Moesten het geen lange dagen zijn, dan zouden we deze lentemaand 'herfst' noemen. De koude zorgde ervoor dat de japanse kerselaars pas deze week tot bloei kwamen, maar door de regen zullen de bloesems geen lang leven beschoren zijn. Als ze te vroeg verwelken hebben de vliegende vriendjes in de zomer geen met vruchtvlees omhulde pitten. Ik kan het nauwelijks kersen noemen, het zijn werkelijk lilliputters onder de niet voor menselijke consumptie geschikte kersjes. De vogeltjes kunnen er dan maar hun buikje van vol eten. Iedereen is min of meer content vandaag. Ik, omdat ik goed en lang geslapen heb, de planten omwille van de vele malse regen. De hond tevreden? Ik denk het niet. Omwille van de modder ga ik geen 'balspel' doen met hem. Hij zit wel al buiten op zijn geliefkoosd plekje te wachten op mij. Ik laat me niet verleiden door zijn smekende blik. Voor de rest ziet het er een dag zonder nieuwswaarde uit. Toevallig stuit ik op het feit dat op 29 april 1913 het rubber gepatenteerd wordt. Het gaat over het synthetische rubber waarvan men de samenstelling en fabricatie wilde beveiligen want het natuurlijke rubber is voor iedereen beschikbaar. En dat bedoel ik letterlijk. Niet alleen in Azië, Zuid-Amerika, Afrika, maar zelfs in mijn tuin vind ik rubber. De rubber is een polymeer dat voorkomt als emulsie in het sap van een aantal plantensoorten, zoals de rubberboom. Dat sap is bekend als 'latex'. Wat lees ik naast al die technische beschrijvingen? Dat dit soort sap ook te vinden is in de 'paardenbloem' oftewel pissebloem, beddezeekers, beddepissers genaamd en volop groeit en bloeit in mijnen tuin! Ik kan mijn eigen auto- en fietsbanden maken, mijn eigen laarzen fabriceren als ik over een goede leest beschik, een rubberbootje maken om het Kanaal over te steken, mijn emmers voor allerlei doeleinden maken als ik een goede mal heb of mijn latex handschoenen maken dat zeer handig zou zijn in coronatijden. Bij het verder lezen zag ik evenwel dat Rusland in de jaren stillekes effectief de paardenbloemen wilden gebruiken voor een rubberoogst maar ze hadden heel Rusland als weiland nodig om een paar bottinen uit de sapopbrengst van die gele bloem te krijgen. Het plan is afgevoerd wegens onrealistisch en dat zal bij mij ook gebeuren. Niet getreurd andere en betere zoekertjes. Die vond ik tot mijn verbazing ook. We staan nooit stil bij dagdagelijkse gebruiksvoorwerpen die het leven vergemakkelijken. Neem nu de 'ritsluiting', een handigheidje dat twee lappen stof tijdelijk aan elkaar vastmaakt. Vandaag is het de Internationale Dag van de Ritssluiting. Een patent dat voor de 1e keer werd aangevraagd door Elias Howe (1819-1867) in 1851, maar omwille van het succes van zijn naaimachines deed hij er verder niks mee. Tot Gideon Sundback (1880-1954) in op 29 april 1913 een octooi nam op zijn verbeterde versie van de rits van Howe, nl de deelbare rits. Iedere dag gebruiken we nu wel dat practische hebbeding in onze kleding, waar we nooit bij stilstaan wie dat uitgevonden heeft.
|