Inhoud blog
  • GEDICHT VAN DE WEEK
  • HET VERHAAL VAN FRANS 8
  • BIJ DE VIERDE ZONDAG VAN DE VASTEN
  • GEDICHT VAN DE WEEK
  • HET VERHAAL VAN FRANS - 7
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Doorheen de dagen
    Ervaringen besproken
    30-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HET VERHAAL VAN FRANS 8

    HET VERHAAL VAN FRANS 8

    ALLERZIELEN IN MAMANGUAPE, PARAIBA

    Ik ben voor enkele dagen op vakantie in Paraiba, bij Jef Floren, een studiegenoot uit het College voor Latijns-Amerika. Het is Allerzielen in Mamanguape. Een totaal andere sfeer dan in België, bijna een feest. Er is hier geen herfst met vallende baderen, geen nostalgie, alleen broeiende zon want het is weer volop zomer. Dus geen druilerige preken over de natuur die lijkt te vergaan maar in de lente wel weer zal verrijzen. We kennen die clichés.
    In de vroege morgen een mis op het kerkhof met honderden mensen. Ik sta er alleen voor want de collega’s celebreren op andere begraafplaatsen. Er is gezorgd voor een koor en de liederen worden ingezongen, met gitaren en slagwerk natuurlijk. Geen sombere teksten. God is Vader, en kan zijn filhos en filhas niet vergeten. Wij zijn zijn volk.
    Tijdens het eucharistisch gebed roept iedereen luidop de namen van overleden familieleden waarvoor gebeden wordt. Dat duurt zo een vijftal minuten en veroorzaakt nogal wat beroering, honderden mensen die namen roepen. ‘Lembrar’ heet dat, in leven houden. Nadien valt alles ingetogen stil en na enkele minuten gaat de mis verder. Indrukwekkend en hoopvol want ze zijn nu geborgen in Gods hand.
    Weinig bloemen op de graven maar wel verse kalk. Kinderen zeulen rond met grote borstels en emmers witte en blauwe kalk om de grafstenen te “witten” en te “blauwen”. De blauwers komen eerst om het kruis te kleuren en dan volgen de witters die de grafsteen weer mooi wit maken. Grappig die kinderen die druipen van de kalk, dikke blauwe of witte kledders op hun bruine lijf. Je loopt er best niet tegenaan want dan ben je ook gekleurd. Het werk is zo klaar want de kalk droogt snel. De kinderen hebben hun centavos verdiend. De graven zijn weer schoon. Het kerkhof helemaal opgefrist. Graças a Deus.
    Tegen de avond komen de mensen terug naar de begraafplaats. Duizenden kaarsen worden ontstoken en velen brengen een stuk van de nacht door op het kerkhof. Er wordt gebeden en gezongen en vooral ook veel gepraat over en tegen de overledene, een heel aparte sfeer.
    Met padre Jozef rijden we rond in het duister. De hemel raakt de aarde. Van ver zie je overal helverlichte plekken in het landschap, overal waar een begraafplaats of enkele graven samen te vinden zijn. Langs de baan ook veel kaarsen bij de kruisen waar mensen door een ongeluk om het leven gekomen zijn.
    Novemberdagen helemaal anders dan bij ons, niet zo triest, veel licht en hoop, leven en dood liggen bij elkaar en we geloven toch in de hemel, niet? God is toch goed.
    Op de begraafplaats van Mamanguape enkele graven van Duitsers die hier rond 1930 binnengetuimeld zijn, zwarte gietijzeren kruisen. ‘Hoe lelijk’, zeggen de mensen, wie zet er nu zoiets somber bij een graf, maar ja, het zijn vreemdelingen. We moeten dat verstaan. In hun land is alles koud en duister. ‘Que tristeza’
    Ik denk, hoe zal het met Kerstmis zijn? Kerstmis is veel minder, zegt de collega, weliswaar een feest maar zonder veel uitbundigheid. Daarvoor dient São João Batista, dat is hier het familiefeest. Afwachten dus.
    In Salvador staan er al enkele kerstbomen bij het winkelcentrum Iguatemi te pronken. Die steken belachelijk af bij de palmbomen die er vlak naast groeien. Een valse dennenboom met gekleurde ballen en plastieksneeuw onder een stralende zon. De commerce op haar best. Je krijgt er de slappe lach van.

    Padre Frans
    November 1998







    30-03-2025 om 18:45 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    29-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BIJ DE VIERDE ZONDAG VAN DE VASTEN

    VIERDE ZONDAG VAN DE VASTEN

    HET VERHAAL VAN DE VERLOREN ZOON

    Ik ga terug naar mijn vader.
    Ik zal hem zeggen:
    Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u;
    ik ben het niet meer waard om uw zoon te heten,
    (Lucas 15,18-19)

    Het verhaal van de verloren zoon, wat moeten we daar mee aanvangen in ons gewone leven: dat kàn toch niet: iemand, die door eigen schuld in zijn ongeluk loopt, en dan maar doen alsof er niets gebeurd is!
    Misschien kunnen wij het leren verstaan als we gaan vatten dat die zoon, die man, in werkelijkheid vereenzaamd geraakt is en ver van huis, een hoopje miserie. Niet alles wordt goedgepraat, niet alles wordt ongedaan gemaakt, maar vergeving wordt mogelijk vanuit het begrip voor het leed van die mens.
    ‘Vader, ik heb misdaan tegen God en tegen u’. Tot tweemaal toe komt het zinnetje voor in het verhaal. Dat de zoon in kwestie zijn vader verdriet heeft aangedaan, verstaan we gemakkelijk. Maar dat andere: ‘ik heb misdaan tegen God’, dat voelen wij vandaag minder gemakkelijk aan. Toch is ook dat wezenlijk. We zeggen wel eens dat God zich een wereld gedroomd heeft. Ik denk hier aan die historische woorden van Martin Luther King: ik heb een droom, dat eens in dit land, vrede en verstandhouding zullen heersen tussen alle mensen van alle rassen; of aan Broederlijk Delen ‘de aarde behoort aan allen’. We nemen aan dat God, van bij de schepping, een bepaald ideaal vooropstelde, en dat hij de voltooiing daarvan aan ons overliet. God heeft een bepaalde orde voor ogen, zoals die opgeroepen wordt in dat mooie beeld van het aards paradijs. We moeten dat aards paradijs niet in een ver verleden plaatsen: het ligt veeleer vóór ons: Gods droom ligt in onze handen! Als ons leven afwijkt van dit ideaal, zondigen wij derhalve ook tegenover God; wij werken zijn verwachting van een aards paradijs tegen. En dat is de kern van zonde; het gaat niet zozeer om een inbreuk tegen één of andere wet maar wel om Gods ideaal, dat tegengewerkt wordt.

    En dan is er nog die vader in het verhaal, een wereldvreemde zonderling misschien in onze ogen. Als een kindje gedoopt wordt, vraagt de priester aan de ouders: ‘beloven jullie trouw te blijven aan dit kindje, wat de toekomst ook brengen mag?’ Meer dan ooit is die toekomst thans een groot vraagteken. Je hebt dat als ouder niet echt in handen. Jaren geleden was er op tv een reeks ‘de vrouwengevangenis’. Ik was vooral getroffen door het feit dat zoveel meisjes van 17, 18 jaar ook al in de cel zaten. Wij hopen dat niet, integendeel …maar die toekomst ontsnapt ons. Wij zijn dan wel God niet, maar de Vader uit het verhaal is hier wel een voorbeeld. ‘Beloof je trouw te blijven aan je kind, wat de toekomst ook brengen mag?’
    Het verhaal van de verloren zoon, het is één van de mooiste verhalen, die Jezus verteld heeft, we hebben het dikwijls gehoord en we kennen het goed. Maar het is zeker niet versleten of verouderd.
    ---
    (De eerste foto toont een schilderij van Luc Blomme, waarvoor heel veel dank.)

    ---

    Wat is het evangelie anders
    dan de graffiti van God
    op de muur van de mensengeschiedenis.

    Geen zwaar theologisch betoog
    maar kreten en tekens
    - eenvoudig, vol goedheid,
    soms ontroerend naïef -
    geloof in het licht
    ondanks de duisternis,
    geloof in de mens
    ondanks het beest.

    Een mens die zich bekeert
    en gelooft in het evangelie
    is niets anders dan een teken
    op de muur van de geschiedenis:
    een klein naïef tekeningetje ,
    een graffito,
    dat vertelt van blijdschap in verdriet,
    van rijkdom in armoede
    en van vergeving in plaats van haat.

    Zo werkt God verder aan zijn graffiti
    op de lange muur van onze geschiedenis.
    Niemand ziet wanneer
    en niemand weet waarom.

    Manu Verhulst







    29-03-2025 om 07:45 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    25-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    GEDICHT VAN DE WEEK

    BLAUWDRUKKEN

    Hoe mijn moeder wekenlang
    weloverwogen afscheid nam.
    Ze hield haar hoofd schuin. Ze luisterde.
    Iemand riep.
    Hoe ze er de tijd voor nam: kijk daar, zie,
    een seizoen ruimt plaats voor een volgend seizoen.
    Hoe blauwdrukken van wat komen ging
    maalden door haar hoofd en hoe ze daar ’s nachts
    wakker van lag. Hoe wij ons allemaal klaarmaakten.
    We wisselden elkaar af en schikten bloemen.
    Keken door haar ogen naar de wolken
    en klopten kussens op.
    We hielden ons in stilte bezig maar
    stel mij een vraag en ik zal praten over haar.

    Max Temmerman

    Max Temmerman schrijft gedichten voor ‘De Eenzame Uitvaart’ te Antwerpen, een initiatief waarbij een passend gedicht bij de uitvaart van eenzame overledenen wordt voorgedragen.







