Weerbericht: 9°, blauwe lucht met hier en daar een wit pluimpje, westenwind 60km/u, een droge dag, in ieder geval een droge voormiddag. En het zou ideaal weer moeten zijn om het aantal van onze gevederde vrienden te tellen. Ik vraag me altijd af hoe ik dat in de praktijk moet doen. Die beesten vliegen over en weer, soms in een groep van dezelfde soort, even groot, even breed, even lang. Hoe kan ik in godsnaam tellen hoeveel er zo aan het fladderen zijn en welk specimen het dan is? Het is ook nog niet de tijd dat ze zich gaan nestelen in de bomen want dan zou ik de nesten kunnen tellen en zeggen, per nest twee exemplaren. De lieverdjes komen ook niet met velen voor mijn venster stilzitten, zodat het tellen wat gemakkelijker zou gaan. Als ik 1 mus zie, die dan eventjes gaat vliegen en terugkomt, zou ik onmogelijk kunnen uitmaken of het hetzelfde vogeltje is of een ander. Moet ik dan aangeven: ik heb twee mussen geteld? Zelfs de krant deed mee aan het vogeltellen. Er waren 27 vogeltjes, afbeeldingen weliswaar, verstopt in de teksten van het eerste katern. Ik had het raden naar welke het waren want ik ben geen ornitholoog die alle vogels kent. Natuurlijk ken ik de meest gangbare soorten, zoals duiven, merels, eksters, kauwen, mussen. En aan zee vooral de agressieve meeuwen. Die beesten evoceren voor mij de film "The Birds" van Alfred Hitchcock (1899-1980), de aanval van een agressieve meeuw op een onschuldige bezoeker van de kust. Later volgt in de film een aanval door de kraaien. Maar de meeuwen hebben ook al eens de zak met koffiekoeken uit mijn handen gerukt, dat is werkelijk beangstigend als die zo op je komen afvliegen. Nee, ik ben geen vriend van deze vogels. Er bestaat nochtans een novelle/toneelstuk met als titel "De Meeuw" van Anton Tsjechov (1860-1904) waar van geen enkel beest sprake is in de tekst, ongeacht die titel. Ga ik de vogeltjes tellen? Nee, ik ga ze gewoon observeren en naar hun kapriolen in de lucht kijken en genieten van hun salto's. Al hebben ze zware concurrentie voor hun acrobatiën van die van mijn hond, qua elegantie en durf.
Nu is het tijd om mijn huiswerk te doen dat ik opgeslagen heb deze week. Mijn taaloefeningen. Ik heb er zelfs een plezant spelletje aan toegevoegd: woordle. Het gelijkt een beetje op het Hollandse 'lingo'. Eens dat allemaal gedaan begin ik aan de puzzel van 1000 stuks, gemaakt van een foto waar al mijn kleinkinderen op staan, al zijn ze 'ver' van 'klein' te noemen. Tot morgen
|