Dik tegen mijn goesting, maar in een herstelde auto, ga ik vandaag weer mondvoorraad aanschaffen. Er moet brood en ander eten op de plank komen. Het gebeurt hier nog niet zoals met de Israëlieten die na hun vlucht uit Egypte in de woestijn, 's nachts, "manna" uit de hemel zagen vallen. Het is hier bij mij ook niet zoals in het sprookje van De Gebr. Grimm, dat ik een toverspreuk zou uitspreken: tafeltje dek je, ezeltje strek je en knuppel uit de zak! Bijgevolg zit er niets anders op dan zelf op jacht naar vers voedsel, fruit en groenten , te gaan. Een groententuintje of lochting, waar ikzelf wat gezaaid heb om nadien te kunnen oogsten, heb ik niet. Ik ben verplicht een verplaatsing te doen om niet van honger om te komen. Mijn hond vindt het niet erg om een uurtje alleen te blijven. Na een kleine wandeling, vooraleer ik vertrek, is er een grote beloning in de boodschappentas voor hem te vinden! Een groot bot, been of knokel of hoe je het ook wil noemen. Een gelukkig beestje als ik terug kom.
Het is ook weer een zonovergoten, droge dag die ik in de schaduw of binnen zal doorbrengen. De zon is nodig en ik ben zielsgelukkig dat ze schijnt, maar zonnen of er in lopen, is uit den boze geworden. Het witte haar en het witte velletje geven geen bescherming meer. De warmte en de kracht van haar stralen kan ik niet meer aan. Maar schaduwplekjes zijn er genoeg in de tuin en het is heet genoeg om daar ook in short te zitten. Geniet van deze mooie lente, dat doe ik op mijn manier ook!
|