Foto
Ich gruet u allen int gemeyne,
Want met nimant besonder en ben ich bekent
Inhoud blog
  • esperanto
  • Over liefde
  • Bidden en/of mediteren
  • in memoriam
  • Karel D'huyvetters: Spinoza: de brieven over God
  • Losse bedenkingen 2: De hoofddoek
  • Losse bedenkingen 1: Geloven en niet-geloven
  • Gerrit Achterberg: Weerbericht
  • Nicole Verschoore: Le maître du bourg
  • Henry James: Washington Square
  • liefde
  • Blason du corps féminin
  • Pessoa: Criança desconhecida e suja brincando à minha port
  • Boutens: Rijk gemis
  • Beschouwingen bij Als de ziel spreekt
  • P.C. Boutens: De ziel spreekt
  • Jacob Winkler Prins: Uit mistig grijze morgenstrepen
  • Franco Sacchetti: Florentijnse verhalen
  • Peter Handke: Wunschloses Ungluck
  • Maria Petyt: Het leven van de weerdighe moeder Maria Petyt
  • Leonardo Sciascia: Mort de l'Inquisiteur
  • Flannery O'Connor: Goede mensen zijn dun gezaaid
  • McCullers: Clock without hands
  • Jane Bowles: Two Serious Ladies
  • J.D. Salinger: Franny and Zooey
  • Anne Bronte: A Reminiscence
  • William Faulkner: Shingles for the Lord
  • Vercors: Le Silence de la Mer
  • Maria Dermout: De Sirenen
  • Aifric Campbell: De logica van het moorden
  • Jörn Pfennig: Twee gedichten
  • Hesse: Over lezen en boeken
  • Colum McCann: Het verre licht
  • Vondel, Shakespeare! 2
  • Vondel: Joseph in Egypten
  • Schnitzler: Traumnovelle
  • Vondel, Shakespeare !.
  • Arthur Schnitzler: Doktor Gräsler, Badearzt
  • Psalm 23
  • Rilke: Eranna an Sappho
  • Charles Perrault: Riquet à la houppe
  • Cathérine Bernard: Riquet à la houppe /Riquet met de kuif
  • Vestdijk: The Beauty and the Beast
  • Schnitzler: Der blinde Geronimo und sein Bruder
  • Arthur Schnitzler: Sterben
  • Hofmannsthal
  • Yeats
  • Swift: A Voyage to the Houyhnhnms
  • Swift: A voyage to Laputa!
  • Swift: A voyage to Brobdingnag
  • Swift 2
  • Swift (1667-1745)
  • Swift: Gulliver's Travels (1)
  • Joseph Conrad: Within the Tides
  • Schopenhauer over de dood (1)
  • Piet Calis: Vondel. Het Verhaal van zijn Leven
  • Jacques Prévert: Fatras
  • Van de Woestijne: Vervarelijk Festijn
  • John M. Synge: The Playboy of the Western World
  • Synge: prelude
  • Alan Bennett: The Uncommon Reader
  • James Baldwin: Going to meet the man
  • Laura Esquivel: Como agua para chocolate
  • Carry van Bruggen: Goenong Djatti
  • Carry van Bruggen: Anekdote
  • Juan Filloy: De Bende
  • Sébastien Japrisot: L'été meurtrier
  • Richard Hough: The Potemkin Mutiny
  • Leonardo Sciascia: De Zaak Aldo Moro
  • A. Stifter: Brigitta
  • Lodeizen/Merrill
  • Gezelle
  • Michaël Borremans: The glaze
  • McEwan: Aan Chesil Beach
  • Hanshan: Gedichten van de Koude Berg
  • Richard Minne: Madèle of de lustige weduw
  • William Faulkner: Mosquitos
  • Indisch beeldje
  • William Cullen Bryant
  • William Cullen Bryant: To the fringed gentian
  • William Cullen Bryant: Sonnet - To an American Painter Departing for Europe
  • Balzac: Les Proscrits
  • Herman Melville: Bartleby the Scrivener
  • Nabokov: An Affair of Honor
  • Nabokov: The Visit to the Museum
  • D. H. Lawrence: Liefde in het hooi
  • Grillparzer (1791-1872): De arme Speelman
  • Franz Kafka: Das Urteil (Het Vonnis)
  • Reiner Stach: Kafka. Die Jahre der Entscheidungen
  • Moreau-Vauthier: La mort de Joseph Bara
  • Louis David: Joseph Bara
  • J. Boze: Marat
  • David: A Marat
  • Goldsmith: She Stoops to Conquer
  • Pirandello en Camilleri
  • Oliver Goldsmith: The Vicar of Wakefield
  • Barbara Allen
  • Victor Jara (1932-1973)
  • Vestdijk: Sint Sebastiaan
  • Le jeu de tonneau
  • Brecht: Twee gedichten
  • Joden in Engeland
  • Christopher Marlowe: The Jew of Malta
  • Franz Kafka: Brief an den Vater
  • Willem de Mérode: De witte kater
  • Shakespeare: The Merchant of Venice (eerste bedrijf)
  • Stendhal: Lucien Leuwen
  • Baudelaire: Les Fleurs du Mal
  • The Arrest of Oscar Wilde at the Cadogan Hotel
  • Lichtenberg
  • Charles Ducal: In inkt gewassen
  • Amoz Oz: Verzen van het leven en de dood
  • Goldsmith (1728-1774)
  • Shakespeare: The Tempest
  • David van Reybrouck: Slagschaduw
  • Norbert De Beule: EBdiep
  • Een naam
  • Ira Levin: Een kus voor je sterft
  • José Eduardo Agualusa: De handelaar in verledens
  • Kathleen Raine: The World
  • Erwin Mortier: Avonden op het Landgoed. Op reis met Gerard Reve
  • Nathaniel Hawthorne: The Gentle Boy
  • Poe: The Premature Burial
  • Melville
  • Bhartrihari
  • Ismail Kadare: De dochter van Agamemnon. De opvolger
  • Thomas Hardy: Jude the Obscure
  • Carlos Drummond de Andrade: De liefde, natuurlijk
  • Kenzaburo Oë: De knoppen breken
  • Angus Wilson: Anglo Saxon Attitudes
  • Sandro Veronesi: Waar gaat die vrolijke trein naartoe
  • Frederik van Eeden: Pauls ontwaken
  • Sàndor Màrai: Gloed
  • Anthony Powell: What's become of Waring
  • Ian McEwan: De troost van vreemden
  • Stendhal: Lamiel
  • Sándor Márai: De opstandigen
  • Friedrich Dürrenmatt: De rechter en zijn beul
  • Thomas Bernhard: Der Stimmenimitator
  • B. Traven: Een generaal komt uit de wildernis
  • Epicurus/Leopold
  • Bernardo Carvalho: Negen nachten
  • Ian McEwan: Amsterdam
  • Rosalie en Virginie Loveling
  • Agota Kristof: De analfabete
  • Daniel Defoe: A Journal of the Plague Year
  • Voltaire: Filosofisch woordenboek
  • Vondel: Noah 5e bedrijf
  • Thomas Hardy: Far from the Madding Crowd
  • Dromen
  • Leonardo Sciascia: Een duidelijke zaak
  • L.P. Boon: De paradijsvogel
  • Gorecki: Symfonie nr. 3 - Symfonie der Klaagliederen
  • J. H. Leopold
  • Petrarca: Brieven aan zijn broer
  • Konstantin Paustovskij: Begin van een onbekend tijdperk
  • Heinrich van Kleist: Die Marquise von O.
  • Lionel Trilling: The Middle of the Journey
  • Poesjkin: Schoppenvrouw
  • Schnittke
  • Timmermans: Adagio
  • Joseph Roth: Rebellie
  • John Boyne: De jongen in de gestreepte pyjama
  • Evelyn Waugh: Edmund Campion
  • Umberto Saba: Voor de vogels en een vriend
  • Kenzaburo Oë: De hoogmoedige doden
  • Heinrich Böll: De nalatenschap
  • Nabokov: Uitnodiging voor een onthoofding
  • Achterberg: En Jezus schreef in 't zand
  • Vondel: Noah 4e bedrijf
  • Streven januari 2007
  • Vladimir Nabokov: Bastaards
  • Sá-Carneiro: Twee gedichten
  • Mário de Sá-Carneiro: Beijos
  • Boutens: Kussen
  • Georges Eekhoud / J.I. De Haan
  • Vestdijk: Ierse nachten
  • Faulkner: As I Lay Dying
  • Boutens
  • Alfred Jarry: L' amour en visites
  • Ledeganck: Het burgslot van Zomergem
  • Tsjechow: Drama op de jacht
  • William Faulkner: Sanctuary
  • Vondel: Noah vervolg 3e bedrijf
  • Vondel: Noah 3e bedrijf
  • Pierre Louÿs (1870 - 1925) : Journal
  • Ledeganck: De Zinnelooze
  • Pikanterie
  • Goya en Louÿs
  • Pierre Louÿs: La Femme et le Pantin
  • Jack London: De droom van Martin Eden
  • Hugo von Hofmannsthal: Das Erlebnis des Marschalls von Bassompierre
  • Eduard von Kaiserling: Schwüle Tage
  • Flaubert: Saint Julien l'hospitalier
  • Saint Julien l'hospitalier
  • Emile Zola: Thérèse Raquin
  • Zondeval
  • Witold Gombrovicz: De beheksten
  • Janneke
  • Albert Verwey: De page
    Zoeken in blog

