São Sebastião in Igatù
Vorige woensdag was het 20 januari, feest van de Heilige Sebstiaan. Wisten wij veel dat dit de patroonheilige was van Igatù, destijds misschien wel HET centrum van de Chapada Diamantina, in de korte periode dat er diamanten gevonden werden en gelukszoekers in groten getale daarheen kwamen, om hun geluk te zoeken in de gedaante van blinkende steentjes. Waar mensen komen, komt tering en nering en zo kon het gebeuren dat Igatù in korte tijd uitgroeide tot een florissant stadje waar vrolijk geleefd werd, als de dagtaak van het diamant zoeken er op zat en geluk in andere gedaanten dan blinkende steentjes gezocht werd. Winkeliers vestigden zich in een voorheen onherbergzame streek, er kwamen bars, theaters, cabarets en ander vertier waar avonturiers na zware dagen hun gading vinden.
Dat was zo in lang vervlogen dagen, en dat heeft niet zo lang geduurd, en sindsdien is het jolige leven in het vrolijke stadje van toen geheel uitgedoofd. Igatù is nu een veeleer klein dorpje, dat slechts moeilijk te bereiken is langs een smal en soms steil weggetje, dat in heel bonkige natuursteen geplaveid is. Er wonen een aantal mensen in heel bescheiden huisjes, zoals je die hier overal ziet, klein, in pastelkleuren van oker, bordeaux, roos en een soort turkoois blauwgroen, meestal 1, soms 2 ramen aan één zijde van de deur, doorgaans geen venster maar wel een luik om deur en raam te sluiten, en de hele woning zonder zoldering zo onder de pannen. Vloertegels tref je bijna nooit, soms is de vloer alleen gestampte aarde, maar meestal een chape of ciment, dat ook bordeaux gekleurd werd.
Van de vele pleisterplaatsen van plezier, blijft alleen maar bouwval over. Maar die bouwval getuigt van een welstand, die ooit in het stadje aanwezig was. Van die welstand getuigen ook een aantal grote graftomben, op de twee kerkhoven aan weerszijden van een smalle straat, die naar een pleintje leidt, waar ook de kerk staat. Zulke kerkhoven zijn altijd een bezoek waard. Je vindt er een stuk plaatselijke geschiedenis, je leert er over familieverbanden, en soms ook over menselijke dramas, die zich in een ver verleden afgespeeld hebben. In dit stukje Bahia in tegenstelling tot vele andere plaatsen in Brazilië bezoeken de mensen van ter plaatse slechts zelden het kerkhof, dat is voor Allerzielen, en dan nog zo kort mogelijk. Zij verdragen ook niet dat je soms een heel onschuldig grapje maakt, dat naar de dood verwijst. Ironie in zijn geheel is de meeste Bahianen trouwens vreemd. Een echte verklaring weet ik er niet voor, misschien heeft het te maken met het harde leven als slaven indertijd, misschien ook met verre wortels, van toen zij uit Afrika hierheen verscheept werden en hun geesten en godsdiensten meebrachten. Enkele eeuwen later kan dit een smeltkroes van culturen geven met vreemdsoortige tradities, devoties, volksgebruiken en meningen.
De laatste jaren is Igatù evenwel duidelijk aan een heropleving bezig. Niet langer diamanten laten nu hun lokroep horen, maar het toerisme gaat stilaan ontluiken. Je moet hier nog helemaal niet denken aan toestanden als Benidorm of de Côte dAzur, maar eerst was er één winkeltje met artisanaten, nu zijn er drie of vier; er was geen pousada de Braziliaanse benaming voor een eenvoudig dorpshotel nu zijn er drie, geen winkel meer of bakker en nu weer één of twee. En op 20 januari was het dus São Sebastião en toevallig gingen wij die dag naar Igatù.
Op het feest van de patroonheilige is de mis het eerste hoogtepunt. Die zou om 10 uur beginnen, hadden mensen ons verteld. Dus zorgden wij ervoor om reeds voor halftien ter plekke te zijn. Er was nog weinig van een feest te merken, er hingen alleen wat plastieken vlaggetjes in een paar straten en op een klein dorpsplaatsje zaten vier jonge mensen te kaarten, aan een tafeltje dat zij vanuit een huis op straat gezet hadden. Ik denk dat hun spel op whisten wiezen leek, zij spraken van burraca, en het was prettig om zien hoe vier twintigers zo in dat kaartspel opgingen.