    25-03-2025 om 07:49 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    24-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HET VERHAAL VAN FRANS - 7

    HET VERHAAL VAN FRANS – 7

    PATROONSFEEST IN COBÉ:
    VIVA SÃO JOAQUIM E SANT´ ANA

    Als ik het kerkje van Cobé binnenkom hoor ik een zucht van verlichting. Ik ben twee uur te laat, een platte band en een vervuilde luchtfilter. Met deze droogte rij je permanent in een stofwolk. Normaal zou dit oponthoud geen probleem moeten zijn maar vandaag is het wel wat vervelend. Joaquim en Ana worden gevierd, de patroonheiligen van Cobé. Je mag de São en de Santa niet te lang laten wachten.
    Om Cobé te vinden moet je geen wegenkaart raadplegen. De makers van wegenkaarten vinden Cobé te klein om er zelfs maar een stipje aan te wijden. Cobé bestaat niet op de wegenkaarten. Cobé, dat zijn twee straten, een straat met kasseien en een straat met niets, met slijk in de winter en met stof in de zomer. Waar de twee straten samenkomen is er een plein met wat aanplantingen en het mooiste gebouw van Cobé, de kleine kerk van ‘Joaquim en Sant´Ana.’ Die verbinden rijk en arm in Cobé, of beter arm en straatarm.
    Er was even wat ongerustheid. Zou de padre ons vergeten hebben? ‘Zie je wel dat ik gelijk heb!’ roept een oudere vrouw triomfantelijk. ‘São Joaquim en Sant´Ana laten ons nooit in de steek’ Ze zijn te vertrouwen. Ze zijn onze beschermers. Ze brengen de padre vanzelf naar de kerk, met of zonder wagen.
    Het kerkje zit afgeladen vol. Alle deuren en vensters staan open maar het blijft evengoed bloedheet. Voor São Joaquim en Sant´Ana moet je wat over hebben. Ze beschermen, zeker en vast, maar eens per jaar moeten ze daarvoor bedankt worden. Dat dit wat ongemakken met zich meebrengt is normaal. We maken het hen ook niet gemakkelijk.
    De massa vertrouwelingen van de São en de Santa wijken uiteen zodat ik tot bij het altaar kom. Ondertussen wordt er gezongen: ‘Seja bem vindo lélé, seja bem vindo lálá’ Welkom, welkom beste mensen van Cobé, van Mundo Novo, van Alto Bonito, van Riacho dos Patos. Alle aanwezigen uit de nabijgelegen gehuchten en alle familieleden die vanuit het verre São Paulo zijn teruggekeerd naar het geboortedorp voor het patroonsfeest worden vernoemd. Dat duurt zo een klein halfuur. Lélé en lálá voor iedereen. Welkom, welkom. We hoeven ons niet te op te winden. We hebben twee volle dagen voor ons om te feesten.
    Er wordt overlegd wat er nu moet gebeuren. De padre moet de mis opdragen, er moeten kinderen gedoopt, er willen enkele koppels huwen en natuurlijk moet er een processie zijn. Hoe schikken we dat? De processie houden we voor morgen want daarmee eindigt het feest. Na wat geharrewar wordt er beslist eerst de mis te zingen. Dat kan nog net voor de middag.
    De bonen zijn nog niet helemaal gaar en het vlees moet ook nog wat hebben. Dat melden de senhoras die de kookpotten in het oog houden. Naast de kerk staan een aantal grote aluminium schotels te pruttelen op een houtvuur voor de gezamenlijke stamppot van bonen met vlees en groenten. De platte kuipen zijn eigenlijk doordeweekse wasteilen maar vandaag zijn ze bevorderd tot kookpotten.
    Dopen doen we straks, rond vier uur, en trouwen vanavond, dan hebben de bruiden tijd genoeg om zich mooi te maken.
    We zingen dus eerst de mis. Dona Luzia, de gepensioneerde lerares van Cobé, maakt enige bewegingen die de maat moeten voorstellen. Je kan evengoed denken dat ze vliegen wegjaagt. Er valt weinig uit op te maken maar het is de maat. Geen mens die daaraan twijfelt.
    Dona Luzia is het onbetwiste gezag in Cobé. Ze kan lezen en schrijven. Ze heeft generaties Cobézanos voorbereid op hun uittocht naar het verre São Paulo. Vandaag is het voor haar een hoogdag. Veel van haar oud-leerlingen zijn op bezoek met vrouw en kinderen.
    Sâo Joaquim en Sant´Ana brengen voor enkele dagen de families terug bijeen. Sommige uitgeweken Cobézanos zijn er in geslaagd hun weg te maken in São Paulo als metser of schrijnwerker en zijn terugggkeerd met hun eigen wagen. Anderen hebben minder geluk gehad en zijn een drietal dagen onderweg geweest met de lijnbus of de ‘pau de arara’, open vrachtwagens boordevol mensen, waar achterop een aantal smalle planken worden gemonteerd die zitplaatsen moeten voorstellen.
    Dona Luzia heeft iedereen een plaats bezorgd. De kinderen mogen op de grond zitten rond het altaar. De meisjes van het koor moeten plaats nemen aan de linkerkant, dichtbij de koorleidster. De beste plaatsen in het midden van de kerk worden toegewezen aan de vrome leden van het ‘Apostolaat van het Gebed’. De overige kerkgangers zoeken het maar uit daar ze niet tot het vaste cliënteel van het kerkje behoren.
    Het is een bonte bende. De meisjes hebben zich opgemaakt met goedkope lippenstift en andere attributen om zekere blikken op zich te vestigen. Vanavond wordt er gedanst! Dona Luzia heeft er wel voor gezorgd dat ze hun schooluniform aanhebben om buitenissigheden te vermijden. De dames en heren van het ‘Apostolaat van het Gebed’ zijn getooid met het rode lint en de medaille van het genootschap. Zij zijn de vaste ijveraars van São Joaquim en Sant´Ana. Ze ijveren er ieder jaar voor dat er niets op het feest ontbreekt .
    De kerk geurt naar zeep en reukwerk. Iedereen ziet er keurig uit. Je kan nauwelijks merken dat veel van deze mensen in huizen van leem en stokken wonen. Achteraan in de kerk staan de vaqueiros, de koewachters, wat onhandig aan hun leren hoed te friemelen. Eens per jaar komen ze ook naar de kerk om de bescherming van São Joaquim en Sant´Ana af te smeken. Ze zijn de enigen die zich niet speciaal voor het feest hebben uitgedost. Ze brengen de lucht mee van koemest en paardenzweet. Buiten de kerk staan hun paarden te hinniken. Die worden straks na de mis gezegend.
    De mis duurt een paar uur. Onophoudend wordt er gezongen. De bijbel wordt in processie binnengebracht en plechtig op de lezenaar gelegd. Na iedere lezing wordt er in de handen geklapt. De homilie van de padre wordt onderbroken en aangevuld door bedenkingen van de kerkgangers. We mediteren vandaag over het evangelie van de kostbare parel.
    Wie zijn de kostbare parels van onze gemeenschap? Onze kinderen zijn onze parels! Dona Luzia is ook een parel! Ze heeft ons allemaal leren lezen en schrijven. Er zijn nog parels in ons midden: Senhor Joâo die voor de bonen en het vuurwerk heeft gezorgd, Dona Elza die het altaar met rozen heeft versierd.
    Ineens ontdekken we hoeveel kostbare parels er wel zijn in onze gemeenschap. Er wordt enthousiast geroepen voor de kinderen, voor Dona Luzia, voor onze heilige patroon Joaquim, voor onze heilige patrones Sant’Ana, en voor Jezus en zijn woord. Viva de kinderen, viva Dona Luzia, viva Joaquim e Sant´Ana, viva Jesus ...
    Tijdens de offerande brengt iedereen wat mee voor het feest, maniokwortels, bananen, rijst, bonen, olie. We danken voor wat de aarde voorbrengt met de zegen van de Heer. We danken voor de regen die dit jaar niet ontbrak. We bidden opdat de mais verder goed mag groeien, dat de kinderen gezond mogen blijven en dat de heiligen ons blijven beschermen.
    Het wordt stil in de kerk tijdens de consecratie. De mensen heffen de linkerhand omhoog als teken van aanbidding. De ingetogenheid van deze eenvoudige mensen maakt indruk. Hij is hier onder ons, Hij die zijn leven gaf om ons te redden, Hij die méér is dan al wat niet deugt in deze wereld, Jezus ons Heil.
    Met de vredeswens wordt de stilte weer doorbroken. Iedereen omhelst iedereen. Dona Luzia wordt bedolven onder de ‘abraços’ van haar oud-leerlingen. Liturgie en leven lopen door elkaar.
    Nog voor het einde van de mis laat senhor João het vuurwerk knallen. Het is een oorverdovend lawaai. De kleinsten schrikken en beginnen luidskeels te huilen. Het zit namelijk zo; São Joaquim en Sant´Ana hebben recht op vuurwerk dadelijk na de mis.
    Het feestelijk geknal mag niet uitblijven. Anders verliezen de heiligen hun geduld. Senhor João was wat te snel met zijn actie. Doch daarom niet getreurd. Na het feestelijk gespetter volgt de communie en een ingetogen gebed. Nog tijdens de zegen stormt iedereen naar buiten en gooit zich op de stamppot met bonen. Die is veel beter dan vorig jaar. Er zit meer vlees in, en de aperitief mag er ook wezen, caipirinha, rhum met lemoensap en suiker. Caipirinha alleen voor de stoere binken, niet voor de vrouwen en de kinderen. Die drinken limonade. En de padre?
    Daar wordt even over getwijfeld. De padre hoort geen alcohol te drinken. Alcohol behoort tot het domein der zonden. Maar het is feest! Dus mag het voor de padre ook caipirinha zijn, als hij er maar geen gewoonte van maakt!