    sprokkelhout

    26-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Timmermans: Adagio
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Timmermans: Adagio

     

    Een bundeltje gedichten dat wel in veel gezinnen aanwezig zal zijn, zeker bij de oudere generatie. Twee gedichten eruit, een dat we destijds op school moesten van buiten leren en het mooie slotgedicht.

     

    De herfst blaast op den horen,
    en ’t wierookt in het hout;
    de vruchten gloren.

    De stilten weven gobelijnen
    van gouddraad over ’t woud,
    met reeën, die verbaasd verschijnen
    uit varens en frambozehout…

    De schoonheid droomt van boom tot boom,
    doch alle schoonheid zal verdwijnen,
    want alle schoonheid is slechts droom,
    maar Gij zijt d’Eeuwigheid!

    Heb dank dat Gij mijn weemoed wijdt
    en zegen ook zijn vruchten.

    Een ganzendriehoek in de luchten;

    nu komt de wintertijd.

    Ik hoor u door mijn hart en door de rieten zuchten.

    Ik ben bereid.

     

     

    EMMAÜS

     

    “Heer blijf bij ons, de zon gaat onder.”

    Wij boden dan het avondbrood
    den vreemden man, die langs de baan
    met ons was meegegaan.

    En wijl hij, ’t zegenend, de ogen sloot,
    gebeurde het: Zijn aangezicht
    verklaarde in een hemels licht,
    waarin hij plotseling verdween…

    Dit was het wonder.

    Wij stonden weer alleen,
    doch vouwden blij onz’ handen.

    Het was alsof Hij door ons heen verdween
    en ’t licht in ons is blijven branden.

