Het hoge water noopte mij op te staan om 6u30. Dan is het niet meer de moeite terug in bed te kruipen. Zo kon ik op dit ontiegelijke vroege winteruur de natuur al bibberend gaan verkennen. In het oosten stonden venus en mars nog te blinken, een beetje maan en al wat rode strepen die de zonsopkomst deden vermoeden. Ik zag de witte daken en het glinsteren van de bevroren dauwdruppels op het gras. Toch heel mooi. Ik zag ook dat er al 3 mezenbollen verdwenen waren, terwijl ik er gisterenavond 6 had opghangen. Het stiekeme koekeloeren van achter het venster gaf me zicht op de dieven van de resterende bollen: een ekster die het 'netje met bol' van een takje kon krijgen en nageaapt werd door een kauw! Één bol was er in de tuin te vinden die de hond parmantig kwam tonen. Ik kreeg hem in ruil voor een lekker hondensnoepje. Misschien was hij nog niet vergeten dat dergelijke bollen voor een indigestie konden zorgen!. Enfin, ik heb toch weer heel wat te beleven gehad met vroeg uit de veren te komen. Verder begint mijn dag met de dagelijkse routine van alles te lezen wat ik tegenkom, de puzzeltjes en raadseltjes, de woordspelletjes. Bladzijden vol lekkers kom ik tegen in de weekend editie van een gazet. Al ben ik geen chef-kok, de recepten, hun ontstaan en de historie van de beroemdste koks, interesseren me. Één van de eersten met naam en faam is Marie-Antoine Carême (1784-1833). Hij komt uit een gezin waar 'vasten' meer op het menu stond dan eten. Er zouden 24 kinderen in het huishouden geweest zijn. Bij arme gezinnen werden de kinderen van huis gestuurd vanaf 10 jaar om hun eigen kost te verdienen. Zo kwam dat jochie als helpertje in de keuken van de taverne "Au Fricassée de Lapin". Hij is een autodidact voor lezen, schrijven en tekenen, die in bibliotheken zichzelf van kennis en kunde voorzag. Hij bedacht de standaard voor het noteren van recepten, het vaste uniform in wit bracht hij in voege samen met de 'toque' om de hygiëne te benadrukken. Hij bracht orde in de recepten vooral voor de indeling van de 'sauzen en fonds'. Bovenal was hij ook een meester-patissier die de pièces montées introduceerde en spectaculaire bouwwerken maakte van cakes, nougat, marsepein, merengues, die dan als eetbare tafelversieringen konden gelden. Hij introduceerde met "Escargot à la Bourguignonne" ook de slakken in de keuken. Men noemde hem 'de koning van de koks en de kok van de koningen'. Een ander culinair genie, die de meeste recepten maakte die vandaag nog op alle menulijsten te vinden zijn is Auguste Escoffier (1846-1935). Wie kent niet Tournedos Rossini, Pêche Melba, Poire Belle Hélène, Crêpe Suzette, Fraises Wilhelmina, allemaal gecreëerd voor koningen en andere leden van de beau monde. De laatste grote Franse chef is Paul Bocuse (1926-2018) die vooral de 'soupe au truffes' bekend maakte. Zijn 'Bocuse D'Or' is het wereldkampioenschap koken en zeer gegeerd bij alle grote chefs. Tot morgen
|