    Padre Frans
    April 2001







    24-03-2025 om 08:52 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    22-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BIJ DE 3de ZONDAG VAN DE VASTEN

    3de ZONDAG VAN DE VASTEN
    DE BOOM, DIE GEEN VRUCHTEN DROEG…

    ‘Iemand heeft een vijgenboom in zijn tuin geplant.
    Elk jaar gaat hij kijken of er vijgen aan de boom zitten.
    Maar hij vindt er nooit één.
    Daarom zegt hij tegen de tuinman:
    Hak die boom maar om.
    Maar de tuinman antwoordt:
    ‘Heer, laat de boom dit jaar nog staan’.
    (Uit Lucas 13,6-9)

    Vandaag en volgende week gaat het over de manier waarop God ons, zwakke mensen, opvoedt: de pedagogie van God. Twee grote kenmerken tekenen Gods handelwijze: geduld met mensen en bereidheid om te vergeven. Dit is geen aansporing tot laksheid, wel een aansporing om onszelf en anderen niet met schuldgevoelens te beladen, maar om onszelf en anderen, in mildheid, lief te hebben en nieuwe kansen te geven.
    ‘Hak hem maar om’, klinkt het in het evangelie. Mensen kennen soms geen genade voor elkaar. Maar God toont geduld: ‘Laat hem dit jaar nog staan’. Mensen kunnen elkaar veroordelen, en meer dan we denken, veroordelen zij soms ook zichzelf. Schuldgevoelens kunnen terecht zijn. Maar soms worden wij verlamd door onszelf te verwijten, dat wij altijd in de fout gaan en altijd mislukken, ook als wij zo goed mogelijk proberen te leven. Zulke gevoelens doven elke levensvreugde. Hoe kunnen wij opbeuring schenken, aan mensen die zo binnenin gekneusd zijn?
    Een beter beeld van God kan helpen dan. God is niet die strenge, straffende Rechter, voor wie wij volmaakt moeten zijn. Hij is de liefdevolle God, die van ons houdt zoals we zijn. Maar alleen woorden over God volstaan niet. Die God, die Liefde is, moet voelbaar worden. Niemand heeft ooit God gezien, maar aan elkaar kunnen wij iets van Gods Liefde tonen. Als God Liefde is, wil Hij nu reeds in voortekenen aanwezig komen. Lieflijke genegenheid en een warm hart zijn hier zeer belangrijk. Wij kunnen elkaar tonen: ‘Je hoeft dit nodeloze kruis van zelfverwijt niet langer te dragen. Wij houden van je, zoals je bent, omdat jij er bent en omdat je bent zoals je bent.
    Wie in zijn leven nooit vergeving heeft ervaren, maar altijd verwijten moest slikken, kan moeilijk geloven in een God van Liefde, die vergeving schenkt en die het mogelijk maakt om verzoend met zichzelf te leven. Toch is God zo: de Liefde, die volkomen geworden is en altijd met open armen opwacht en ontvangt.
    Als wij proberen Gods goedheid uit te stralen, kan zijn Liefde doorbreken voor al wie klein en kwetsbaar is. Dan worden wij teken van hoop voor mensen die zonder enige reden van binnen gewond zijn geraakt. ‘Ik zal er zijn voor u’, met deze naam maakt God zichzelf bekend. Als wij er zijn voor elkaar, lijken wij een beetje op die God, die er voor ons is.

    Mild worden
    is de rijpste groei van de mens.
    Het is zacht worden in je woorden
    in de klank van je stem, in heel je zijn.
    De blik in je ogen wordt een warm aanvoelen
    omdat je in de mensen om je heen jezelf herkent.
    Het heeft niets te maken met zwakheid.
    Het zit veel dieper. Het is de kracht
    die je doet ontwaken en doet leven.

    Mensen die vanbinnen mild worden
    beseffen wie ze zijn.
    Je oordeelt niet meer over anderen.
    Je bent niet langer hard. Je wilt niet overal gelden
    ten koste van je medemensen.
    Je luistert omdat elke andere
    een voortdurend wonder is.
    Je geniet van zon en regen
    en van heel kleine dingen.

    Dikwijls zie je die mildheid
    bij mensen die veel geleden hebben.
    Ze horen en zien alles anders.
    Wie mild wordt heeft zichzelf overwonnen.
    Een dankbare zucht van bevrijding welt uit je op:
    je houdt van de mensen omdat je geleerd hebt
    van jezelf te houden niet zoals je zou willen zijn
    maar gewoon zoals je bent.

    Karel Staes (1941-2023)







    22-03-2025 om 07:13 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    19-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    GEDICHT VAN DE WEEK

    BLIND

    Toon me het leven, hoor je de twijfelaar zuchten.
    Ik wijs hem op de lachende luchten.
    Ik toon hem groene wouden.
    Ik toon hem de winter met de sneeuw en de koude.
    Ik toon hem het landschap in zijn pracht.
    Ik toon hem de rotsen in hun kracht.
    Ik toon hem de zee, door stormen geteisterd.
    Ik vraag hem te luisteren naar het lied van de lijster.
    Ik toon hem de bloemen overal verscholen.
    De lelies, de rozen en de violen.
    Ik toon hem rivieren, kabbelende stromen.
    Ik toon hem de jeugd met haar hoop en haar dromen.
    Ik toon hem de meisjes met verlangende harten.
    Ik toon hem de zwoegers op de markten.
    Ik toon hem de sterren, de zon, de maan.
    Ik toon hem daden, uit vriendschap gedaan.
    Ik toon hem de blijheid en hartelijkheid.
    Maar toch, hij raakt zijn twijfel niet kwijt.
    Hij kan niet geloven wat hij ziet,
    Want zijn ziel is blind en ziet het niet!

    (John Kendrick Bangs)

    John Kendrick Bangs is een Amerikaanse – veelzijdige – auteur, die leefde van 1862 tot 1922. Het gedicht is vertaald uit het Engels … maar de vertaler is mij niet bekend.







    19-03-2025 om 07:10 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (1)
    17-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HET VERHAAL VAN FRANS 6

    HET VERHAAL VAN FRANS – 6

    NAMORADOS … DE VERLIEFDEN

    Santo Antônio, ja, daar wordt niet mee gelachen. Ik moet naar Barra want padre Nicanor is onwel geworden. Nicanor is 83 en nog altijd pastoor van Mundo Novo. Barra is een klein gehucht dat tot de parochie behoort. Vroeger was er een treinhalte. De trein hield er enkele uren halt en leverde ondertussen het cliënteel voor de talrijke bordelen van Barra. Trein en bordelen zijn nu verdwenen maar de slechte naam van Barra is blijven bestaan.
    Het verdachte gehucht is uitgegroeid tot een kleine gemeenschap van mensen die echt voor elkaar opkomen. En nu is padre Nicanor ziek, en morgen is het Santo Antônio. We kunnen het kleine dappere Barra dat zo intens voor een nieuw bestaan vecht niet zonder zijn heilige laten. Dus weerom over aarden wegen, putten en bulten naar Barra.
    Het is al donker en mijn ogen zijn niet zo best. Ik heb last van mijn diabetes. Maar ik heb geluk, ik moet niet zelf rijden. Zélia, een jonge Franciscaanse zuster van Mundo Novo, brengt mij naar Barra. Ze watervalt van woorden. Ze heeft ook een indukwekkend postuur. ‘Van links naar rechts tante Stien’ denk ik oneerbiedig. Hoe komt Toon Hermans zo ineens in mijn hoofd dwarrelen, zo ver van huis op een verloren weg in Bahia . Lijd ik al aan ‘saudades’ , heb ik heimwee naar België. Voor zover ik weet, helemaal niet maar hoe kronkelen onze hersenen.
    Tussen het geronk van de motor door krijg ik les. Santo Antônio is hier zowat de patroon van de ‘namorados’. Dat zijn de verliefden dus. Valentijn heeft in Barra geen opdracht, wel in Rio en São Paulo. Dat zijn steden die Europa naäpen en commerce doen met Valentijn, de valse onderkruiper. Valentijn is daar trouwens al lang geen Santo meer. In Barra behoren de ‘namorados’ gelukkig nog tot het werkveld van Santo Antônio. De Santo zorgt er trouwens ook voor dat iedere jonge vrouw een prachtige baby krijgt. Zo is Santo Antônio, alles voor de verliefden en de gehuwden, voor de ‘namorados’ en de ‘casados.’ Ja, we kunnen hem niet missen, de Santo.
    Wat zal er in Barra gebeuren vanavond? Er zal een viering zijn, en nadien gaan we de processie en de mis van morgen voorbereiden. We zullen de Santo eens laten zien wat we voor hem over hebben.
    Ik aarzelend, een beetje wantrouwig. Wat staat er mij weer te wachten, een viering van verliefden, hoe moet dat? En ik ben vanzelf al een nuchtere vreemdeling. Wordt dat niet weer een potje Braziliaans snottebellen?
    Het kleine kerkje, blauw-wit, vol licht en gezang en enthousiaste mensen. Ik krijg een plaats tussen de mensen, een gammele bank die ieder ogenblik dreigt door te breken. Ja, ik ben ook een beetje van links naar rechts tante Stien. De kerkbanken zijn berekend op bescheidener exemplaren.
    Vooraan een groepje jongeren met stralende blik. Dat zijn ze dus de ‘namorados’. Maar ze zijn niet alleen, de kinderen zijn er ook bij, en de papais en de mamais van de namorados en de hele oude rimpelmensen zijn er ook, iedereen is er dus.
    Mensen, we hebben een padre, we hebben dus morgen een processie en een mis! De Santo mag tevreden zijn, geen reclamaties, hij krijgt zijn deel, ‘em nome do Pai, do Filho e do Espírito Santo’. En de viering is al bezig. Ze wisselen elkaar af, de namorados. Er wordt gebeden, gezongen, teksten uit de bijbel en niet de simpelste, het boek Wijsheid, Paulus aan de Corinthiërs, de Bergrede. Wie kent er dat nog bij ons?
    Er volgt een schitterende uitleg van een jongeman over de liefde. Geen beuzelpraat. De gerimpelden laten zich ook horen. Grootvader Zé uit de roça veert recht en vertelt zijn leven. Zijn vrouw is te vroeg gestorven, ze was pas 88. Jongens en meisjes, de liefde is heerlijk. Dat weten de jongeren ook al. Maar ge moet trouw blijven en dat is niet gemakkelijk en pas ook op voor de droogte, altijd wat bonen in reserve houden om te kunnen planten maar in ‘32 en ‘33 hadden we helemaal niets, alle bonen waren op en de maïs was ook mislukt en ik moest ver in de stad gaan werken maar het heeft gelukkig maar een jaar geduurd, want toen heeft het weer geregend, en ik had acht kinderen en ze zijn goed getrouwd en ze hebben ook een goed huwelijk en ik heb al meer dan honderd kleinkinderen en achterkleinkinderen.
    Zo gaat ‘papai’ nog een eindje door. Hij spreekt met heel zijn lijf, de handen breed cirkelend in de lucht. Geen mens die er aan denkt hem te onderbreken.
    Het verhaal is niet nieuw en ook niet bijster origineel maar het is een echt verhaal van een echt leven. En daar heeft men eerbied voor. De ‘mamais’ lachen een beetje. ‘Papai Zé is weer bezig’. De kinderen wiebelen ongedurig op de kerkbanken. ‘Wij trouwen niet, wij blijven thuis’.
    Ik moet ook naar voor om commentaar te geven op het evangelie. Dat was in mijn scenario niet voorzien, in het scenario van de namorados wel. Ik sta daar dus totaal onvoorbereid wat portugees aan elkaar te breien. Waar ligt mijn woordenboek, waar zijn mijn teksten? In Mundo Novo, daar ligt alles, zeker weten. Ik parel nogal van het zweet.
    De mensen luisteren aandachtig naar mijn gestuntel. Papai knikt, hij gaat akkoord. Met wat? Ik weet pertinent dat ik totaal onverstaanbaar ben. Maar niet getreurd, op mijn literaIr stuntwerk volgt er toch handgeklap en het is ‘muito bem’.
    De namorados weten van geen ophouden. De viering is al lang gedaan maar ze blijven palaveren over de liefde, de bijbel in de hand. Wij zetten ons in een andere hoek van het kerkje om de processie en de mis voor te bereiden. Papais en mamais zijn bezig Santo Antônio een bad te geven en zijn draagberrie te versieren. Papai Zé is even ontstemd. Hij mag de Santo niet helpen dragen, morgen, te oud en zwakke benen. De kinderen jagen achter de vliegen en wisselen prentjes van Ronaldinho, de ‘krakie’ van onze futebol.
    Viva Santo Antônio!