    Blijf zo in ons, o Heer, de zon gaat onder !

     

    26-04-2007 om 21:06 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Joseph Roth: Rebellie

    Joseph Roth: Rebellie

     

    Ik heb hier al enkele boeken van Roth besproken denk ik. De auteur leefde van 1894 tot 1939.

    Deze roman is zeer mooi uitgegeven door Atlas A’dam /A’pen in 2006. Op de omslag staat een detail van een schilderij van Georges Grosz dat mooi aansluit bij de inhoud van het boek.

     

    Andreas Pum, een oorlogsinvalide die een been heeft verloren (uit zijn kniegewricht gevallen), maar die een onderscheiding heeft gekregen, verblijft in een sanatorium voor oorlogsinvaliden aan de rand van de stad.  Om van de eindhalte van de tram bij het ziekenhuis te komen, had een gezond iemand een halfuur flink doorstappen nodig. Maar de patiënten van sanatorium XXIV konden de eindhalte van de tram niet bereiken.

     

    Met zijn onderscheiding voelt Andreas zich wat beter dan de anderen. Hij is dan ook tevreden met zijn lot. Dankzij die onderscheiding zal hij later een vergunning krijgen om met een draaiorgel aan de kost te komen. Voor zijn medepatiënten, de kankeraars, heeft hij het woord heidenen uitgevonden. Heidenen zijn mensen die in de gevangenis zitten of er eerlang in zullen terechtkomen. Jammer genoeg zal hij later zelf een heiden worden.

     

    Andreas was zeer blij dat hij op het woord ‘heidenen’ was gekomen. Het schonk hem voldoening, het bevredigde de vragen die door zijn hoofd maalden, en gaf antwoord op veel raadsels. Het ontsloeg hem van de verplichting verder na te denken en zich met het doorgronden van de anderen af te beulen.

     

    Andreas logeert bij een jong koppel, Klara en Willi. Andreas Pum had een slaapplaats, maar geen woning. De wereld is zo ingericht dat ieder alleen het genot mag smaken van wat hij kan betalen.

     

    Hij ontmoet een jonge weduwe en trekt bij haar in. Hij beleeft een gelukkige periode, maar dan slaat het noodlot toe. Op de tram krijgt hij het aan de stok met een zakenman. Deze had net een faliekant afgelopen amoureus avontuur achter de rug en reageerde zijn frustratie nu af op Andreas die hij uitscheldt voor een oplichter, een simulant, een bolsjewiek.  Het verhaal speelt namelijk kort na  WO I, na de opstand van de Spartakisten en op een moment dat een groot deel van de Duitse bevolking arm en werkloos is. Andreas verliest zijn zelfbeheersing, deelt een klap uit aan een politieagent en moet zijn vergunning afgeven. Thuis doet hij zijn verhaal. Zijn vrouw toont echter niet het minste begrip en scheldt hem uit voor Ellendige mankepoot. Ze zoekt troost bij een liefdesrivaal.

    Andreas moet de gevangenis in. Als hij na enkele weken vrijkomt is hij een oud man. Ten dode opgeschreven bleef hij in leven om te rebelleren: tegen de wereld en de autoriteiten, tegen de regering en tegen God.

     

    Hij ontmoet opnieuw Willi die hem een baantje als toiletman in een café bezorgt. Daar zal hij ten slotte sterven maar niet na een schimprede te hebben afgestoken tegen God.

     

    Uit mijn vrome deemoed ben ik ontwaakt tot rode, rebelse koppigheid. Ik zou u graag verloochenen, God, als ik in leven was en niet voor u stond. Maar omdat ik u met mijn eigen ogen zie en met mijn eigen oren hoor, moet ik een groter kwaad doen dan u verloochenen: ik moet u beschimpen! Miljoenen van mijn soortgenoten verwekt gij in uw vruchtbare dwaasheid, ze groeien op, gelovig en kleingemaakt, ze verduren klappen in uw naam, ze groeten keizers, koningen en regeringen in uw naam, ze laten zich door kogels etterende wonden in hun lichaam boren en door driekantige bajonetten in hun hart steken of ze kruipen onder het juk van uw met arbeid gevulde dagen, wrange feestdagen omramen met goedkope glans hun wrede weken, ze lijden honger en zwijgen.

     

    En zo gaat het nog een bladzijde voort.

     

    Niet zijn beste boek, maar het blijft toch altijd het lezen waard.

    26-04-2007 om 20:50 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.John Boyne: De jongen in de gestreepte pyjama

    John Boyne: De jongen in de gestreepte pyjama

     

    Een boek uit 2006, dat in oktober 2006 al zijn vijfde druk beleefde. Het stond in de toptien van de plaatselijke bibliotheek en de commentaren op de achterflap waren begeesterend.

     

    Ik ben in ieder geval bedrogen uitgekomen. Om te beginnen stond het boek bij de volwassenen, terwijl het duidelijk een kinderboek is. Het werd trouwens genomineerd voor een kinderboekenprijs. Mocht ik nog kinderen in de leeftijd van twaalf jaar hebben, dan zou ik ze het boek laten lezen. Maar voor een volwassen lezer is het achterhaald en stroperig.

     

    Eerst iets over het verhaal. In 1943 krijgt een hoge Duitse officier van de Führer bevel om een concentratiekamp te gaan leiden. Hij trekt er met zijn gezin heen. Het verhaal wordt verteld vanuit het standpunt van het negenjarige zoontje van de officier. Dat jongetje weet niet waar hij terecht is gekomen, hij weet niet wat er gaande is. Hij sluit vriendschap met een joods leeftijdgenootje dat in het kamp verblijft. Het einde is dramatisch, maar vergezocht.

