Van bij het ochtendkrieken wist ik dat het een mooie dag zou worden. Geen vuiltje aan de lucht te bespeuren behalve de strepen van de vliegtuigen die de mensen van zuid naar noord brengen. Een heldere wolkenloze hemel doen me alle rolluiken optrekken en alle gordijnen opentrekken. De zon moet langs alle kanten binnenkomen om mijn huis gezond op te warmen. Wat later op de dag zullen de vensters ook wel eens openvliegen. Alle microben, bacteriën en virussen die er eventueel verscholen zouden zitten in mijn knus nestje, moeten kunnen buitenvliegen. Net zoals de vogels, die ik weer naarstig aan het tellen ben: 1, 2, 3,....Die diertjes zijn ook blij want hun gezang hoor ik van alle kanten komen. Met tussenin natuurlijk het gekrijs van de vervelende meeuwen, hoe mooi de vogelspotters die ook vinden. Ik zou hen bijna "The best mistakes" noemen, titel van een lied van The Divine Comedy, dat ik op de radio hoorde. Maar ja, vervelend of niet, mooi of lelijk, elk levend wezen heeft recht van bestaan, ook de 'êtres en sujets', staand, lopend of vliegend.
Zoals jullie al meermaals gelezen hebben, is er een dichteres aan mij verloren gegaan. Ik wil alles wat ik zie, denk, ondervind, voel, in het lang en breed weergeven. Ik heb, bij manier van spreken, een tong van lintjes en bij het schrijven moet ik mezelf de beperking opleggen van 500 woorden per keer. Hoe graag ik ook iets beknopt zou willen weergeven of een hartverwarmend gedicht zou willen schrijven waarin ik mijn ziel en zaligheid in een paar woorden kan blootleggen, het is onbegonnen werk, het lukt niet. En zie, vandaag word me een oplossing geboden om met eigen poëzie voor de dag te komen. Al zeg ik er direct bij, het is een beetje woorden en kleine zinnen stelen van anderen. Ik zal "stiftdichten" beoefenen zoals Dimitri Antonissen, journalist, redacteur en een professioneel stiftdichter. Hij heeft twee boekjes uitgebracht met zijn gedichten: "Schrap me" en "Stiftgedichten". Heel eenvoudig: neem een tekst, duid een kolom aan, en schrap de woorden die je niet nodig hebt om het gedicht te doen klinken en inhoud te geven. Hijzelf noemt dat een route zoeken in een bepaalde tekst en schrappen. Hij beweert dat nooit op een bepaalde specifieke frasering was gekomen indien hij van nul moest beginnen op een wit leeg blad. Het beste is een tekst uit de cultuurkatern van een krant te nemen en dan maar schrappen, schrappen, schrappen van woorden tot men een gedicht heeft gemaakt dat betekenis heeft voor de schrapper/schraper/poeet. Deze techniek wordt veel toegepast in workshops, taallessen en natuurlijk bij amateurdichters wat ik ooit hoop te worden. Hopelijk in een van de volgende blogs eens een schrapgedicht te kunnen weergeven. Dat zal dan wel niet te vergelijken zijn met de gedichten van de echte dichters zoals Leonard Nolens, Peter Verhelst en Guido Gezelle. Tot morgen
|