Nico Kazantzakis: Christus wordt weer gekruisigdxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het verhaal speelt in een Grieks dorpje, in de tijd dat het land nog onder de voogdij van Turkije stond. Het dorpshoofd is een Turk die niets liever vraagt dan met rust te worden gelaten, zodat hij zich kan bezighouden met eten, drinken, roken en zich laten verwennen door zijn lustknaap. Verder telt het dorp enkele notabelen, de ene al slechter of corrupter dan de andere. Het is pas Pasen geweest en er wordt een bijeenkomst belegd als voorbereiding op het passiespel van het volgend jaar, een gebeurtenis om de zeven jaar plaatsheeft. De notabelen bepalen wie welke rol zal spelen. Zo mag de hoer van het dorp Maria Magdalena spelen, een herder Christus, enz.
Op een dag arriveert er in het dorp een grote groep uitgemergelde mensen onder leiding van een pope. Hun dorp is aangevallen en verwoest door de Turken en ze zijn al enkele maanden op de dool. Ze vragen onderdak in het dorp, maar worden door de pope van het dorp weggejaagd, zogezegd omdat er een vrouw aan cholera zou gestorven zijn. Dat is niet zo, maar de pope wil gewoon niet opdraaien voor die mensen, hij vreest dat het mooie leventje in het dorp, waarvan hij ook volop geniet, dan ten einde is.
De dolende groep krijgt voedsel en andere hulp van enkele mensen die een rol in het passiespel zullen spelen. Zij vereenzelvigen zich namelijk met hun rol en willen goede daden stellen. Dat is zeker het geval met Manolios, de herder die als Christus zal fungeren. Hij stond op het punt te trouwen, maar nu wil hij dat huwelijk niet laten doorgaan. Op een bepaald moment ervaart hij de stigmata van Christus. Hij trekt de bergen in, naar zijn kudde schapen en geiten. Daar vertoeft hij in het gezelschap van een halve wilde knaap Nikolio, een satertje, een Pan, die naar de bokken stinkt.
De dolenden zijn dan een berg opgetrokken en ze willen zich daar vestigen.
Nikolio kan betoverend fluitspelen. Luister maar: De berg veranderde en scheen te bewegen als een groot, grazend dier.
Manolios leeft nog altijd in tweestrijd. Hij wordt ziek. Zijn gezicht zwelt op, en begint te etteren, lepra. Hij laat zijn aanstaande naar boven op de berg komen, opdat ze hem zou zien en hem definitief verzaken. Ze doet dat ook, en op de terugweg wordt ze verkracht door de fluitspelende Nikolio.
Een prachtige scene is die van de dood van de kapitein. Een man die zijn dood aanvaardt, ermee spot. Bij zijn begrafenis wil Yannakos zijn ezel in de stoet meenemen, want hij had gehoord dat de kapitein zijn gerst voor het dier had nagelaten. Maar de pope wilde daar niet van horen.
Is het dan geen schepsel Gods, zo goed als wij ? vroeg de marskramer. Als ik God was zou ik de ezels ook in het paradijs laten.
Het paradijs is geen stal, het is Gods huis! riep de pope verontwaardigd uit.
In verband met die ezel, de marskramer heeft hem Youssoufaki genoemd, dat is tevens de naam van de lustknaap van het Turkse dorpshoofd. En verder zegt hij op een bepaald moment: God houdt van ezeltjes. Heeft Reve soms hier zijn inspiratie gehaald ?
Het verhaal gaat verder. Het vriendje Youssoufaki van de agha wordt vermoord. Manolios ziet zijn kans schoon om de rol van Christus op zich te nemen en zegt dat hij de moord heeft gepleegd. De Maria Magdalena van het dorp doet hetzelfde, maar zij bekoopt het met haar leven. Uiteindelijk komt uit wie de moord heeft gepleegd, namelijk de lijfwacht van de agha.
Het volgende thema van het boek is de strijd van de arme mensen die de berg op gevlucht waren, tegen de rijke dorpelingen. De eersten worden ervan beschuldigd bolsjewisten te zijn. De uitkomst van de strijd is dat Manolios wordt gelyncht en dat de bergbewoners moeten verder trekken, op zoek naar betere oorden.
Een boek waarin veel gebeurt. Er wordt een pleidooi in gehouden voor een waarachtig, sociaal christendom. Op den duur werd het allemaal nogal doorzichtig.
De schrijver leefde van 1883 tot 1957. Hij is ook de auteur van Zorba de Griek. Toen het hier besproken boek in 1955 werd gepubliceerd, lokte het felle reacties uit. Het boek werd verboden door de Rooms Katholieke kerk en de Griekse Orthodoxe kerk ondernam een poging om Kazantzakis te excommuniceren.
|