     

    Het boek steunt op de stereotypen die we meer dan zestig jaar na de oorlog stilaan moe gehoord zijn. Het onderwerp is uitgemolken.

     

    De roman is duidelijk geschreven om op de traanklieren van de lezers te werken. Bij mij heeft dat gewoonlijk een averechts effect.

     

    Een kinderboek dus.

     

     

    26-04-2007 om 20:19 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (22 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    21-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Evelyn Waugh: Edmund Campion
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Evelyn Waugh: Edmund Campion

     

    Evelyn Waugh is in de eerste plaats bekend als romancier, met als hoogtepunt Brideshead Revisited.

     

    Het werk dat ik nu las is een autobiografie van de Engelse jezuïet Edmund Campion (1539 – 1581). In het voorwoord schrijft Waugh dat hij zijn geloof dankt aan de rector van Campion Hall, het jezuïetencollege, en dat hij daarom iets wou terugdoen.

     

    Het leven van Campion speelt zich gedeeltelijk af onder het bewind van koningin Elisabeth en het staat in het teken van de verdediging van het katholicisme tegen de Anglicaanse kerk. Die ontstond toen de paus in 1534 weigerde het huwelijk van Hendrik VIII te ontbinden, zodat die kon hertrouwen met zijn hofdame Anna Boleyn. Hendrik VIII stichtte toen de Church of England en werd door het parlement gekozen als hoofd van die kerk. In het begin werden de katholieken nog gedoogd, maar toen de paus koningin Elisabeth in de ban deed, werden ze vervolgd. Een deel van de geestelijkheid, onder wie Campion, week uit naar Douai in Noord-Frankrijk, waar een Engels seminarie was opgericht. Vandaar uit werden geregeld priesters naar Engeland gestuurd om de katholieken daar te steunen, de sacramenten toe te dienen, de mis te lezen enz. Campion die in Rome was ingetreden bij de jezuïeten vertrok in 1580 naar Engeland. Een jaar later al werd hij verraden en aangehouden. Na gefolterd te zijn werd hij ten slotte op een vreselijke manier terechtgesteld.

    21-04-2007 om 20:22 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Umberto Saba: Voor de vogels en een vriend
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Umberto Saba: Voor de vogels en een vriend

     

    Een boek van een vriend voor een vriend, maar dit terzijde.

     

    Dit prachtig door Atlas / A’dam A’pen in 2006 uitgegeven boek (gebonden met leeslint) stelt de Italiaanse schrijver Saba voor. Hij leefde van 1883 tot 1957 en zijn naam is verbonden met zijn geboortestad Triëst. Het boek bevat een selectie uit de gedichten, de verhalen en de briefwisseling van Saba. Daarnaast is de korte roman Ernesto opgenomen. Die was vroeger al in het Nederlands uitgegeven. Saba schreef dit autobiografische werk op late leftijd, in 1953, en het werd postuum gepubliceerd. De reden zal wel uit de inhoud blijken. Saba verhaalt de puberteitsjaren van Ernesto (van hemzelf) in Triëst op een eerlijke en ontwapenende manier. In de eerste twee episoden werkt de zestienjarige jongen bij een handelaar in meel. Hij werkt er samen met een tien jaar oudere dagloner (de man, die geen naam heeft in het verhaal), die hem verleidt. Op den duur en als de man sadistische trekjes krijgt, houdt Ernesto het voor bekeken. In de derde episode zet Ernesto een volgende stap in zijn ontwikkeling. Hij gaat bij een hoer.  En net als bij de man, vindt E. het een normale zaak en valt hij geweldig in de smaak bij de dame in kwestie. In de volgende episode komt er een nieuwe kracht op kantoor. Ernesto kan het er niet mee vinden en wil weg, ook om aan zijn baas en aan de man te ontsnappen. Hij biedt zijn ontslag aan. Omdat zijn moeder het niet begrijpt, biecht hij haar alles op, ook zijn omgang met de man.

    Dan is het verhaal eigenlijk afgelopen. Maar Saba voegt er nog twee bladzijden aan toe met als titel Bijna tot besluit. Hierin maakt hij duidelijk dat het boek over hemzelf gaat. Het verhaal zou zeker nog 100 blz. verder kunnen gaan. Ongelukkigerwijs is de schrijver te oud, te vermoeid en te verbitterd om de kracht te vinden ze te schrijven …

    Toch sluit hij niet uit dat hij ooit dat vervolg zal schrijven. Hij laat dus de deur op een kier voor de hoop van zijn weinige vrienden; zij zijn de enigen voor wie hij dit verhaal heeft ‘aangedurfd’.

    Dan staat de afsluitdatum onder het verhaal: 31 augustus 1953.

    Toch volgt er nog een episode van tien bladzijden. Daarin beschrijft Saba de ontmoeting op een concert met een jongen op wie op slag verliefd wordt. De jongens maken een afspraak, en verder volgt er niets meer.

     

    Tot slot een gedicht van de auteur:

     

    Città vecchia

     

    (da Trieste e una donna, 1910-12)

     

    Spesso, per ritornare alla mia casa

    prendo un'oscura via di città vecchia.

    Giallo in qualche pozzanghera si specchia

    qualche fanale, e affollata è la strada.

     

    Qui tra la gente che viene che va

    dall'osteria alla casa o al lupanare,

    dove son merci ed uomini il detrito

    di un gran porto di mare,

    io ritrovo, passando, l'infinito

    nell'umiltà.

