Ingrediënten :xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
- 1 dikke entrecôte van ongeveer 300 gram (liefst Wit-blauw)
- 16 kleine uitjes
- 12 kleine mooie witte of bruine champignons de Paris (de gewone champignons)
- 100 gram licht gerookt spek in blokjes
- 30 gram boter
- 20 centiliter rode wijn
- 1 eetlepel gehakte peterselie
- 6 kleine vastkokende aardappelen, gekookt in de schil en daarna gepeld
- Peper en zout
- Een snuifje suiker
Bereidingswijze :
- Neem vooreerst 2 braadpannen : één voor het vlees en één voor het garnituur
- Laat het lichtgerookte spek eerst een tiental minuten blancheren. Dep ze droog en hou ze apart voor straks.
- Bak het vlees goed aan in de boter (liefst geklaarde boter) en kruid met peper en zout.
- Doe een weinig boter in de 2de pan en laat daarin de uitjes lichtjes en langzaam kleuren en eveneens langzaam gaar stoven. Kruid met peper, zout en het snuifje suiker.
- Als de uitjes bijna gaar zijn voeg er het geblancheerde spek aan toe en laat het even meebakken.
- Doe er nu de aardappelen bij en wanneer deze voldoende gebakken zijn kan je hier de champignons aan toe voegen.
- Leg nu de entrecôte op het garnituur.
- Giet de rode wijn in de pan van het vlees en deglaceer de pan samen met een klein klontje boter.
- Snij de entrcôte lichtjes schuin in mooie dikke schijven, serveer met het garnituur op mooie warme borden en strooi peterselie over het vlaas.
Wijnsuggestie :
Drink hier een mooie stevige rode wijn bij zoals bv. een Corbières uit het zuid-oosten van Frankrijk.
|