De laatste noot is gespeeld, de uitslag is bekend. De K.E.W. van 2024, ditmaal voor viool, is afgelopen. Het waren 2 vituozen die de laatste avond van het concours opfleurden. Ze waren dan ook nummer 1 en 2 in het eindklassement. Zelfs ik, totale leek in het beoordelen van een violist, kon wel een onderscheid maken tussen deze twee virtuozen en de rest van de kandidaten. Er waren twee valse noten op deze laatste avond: gastcommentator Dirk Brossé en geen handdruk van de winnaar van de wedstrijd, voor het Russisch jurylid. Waarschijnlijk met recht en reden werd dirigent-componist Dirk Brossé uitgenodigd om een beoordeling te geven wat er op de Bühne gebeurde en geschiedde, met name dan een oordeel over de violisten. Naar goede gewoonte, kon Antony Hermus dirigent van het 'belgian National Orchestra, niet op de goedkeuring rekenen van de 'Ridder-dirigent' noch was er enige appreciatie van 'Ridder-componist' voor de componist Thierry Escaich, schrijver van het opgelegde werk. Het steekt hem nogal dat hij voor deze prestigieuze wedstrijd nog nooit gevraagd is als dirigent of/en componist. Maar zijn oordeel over de kandidaten was zoals het hoorde, met kennis van zaken hoe een violist moest spelen in een orkest. De tweede valse noot, is de onwil van de Oekraïnse winnaar, Dmytno Udovychenko, om een hand te geven aan het gastjurylid van Russische herkomst en zelf ooit winnaar van deze prestigieuze wedstrijd. Ik neem aan dat het zeer gevoelig ligt, de Russisch-Oekraïnse oorlog, maar méér dan logisch had geweest dat hij ook geen werk van de Russische Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) zou spelen. Enfin, een terechte winnaar van deze wedstrijd, die bovendien jarig was. Al had ik liever nr 2 als winnaar gezien. Samen met mij, gaven de luisteraars van Canvas en Klara, Joshua Brown, de publieksprijs. Op grandioze wijze speelde deze 'Paganini' het concerto van Johannes Brahms (1833-1897). Katelijne noemde hem zo, niet alleen om zijn virtuositeit op zijn viool, maar ook omwille van sterke fysieke gelijkenissen met de wereldberoemde violist, zoals de vorm van neus en gezicht en de haardracht, weliswaar een beetje korter dan de echte Niccolò Paganini (1782-1840). Dat was het weer voor dit jaar, volgend jaar weer de piano in de belanstelling. Ik kan nu terug weer wat vroeger in bed kruipen, met toch een klein beetje spijt dat ik de mooie muziek mis en de commentaren die erbij horen over allerhande nevenactiviteiten bij zo'n wedstrijd. Zoals over de instrumentenbouwers, het instrument zelf, hoe de ervaring is van de leden van het orkest als ze een begeleiding moeten doen van wedstrijdsolisten. Tot morgen
|