     

    Qui prostituta e marinaio, il vecchio

    che bestemmia, la femmina che bega,

    il dragone che siede alla bottega

    del friggitore,

    la tumultuante giovane impazzita

    d'amore,

    sono tutte creature della vita

    e del dolore;

    s'agita in esse, come in me, il Signore.

     

    Qui degli umili sento in compagnia

    il mio pensiero farsi

    più puro dove più turpe è la via.

     

     

    In de vertaling van Benno Barnard :

     

    De oude stad

     

    Vaak neem ik een donkere steeg

    als ik naar huis loop door de oude stad.

    Een straatlantaarn als een veeg

    teken in een plas. Veel volk op straat.

     

    Tussen de ruwen en de braven,

    tussen de kroegen en de bordelen,

    tussen de veel te velen

    van een grote haven,

    vind ik de oneindigheid

    in een steeg.

    Het hoertje en de matroos, de oude
    blasfemist en de helleveeg,
    de soldaten die zich aan
    te veel wijn laven,
    de van liefde gekke
    onstuimige meid,
    het zijn allemaal schepsels
    die uit verdriet bestaan:
    in hen, in mij, roert zich de godheid.

     

    En ik besef daar elke keer:

    hoe weerzinwekkend de straat,
    hoe zuiverder ik redeneer.

    17-04-2007 om 20:32 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kenzaburo Oë: De hoogmoedige doden
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Kenzaburo Oë: De hoogmoedige doden

     

    Wie soms behoefte heeft aan een cultuurschok kan bijvoorbeeld een Japanse auteur lezen. Zelf heb ik meer dan eens ondervonden dat het bij hen precies over mensen van een andere planeet gaat, zo vreemd komt het over.

     

    Oë werd in 1935 geboren en kreeg een tiental jaren jaren geleden de Nobelprijs. Het onderhavige werk is een bundel verhalen die hij in zijn studentenjaren schreef.

    Het vreemde van deze verhalen heeft in de eerste plaats te maken met de onderwerpen. Maar al even vreemd is het onderlinge gedrag van de personages en zijn de dialogen. Er staat als het ware een muur tussen de mensen, ze missen inlevingsvermogen of laten het zeker niet blijken.

     

    Het eerste verhaal, waarnaar de titel genoemd is, speelt zich af in de kelder van de medische faculteit aan een universiteit. Twee jobstudenten en de conciërge van de lijkenkamer moeten lijken overbrengen van een met alcohol gevulde kuip naar een andere. Een van de studenten is een meisje dat ongewenst zwanger is en die zich wil laten aborteren. Vandaar misschien dat ze zich voor die lugubere job had gemeld. Ook de andere personages worden geconfronteerd met de doden.  De conciërge houdt ze al enkele tientallen jaren gezelschap en voor hem is het gewoon zijn werk, dat hij echter met respect voor de doden vervult. Dat respect ontbreekt dan weer helemaal bij een assistent die poolshoogte komt nemen en vaststelt dat al het werk vergeefs is geweest. De lijken hadden namelijk gecremeerd moeten worden. Voor hem zijn de doden louter voorwerpen.

     

    Enkele beschrijvingen, waarin de zwarte humor niet ontbreekt:

     

    De lijken waren zo hard geworden, dat ze gemakkelijk te hanteren waren; het leken wel stukken hout.

     

    De lijken schoten met een vaart kopje onder, maar meteen daarna kwamen ze weer kalm bovendrijven.

     

    De doden leken allemaal op elkaar en geen was zo apart dat hij mijn bijzondere aandacht had getrokken.

     

    Op sommige ogenblikken is de omgang met de lijken zelfs erotisch. Dan weer voert de student een gefantaseerd gesprek met een dode soldaat.

    De zwangere meisjesstudente komt nog ten val en heeft hevige pijn in haar onderbuik. De confrontatie met de doden heeft haar zienswijze toch nog veranderd.

     

    Als ik naar die mensen hier in de kuip kijk, krijg ik het gevoel dat het toch maar geboren moet worden. Het zal een eigen bestaan moeten leiden, ook al gaat het weer dood op den duur. Anders blijft het iets on-wezenlijks.

     

    Het tweede verhaal, Om andermans voeten, is al even bijzonder. Het opent met de zin:

    Rustig en kalm brachten wij ons leven door achter de taaie dichte wand… Ons leven achter de muur was vrolijk en boeiend.

    Over wie gaat het ? Een groepje jongeren in een sanatorium voor ruggenmergzieken. Verlamde jongeren die in hun bed en hun rolstoel leven. Soms verblijven ze in een zonkamer en het leukste in hun bestaan is dat ze geregeld door de verpleegsters bevredigd worden, opdat ze het beddengoed niet zouden vuilmaken. Aan dat leventje komt een eind met de komst van een nieuwe patiënt. Hij vindt het gemasturbeerd worden door de verpleegsters vernederend en laat het niet toe. Hij tracht integendeel de jongeren wat meer zelfrespect bij te brengen en hij interesseert hen voor het leven buiten de muren van het sanatorium. Hij krijgt de groep zover dat hij een brief naar de kranten schrijft tegen het gebruik van kernbommen.

     

    Na een tijdje kan de student echter opnieuw lopen. Hij verlaat het sanatorium waar de jongeren hervallen in hun vroegere gewoonten, tot groot genoegen van de verpleegsters.

