BOOMGAARD IN DE SNEEUW
voor Felix De Boeck
De dunne takken van december
bevriezen onder de vlinderbloesem
van de winter.
Voorbij de boomgaard op de heuvelflank
slaapt vederlicht de hoeve
binnen de schelp van de stilte.
Als oud zilver weeft de nevelsluier
van de Melkweg
op het vlechtwerk van de dronken ruimte
de voorvaderlijke vrede:
winterlijke roerloosheid.
Maar als straks het voorjaar wakker wordt
in de zwarte aders van de druivelaar,
breken plots de vonken en de vlammen
uit de vingertoppen
van de Koninklijke tovenaar
in de dorstige ruimte.
Pieter G. Buckinx: Blijdschap is een boom
FELIX DE BOECK
De Boeck werd geboren op 12 januari 1898. Zijn vader, Jan, was vijftien jaar jonger dan zijn moeder Louise van Breetwater, dochter van de burgemeester van Drogenbos. Ze huwde tegen de wil van haar familie in met de jonge boer uit het naburige Sint-Kwintens-Lennik. Het jonge paar huwde en trok in in de hoeve waarnaast zich nu het FeliXart Museum bevindt. Het paar kreeg drie kinderen, waarvan Felix de jongste was.
Louise was intelligent en sprak Frans, wat heel wat betekende in die dagen. Zij was ook erg gelovig. Haar man was groot, sterk en imposant, maar nagenoeg ongeletterd. "Toch stichtte hij samen met de brouwer in 1897 de fanfare in Drogenbos," zou zijn zoon later trots vertellen.
In 1905 werd in Ukkel een college gesticht, waar De Boeck mocht studeren. Hij eindigde zijn studies als primus met de hoogste onderscheiding. De directeur hoopte dat hij priester zou worden, maar zijn besluit stond vast: hij zou schilder worden. Opdat hij niet financieel van schilderen afhankelijk zou zijn, werd hij boer op de hoeve van zijn ouders. Hij trouwde in 1924 met zijn nicht Marieke. Ze kregen vijf kinderen, van wie er vier stierven nog voor zij hun eerste levensjaar voltooid hadden. Het vijfde kind, Marcelleke, bleef leven, maar is mentaal en fysisch gehandicapt.
Zijn hele leven verliep volgens een vast tijdsschema. Zes dagen werkte hij op het veld en componeerde hij in gedachten allerlei doeken; op zondag stapte hij zijn atelier binnen en schilderde wat hij tijdens de week had bedacht. Een dag later, op maandag, werd de kunstenaar weer een hardwerkende boer. Zijn leuze was: "Ik ben geen boer die schildert, maar een schilder die boert".
Zijn vrouw steunde hem in zijn werk en van haar is bekend dat zij zijn grootste inspiratiebron was.
De Boeck heeft de eerste steen gelegd van het Museum Felix De Boeck in 1995. Kort daarna blies hij zijn laatste adem uit. Hij werd begraven naast zijn geliefde vrouw, die niet lang voordien gestorven was.
CITATEN
"Kleur is een gave van de natuur. Ik ken vooraf het resultaat. Ik kan dat blindelings en heb zelfs geen palet meer nodig. Je kan dat vergelijken met een toondichter, die schrijft ook muziek!"
"Ik zou één thema in het oneindige kunnen hernemen in een wisselend spel van kleuren en gevoelsinhoud. Mijn schilderijen zijn mijn dagboek en aan de kleur van wat er op de ezel staat, herken je direct in welke gemoedstoestand ik ben."
"De cirkel is de expressie van het leven en de strakke lijn van het mystieke."
(gegevens over Felix De Boeck overgenomen uit: Wikipedia)
|