    Padre Frans
    Juni 1998’







    17-03-2025 om 06:55 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (1)
    16-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TWEEDE ZONDAG VAN DE VASTEN

    TWEEDE ZONDAG VAN DE VASTEN

    EVEN UW HEERLIJKHEID ZIEN

    In die tijd ging Jezus
    met Petrus, Johannes en Jakobus
    de berg op om te bidden.
    Terwijl hij aan het bidden was,
    veranderde de aanblik van zijn gezicht
    en werd zijn kleding stralend wit.
    (Lucas 9,28-29)

    De Tabor, het lijkt wel ontleend aan een boek met fantastische vertellingen. En toch is het weer een heel herkenbaar stukje leven. De feiten zijn verbluffend: ‘zijn gezicht veranderde, zijn kleed werd stralend wit, Mozes en Elia staan in hemelse luister bij Hem.’ Het is sensatie, maar de klemtoon ligt niet daar. De komende kruisdood, daar spreken ze over. Tevoren had Jezus dat ook al aangestipt: ‘De Mensenzoon moet veel lijden, Hij moet verworpen en ter dood gebracht worden.’ Hij had zelfs nog toegevoegd: ‘Als iemand achter Mij aan wil komen, moet Hij zijn kruis opnemen en Mij volgen.’
    Het succesverhaal is voorbij, geen massa’s meer, die achter Hem aanlopen. Wel ruzie met oudsten, hogepriesters en farizeeën. Wat doet dat met de leerlingen? Vol verwachtingen waren zij Hem gevolgd, een onzekere toekomst tegemoet, enkel vertrouwend op zijn Woord. Nu komt de ontnuchtering: waren zij niet op weg met iemand die altijd zou verliezen? Het sprookje is uit, de mooie droom aan diggelen!
    Eerst het geloof in de verrijzenis zal weer hoop geven: Hij is gekruisigd, maar Hij leeft! En Hij leidt ons naar een volkomen leven! Maar dat volkomen leven kan wel eens veraf lijken, onzichtbaar nog achter de einder, voor mensen onderweg.
    Dan is de Tabor welgekomen, een eenzame berg in een land zonder reliëf. Een lichtflits in eentonige dagen. Boven, op de berg, zien zij een glimp van wat hen toen gelokt heeft. De hoop van toen herleeft en wenkt weer.
    Zo zijn ook wij onderweg, met eenzelfde Woord dat ons lokte, en dan tussen hoop en vrees. Soms kunnen angst en twijfel te groot lijken voor ons kleine kunnen. Ons leven kan ons plat tegen de grond slaan. Eigen leed of de massieve pijn van de wereld, zoveel kan ons doen wankelen, ook als wij tevoren die grote genade van een rustig geloof mochten ervaren.
    Weer is het verhaal niet af hier. Als we onze aandacht wakker en onze ogen open houden, kunnen andere ervaringen ons deel zijn. ‘Niemand heeft ooit God gezien.’ Maar soms kunnen wij iets van Hem merken, iets dat de vervulling laat vermoeden van onze diepste hunker. Dat gebeurt niet in lawaai en drukte, wel als het stil wordt in onszelf, als wij aardse begeerten opzij schuiven, en ons openstellen voor God.
    ‘Als de ziele luistert, spreekt het al een taal dat leeft.’ Vergeten wij de stilte niet, opdat wij die taal horen van al wat leeft. Opdat wij het vluchtige schrijven van het schrijverke verstaan: ‘wij schrijven, herschrijven en schrijven nog den heiligen name van God.’

    Leid, minzaam licht, als ik in ’t donker ga,
    Leid Jij mij voort.
    Zo donker is de nacht en ver van huis ben ik,
    Leid Jij mij voort.
    Behoed mijn stappen; ik hoef geen vergezicht,
    Geen wijde horizon te zien:
    Eén stap is al genoeg.

    John Henri Newman: ‘Lead, kindly, light’









    16-03-2025 om 06:51 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    12-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    GEDICHT VAN DE WEEK

    KNUFFELPROBLEEM

    Al mijn vrienden op een rij gezet.
    Nu kijken ze me aan en vragen in koor:
    'Mag ik mee naar je bed aan zee?'
    Papa zei: 'Nee, niet alle knuffels mogen mee,
    vier kunnen mee, de rest blijft hier.'
    Maar elk dier is mijn liefste dier!
    Wie zal de achterblijvers toedekken?
    Wie hen zachtjes met een zoentje wekken?
    En als ze bang zijn in de lege nacht
    wie houdt dan voor hen de wacht?

    Daniel Billiet







    12-03-2025 om 07:23 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    09-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HET VERHAAL VAN FRANS - 5

    HET VERHAAL VAN FRANS – 5

    TAPIRAMUTÁ, TERRA DA BANANA E DO CAFÉ.

