Wakker worden na een vriesnacht is weer eens wat anders. De daken hebben een zweem van witte ijskristallen en het gras (wat er van overblijft) krijgt een stijf wit tapijtje dat een beetje kraakt onder mijn voeten. Aan alles zie ik dat er wat winters weer is. De mezenbollen worden al van 's morgens druk bezocht door de kleinste vogeltjes, de pluimgewichtjes, zeg maar: mussen, mezen, kwikstaartjes en roodborstjes. Alle weertypes heeft zo zijn eigen charme waar ik als mens van kan genieten. Tijd dus voor de haard aan te steken en het gezellig warm te maken in huis. Vandaag moet ik dat zeker en vast doen. Want Zwarte Piet mag niet meer langskomen, het moet 'Roetpiet'zijn. Ik moet in mijn schouw voldoende roet hebben en zwarte asse zodat ik geen witte man op bezoek krijg die de raap en de wortel voor het paard of de ezel van de Sint komt halen. Mijn schoentje zet ik alvast klaar vanavond, want vandaag is er mijn kinderhartje, mijn meisjeshartje, mijn kinderzieleke, dat vol verlangen uitkijkt naar het lekkers dat morgen in mijn laarsje zal liggen. Want echt waar, ik ben een gans jaar een héél braaf meisje geweest. Ik heb gehoorzaam gedaan wat de wetgever besliste, mijn belastingen, verzekeringen en alle taksen met mijn schaars pensioentje betaald, de maximumsnelheid gerespecteerd om geen boete te krijgen en 's avonds niet meer met de buren gepraat omdat ik de avondklok respecteerde. Verder heb ik geluisterd naar de noden en klachten van Jan en Klein Peerke, koffie of soep uit een pakske gegeven aan iedereen die dorst had met koekje , chocolaatje of toastje erbij. Dorstigen laven en hongerigen spijzen is mijn motto. Ik hoop dat de Goede Sint mijn huisje niet zal voorbij gaan zonder me op wat lekkers te trakteren. Ik zet voor hem alvast een goeie trappist klaar.
Vrouwen zijn goed in 'kletspraat', mannen in 'gezwets'. Auteur onbekend, het kan evengoed uit mijn mond komen, zeker als ik de vorige paragraaf nog eens lees. Die woorden vragen om meer duidelijkheid. Tegenwoordig kan ik niet voorzichtig genoeg zijn en een foute interpretatie is vlug gebeurd. Kletsen en zwetsen zijn echt wel fantastische woorden tot ik de verklaring vind bij een Nederlands/Hollands boek. Dan heb ik nóg een verklarend woordenboek nodig. Onze Noorderburen houden van alle woorden behalve van de eigen termen. Zwetsen bv omschrijven ze als 'inergatief zwammen' en 'kletsen' is dan weer 'causeren, converseren, meieren'. Bij kletsen zou ik als eerste zeggen: dat is niet 'slaan' hé, maar babbelen, onbelangrijke nieuwtjes uitwisselen. De kids noemen dat chatten, wat chillen. Zwetsen heeft dan weer een zweem van onzin uitkramen, niet weten waarover men spreekt. In feite is het dan beter dat men zwijgt. Dat waren de 'zw' woorden vandaag. Maar om af te sluiten nog 1 kletspraatje: Hein, niet de 'magere' maar de 'dikke' heeft ondekt dat het 'gras niet altijd groener is aan de andere kant van de heuvels'. Een andere zin dan Ramses Shaffy (1933-2009) zong, "niet" zingt hij niet.
|