Na tien minuten was hun laatste spel gedaan, tafel en stoelen werden opnieuw naar binnen gedragen, en er kwam ook verder al een klein beetje beweging, maar nog absoluut geen drukte, slechts hier en daar een jongen of een meisje, dat zondagse kleren droeg en hogerop ging, richting kerk. Wij dus ook richting kerk, maar die was nog zo goed als leeg rond tien uur. Wel waren vele, veelkleurige bloemen met warme tinten geel en rood op een voetstuk gezet in de middenbeuk en achter het altaar, rond het beeld van de Heilige Sebastiaan. Maar mensen waren er nog weinig op dat uur, en dan vooral nog toeristen die met een digitale camera dat alles wilden vastleggen voor tijd en eeuwigheid.
Even later kwam de eerste padre toe er zou later ook nog een tweede komen, en toevallig heetten ze allebei Luis, één uit Italië en één uit Spanje, Frans kende ze allebei maar ook die eerste padre toonde weinig haast en had nog tijd voor een heel babbeltje. Intussen kwam er een kindje op de trappen zitten, als engeltje gekleed, en dan een tweede, tot ze met zijn vijven waren. Er kwamen jongeren opdagen, die aan de zijkant een koortje vormden, stilaan begon het kerkje vol te lopen, sommigen duidelijk toeristen die het allemaal eens wilden zien, maar voor het merendeel toch mensen van Igatù, eenvoudig gekleed maar wel op zijn zondags, en dan waren er ook mensen die ooit in Igatù geboren waren en nu voor het feest nog eens afkwamen. En zo moesten er al mensen rechtstaan achteraan.
Het was bijna half elf, toen het buiten feestelijk rumoerig werd. Een fanfare was op komst, met muziek die wel wat leek op de traditionele muziek, die je in de Provence nog kan horen. Daar had de toeristische dienst voor gezorgd. De muzikanten waren keurig uitgedost in overwegend blauwe bloes en ook een streepje wit of geel, weer eens de kleuren van Bahia. Ze kwamen de kerk binnen en namen achteraan plaats. Nog enkele minuten gestommel, en dan begon opeens de mis. Ik ben vergeten op mijn horloge te kijken, maar ik denk dat het ongeveer kwart voor elf was, het moment waarop sommigen bij ons al beginnen te wriemelen en morrelen omdat de mis van tien uur nog niet gedaan is. Hier moest alles dan nog beginnen hier, maar iedereen was er nu: de padres, de engeltjes, het koortje, de muzikanten, en een kerk boordevol mensen. En dus kon plots als je het bijna niet meer verwacht de mis beginnen.
Warme begroeting door Luis 1 of Luis 2 (Por favor, spreek uit als Loewis, klemtoon op de laatste lettergreep en niet op zijn Nederlands of Vlaams, en ook niet op zijn Frans), en dan tijd voor het eerste lied, er zouden er nog vele volgen. Het koor zong goed, onder leiding van een meisje van een jaar of twintig, de mensen van Igatù zongen mee, en de toeristen, zij keken en zij zwegen, en raakten almaar meer verbaasd en verwonderd. Bij hoogteppunten trad ook de fanfare in actie.
Een eerste hoogtepunt kwam er na een gezongen schuldbelijdenis en een enig mooi Gloria a Deus of Eer aan God, met woorden, die ik nog nooit gehoord had in een Gloria. Het stond allemaal op een simpel misblaadje, en ik had er een gevonden, maar ik ben het kwijtgeraakt tijdens de vredeswens dat is hier immers een hartelijke grote bedoening, waarbij iedereen naar iedereen toegaat, en waarschijnlijk heeft een minder bedeelde zonder blaadje mijn exemplaar toen opgeraapt en dus blijven die woorden, die ik nooit gehoord had in een Gloria vooralsnog onbekend.
Dat eerste hoogtepunt kwam er als het Bijbelboek werd binnengebracht. Heel achteraan zet een forse mannenstem een lied in, iedereen kijkt achterom, en dan komt een man naar voor, de Bijbel hoog omhooggeheven. Hij gaat traag, en draait voortdurend naar links, naar rechts en naar achter, opdat iederen het Woord van God goed zou zien binnenkomen, want dat is iets unieks: God gaat nu zelf tot zijn mensen spreken. Als de man met de Bijbel helemaal vooraan is, toont hij het boek nog eens extra lang aan iedereen, dan zet de fanfare in en is er spontaan applaus voor God, die tot ons zijn Woord zal spreken.
Er was gekozen voor de lezingen van de zondag voordien, met het evangelie van de Bruiloft te Kana, met de verandering van water in wijn. Alweer een enig mooi thema voor Padre Luis 1 of 2 om een homilie op uit te bouwen: als wij, als gemeenschap, doen wat Maria ons meegeeft Doe maar wat Hij u zeggen zal dan zal ons leven niet langer verwaterd of smakeloos zijn, maar smaken als heerlijke wijn. In Brazilië heeft het woord Communidade of Gemeenschap bovendien een veel rijkere inhoud dan bij ons, omdat enkele tientallen jaren geleden de Kerk gekozen heeft om te werken via kleine Basisgemeenschappen, in de talloze povoados of woonkernen, die rond de centrumkerk(en) verspreid zijn, zoals in de heuvels rond Mundo Novo het geval is. Er is dan geen priester permanent ter plaatse, maar enkele leken dragen de gemeenschap, en om de paar weken is er een eucharistie met de padre.
