We beginnen aan de derde maand van de meteorologische winter. Een pessimist ziet de zon 's morgens al ondergaan. Maar ik ben een optimist en zeg dus dat het einde van de kou in zicht komt. En daarbovenop: nooit is de schrikkelmaand zo fel of ze geeft haar 5 schone dagen wel. Maar dit miezerig grijze weertje vergt weer veel inspiratie om me bezig te houden. Waarschijnlijk ben ik niet de enige die het beu is om op regenachtige dagen kasten uit de kuisen om vóór de grote lentekuis alles in orde te hebben. Mijn beproefd recept (niet voor te bakken) is te luisteren naar Boudewijn De Groot en zijn reis naar "Parijs, Berlijn, Madrid" en als toemaatje Hildegarde Knef (1925-2002) met:"Ich hab noch Einen Koffer in Berlin, deswegen muss ich nachtstens wieder hin..." Dat geeft me dan weer goesting om de reis van de heiligen te maken die me virtueel overal heen brengen en meestal voor mij ongekende steden en streken. Wikipedia bij de hand, papieren atlas en eventueel een papieren encyclopedie. Waar reis ik vandaag heen? Bekend zijn Ravenna, Valence, Poitiers, Orléans, Cornwall, Kildare, Maastricht. Op ontdekking = lezen, ga ik naar Austrasië (Oost Frankrijk), Lampsacus ( Lapseki, Turkije), Fitero (Spanje), Penmon (Wales), Castelfiorentino (Toscanië). Wat een prachtige en leerzame uitstap heb ik weeral gedaan en geen moment naar de motregen gekeken. Als toemaatje kijk ik weer naar de ruimtedroom, de ruimtefoto van Carl Sagan (1934-1996). Zijn 'Pale Blue Dot' de kleine blauwe stip in het onmetelijke heelal, met zijn miljarden en miljarden stofjes daar omheen, blijft me fascineren. Daar zullen we allemaal belanden als we tot 'stof en as 'zijn weergekeerd.
Zoals geweten ben ik op de avonduren nog dikwijls buiten, ook in alle vroegte. Als je een beestje hebt is dat nodig. Dat is een tijd om even stil te staan tijdens die rustige momenten, naar boven te kijken om de sterren en de planeten te bewonderen, hun namen op te zoeken en eens alles te overdenken. Maar ook een tijd van zeer wonderlijke gedachten en invallen te krijgen. Zowel gisterenavond als deze morgen was de zee weer heel luidruchtig. Meestal is dat zo na storm die een paar uur aansleepte. Het idee kwam in mij op dat de zee en haar bewoners 'pijn' hadden van het geweld en gebeuk van de wind, op haar en hun 'zijn'. Ik vroeg me af: was dat een 'klagen' van de zee, een luidruchtig wenen zoals de mensen dat bij pijn ook kunnen doen? Volgens mij is het best mogelijk dat het een uiting is van onmacht, het moeten ondergaan van geweld en er geen antwoord op te hebben, zich er niet tegen kunnen verdedigen, behalve van in de hoogte te springen (golven) en aan het veilige land ( voor ons overstromingen) te komen. Ik laat mijn gedachten de vrije loop wat zeer ontspannend werkt. Wat de lezers er van vinden? Tja, verklaringen zoeken en fantasie uit zich bij iedereen op een verschillende manier, dromen ook.Tot morgen
|