    Ik woon nu in Tapiramutá, het land van bananen en koffie. De bananen doen het redelijk, de koffieplanters klagen, te overvloedige regen toen het net niet mocht regenen. Als de koffieplanten in bloei staan mag het niet regenen om de bloesems niet te beschadigen. Alle koffieplanten bloeien vrijwel op hetzelfde moment, slechts één of twee dagen en als het dan regent, is bijna alles verloren.
    Het heeft dus geregend op het verkeerde moment. Gevolg, de meeste landarbeiders worden afgedankt want er zal bijna geen koffie geplukt worden. Veel landarbeiders zijn al vertrokken naar het Zuiden, voor de oogst van het suikerriet.
    Tapiramutá is een parochie van miserie zoals destijds de parochies in Vlaanderen van de ‘astepieten en de bietenmannen’. Geen werk, altijd op schok van de ene streek naar de andere, laag loon, geen sociale zekerheid en de vrouwen alleen thuis met de kinderen. Tapiramutá, een parochie met weinig stabiliteit, komen en gaan. We zijn de vasten begonnen in de kerk met ‘de processie van de de lege pannen’.
    Indrukwekkend is dat, een oorverdovend gerammel met lege potten en pannen. Je moet geen lange preek afsteken: ‘lege pannen, waarom kinderen? Omdat er geen werk is, padre’. Papa is ver weg, ik heb dat niet graag, zucht een klein ventje, en onmiddellijk een koor van kinderen. Mijn papa is ook weg in São Paulo, en de mijne in Salvador voor het suikerriet, ‘Bóias Frias’, worden ze genoemd, de mannen van de koude gamellen, en er zijn er zo duizenden in onze streek.
    In de kerk zie ik enkele mensen wenen. Lege pannen, bittere realiteit, maar de afwezigheid van papa vinden de kinderen veel erger dan de lege pannen. En wat doen we daaraan? Weinig en veel. Weinig, waar moet ge hier beginnen en dan nog als vreemdeling. Veel, want de mensen vragen of er een Eucharistie zal zijn, dan kunnen we bidden, dan is Deus tenminste nog bij ons, alleen Die blijft, alleen God blijft trouw al zijn we door iedereen verlaten.
    Ik krijg brieven die vragen naar ‘mijn projecten’, heel lieve en medelevende vragen van mensen die ons willen steunen. Het belangrijkste project na tien maanden is voor mij nog altijd de taal leren, de mensen van binnenuit leren begrijpen en luisteren, luisteren, luisteren ... en bonen eten, bruine, witte, zwarte …
    We hebben een aantal projecten in ons bisdom, water voor alle mensen in het jaar 2000, landbouwscholen, vorming van pastorale werkers. Er is heel veel samenwerking tussen alle kerkwerkers, priesters, zusters, catechisten, eenvoudige mensen van de roça, noem maar op, maar we verwachten geen plotse veranderingen. De structuren die ons domineren zijn machtiger dan onze povere middelen maar ze hebben geen hart. En als het hart stilvalt sterft iedere cultuur.
    Dit jaar is onze munt, de Real, al met 20% gedevalueerd. Als deze brief jullie bereikt misschien al met 40%, maar de prijzen mogen niet stijgen zegt president Fernando Henrique. Zotte praat natuurlijk, het brood slaat op, de benzine slaat op, de olie, de bonen enz… Maar het loon van de meeste mensen blijft hetzelfde, als het al uitbetaald wordt …
    Hebben onze projecten dan geen zin? Ja en neen. Tegenover de enorme kapitaalvlucht staan wij daar met onze goede wil en onze lege handen. Maar iedere cisterne die we bouwen met povere middelen is water voor een familie en vooral ook een signaal: het kan anders mits wat goede wil. Een kaarslicht in de duisternis, heel zwak en kwetsbaar, maar precies dit kwetsbaar lichtje wordt van ver gezien. De mensen beginnen vragen te stellen. Waarom hebben wij geen water en waarom geen scholen? Want de televisie staat in ieder huis van leem en houten paaltjes en toont een andere wereld.
    Het is hard, de confrontatie met de armoede. Maar het doet mediteren en nadenken. De vraag uit het boek van Lode Zielens: ‘Moeder waarom leven wij?’ Ik leef hier als een monnik, met weinig maar met alles wat ik nodig heb, meubels van stoofhout, zegge één kast, één tafel en vijf stoelen, een oude bureau, vijf teljoren, zes tassen en een plastieken bak met lepels en vorken, wat potten en pannen. Ik heb een bed, veel te hard voor mijn rug, maar er zijn twee nieuwe besteld die op weg zijn, voor als er bezoekers komen.
    En toch leef ik met overvloed want ik eet alle dagen, mijn huis is van steen en niet van modder en ik heb twee badkamers en een paar diplomas, waarmee ik kan lezen en schrijven en ook een beetje rekenen want dat is mijn sterkste kant niet. En, opperste zaligheid, iedere zondagavond is er een frisse pint, 600 mililiter Antartica, om de smaak niet te vergeten, heerlijk fris uit mijn koelkast, want die heb ik ook.
    Dus, met weinig ben ik toch een rijk mens. Ik heb zelfs een nieuwe rode Golf, Lula genaamd, omdat Lula de voorzitter is van de Arbeiderspartij, de enige serieuze oppositiepartij waarop de hoop van velen gevestigd is.
    De kerken lopen hier vol of leeg zoals bij ons. Met Aswoensdag een volle kerk omdat de mensen dan graag wat as meenemen naar huis om in het water te strooien als ze ziek zijn. Daar geneest ge dan rap van. Ja, in Gits was dat ook zo, met de palmtakken van Palmzondag, drie kuipen vol en ik moest er ieder jaar nog bijsnijden.
    Ook hier hebben de mensen veel vragen en twijfels. Het aantal kerken neemt toe, de Assembléia de Deus, het ‘Quadrangular’ of het vierkantig evangelie, de Universele kerk van Jezus, de Pentecostais enz … Daarnaast overblijfselen van Afrikaanse godsdiensten, candomblé, macumba, orixás en allerhande esoterische toestanden.
    Daartussen zijn de pastoors één van de velen, voor de enen de zonen van de duivel en voor de anderen de padre, de nabijheid van Deus in onze comunidade. Maar toch is er verschil met Europa. Er is de universele overtuiging dat er een God bestaat. Atheisme is hier een uitzondering. Onze president Fernando Henrique Cardoso heeft het eens gewaagd te verklaren dat hij agnosticist is. Alle Brazilianen verontwaardigd. Zijn politiek mandaat wankelde. De lepe vos had zich even ferm misrekend. Hij hoopte op sympathie maar kreeg het deksel op zijn neus.
    Brasil is een vreemde cultuur met vreemde kronkels. Tijdens het laatste carnaval was het succeslied een naar mijn gevoel belachelijk godsdienstig lied van padre Marcelo Rossi, priester Marcel die al miljoenen CD´s verkocht heeft. Tekst van het lied: ‘Steek je handen omhoog om God te loven’. Een carnavalslied met een tekst over God. Stel je voor bij ons.
    Dit lied werd zeer geaprecieerd door de gauwdieven die tijdens het enthoesiaste gezwaai met de armen omhoog wat dieper afdaalden om snel de beurzen te ledigen. Het beste carnavalslied in jaren vonden ze. Zoiets is allleen in Brasil mogelijk.

    Padre Frans
    Maart 1999







    09-03-2025 om 18:26 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    08-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.EERSTE ZONDAG VAN DE VASTEN

    1ste ZONDAG VAN DE VASTEN
    ‘NAAR DE WOESTIJN’

    Elk jaar horen wij bij het begin van de vasten dat Jezus door de Geest naar de woestijn geleid wordt. Hij wordt daar op de proef gesteld. Zo moet zijn verder leven duidelijk worden.
    Elk jaar ook worden wij gevraagd om met Hem mee te gaan en onze keuzes bij te werken: kiezen wij voor een leven alleen maar voor onszelf, of willen wij een leven leiden in dienst van God en van de mensen?

    ‘WAARTOE IS HIJ GEKOMEN?’

    Jezus heeft zowat 30 jaar in Nazareth geleefd en staat nu op een keerpunt. Hij gaat naar de woestijn om te overwegen hoe Hij zijn verdere leven wil uitbouwen. Welke weg zal Hij kiezen?
    ‘Zal Hij de rotsen in brood veranderen!’ zoals de duivel Hem ingeeft? Zal Hij kiezen voor geld en rijkdom in overvloed, voor schuren en bankrekeningen die overvol zijn? Het had gekund, maar Jezus wijst die keuze af … Want daarvoor is Hij niet gekomen!
    ‘Zal Hij heersen over alle landen en koninkrijken!’, zoals de duivel Hem eveneens voorstelt? Zal Hij ervoor kiezen om de macht van alle keizers en koningen in zijn persoon samen te brengen? Het was mogelijk geweest, maar Jezus wijst die mogelijkheid af … Want daarvoor was Hij niet gekomen!
    ‘Zal Hij van het dak van de tempel springen’!, zoals de duivel Hem tot slot influistert? Wil Hij de beste acrobaat en de beste clown worden, die men ooit gezien heeft in een circus! Zal Hij het strafste nummer ooit brengen? Jezus wijst het af … Want daarvoor was Hij niet gekomen!
    Hij was als mens gekomen om de minste der mensen te worden, vernederd tot de dood. Opdat ook de kleinste mensen leven zouden vinden, en wel leven in overvloed … Want daarvoor was Hij gekomen!
    Om mens voor de mensen te zijn.

    Heer Jezus,
    wij lopen soms als vreemdelingen op deze aarde rond,
    helemaal van streek gebracht door het geweld
    en de scherpe tegenstellingen.

    Als een zachte bries zendt Gij uw Geest van vrede over ons.

    Geef de woestijnen van onze twijfels een ander aanzien
    en maak ons klaar
    om verzoening te brengen
    op de plek die Gij ons toewijst,
    tot het moment komt
    waarop alle mensen
    vrede mogen verwachten.

    Broeder Roger Schutz







    08-03-2025 om 07:03 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    04-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ASWOENSDAG

    ASWOENSDAG

    Vandaag beginnen wij een nieuwe vastentijd. Doorgaans lijken alle dagen gewoon hetzelfde. Zo licht en zo vanzelf sleept het leven ons mee in doordeweekse dagen met alleen maar daagse dingen.
    Tegen deze achtergrond wordt vasten een herademing van ‘vrije tijd’, een tijd van herwonnen vrijheid: een nieuwe adem, los van gewoontes, die opgedrongen worden en ons denken en doen domineren, los van invloeden die onvrij maken, los misschien nog bovenal van rimpels die de tijd op onze ziel gelegd heeft.
    Herademen is stilstaan, kijken en keren: halt houden en rondkijken waar het goede echt te vinden is; terugkeren naar wegen, die ten leven leiden, ons afkeren van onverschilligheid en egoïsme; de rug toekeren naar elke vorm van onwaardigheid die wenkt en dreigt, en ons bekeren tot een liefdevol leven zoals dat in het diepste van ons hart is ingeschreven.

    Zoals een hinde smacht naar stromend water,
    zo smacht mijn ziel naar U,
    o God.

    Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God,
    wanneer mag ik nader komen
    en Gods gelaat aanschouwen?

    Tranen zijn mijn brood, bij dag en bij nacht,
    want heel de dag hoor ik zeggen:
    ‘Waar is dan je God?’

    Wat ben je bedroefd, mijn ziel, en onrustig in mij.
    Vestig je hoop op God,
    eens zal ik hem weer loven,
    mijn God die mij ziet en mij redt.
    (uit psalm 42)







    04-03-2025 om 17:42 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    03-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HET VERHAAL VAN FRANS - 4

