u eigen was.
HET BEZOEK
Op tijd en stond vallen machtigen neer,
dictators moeten vluchten.
presidenten vallen in ongenade bij het volk.
ministers en generaals moeten rekenschap geven.
Kleine mensen hebben niets te verliezen.
Op tijd en stond worden ze uitgekozen
en zij, die het nooit hadden verwacht,
worden van ‘tussen de kudde’ gehaald.
Ze staan in dienst van het volk,
bekommerd om vrede,
ze hebben het immers zelf ondervonden,
wat het is, verdrukt te worden en te lijden.
Maria’s eerste vredeswerk is.
de 'vredevorst' groot brengen
in het kleine nest van Nazareth, in het verborgen
en daar toekomst open trekken.
Dat wil ze gaan vertellen aan Elisabeth.
Vredeswerk is geen één-vrouws-werk.
Samen willen ze er wat gaan aan doen,
al lijkt hun inzet voor de wereld
niet groter dan een mosterdzaadje.
Maar God is er ook mee gemoeid.
Is het bij ons ook niet zo,
dat het bij Hem begon?
Roland Van Rostenberge
|