|
Carry van Bruggen (2): Hatelijke woordenxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het zomerverhaal moet het vooral van zijn verrassende opbouw hebben, want inhoudelijk is het een niemendalletje.
De hoofdpersoon staat op een keerpunt, aan een sluis die de grens vormt tussen het stadje (kale, saaie hoofdstraat, rasperig in de zon, stugge huisjes) dat ze wil verlaten, en het dorpje (donker, koel en stil, een beschutte smalle straat) waar ze naartoe wil. Pas na een tijdje beseffen we dat het om een kind gaat (ik had slimmer moeten zijn, want de vier schetsen gaan natuurlijk over het jonge meisje). Ze ontvlucht de stad waar een groot feest aan de gang is. Waarom ze weg wil, weten we nog niet. Ze heeft een plannetje beraamd en nu voert ze het uit. De fantasie is werkelijkheid geworden: En nu weet ze dan ook, en weet voor het eerst van haar leven, dat het mogelijk is. Je zo iets niet alleen voor te nemen, het in jezelf te beramen, het op te bouwen en te bekijken binnen in je, maar het ook wezenlijk uit te voeren en te doen.
Plots treedt er een alinea lang een hij op. Hij wordt niet nader genoemd, maar verderop kan men misschien afleiden dat het haar broer is.
Ze loopt het dorp in, slaat een veldweg is, vlijt zich neer en valt in slaap.
Als ze wakker wordt, begint ze bij zichzelf na te denken waarom ze is weggegaan. Hier begint haar verhaal. In het feestprogramma van het stadje stond de volgende zin:De kinderen van de hoogste klasse der Lagere Scholen zullen op het bordes van het Raadhuis worden opgesteld. Dat zijn de hatelijke woorden van de titel van het verhaal. Het woord opgesteld vervult haar met walg. Het wekt bij haar hetzelfde gevoel op dat ze ervaart als ze ziet hoe een hond wordt afgeranseld zie maar eens een hond ranselen en het zweet breekt je uit en de ellende kruipt op in je keel. Een gevoel van opstandigheid tegen elk gezag, een beetje anarchistisch en feministisch. Ze praat erover met haar broer. Ze vraagt of de leerlingen van zijn school ook zullen worden opgesteld. Neen, De leerlingen van de Franse School zullen gymnastische oefeningen ten beste geven. Ze wordt ermee geplaagd en dat doet haar besluiten om die dag te spijbelen, zich niet te laten opstellen. Het hoogtepunt voor haar is het moment waarop ze het hem kan zeggen.
Later op de dag passeert er een rijtuig met een jonge boer. Hij vraagt haar of ze zin heeft om mee te rijden. En zo beleeft zij haar trotse blijde intrede in het feestvierende dorpje.
Een dun verhaaltje, niets spectaculairs, maar toch heel gevoelig geschreven.
|