    HET VERHAAL VAN FRANS - 4

    MILAGROSA … MIRAKELMEISJE

    Gisteren naar Pintadas geweest. Vijftig kilometer ver over een aarden weg. Putten en bulten, zwaaien en zwieren in de jeep. Langs de weg alleen ‘mandacarus’, grote cactussen die volop in de ‘sertão’(1) groeien, en veel droogte, stof, struiken die staan te sterven, gevolg van de grote droogte, hier en daar een koe of een ezel. Hoe kunnen er hier tienduizend mensen leven bijna zonder water.
    Er is een project geweest van een Franse organisatie om honderden cisternes te bouwen en een vijftal kleine stuwdammen om het water op te houden. Er werd zelf een landbouwschool gebouwd voor een zestigtal leerlingen. Vanuit Frankrijk is er een delegatie komen opdagen om te vorderingen van de werken na te gaan. Ik moet een beetje tolk spelen want de Fransen kennen geen woord portugees.
    Het is indrukwekkend wat we zien. De mensen werken allemaal mee, gratis. Dat noemt men hier ‘mutirão’, gratis arbeid in dienst van de gemeenschap. Met weinig geld doet men hier wonderen. Naast de aarden stuwdam een veld bladcactussen. De bladeren van de bladcactus dienen als voedsel voor het vee. Zelfs bij maandenlange droogte blijven de cactussen groeien. Daar zit het geheim: als er geen gras meer is eten de koeien cactusbladeren. Dus zelfs bij heel lange droogte kan men hier overleven.
    We bezoeken een schooltje in de ‘roça’. De roça dat is alles wat ergens verloren ligt buiten het dorp. Er zijn 36 leerlingen in de klas, de jongste is 6 en de oudste is 22 jaar. De juffrouw zelf is 18 jaar, een hele mooie juffrouw trouwens. Ze legt alles uit. ‘Dit is onze klas’ zegt ze. ‘Waar’, vragen wij. Wel daar, zegt de juffrouw en ze wijst naar een klein kotje. Boven het kotje hangt een uithangbord : ‘Bebe Antartica’, ‘drink Antartica’, dat is hier het bier.
    Jamaar, dat is een bar waar ze rhum en bier schenken. Juist, zegt de juffrouw, maar dat is alleen ‘s avonds, overdag is dat onze school, kom maar kijken. We gaan het cafeschoolkotje binnen. Vuile muren en een toonbank vol flessen. De toonbank is de lessenaar van de juffrouw. Achter de toonbank een klein bord met bovenaan wat krijtstreepjes .
    Dat stukje bovenaan mag ik niet uitvegen, zegt ze, want dat zijn streepjes van klanten die op de poef gedronken hebben, maar hieronder is nog plaats genoeg en daar mag ik wel op schrijven. De cafebaas kan niet tellen en trekt daarom lijntjes op het bord telkens een klant niet betaalt. Vijf lijntjes is een rood bankbriefje, weet hij, en zo doet hij zijn handeltje.
    Hoe geraken jullie met zesendertig in dat kotje? Simpel, lacht de juffrouw, ik ga eerst binnen en dan komen de kleintjes, die zitten op de schoot van de groteren, gewoon op de grond. Dan komen de tien stoelen voor de grootsten en dan zit ons caféschoolkotje stampvol, dan begint de les. We zingen het Onze Vader.
    Er zijn zes schoolboeken voor gans de klas en iedere leerling mag van de juffrouw een balpen lenen. De oudste leerlingen krijgen een taak en gaan naar buiten om tussen de rotsen hun taken af te werken. Papier wordt langs alle kanten volgekriebeld tot er nergens een plaatsje meer vrij is. Dan krijgen de kinderen een nieuw blad van de juffrouw. Schriften zijn er niet.
    Na een tijdje is het caféschoolkotje weer leeg en zit iedereen buiten te werken, gewoon op de grond ergens waar wat schaduw te vinden is is. De juffrouw kan nu ook terug buiten en gaat overal rond waar de leerlingen in groepjes zitten te werken. Ja, ze weet verschrikkelijk veel, onze professora knikken de volwassen kinderen.
    Tegen de middag houden we even op, dan eten we allemaal een broodje en spelen of zingen we wat. We hebben hier wel geen toilet, dat is nogal ambetant. Het water komt toe in een kleine ton, alle dagen vers, want anders raakt het door bacterieën besmet. Het bier en de rhum laten we staan, dat is voor de activiteiten die zich na zonsondergang ontwikkelen.
    Ja, zo gaat dat hier, heren uit Frankrijk. Het caféschoolkotje staat midden in de roça, nergens een huis te bespeuren. De kinderen stappen uren te voet om het schooltje te bereiken. De juffrouw vertrekt iedere morgen om zeven uur vanuit het centrum van Pintadas.
    Met wat geluk kan ze soms meerijden met een ezelkarretje of met de tankwagen, die overal rondrijdt om de cisternes met water te vullen. Tegen 9 uur is ze gewoonlijk bij het caféschoolkotje. ‘s Avonds dezelfde weg terug, rond zes uur, net voor het donker wordt, is ze weer thuis.
    Wat verdient de juffrouw, 3 tot 4 real per dag. (120 Bfr, een kg bonen kost nu 3 real)(2), dus werken voor spek en bonen zoals we in Vlaanderen zeggen. Alleen is het hier alleen voor de bonen want het spek is er niet bij.
    We staan paf, pafferdepaf, de Franse delegatie en de Belgische padre. We zijn er stil van. Wat ontroert het meest, het enthousiasme van de schooljuffrouw of de vrolijkheid van de kinderen?
    Opeens willen we rap weg, het is ons teveel, we zijn geraakt tot het diepste van wat geraakt kan worden. We geven de juffrouw een dikke ‘abraço’ en we zwaaien naar de kinderen terwijl we met de jeep doorrijden. Ze zingen ons na.
    Wat verder moeten we even stilstaan om te bekomen van onze emoties. Het is stil in de jeep. We horen elkaar denken. Ze vliegen naar de maan, ja, en de gazetten staan er vol van maar wat die schooljuffrouw van 18 jaar doet, daar is al de rest maar gortepap bij, de competoeters en de emailders en alles wat wij verder zo verschrikkelijk belangrijk vinden..
    ‘s Avonds dragen we de mis op voor de schooljuffrouw en de 36 volwassen kinderen. Plots ontdekken we dat we niet eens weten hoe de moedige schooljuffrouw noemt. We zijn er een beetje beschaamd om. Laten we haar dan maar ‘Milagrosa’ noemen denk ik luidop, mirakelmeisje. En we bidden voor Milagrosa en haar wonder cafeschoolkotje.

    Padre Frans
    Mei 1998

    (1) De ‘sertão’ is een droog en dor gebied in het Noordoosten van Brazilië.

    (2) Thans is de wisselkoers: 1 real is ongeveer 0,16 euro en omgekeerd is 1 euro ongeveer 6 reais (meervoud van real)







    03-03-2025 om 07:28 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    01-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BIJ DE 8ste ZONDAG C

    ACHTSTE ZONDAG DOOR HET JAAR C
    ‘WAAK VOORAL OVER JE HART’

    Als we over bomen spreken gaat het algauw over hun vruchten, de smaak, de voedingswaarde. En als we over mensen spreken hebben we het over wat ze doen. En dan zijn we gemakkelijk geneigd om anderen op hun tekorten te wijzen, maar vergeten dat we zelf ook niet zo perfect zijn.
    Jezus spoort ons aan om toch maar eerst eens te kijken naar ons eigen persoontje, vooraleer we een ander bekritiseren.

    Een goed mens haalt uit de voorraad van zijn goed hart
    het goede te voorschijn,
    en een slecht mens uit zijn slecht hart het slechte;
    want waar iemands hart van vol is,
    daarvan spreekt zijn mond.
    (Lucas 6,45)

    ‘WAAR HET HART VAN VOL IS …’

    ‘Waar het hart van vol is, loopt de mond van over.’ Het is een spreekwoord geworden in onze taal. Spreekwoorden ontstaan vanuit een lange ervaring van mensen. Ze geven weer wat mensen misschien eeuwenlang al ondervonden hebben, in het dagelijkse leven. En uit die lange ervaring is dan een spreekwoord ontstaan. We moeten nu niet scrupuleus en zeker niet schijnheilig worden als we spreken, maar het is toch goed om op onze woorden te letten. Uit datgene wat we zeggen komt toch wel naar voor wie we zijn.
    Jezus geeft hier nog tweede goede raad: ‘Zie eerst naar jezelf, voordat je verwijten gaat maken aan anderen. In dit verband is het een rare vaststelling: we verwijten aan anderen heel dikwijls net die dingen die we zelf verkeerd doen.
    En dan nog iets: het is een oude kwaal om mild te zijn voor onszelf en streng voor anderen. Het evangelie vraagt ons hierbij om nederig te zijn en zachtmoedig, want uit een goed hart komt barmhartigheid voort, en woorden die mild zijn. Het evangelie vraagt ons om met de ogen en het hart van Jezus te zien, bewogen door Gods barmhartigheid voor iedereen. Laten we dus vooral deze oude wijsheid niet vergeten:

    ‘Van alles waarover je moet waken,
    waak vooral over je hart, het is de bron van je leven.’

    Elke dag
    waarop wij een beetje goedheid betonen,
    is een dag
    die de dood niet meer
    van de kalender kan wissen.

    Christian Bobin







    01-03-2025 om 06:52 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    26-02-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    GEDICHT VAN DE WEEK

    WEG

    Dag in dag uit nam hij het woord,
    mijn vader. Gedragen en kalm
    gaf hij zijn adem aan een psalm
    zoals dat na de maaltijd hoort.

    Ik wist: aan alles was gedacht,
    het kwam wel goed. Geduldig bracht
    hij ons naar de vertrouwde verte
    met wuivend riet en struikgewas

    en in dit waterlandschap werd de
    waarheid een pad door het moeras,
    een weg, veilig genoeg om er te
    wandelen, zolang mijn vader las.

    Harmen Wind (1945 - 2010)







    26-02-2025 om 07:28 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    24-02-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HET VERHAAL VAN FRANS - 3

    HET VERHAAL VAN FRANS - 3
    TUDO BEM IRMÃ, TUDO BEM(1) !

