Ik had zondag jl een lang klapke met een strijdmakker van het eerste uur om de vrouwenrechten in de parochie af te dwingen van een dominante pater en een mijnheer pastoor. Niks ongewoons want we wisselen nog regelmatig wat woorden over de stand van zaken van al de parochianen die nog niet ter ziele zijn gegaan en denken met weemoed terug aan al de parochiewerken die tot een roemrijk verleden behoren. Terwijl ik gisteren (hondje-lief zat bij de kapper) richting snoepwinkel ging, passeerde ik een bakkerij. Door het gesprekje van zondag viel mijn oog op een 'pateeke' waar de herinnering aan al de 'koffietafels' zomaar van afdroop: een Astridje*. Gedaan met andere lekkernijen zoeken, ik heb zo'n 'merveilleuxke' meegenomen naar huis. De bestuursleden van toen hebben honderden van die gebakjes gemaakt voor de feestjes van de vrouwengilde. Dat is eigenlijk heel eenvoudig en daarvoor moet je geen bakker zijn. Wat meringues (geen merengue want dat is muziek), crème fraîche uit een spuitbus of zelf kloppen, chocoladeschilfers en om af te werken de zogenaamde kers op de taart! Smullen maar, heb ik ook gedaan. "tWas plezierig plezant, 't waren vrolijke tijden" zingt Johan Vernimmen in zijn lied "Een of andere dag". Dat was ook zo. Zeker de tijd toen Scott McKenzie "If you're going to San Francisco " zong en deze morgen op de radio te horen was. Vooral de zin "be sure to wear some flowers in your hair". Mijn haarspeldjes van toen waren allen voorzien van bloemekes, weliswaar plastieken. De spirit van '68, de vrijgevochten geesten, bevrijding van het strakke keurslijf of corset en jarretellen, en een vrouw moest niet meer persé een huisvrouw zijn. Maar muziek troef vandaag, zij het met minder leuke berichten. Eerst en vooral is er het heengaan van dé zanger van het eerste uur op de 'Proms', John Miles (1949-2021). Zijn "Music was my First Love" is de evergreen van het evenement. Een ander bericht is dat de cultgroep, CPeX, Clement Peerens Explosition ermee stopt. De band die 'Het Leugenpaleis' op de radio opvrolijkte en later het' Peulengaleis' op de tévé. Een band die in het Antwerps een forse sneer op de rockbands geeft, en dat vooral met stoere macho- en cafépraat doet. Hugo Matthysen geeft geen reden van afsluiten van die carrière. Wel laat hij Clement op die vraag antwoorden met: d'er edde gien zake mee. Ik zou hier misschien spreuk nr 97 kunnen typen: pluimen in de wind waaien = iets doen zonder nadenken. Tot morgen
*genoemd naar Koningin Astrid (1905-1935). Die kwam regelmatig naar manufactuur De Wit (wereldberoemde restaurateurs van wandtapijten) om de werkzaamheden in het atelier te bekijken. Mijnheer De Wit zette telkens een merveilleuxke klaar bij de koffie, dat haar zeer smaakte. De goede bakker die voor de lekkernij instond vroeg aan 'het hof' of hij het gebakje 'Astrid' mocht noemen. Sindsdien spreekt men in het Mechelse van een 'Astridje'. Er is ook nog een 'Marie Joseeke' vernoemd naar de dochter van Albert I. Dat werd in het leven geroepen toen ze met Umberto van Italië huwde: een chocoladen kuipje, gevuld met biscuit gedrenkt in kirsch, slagroom en afgewerkt met fruit.
|