Phillis Wheatley (1753 1784)xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
In 1761 bracht een slavenschip het toen achtjarige meisje naar Boston. Daar werd ze op de slavenmarkt gekocht door John Wheatley. Ze zou als hulpje voor zijn echtgenote dienen. Maar al dadelijk bleek dat het kind zeer intelligent was. De Wheatleys bezorgden haar een goede opvoeding en lieten haar studeren. Haar eerste gedicht werd al gepubliceerd in 1767. In 1773 werden 39 gedichten van haar in Londen gepubliceerd. Ze stond goed aangeschreven bij het blanke establishment van Boston en maakte ook een succesvolle reis naar Engeland. In 1778 werd ze vrij. Toen de Wheatleys overleden waren, huwde ze een vrijgemaakte slaaf. Dat huwelijk was geen succes. Zo stierven twee kinderen en werd ze door haar man verlaten. Ze stierf in armoede.
Het gedicht dat ik hier afdruk is het enige dat expliciet over haar bestaan als slavin gaat.
ON BEING BROUGHT FROM AFRICA TO AMERICA.
'T WAS mercy brought me from my pagan land, Taught my benighted soul to understand That there's a God--that there's a Saviour too: Once I redemption neither sought nor knew. Some view our sable race with scornful eye-- 'Their color is a diabolic dye.' Remember, Christians, Negroes black as Cain May be refined, and join the angelic train.
In een vrije vertaling:
Over mijn overbrenging van Afrika naar Amerika
Genade liet me vertrekken uit mijn heidens land
Genade was het die mijn in nacht gehulde ziel leerde
Dat er een God is en een verlosser:
Vroeger zocht ik, noch wist ik wat verlossing was.
Sommigen werpen op ons zwarte ras een blik vol minachting
Hun huidskleur is door de duivel geschilderd
Bedenk, Christenen, dat Negers, zwart als Kaïn,
Beschaafd kunnen worden en opgenomen in het hemels gevolg.
Dit gedicht is het enige waarin de schrijfster zo expliciet ingaat op haar afkomst en slavenbestaan. De meeste van haar overige gedichten zijn gelegenheidsgedichten. Ze schreef voor de blanke intelligentsia van haar stad en niet voor of over haar lotgenoten, de zwarte slaven.
Het is nu maar de vraag of ze dit bewust niet deed, of dat ze niet anders kon, want aanvallen op de slavernij waren toen nog taboe. We zouden, zeker nu, van een negerslavin een ander soort gedicht verwachten. Ze is blij dat ze als kind gekidnapt werd en als slaaf verkocht, want daardoor is ze christen kunnen worden en kon ze zich ontwikkelen.
Haar blanke tijdgenoten die de zwarten minachten vergissen zich niet omdat ze racisten zouden zijn (wat wij nu wel zouden zeggen), maar wel omdat ze niet beseffen dat zwarten ook kunnen leren, en zich de beschaving van de blanken eigen kunnen maken.
Toch treffen we in het gedicht ook onderhuidse kritiek aan op de slavernij. Onder andere de woorden Verlosser en Verlossing kunnen zowel verwijzen naar Christus als naar verlossing uit de slvernij.
Het woordje benighted heeft twee betekenissen, zowel overvallen door de nacht als levend in een geestelijk duister. De twee zijn hier op haar persoon van toepassing: haar zwarte huidskleur en en haar onwetendheid van het christelijk geloof.
Sympathie voor haar ras vind je ook in de woorden a sable race. Sabelbont of marterbont is namelijk zeer waardevol. Dit contrasteert met het negatieve diabolic dye of duivelse kleur, waarmee sommige blanken haar huidskleur bestempelen.
|