    Met vijf zijn ze, de kinderen. Het oudste is nauwelijks nog een kind. Vijftien en al vier maand zwanger. Hun moeder is plots gestorven, dezelfde dag al begraven, zonder ceremonie en zonder tranen. Tranen zijn er elke dag, en dus gewoon …
    Vader is zoals de meeste vaders ver weg van huis, seizoenarbeider in de Mato Grosso. Van vader geen taal of teken meer. Er lopen vreemde geruchten in het dorp. De seizoenarbeiders van de Mato Grosso zouden niet betaald worden. Wie protesteert zou geruisloos verdwijnen. Overtrokken verzinsels van door armoede gepijnigde mensen of waarheid? Niemand durft het gerucht bevestigen.
    De Mato Grosso is zo ver, duizenden kilometers. De mannen zijn al maanden weg en ach, er wordt ieder jaar wel weer een nieuw onheil voorspeld. Morgen zijn ze misschien al terug met een gevulde beurs. Morgen is alle leed allicht voorbij. Hoop, onzekerheid en twijfel zweven over het dorp.
    Het huis waar moeder gestorven is durven de kinderen niet meer betreden. Daar hangt de dood. De dood heeft geen vriendelijk gezicht. Ook niet voor kinderen die door de miserie al gehard zijn. Ze wonen nu een huis verder, bij de grootouders, ook een huis in adobe, opeengestapelde blokken aangedrukte aarde.
    Irmã Velzi, Zuster Velzi, vermoedt dat de kinderen problemen hebben. Zij werkt al achttien jaar in de parochie. Ze heeft het lastig door de aanhoudende droogte. Er is geen oogst dit jaar, alles verschroeid en opgedroogd. Velzi is verantwoordelijk voor de bedeling van de noodrantsoenen bestemd voor de wijk . Dat is een uiterst delicate opdracht. Er is meer honger dan voedsel.
    Er wonen nu drie kinderen bij haar die geen familie meer hebben. Je kan die toch ook niet onder de blote hemel laten. Lieve kinderen, Moisès, Ronaldo en Carmélia, maar ontzettend druk. Moisès vernielt de kleine tuin met zijn voetballende vrienden, Ronaldo laat overal troep slingeren en de ondeugende kleine Carmélia springt voortdurend op bedden en zetels. Geen minuut rust in huis met die troep. Irmã Velzi is ook geen dertig meer. Ze loopt in de zestig. Vandaar de vermoeide randen onder haar ogen.
    Als we het huis van de grootouders naderen is het meteen duidelijk dat Irmã Velzi zich niet vergist heeft. We horen geschreeuw. Grootmoeder weet geen raad met de vijf kinderen die ongevraagd binnengetuimeld zijn. Ze is wanhopig. Wat moet dit stokoude mens nog met vijf kinderen ? En het oudste meisje in verwachting!
    Klappen uitdelen en onophoudend schelden is haar manier van doen. Ze is nochtans van goede wil, grootmoeder, maar de last is haar werkelijk te zwaar. Bovendien is ze doodsbang dat de kinderen zich zouden bezeren.
    Daar is wel reden toe met de diepe waterput naast het huis en het veld vol bladcactussen. De kinderen moeten maar de ganse dag binnen blijven. Grootvader vlucht naar zijn ‘roça(2)’, teveel lawaai in huis, en ik heb nog werk met de bonen. Er zijn geen bonen, het heeft niet geregend.
    Grootmoeder is niet opgezet met ons bezoek. Tudo bem? waagt Velzi voorzichtig, alles goed, senhora(3)? Jazeker, alles goed zuster, graças a Deus(4). De kinderen zijn luidop aan het wenen. Waarom ze wenen? Ach, die zijn immers nooit tevreden, irmã, ze zijn zo rotverwend geweest door hun moeder. JézoesMaria ...
    Er ontspint zich een moeilijk gesprek. Velzi wil weten hoe het met de kinderen gesteld is. Grootmoeder staat op haar eer en verzwijgt koppig de waarheid. Tudo bem, graças a Deus ... Je laat nooit merken dat je arm bent. Armen beschermen hun eer, gelukkig maar! Hun eer is alles wat hun rest. Maar de kinderen zijn daar ook en die hebben dringend hulp nodig. Vragen en antwoorden lopen door een spanningsveld, grootmoeder mag niet vernederd worden maar de manifeste nood van de kinderen moet en zal gelenigd worden!
    Of ze al gegeten hebben vandaag? JézoesMaria, hun buikje spant van het voedsel. Van de wormen, stelt Velzi vast. Ze hebben dus vandaag nog niets gegeten. Wanneer dan wel? Gisteren, wat bonen. Was er vlees bij de bonen? JézoesMaria, is de irmã op haar kop gevallen. We hebben hier toch geen koelkast, alleen een petroleumlamp! Hier op den buiten is geen elektriciteit, we kunnen geen vlees bewaren!
    Hoeveel bonen zijn er nog in huis? Meer dan genoeg, irmã! Waar dan? Daar, zie maar zuster. In de hoek van het krot ligt een smerige zak met hooguit een kwart kilo bonen voor zeven mensen. Velzi haalt vier kilo bonen uit haar tas. Maar zuster, zoveel, ze zullen zich ziek eten! De bonen worden toch aanvaard. Voor de kinderen dan, want wij hebben niets nodig. Het protest is maar voor de eer. De kinderen geven geen krimp. Ze staren naar de grote kartonnen doos die Velzi bij heeft. Welke heerlijkheden zijn er daarin nog voor hen verborgen?
    Hebben ze nog genoeg kleren want het is winter? JézoesMaria, ziet de zuster dan niet dat ze kleren aanhebben. De kinderen hebben inderdaad wat vodden om hun lijf. Het jongste kindje niet, dat hoeft niet.
    Het is nog maar acht maand en ik kan geen kleren meer wassen, rheuma in de handen, JézoesMaria. Jamaar, het meisje van vijftien kan dat toch voor jou doen, senhora. Ze is toch al oud genoeg. Straks wordt ze moeder. Die daar, JézoesMaria, zulk een luie trien, die voert geen lap uit , alleen maar janken en klagen.
    Er komen een hoop kleren uit de wondere doos van Velzi. Één voor één mogen de kinderen passen. Dit voor overdag en dit voor de nacht als het koud wordt. Let op dat je geen griep krijgt, want medicamenten zijn onbetaalbaar. Zwijgend trekken de kinderen de nieuwe kleertjes aan. Grootmoeder verzamelt de lorren. Die kunnen nog dienen voor het poetsen van de petroleumlamp.
    De kinderen laten niets merken. Grootmoeder zou dat niet nemen. We hebben immers niets tekort en tudo bem. Dat is het principe. Het meisje van vijf krijgt een fris jurkje aangepast. Het is direct een ander kind, een mooi kind met een open en blij gezicht. Als grootmoeder voorover buigt om de vodden op te rapen laat ze even haar vreugde blijken. Een sprongetje in de lucht en frivool met het jurkje zwaaien. Obrigado, dankjewel en zoveel bloemetjes op het jurkje, rood en geel en blauw. De kleuren worden geteld. Bloemen hoeven we hier niet, gromt grootmoeder. Het kind verstijft. Wat staat haar straks te wachten als het bezoek verdwijnt.
    Ongenadig gaat Velzi door met haar vragen. Het welzijn van de kinderen contra het eergevoel van de grootmoeder. Het lijkt wel een rekwisitoor. Waar slapen ze? Op de grond. Zijn er dekens. Neen. Zijn er matrassen? JézoesMaria, matrassen, wat een gedacht! Zijn er dan misschien strooien matten om op te slapen? Não(5), ook niet. Gaan de kinderen naar school? JézoesMaria, waar is dat nu goed voor, hier in de wijk leest niemand de gazet.
    Hebben de kinderen al papieren, een geboorteacte? JézoesMaria, papieren? Die worden opgegeten door de muizen. Ik merk nu pas dat de muizen al een stuk van de kalender aan de wand verorberd hebben. ‘Banco do Bra … ‘ lees ik, ‘sil van Bra-sil’ is in de maag van de muizen verdwenen. Ongewild moet ik lachen, het grootkapitaal opgeslokt door stomme muizen. De armoede wreekt zich op de verdukker. Muizen, let toch op, senhora, muizen brengen dodelijke ziekten over op de kinderen. Onze muizen niet, die zijn immers ongevaarlijk, JézoesMaria.
    Ja, wat moet grootmoeder dan wel doen. Muizen kan je niet temmen, ook niet met de Banco do Brasil. Waardeloze opmerking beseft Velzi nu ook.
    Als de kinderen papieren hebben krijgen ze meer hulp, betoogt Velzi, dan kunnen ze naar school en daar mogen ze dan gratis eten, iedere middag. Dat is roos. Grootmoeder bedenkt zich en wil nu ook voor de papieren zorgen als de irmã maar even wil helpen.
    Het is allemaal zo verwarrend, het plotse overlijden van haar dochter, de kinderen onverwacht in haar kleine huis en grootvader die maar naar zijn roça vlucht. Wie helpt mij eigenlijk ?
    Niemand, de buren hebben ook tekort en ik durf hen niets vragen. Als ik hen iets vraag zullen ze het zeker niet weigeren maar dan hebben ze straks zelf tekort. We hebben allemaal honger en toch .... tudo bem, graças a Deus.
    De weerstand breekt, grootmoeder geeft zich gewonnen. Tranen vloeien. Of de zuster niet wat zeep heeft, wat tandpasta, want ze is een proper mens. En tandenborstels voor de kinderen ook. En of de zuster binnen enkele dagen terug komt. En de kinderen zullen geen slaag meer krijgen, beloofd, maar ik ben zo moe ... zo moe, zuster. JézoesMaria..
    Grootmoeder krijgt een warme abraço(6), een dikke knuffel. Ze is een Senhora, een Mevrouw in al haar ellende. Of ik de Casa van de Senhora mag zegenen. Ja, padre. We bidden heel lang, voor haar dochter die overleden is, voor de kinderen, voor het meisje dat in verwachting is, voor grootvader die naar zijn roça vlucht en voor grootmoeder, a Senhora, en voor Nossa Senhora(7), die zoveel miserie gekend heeft met haar Zoon Jézoes, maar ook onder het kruis bij Hem bleef staan. Heer zegen dit paleis, dit huis van aarde en houten palen, hou de dakpannen vast, vooral als het onweert en dat het wat mag regenen, voor de bonen van grootvader …

    (1) Alles in orde, zuster, alles in orde.

    (2) De ‘roça’ is een stukje grond, ver buiten het centrum waar sommige mensen wat groenten kunnen telen of een beetje landbouw uitoefenen.

    (3) Uit te spreken als ‘seinjora’.

    (4) Graças a Deus = Godzijdank

    (5) Não = neen, in het Portugees. Wordt ongeveer uitgesproken als ‘nau’, maar nasaal.

    (6) Abraço, uit te spreken als ‘abrasoe’ en betekent zoveel als ‘een knuffel’, in Brasil wordt een abraço zeer vaak gegeven als men iemand ontmoet.

