Half slaperig maar wel keurig 'gekapt' neem ik plaats aan mijn desk. Ik moet zeggen 'gecoiffeerd' want in het West-Vlaams is dat een andere naam voor 'gehandicapten', in Oost-Vlaanderen is dat 'gemalen varkensvlees' en in Antwerpen is dat het woord dat men gebruikt als de kapper de haren in vorm heeft gelegd. Je hebt een houthakker die de bomen en de struiken heeft 'gekapt' en een vriend heeft 'gekapt' met zijn lief, die heeft een punt gezet achter de affaire met zijn vriendin. Om kort te gaan, ik zit met krullende haren op een stoel om mijn essay te beginnen maar de moeite = moeheid van de laatste dagen weegt nog fors door. Ik ben zo moe dat ik bijna geen enkel woord van de 'woordzoeker' met het thema 'delfstoffen' ken. Ik moest zelfs mijn tong in zeven bochten wringen om sommige ertsen/gassen (?) min of meer te kunnen uitspreken. Want dat doe ik wel, de moeilijke woorden luidop zeggen tot ik denk dat ik het met een correcte uitspraak kan uitspreken. Je weet immers nooit dat je dat woord eens moet gebruiken en dan wil ik wel met een onberispelijke tongval voor de dag komen: vanadium, sfaleriet, uraniniet, antigoriet, micaleisteen, ozokeriet, apatiet, hoornblende, carnalliet... Moest ik niet weten dat het een ernstig spelletje is, ik zou denken dat het woorden waren van een carnavaleske vereniging.
Geboren, getogen, overleden: ik kijk graag mijn lijstjes na en bedenk bij namen, dat sommigen een al lang vergeten rol hebben gespeeld en een enorme impact hadden toen en op het leven van nu. Dat hun ideeën nog altijd aanwezig zijn, zonder dat we beseffen dat er één iemand eens een lucratieve inval had dat ons leven vereenvoudigde, verbeterde of aangenamer maakte. Figuren die zowel op wetenschappelijk, maatschappelijk, sociaal, cultureel, politiek, sportief vlak enz. hun impact hadden. We staan niet meer stil bij de inovaties die ze brachten. Vandaag kwam ik Gabrielle Chasnel (1883-1971), Coco Chanel, tegen. Die de emancipatie van de vrouw via de kledij bracht, in de mondaine Franse badplaats Deauville. Dé plaats bij uitstek waar de mondaine Parijzenaars hun verlof doorbrachten. En hier, in haar winkeltje verkocht de eenvoudige hoedenmaakster haar sportieve kledij gebaseerd op de 'marinière' de trui met de horizontalal blauw-witte strepen gedragen door de Frans- Bretoense vissers en matrozen. De gekorsetteerde figuren verdwenen uit het straatbeeld en haar 'casual' sportieve kledij nam de plaats in. De hoepelrokken verdwenen en haar vrolijke plooirokjes kwamen in de plaats. Ze bracht een elegante 'garçonnestijl': lange broek, jersey-truien, het korte haarkapsel. Wereldberoemd werden later haar deux-pieces pakjes, nog altijd het handelsmerk van couture Chanel. Na 5 probeersels kwam ook haar beroemdste parfum op de markt: Chanel nr 5. Haar uitspraak bij de lancering van dat geurtje: een vrouw moet ruiken als een vrouw, niet als een roos!. Zij bedacht ook een badpakkenmode die bij speeltje nr 64 handig had geweest: zwemmen met varkensblaas. Zo deed men dat toen om niet te verdrinken en bij gebrek aan plastiek armbandjes en oude autobanden om rond te dobberen. Tot morgen
|