WANT BIJ U IS DE BRON VAN HET LEVEN
(Psalm 36,10)
Een bron roept bij mij een reeks beelden op. Over twee van die beelden, die teruggaan op reizen in het buitenland, wil ik iets vertellen.
Eerst zie ik voor mij de fonteinen in Zwitserse dorpen; soms van eenvoudige structuur, soms met veel handwerk en bloemen versierd. Ze duiden de plaats aan waar men, na een lange bergtocht, de eerste huizen aantreft, die aankondigen dat de tocht eindigt. Wat een geluk is het om je gezicht, handen en armen met dit onvergelijkbare koele water te kunnen verfrissen. Het zweet van een dag klimmen en van een ruwe afdaling wordt in enkele minuten door dat versterkende water weggespoeld: we genieten van dat water, dat als nectar uit de hoogte van het gebergte naar beneden is gevloeid.
Maar de laatste jaren komt men meer en meer borden tegen met het opschrift: ondrinkbaar water…
En dan herinner ik mij een reis naar Portugal. We zitten in een wagen op een overhitte dag en rijden door de Spaanse vlakte, verdord en verschroeid door de zon. Onmiddellijk na de grens dalen we naar de Portugese valleien en daar, aan de kant van de weg, komen we regelmatig fonteinen tegen, waar reizigers en inwoners zich een tijdje ontspannen. De fontein, afgezien van de frisheid die welkom is, schept de mogelijkheid voor een ontmoeting tussen de reizigers die wij zijn en de mensen die daar verblijven. De fontein zorgt zodoende voor een eerste contact, zij het nog beperkt.
Wat opvalt bij de meeste fonteinen, is dat het water voortdurend stroomt. Afgezien van buitengewone weersomstandigheden – zoals een sterke vorst – blijft het water stromen. De fontein geeft water zonder mate; zij schenkt onafgebroken de verkoeling die ze belooft. Onnodig hierbij te vermelden dat in de bijbelse tijden een fontein – we spreken dan liever van een bron – een zegen was die men toen nog meer waardeerde dan vandaag, daar de moderne toerusting waarover wij beschikken, toen niet voorhanden was.
Maar wat een teleurstelling wanneer we vandaag ontdekken dat hier en daar het water niet meer drinkbaar blijkt te zijn. De fontein die vanop een afstand zo veelbelovend was, heeft ons opgelicht. We zouden misschien wel geneigd zijn haar zelfs van verraad te beschuldigen, ware het niet dat zeer waarschijnlijk de mens zelf de oorzaak is van dit ondrinkbare water.
Maar dan leert psalm 36 ons:
Hier is de bron van leven bij de Heer.
Hij is degene die de bron
regelmatig en voortdurend
van water voorziet.
En de fontein is inderdaad de plaats van ontmoeting, de plaats waar wij gezamenlijk hetzelfde water kunnen putten van hetzelfde Leven.
Christenen uit het westen en het oosten, van linkse en rechtse gezindheid, laat ons samen de rechten van de minderheden verdedigen en helpen het onbegrip en de vooroordelen tussen de meerderheids- en minderheidskerken te verminderen. Laten wij ons engageren om de dialoog tussen onze Kerken, op diverse niveaus, gewetensvol en intens verder te zetten.
(Vrij naar Dominee Daniel Vanescote)
|