     

    Nog een verhaal dat ik niet onvermeld mag laten is Een dier houden. Het speelt in een afgelegen Japans dorpje in de oorlogsjaren. Er is een Amerikaans vliegtuig neergestort en de enige overlevende, een negerpiloot, wordt als gevangene naar het dorp afgevoerd.  In afwachting van instructies van hogerhand wordt hij geketend in een kelder opgesloten. Voor de dorpelingen is het een sensatie. De man wordt aanvankelijk eerder als een dier (vandaar de titel) aangezien, maar nadat hij enkele nuttige klussen heeft opgeknapt, wordt hij aanvaard en kan hij zich min of meer vrij bewegen. Als er ten slotte instructies van de provincie komen over wat er met hem moet gebeuren, krijgt het verhaal nog een dramatische ontknoping.

     

    Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van een dorpsjongen. Die is bijvoorbeeld trots over het volgende:

     

    Achter de paal in de kelder stond een oude, ondermaatse ton als gerief voor de neger. Toen het middag werd pakten Hazelip en ik de ton stevig bij het touw dat er van weerskanten aan vast was gemaakt en sjorden hem langs de trap omhoog. We gingen deze dikke pap, dit mengsel van negerpoep en –pis dat walgelijk stond te stinken en een gistend geluid maakte, weggooien op de gemeenschappelijke mestvaalt van het dorp.

     

    Als ze wat ‘geluk’ hadden  kon het tweetal de neger bezig zien zijn behoefte te doen.

     

    Als Hazelip en ik dan in gezelschap van mijn vader naar de kelder gingen om de ton te halen, zagen we dat de neger zijn broek naar beneden trok en wijdbeens met zijn zwarte, glimmende billen op de kleine ton ging zitten, haast als een neukende hond.

     

    Ik schrijf dit niet om te shockeren, wel omdat het een goed beeld geeft van de primitiviteit van die gemeenschap. Wie zich Japanse films als De vrouw in het zand  of zelfs De zeven Samourai herinnert, zal deze beelden herkennen.

     

    Nog een mooi staaltje van de beschrijfkunst van Oë en niet minder wreed is de passage waarin de vader een wezel vilt en waarbij ook de neger aanwezig is.

     

    Als de wezel werd gewurgd deed hij altijd een laatste en wanhopige poging tot kwaadaardig verzet en verspreidde een vreselijke stank.  Dan werd hij ontveld, terwijl de dofgeworden punt van het mes van mijn vader fijne scheurende geluidjes teweegbracht. Voor onze ogen lag dan het kleine, veel te naakte en ontuchtige lijfje, bedekt met een parelmoeren glans. …. Als de negerpiloot dan bewonderend keek naar de adertjes die er uitzagen als spoorlijnen op een atlas, waren wij zo trots als pauwen op vaders vakmanschap.

     

    In een andere situatie stoeit de neger in zijn blootje met de kinderen in het water. De passage is te leuk om ze niet te vermelden.

     

    Opeens ontdekten we dat de negerpiloot beschikte over een vervaarlijke, heldhaftige en prachtigmooie penis. Schreeuwend en joelend liepen we om hem heen terwijl we elkaar opduwden. Dan pakte de negerpiloot zijn penis en nam de felle stand in van een ram die een geit bespringt. Hij loeide. Wij lachten ons de stuipen en gooiden water tegen zijn penis. Toen rende Hazelip spiernaakt weg en kwam terug met de grote vrouwtjesgeit uit de tuin van de kruidenier. Wij juichten om het idee en klapten in onze handen.

     

    Het vervolg laat ik maar zo.

     

    Het verhaal deed me denken aan een persoonlijk voorval van 15 jaar geleden. We logeerden toen twee Senegalese meisjes uit Parijs, vriendinnen van mijn dochter. Voor onze overburen, moeder en zoon (de lieve mensen zijn al overleden) moet dat ongehoord zijn geweest. Toen de meisjes weer naar huis waren, kwam de zoon ons vertellen dat die twee ‘duivels’ nooit in zijn huis zouden mogen overnacht hebben.

    Dat is nog maar 15 jaar geleden, in Vlaanderen. Het verhaal van Oë is al 65 jaar oud.

     

    Een prachtige verhalenbundel. Van deze schrijver is nog geen enkel boek tegengevallen.

    17-04-2007 om 19:59 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heinrich Böll: De nalatenschap
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Heinrich Böll: De nalatenschap

     

    De nalatenschap (das Vermächtnis) bestaat uit een lange brief of biecht. De schrijver ervan, Wenk, richt zich tot de broer van legerofficier Schelling, onder  wie hij tijdens de oorlog gediend heeft. Aanleiding voor die brief is de toevallige ontmoeting, na de oorlog, van Wenk met Schnecker, een officier die in de oorlogsjaren de chef van Schelling was en die hem om het leven heeft gebracht. Een misdaad waarvan Wenk getuige was, maar die hij voor zich heeft gehouden, vandaar zijn schuldgevoel.

     

    Het eerste deel van deze korte roman (100 blz.) speelt zich af aan de Atlantische kust in 1943. De Duitse soldaten leiden er een saai leven. Ze moeten constant de zee afspeuren met het oog op een eventuele landing van de geallieerden. Ze brengen hun dagen door met drinken, het vinden van eten en wat vertier in enkele dorpscafés. Nadat er tussen Schelling en Schnecker ruzie is ontstaan, vraagt laatstgenoemde zijn overplaatsing naar het Oostfront.  Daar wordt wel gevochten en zal de ruzie tussen de officieren tot een dramatische ontknoping leiden.

     

    Böll schreef deze roman in 1949, maar liet hem pas verschijnen in 1982. Waarom weet ik niet. Misschien vond hij de roman minder geslaagd.

     

    Duitse schrijvers hebben iets met spoorwegen. Je kunt omzeggens geen roman openslaan of je komt terecht in een trein of een station. In deze roman blijft het binnen de perken, hoewel er een lange treinreis wordt gemaakt van de Atlantische kust naar het Russische front.