Ook de offerande is een hoogtepunt, als de gaven waaronder brood en wijn naar voren worden gedragen. Terwijl de priester deze gaven aanbiedt, komt iedereen zijn eigen gave aanbrengen. En dan is er het Santo, santo, santo
, waarin mensen handenklappend zingen:
Hemel en aarde zulen voorbijgaan,
Maar Zijn Woord gaat nooit voorbij
En bij dat laatste zinnetje maken zij met beide wijsvingers omhoog het gebaar om neen te zeggen. Het raakt je als naast je een oud vrouwtje van zeker 80 nog enthousiast meezingt, handenklapt en meebeweegt.
Ook het communielied was iets enigs, maar hier kan ik de woorden wel geven, ondanks het verlies van het misblaadje, omdat ik die woorden jaren geleden zelf al eens had opgeraapt en vertaald. De Portugese tekst is zo mooi en sterk, dat het zonde zou zijn om hem weg te laten, daarna volgt een Nederlandse vertaling, die hoop ik een klein beetje van die rijkdom kan oproepen ook zonder zang, en ook al is het maar een schamele vertaling die de zeggingskracht en de taalrijkdom van het origineel mist.
Se calarem a voz dos profetas
as pedras falarão:
se fecharam uns poucos caminhos,
mil trilhos nascerão.
Muito tempo não dura a verdade
nestas margens estreitas demais,
Deus criou o infinito
pra vida ser sempre mais.
É Jesus este pão de igualdade,
viemos pra comungar,
com a luta sofrida do povo,
que quer ter voz, ter vez, lugar.
Comungar é tornar-se um perigo
viemos pra incomodar,
com a fé e união
nossos passos um dia vão chegar.
O Espirito é vento incessante,
que nada há de prender.
Ele sopre até no absurdo,
que a gente não quer ver.
Muito tempo não dura a verdade
nestas margens estreitas demais,
Deus criou o infinito
pra vida ser sempre mais.
No banquete da festa de uns poucos,
só rico se sentou.
Nosso Deus fica ao lado dos pobres,
colhendo o que sobrou.
Muito tempo não dura a verdade
nestas margens estreitas demais,
Deus criou o infinito
pra vida ser sempre mais.
O poder tem raízes na areia,
o tempo o faz cair.
União é a rocha que o povo
usou pra construir.
Muito tempo não dura a verdade
nestas margens estreitas demais,
Deus criou o infinito
pra vida ser sempre mais.
---
Als ze de stem van profeten doen zwijgen,
dan brengen de stenen het uit.
Als ze dan wegen gaan sluiten,
zullen duizend nieuwe sporen ontstaan.
De waarheid laat niet lang op zich wachten
op de smalle weg die wij gaan:
God heeft de eeuwen geschapen,
om voor altijd ons Leven te zijn.
Jezus zelf is dit brood van gelijkheid,
wij komen en nutten het hier,
met de strijd en het leed van het volk,
dat een stem wil, een plaats en een kans.
Je nuttigt en kiest voor de inzet,
je gaat niet opzij voor gevaar,
je doet lastig: vertrouwend in eenheid
zo komen wij samen eens aan.
De Geest is een Wind, die niet aarzelt,
geen kracht die Hem wegnemen kan.
Hij blijft blazen voorbij aan het dwaze,
veel meer dan een mens nog verwacht.
De waarheid laat niet lang op zich wachten
op de smalle weg die wij gaan:
God heeft de eeuwen geschapen,
om voor altijd ons Leven te zijn.
Aan de feestdis van enkele rijken,
zaten geen anderen aan.
Onze God evenwel kiest voor armen,
en vergaart wat nog over bleef.
De waarheid laat niet lang op zich wachten
op de smalle weg die wij gaan:
God heeft de eeuwen geschapen,
om voor altijd ons Leven te zijn.
De macht is in zand slechts geworteld,
met de tijd komt zij eenmaal ten val.
Eenheid is de rots van ons volk:
op die rots, daarop bouwen wij!
De waarheid laat niet lang op zich wachten
op de smalle weg die wij gaan:
God heeft de eeuwen geschapen,
om voor altijd ons Leven te zijn.
(einde eerste deel van São Sebastião in Igatù, tweede deel morgen hoop ik!)
|