Een verhaal en geschiedenis uit de oudheid. Mijn oudheid, want die is vandaag al even vreemd als pakweg de geschiedenis van Grieken en Romeinen. Op internaat was er geen radio, geen tv, geen krant, eigenlijk niks waardoor we iets wijzer zouden worden dan door de lessen die ons gegeven werden in de klaslokalen. Thuis hoorde ik op de radio, de muziek van de toen populaire Vlaamse zangers en zangeressen. Franse en Duitse schlagers waren ook al eens te beluisteren. Het horen van de Engelse taal of een Engels lied, buiten Bing Crosby en Fred Astaire, waren nog niet aanwezig. Onze leerkracht Engels, vanaf het 2e middelbaar, had er iets op gevonden om haar 2 lesuren Engels interessant, nuttig en aangenaam te maken. Ze had adressen verzameld van engelstalige jongemannen om ons, tienermeisjes, mee te laten corresponderen. Een aangename vorm om de lessen te oefenen, een woordenschat aan te leren en meteen leren brieven schrijven in een andere taal. Ik kreeg ook een pennenvriend. Hij kwam uit Maleisië, meer bepaald uit de hoofdstad Kuala Lumpur. Het was ook een aardrijkskundeles om het land in de atlas te vinden. Héél ver weg was het te vinden in Zuid-Oost Azië. Op het blauwe flinterdunne luchtpostpapier moest een briefje geschreven worden en 'par avion' naar het andere eind van de wereld gestuurd. Ik was trots, fier en gelukkig, het moment dat ik zelf mijn eerste blauwe enveloppe kreeg. Een brief van een jongen die ginds een naam had zoals de Janssens en Smets hier: Wong. Op zijn minst heb ik drie jaar gecorrespondeerd met de Maleisiër. Tot het voor mijn moeder te gortig werd. Ze kreeg het schrikbeeld dat ik verliefd zou worden en naar het verre land zou trekken op zoek naar mijn Wong. Haar oplossing: een jongen dichterbij zoeken met wie ik ook talen kon leren en de brieven van de Maleisiër achterhouden. Ze vond een Duitse jongen, via via, enen Hartmut uit de buurt van Koblenz of Wiesbaden. Zo creëerde mijn moeder een dubbele slag: weg met de gevreesde schrijver en een gelegenheid om eens een weekenduitstap naar die regio te doen. Ik had op school nog geen Duits gehad, mijn broer noch mijn moeder konden een gebenedijd woord in die taal en mijn vader alleen 'schweinepoepefleish' om een kotelet aan te duiden. Zo gingen we kennismaken met de familie van de jongeman. De uitstap naar de Lorelei hoorde daar ook bij. Want die rots, aan de oevers van de Rijn wilde mijn moeder wel horen zingen. Natuurlijk zong ze niet en ik heb 'gebroken' met de Duitser, dat was mijn genre niet. Nadien moest ik geen speciale Engelse oefeningen meer doen. De tv kwam met engelstalige films en series, The Beatles en The Rolling Stones beheersten 'the music scene'. Sindsdien Engels te horen in overvloed, zoals deze morgen, voor het licht werd: "Here comes the night" van Them ft Van Morrison. Marvellous
|