     

    Een van de best geschreven passages gaat over drinken en de roes.

     

    Je drinkt wijn, laat hem de kieskeurige poort van het verhemelte passeren, en eerst stroomt alles naar een stille ondergrond, naar een bassin dat zich moet vullen… en plotseling begint er het een of ander te stijgen als een barometer. Onzichtbaar en volkomen oncontroleerbaar vormt er zich van het lichaam naar de geest een soort communicerende buis, geluk en welbehagen nemen, hoe meer de bovenvlakken in die twee buizen elkaar naderen, steeds meer toe. Het lichaam en de geest worden met elkaar in waterpas gebracht – het is een voortdurend spel – als een koorddans…een kostelijke proef om je eigen evenwichtsgevoel te testen. Griezelig heldere inzichten komen plotseling tot ontwaken en flitsen door je heen, maar niets beklijft. Wat pijnlijk ! Maar dat ze niet van blijvende aard zijn stemt waarschijnlijk wel overeen met de vage doelloosheid van hun oorsprong.

     

    De slaap na de wijn is bijna even verrukkelijk als de wijn zelf …

     

    Er was ruzie ontstaan over het achterhouden van enkele kilo’s boter. Dit is voor de auteur een aanleiding om uiting te geven aan zijn klassenbewustzijn, aan de hand van een grammetje.

     

    Het gram is een fictie, een gram is niets, en toch zeggen ze: het is een gram! En van dat niets, van dat gram worden ze allemaal rijk. Ze worden allemaal rijk van alleen het gram, en dus moet het toch iets zijn, het gram. Daarom zijn er zoveel armen en bedrogenen nodig, omdat een gram zo weinig is, en omdat er zoveel gram voor nodig zijn om een rijke rijk te maken; daarom zijn er zovele van die grijze figuren in slobberkleren nodig, die met hun geweer op hun kont gehoorzaam dwars door Europa trekken, opdat de ratten vet worden wier enige kostelijke eten het gram is. Er zijn dus waanzinnig velen van hen nodig die je bij veertig tegelijk in een treinwagon kunt stoppen, waar met de beste wil van de wereld maar acht paarden in kunnen, gewoon omdat de paarden groter zijn dan zij, groter en waardevoller.

     

    Op diezelfde bladzijde nog deze mooie zin:

     

    Vijftien jaar oud was ik geweest toen ze het hakenkruis als een reusachtige zwarte spin aan de hemel van Duitsland ophingen.

     

    De pacifistische overtuiging van de auteur blijkt uit de volgende zin:

     

    Mijn God, ik heb me dikwijls afgevraagd hoe immens groot de macht wel niet is die miljoenen mensen ertoe brengt – ondanks lafheid en angst – gewoon willoos als een bal de dood tegemoet te rollen, zoals wij in die nacht.

    14-04-2007 om 20:41 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    11-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nabokov: Uitnodiging voor een onthoofding
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Nabokov: Uitnodiging voor een onthoofding

     

    Een roman die Nabokov schreef in 1934 tijdens zijn verblijf in Berlijn. Hij was toen 35 jaar. Dit werk is het tegengestelde van een utopie, namelijk een dystopie. Volgens het woordenboek is dat een ingebeelde plaats waar het leven heel moeilijk is en waar oneerlijke en immorele zaken plaatsvinden. In dit geval is deze plaats een gevangenis in een vesting.  De gevangene is Cincinnatus die er wacht op zijn terechtstelling door onthoofding. Hij is veroordeeld wegens ‘gnostische verdorvenheid’, een absurde beschuldiging die enkel vernoemd wordt en waarop de schrijver verder niet ingaat. We maken de laatste dagen van Cincinnatus mee in een wel erg ongewone gevangenis. Ze lijkt eerder deel uit te maken van een fantastische wereld vol absurditeiten en contradicties. Om maar een voorbeeld te noemen, C. heeft in zijn cel het klassieke gezelschap van een spin die regelmatig met verse vliegen wordt gevoed. Achteraf blijkt de spin een mechanisch artefact te zijn. En zo staan er nog veel ongerijmdheden in het boek. C. is bovendien de enige ‘echte’ mens. De andere personages spelen allemaal een rol, lijken marionetten van een gezag dat verder nooit in beeld komt. Men probeert de laatste dagen van C. zo gezellig mogelijk te maken, maar intussen verzwijgt men wel de informatie die hij het liefst wil horen, namelijk wanneer de terechtstelling zal plaatsvinden en of zijn beul al is aangekomen. Hij krijgt ook bezoek van zijn vrouw, maar ook zij is een karikatuur. Zo brengt ze haar nieuwste minnaar mee op het bezoek en is ze meer met haar eigen problemen bezig dan met die van haar echtgenoot. (Een beetje als de dame uit de Engelse comedy Nighty night die tegenwoordig wordt getoond op Canvas. Een door en door valse vrouw die het feit dat haar man kanker heeft in haar eigen voordeel uitbaat). Op een bepaald moment krijgt C. een buur in de cel naast de zijne. De man heet M’sieur Pierre, en hij is zogezegd gevangengenomen omdat hij C. wilde helpen ontsnappen. Een leugen die uiteindelijk geen leugen zal blijken te zijn. M’sieur Pierre mag bezoekjes brengen aan C., ze spelen schaak en Pierre probeert het vertrouwen van C. te winnen. Het gaat zelfs zo ver dat M’sieur Pierre een tunnel graaft naar de cel van C. Hij verschijnt daar dan in het gezelschap van de bewaker. Het wordt dan stilaan duidelijk dat M’sieur Pierre niemand minder is dan de beul die C. op het eind zal onthoofden. Ook hier toont Nabokov zich weer van zijn wrede kant.