    (7) Nossa Senhora = Onze Lieve Vrouw

    Padre Frans
    Juni 1998







    24-02-2025 om 08:15 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    22-02-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    BIJ DE 7DE ZONDAG C: ‘VAAR NAAR EEN STER TOE’

    ‘Wees barmhartig,
    Zoals jullie Vader barmhartig is.’
    (Lucas 6,36)

    Vandaag geeft Lucas het slot van de Bergrede: ‘Wees barmhartig, zoals jullie Vader in de hemel barmhartig is. Hij vraagt ons om goed te zijn voor iedereen en niet alleen voor onze vrienden …
    Jezus had het dikwijls aan de stok met farizeeën en schriftgeleerden, die sterk op de uiterlijke naleving van de wet hamerden, maar innerlijk ver van God stonden: ‘dit volk eert mij met de lippen, maar hun hart is ver van mij.’ Voor Jezus gaat het niet om de schone schijn, maar om de bekering van het hart: ‘Een rouwmoedig en vermorzeld hart, zult gij niet verwerpen.’ ‘Overdenk eens wat dit wil zeggen: Barmhartigheid wil ik, geen offers.’ Zorg ervoor dat je een nieuw en warm hart hebt, en laat je daden ontsprongen uit de warmte van je hart.
    De Joodse wet, waarmee Jezus opgegroeid was, had vele puntjes en regeltjes. Hij geeft er ook vele voorbeelden, voor Jezus gaat het niet om die regeltjes: ‘jullie weten dat aan je voorouders gezegd is … Maar ik zeg u …: wees barmhartig zoals jullie Vader in de hemel barmhartig is’. Kortom er is maar één gebod: liefde … en de maat van de liefde is de liefde zonder maat.
    Dat is geen concrete regel of wet. Het is een grondhouding, een diepe keuze die onze concrete daden richting geeft. Je bepaalt voor jezelf waar je met je leven naartoe wil en dan tracht je consequent te handelen volgens deze keuze.
    Concrete voorbeelden kunnen nuttig zijn, maar het zijn niet meer dan voorbeelden. In de eerste plaats komt het aan op de diepste keuze die we maken. Zoals iemand ooit eens heel mooi zegde: ‘Maak je leven aan een ster vast.’ En vaar naar deze ster toe!

    Geef ons de ruimte

    O Meester, leid ons door de wet,
    in kleine lettertjes geschreven,
    de puntjes op de i gezet,
    naar buiten, naar een beter leven.

    Want daar is hoger, daar is meer
    dan wat er staat in dorre boeken;
    daar is de wijsheid van de Heer
    die niet in letters valt te zoeken.

    O goede Meester, leid ons door
    de smalle gang van angstideeën,
    en ga ons als verlosser voor
    tussen de harde Farizeeën.

    Geef ons de ruimte, 't open veld
    en leer ons daar de regels lezen
    die, door de liefde ingesteld,
    de mens van kwaad en kou genezen.

    Er is een wet, met haar gebod,
    maar goede Meester, ver daarboven
    is er een liefdevolle God,
    en daar doet u ons in geloven.

    Michel van der Plas







    22-02-2025 om 07:38 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    18-02-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    GEDICHT VAN DE WEEK

     

    AAN DE AVOND VAN DEZE MORGEN

     

    Aan de morgen van deze avond
    en aan de avond van deze morgen
    komen wij tot u,
    vader, die ons in het goddelijk oog
    houdt gevat en vragen wij u
    laat ons niet vallen,
    hoe gevaarlijk wij ons
    buigen over de rand
    boven het niets,
    houd ons vast.
    Maak op de penduulslag
    van middernacht weer een zon
    voor de ochtend van morgenochtend
    en schep de nieuwe bloedleeuwerik.
    Geef ons vrede
    aan de morgen van deze avond,
    aan de avond van deze nacht.

     

    J. B. Charles (1910-1983)

     







    18-02-2025 om 10:30 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    16-02-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.PICOLEE

    HET VERHAAL VAN FRANS – 2

    PICOLÉ ... PICOLÉ ...

    Er wordt nadrukkelijk aan mijn broekspijpen getrokken. Dit is nogal hinderlijk want wegens vermageren schuift mijn broek zo naar beneden. Ik grijp in paniek naar mijn broeksriem om het gevaar te voorkomen. Een padre met afgezakte broek verliest alle geloofwaardigheid. De seingever blijkt grote ogen te hebben en hoofdzakelijk uit snot te bestaan. ‘Picolé’, lispelt hij ‘Picolé’... Picolé is waterijs op een stokje. Meer uitleg wordt door de seingever niet verstrekt: Picolé, picolé …
    Het is namelijk feest in Tapiramutá, feest van onze patroonheilige, met een processie, kraampjes vol heerlijkheden, een dansfeest op het dorpsplein onder de sterrenhemel die voor de gelegenheid met gekleurde lintjes wordt versierd en ‘picolé-ijsjes’ voor de kinderen…
    Mijn seingever heeft het duidelijk moeilijk. Voor hem géén picolé want de zonodige fondsen ontbreken. En een feest zonder picolé is voor mijn seingever een onoverkomelijke ramp, erger nog dan een afgerukte broek. ‘Dez’ zeggen zijn ogen ‘dez’. Hij spreidt de vingers van beide kleverige handjes. ‘Dez centavos padre’. Tien centavos heeft hij nodig voor zijn heerlijkheid, tien centavos zullen wanhoop in feest veranderen.
    Ik tast in mijn broekzak naar mijn buisjesgeld. Ja, dat is speciaal geld, munten opgeborgen in een leeg plastieken buisje van medicamenten, een permanent noodfonds om rampen van kinderen te voorkomen. Twee muntjes van vijf centavos en Snot is weg. Even later is hij terug. ‘Dit is geen dez’, zegt hij wat verongelijkt. ‘Dez centavos’ is groter weet hij. Ik leg aan het snot uit dat twee muntjes van vijf samen net ‘dez’ zijn. Even licht het wantrouwen nog op. Is dit zaakje wel zeker? Ik knik nadrukkelijk en Snot weer weg, overtuigd nu, hard rennend naar zijn feest. ‘Picolé, picolé, picolé... ‘
    De processie vertrekt. Hopen mensen devoot zingend. De patroonheilige voorop. Ik voel een kleverige hand in de mijne wringen. Snot is terug, stralend, zonder picolé… ‘Fluitje gekocht’, zegt hij: ‘Beter dan picolé, gaat langer mee en ook dez centavos’. En om zijn besluit kracht bij te zetten begint hij met bolle wangen op het ding te blazen. Het plastieken fluitje ziet er uit als een vogeltje. Als je het vult met water en aan een staafje trekt, borrelt en fluitert het ding net als een vogeltje. Een moment van herkenning, zoiets heb ik ooit ook eens gekregen toen het kermis was op onze Sint-Jansparochie in Oostende. Ik glunder mee met Snot. Het snot borrelt trouwens mee met het water uit het vogeltje, heel luid en opgewekt.
    ‘Doe hem toch in “s hemelsnaam ophouden, padre, dit is niet te harden‘, zuchten enkele oudere processiegangers. ‘Nee’ zeg ik beslist ‘Nee, want het is zo zijn manier van bidden’. ‘Dan is het goed’, beamen de vromen, berustend in het onheil. En we stappen verder, voor onze patroonheilige zingend, met het vogeltjesgekweel uit het vogelwaterfluitje van Snot er schril doorheen. Dez centavos en de wereld is veranderd. Viva Snot en onze Santo.
    ‘Blijft Snot nu voor altijd aan mij plakken?’ denk ik plots geamuseerd.

    Padre Frans
    December 1998







    16-02-2025 om 15:57 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    15-02-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.6de ZONDAG DOOR HET JAAR C

    16 februari 2025 – 6de zondag C

    We krijgen vandaag twee lezingen, die op het eerste gezicht weinig met elkaar te maken hebben. Jeremia plaatst de mens die alleen op zichzelf vertrouwt tegenover de mens die zijn vertrouwen op God stelt. In het evangelie volgen de zaligsprekingen zoals Lucas die geeft. Beide lezingen vragen een levenswijze, die heel anders is dan wat meestal gebeurt in onze wereld. Die noodzaak om op een andere manier te gaan leven is trouwens duidelijk zichtbaar in onze tijd, met zoveel ellende die door mensen wordt veroorzaakt.

    Gezegend is hij die op de Heer vertrouwt,
    en zich veilig weet bij Hem.
    (Jeremia 17,7)

    Gelukkig jullie, armen,
    voor jullie is het koninkrijk van God.

    Maar wee jullie, rijken,
    je hebt je troost al binnen …
    (Lucas 6, 20 en 24)

    VERTROUWEN BIJ TEGENWIND 

    De woorden van Jezus vallen moeilijk vandaag: `Gelukkig ben je als je arm bent en honger hebt. Of als je nu huilt en de mensen je haten, omwille van mijn Naam’. Als Jezus mooie verhalen vertelt over liefde en goedheid, is dat aantrekkelijk. Maar vandaag klinken zijn woorden minder aangenaam.
    Jezus’ woorden zijn dikwijls in strijd met wat mensen – ook wij – spontaan denken. Ons geloof lijkt dikwijls dom. En toch is het beter om te blijven vertrouwen op Jezus, ook als wij Hem soms niet goed begrijpen. Want zijn woorden sporen altijd aan tot goedheid en liefde. En geloof in een wereld die anders kan zijn.
    Ik denk aan wat een meisje eens zei: ‘Vertrouwen kan ik op mama, want als ik bang ben, voel ik me veilig bij haar.’ Dat meisje heeft ondervonden dat mama altijd te vertrouwen is. Haar leven heeft haar geleerd dat mama met haar altijd het beste voorheeft. Ook als zij het zelf niet altijd verstaat.
    Zo is het ook met ons. Het leven zelf leert ons dat Jezus met ons het beste voorheeft, en dat het goed is Hem te vertrouwen. Jeremia had dat ook al ondervonden: ‘Vervloekt is hij die zich afkeert van de Heer. Gezegend is hij die op de Heer vertrouwt, en zich veilig weet bij Hem.’

    God,
    houd mijn hand vast.
    Als Gij dat doet,
    moet ik niet bang zijn.
    Wat kan het mij dan schelen
    dat het waait en stormt,
    dat de wind ons huis
    doet kraken ?

    Ik ben veilig bij U.
    Net zo veilig als ik
    bij mijn moeder was
    toen ik nog niet
    was geboren.

    Houd mijn hand vast.
    Dan is het goed.

    (Jaak Dreesen)







    15-02-2025 om 07:27 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 31/03-06/04 2025
  • 24/03-30/03 2025
  • 17/03-23/03 2025
  • 10/03-16/03 2025
  • 03/03-09/03 2025
  • 24/02-02/03 2025
  • 17/02-23/02 2025
  • 10/02-16/02 2025
  • 03/02-09/02 2025
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 22/05-28/05 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 27/12-02/01 2022
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 08/06-14/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 28/11-04/12 -0001

    Blog als favoriet !

    Categorieën
  • Dagboek/bedenkingen (1642)


  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!