|
Start van een grijze dag, niettegenstaande de barometer goed weer aangeeft en ik eigenlijk blauwe lucht zou mogen verwachten. Niets van aan. Is er nieuws? Niet eigenlijk, als je de moorden op de Australische stranden niet meerekent. De verhoogde patrouilles in eigen land in de buurten waar veel Joden samenkomen en wonen, zijn er het gevolg van. Veel terreurdaden draaien rond religie en beleving van de godsdienst. Was het in de Middeleeuwen de Katholieken tegen de Joden en de protestanten, dan is het tegenwoordig meer de Islamieten versus de Joodse gemeenschap. Waarom wil eenieder zijn visie op het Scheppingsverhaal of het 'ontstaan van wereld en mens', opdringen aan een ander? De ene wil dat er een 'goddelijke tussenkomst' was bij het ontstaan, anderen bezweren bij een scheikundige reactie en zoeken nog permanent naar de bewijzen ervan. Wat er ook van zij, oorlogen, terreurdaden, moorden schisma's, nieuwe godsdiensten, sekten, vinden hun oorsprong dikwijls in andere inzichten en willen die aan zoveel mogelijk mensen, dikwijls met geweld, opdringen. Dat grijze weer brengt bij mij een tijd van reflexie, beschouwing en filosoferen mee. Nadenken over zo'n beetje van alles. Omdat ik gisteren over de 'kerkgang' schreef in mijn jonge jaren is 'godsdienst' en 'mijn katholiek zijn' vandaag onderwerp van mijn denken. Eigenlijk heb ik er een halve nacht mijn slaap voor gelaten. Ik moet zeggen dat ik altijd al bewondering gehad heb voor mensen die 'overtuigd' katholiek zijn en zich bijgevolg aan alle woorden en riten van de godsdienst vastklampen, geloven en belijden. Waar ben ik die overtuiging verloren? Ik denk dat ik moet beginnen met het woord 'geloven', dat betekent dat je zaken, feiten, gebeurtenissen.... aanneemt zonder dat je er een bewijs moet van hebben. Al die rituelen, geboden en verplichtingen heb ik van kindsafaan als een verplichting gezien, nooit als een uiting van geloof. De diepere betekenis van dat alles snapte ik niet, wel de levensverhalen van de heiligen waren echt, dat was geschiedenis en controleerbaar. Die las ik met vuur en vlam omdat ze spannend waren, heldhaftig. Na het 2e Vaticaans Concilie (1962-1965) werd veel afgeschaft: de misvieringen werden in het Nederlands gegeven, het altaar werd in de middenbeuk gezet en alle onbekende handelingen aan de offertafel hadden geen mysterie meer. Tijdens de eucharistieviering mocht men zitten in plaats van een uur op je knieën op een rieten stoel, behalve bij de conscratie. Geen wekelijkse biechten meer, geen 'suisse' meer die de kerk op en af liep om je op fouten van gebrek aan eerbied te betrappen. Zelfs de wijwatervatjes bij ons thuis verdwenen van de slaapkamerdeuren. En mijn geloof verdween dus mee. Bij uitzonderlijke gelegenheden ga ik nog naar de kerk, ik ken nog alle psalmen en liederen, epistels en evangelies, ik ken nog alle handelingen. Ik noem me nog katholiek maar ik vind van mezelf dat ik geen gelovig meisje meer ben. En als ik een kerk of kapelletje zie, stap ik binnen om een kaarsje aan te steken met een goede intentie. Tot morgen
|