     

    Ondanks de lugubere sfeer is het boek vrij luchtig en met humor geschreven. Het is niet zo wrang als het tien jaar later geschreven Bend Sinister (Bastaards). Toen hadden communisme en nationaal-socialisme zich al van hun slechtste kant laten kennen.

     

    Het boek is onder andere een pleidooi tegen de doodstraf. In die zin is het een hulde aan de vader van Nabokov die parlementslid was ten tijde van de revolutie, weliswaar niet voor de bolsjewieken, en die altijd had geijverd voor het afschaffen van de doodstraf onder het tsaristisch bewind. De vader van Nabokov zal jaren later het slachtoffer worden van een aanslag.

     

    Nabokov zelf heeft ooit geweigerd een petitie tegen de doodstraf te ondertekenen. Hij voerde toen aan dat hij veel meer dan een handtekening plaatsen had gedaan, hij had namelijk een boek, deze roman, tegen de doodstraf geschreven.

     

    In 1936 was Nabokov, onder het pseudoniem Sirin, in België en heeft hij in Brussel en Antwerpen (voor de Russische kring) enkele hoofdstukken uit deze roman voorgelezen.

    11-04-2007 om 20:11 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Foto

    Poems are blossoms of the brain. Emily Dickinson
    Kunst gibt nicht das Sichtbare wieder, sondern macht sichtbar. Paul Klee

    La nostra vita in terra

    Altro non è che guerra


    en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen. Hebreeën 13.2
    Archief per week
  • 29/06-05/07 2020
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 13/05-19/05 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 26/09-02/10 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 08/11-14/11 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 31/12-06/01 2008
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 17/11-23/11 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 11/08-17/08 2008
  • 04/08-10/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 28/04-04/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 25/02-02/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 21/01-27/01 2008
  • 14/01-20/01 2008
  • 07/01-13/01 2008
  • 31/12-06/01 2008
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007
  • 16/07-22/07 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 18/06-24/06 2007
  • 11/06-17/06 2007
  • 04/06-10/06 2007
  • 28/05-03/06 2007
  • 21/05-27/05 2007
  • 14/05-20/05 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 09/04-15/04 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 26/03-01/04 2007
  • 19/03-25/03 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 26/02-04/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 12/02-18/02 2007
  • 05/02-11/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 08/01-14/01 2007
  • 01/01-07/01 2007
  • 25/12-31/12 2006
  • 18/12-24/12 2006
  • 11/12-17/12 2006
  • 04/12-10/12 2006
  • 20/11-26/11 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 23/10-29/10 2006
  • 16/10-22/10 2006
  • 09/10-15/10 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 28/08-03/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 14/08-20/08 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 17/04-23/04 2006
  • 10/04-16/04 2006
  • 03/04-09/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 20/03-26/03 2006
  • 13/03-19/03 2006
  • 06/03-12/03 2006
  • 27/02-05/03 2006
  • 20/02-26/02 2006
  • 06/02-12/02 2006
  • 30/01-05/02 2006
  • 23/01-29/01 2006
  • 16/01-22/01 2006
  • 09/01-15/01 2006
  • 02/01-08/01 2006
  • 26/12-01/01 2006
  • 12/12-18/12 2005
  • 05/12-11/12 2005
  • 28/11-04/12 2005
  • 21/11-27/11 2005
  • 14/11-20/11 2005
  • 07/11-13/11 2005
  • 31/10-06/11 2005
  • 24/10-30/10 2005
  • 17/10-23/10 2005
  • 10/10-16/10 2005
  • 03/10-09/10 2005
  • 26/09-02/10 2005
  • 19/09-25/09 2005
  • 12/09-18/09 2005
  • 05/09-11/09 2005
  • 29/08-04/09 2005
  • 15/08-21/08 2005
  • 08/08-14/08 2005
  • 01/08-07/08 2005
  • 25/07-31/07 2005
  • 18/07-24/07 2005
  • 11/07-17/07 2005
  • 04/07-10/07 2005
  • 27/06-03/07 2005
  • 20/06-26/06 2005
  • 13/06-19/06 2005
  • 06/06-12/06 2005
  • 30/05-05/06 2005
  • 23/05-29/05 2005
  • 16/05-22/05 2005
  • 09/05-15/05 2005
  • 02/05-08/05 2005
  • 25/04-01/05 2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Aanraders tot nu toe:

    Von Keyserling: Branding
    Hrabal: Zwaarbewaakte treinen
    Voltaire: Candide
    Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven
    Hawthorne: De scharlaken letter
    Yalom: De Schopenhauer-kuur
    Rosa: De derde oever van de rivier
    Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi
    Waugh: The Loved One
    Kadare: Het donkere jaar
    Baricco: Zijde
    Moorehead: De Blauwe Nijl
    Lampedusa: De tijgerkat
    Melville: Billy Budd
    Platonov: De bouwput
    Tim Parks: Bestemming
    Bernhard: De neef van Wittgenstein
    Kafka: Die Verwandlung
    Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw
    Traven: Verhalen
    Baldwin: Go Tell it on the Mountain
    Faulkner: As I lay dying
    Oë: De hoogmoedige doden
    Trilling: The Middle of the Journey
    Hardy: Far from the madding crowd
    Kristof: De analfabete
    McEwan: Amsterdam
    Filloy: De bende
    Sciascia: De Zaak Aldo Moro
    Salinger: Franny and Zooey

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!