Foto
Ich gruet u allen int gemeyne,
Want met nimant besonder en ben ich bekent
Inhoud blog
  • esperanto
  • Over liefde
  • Bidden en/of mediteren
  • in memoriam
  • Karel D'huyvetters: Spinoza: de brieven over God
  • Losse bedenkingen 2: De hoofddoek
  • Losse bedenkingen 1: Geloven en niet-geloven
  • Gerrit Achterberg: Weerbericht
  • Nicole Verschoore: Le maître du bourg
  • Henry James: Washington Square
  • liefde
  • Blason du corps féminin
  • Pessoa: Criança desconhecida e suja brincando à minha port
  • Boutens: Rijk gemis
  • Beschouwingen bij Als de ziel spreekt
  • P.C. Boutens: De ziel spreekt
  • Jacob Winkler Prins: Uit mistig grijze morgenstrepen
  • Franco Sacchetti: Florentijnse verhalen
  • Peter Handke: Wunschloses Ungluck
  • Maria Petyt: Het leven van de weerdighe moeder Maria Petyt
  • Leonardo Sciascia: Mort de l'Inquisiteur
  • Flannery O'Connor: Goede mensen zijn dun gezaaid
  • McCullers: Clock without hands
  • Jane Bowles: Two Serious Ladies
  • J.D. Salinger: Franny and Zooey
  • Anne Bronte: A Reminiscence
  • William Faulkner: Shingles for the Lord
  • Vercors: Le Silence de la Mer
  • Maria Dermout: De Sirenen
  • Aifric Campbell: De logica van het moorden
  • Jörn Pfennig: Twee gedichten
  • Hesse: Over lezen en boeken
  • Colum McCann: Het verre licht
  • Vondel, Shakespeare! 2
  • Vondel: Joseph in Egypten
  • Schnitzler: Traumnovelle
  • Vondel, Shakespeare !.
  • Arthur Schnitzler: Doktor Gräsler, Badearzt
  • Psalm 23
  • Rilke: Eranna an Sappho
  • Charles Perrault: Riquet à la houppe
  • Cathérine Bernard: Riquet à la houppe /Riquet met de kuif
  • Vestdijk: The Beauty and the Beast
  • Schnitzler: Der blinde Geronimo und sein Bruder
  • Arthur Schnitzler: Sterben
  • Hofmannsthal
  • Yeats
  • Swift: A Voyage to the Houyhnhnms
  • Swift: A voyage to Laputa!
  • Swift: A voyage to Brobdingnag
  • Swift 2
  • Swift (1667-1745)
  • Swift: Gulliver's Travels (1)
  • Joseph Conrad: Within the Tides
  • Schopenhauer over de dood (1)
  • Piet Calis: Vondel. Het Verhaal van zijn Leven
  • Jacques Prévert: Fatras
  • Van de Woestijne: Vervarelijk Festijn
  • John M. Synge: The Playboy of the Western World
  • Synge: prelude
  • Alan Bennett: The Uncommon Reader
  • James Baldwin: Going to meet the man
  • Laura Esquivel: Como agua para chocolate
  • Carry van Bruggen: Goenong Djatti
  • Carry van Bruggen: Anekdote
  • Juan Filloy: De Bende
  • Sébastien Japrisot: L'été meurtrier
  • Richard Hough: The Potemkin Mutiny
  • Leonardo Sciascia: De Zaak Aldo Moro
  • A. Stifter: Brigitta
  • Lodeizen/Merrill
  • Gezelle
  • Michaël Borremans: The glaze
  • McEwan: Aan Chesil Beach
  • Hanshan: Gedichten van de Koude Berg
  • Richard Minne: Madèle of de lustige weduw
  • William Faulkner: Mosquitos
  • Indisch beeldje
  • William Cullen Bryant
  • William Cullen Bryant: To the fringed gentian
  • William Cullen Bryant: Sonnet - To an American Painter Departing for Europe
  • Balzac: Les Proscrits
  • Herman Melville: Bartleby the Scrivener
  • Nabokov: An Affair of Honor
  • Nabokov: The Visit to the Museum
  • D. H. Lawrence: Liefde in het hooi
  • Grillparzer (1791-1872): De arme Speelman
  • Franz Kafka: Das Urteil (Het Vonnis)
  • Reiner Stach: Kafka. Die Jahre der Entscheidungen
  • Moreau-Vauthier: La mort de Joseph Bara
  • Louis David: Joseph Bara
  • J. Boze: Marat
  • David: A Marat
  • Goldsmith: She Stoops to Conquer
  • Pirandello en Camilleri
  • Oliver Goldsmith: The Vicar of Wakefield
  • Barbara Allen
  • Victor Jara (1932-1973)
  • Vestdijk: Sint Sebastiaan
  • Le jeu de tonneau
  • Brecht: Twee gedichten
  • Joden in Engeland
  • Christopher Marlowe: The Jew of Malta
  • Franz Kafka: Brief an den Vater
  • Willem de Mérode: De witte kater
  • Shakespeare: The Merchant of Venice (eerste bedrijf)
  • Stendhal: Lucien Leuwen
  • Baudelaire: Les Fleurs du Mal
  • The Arrest of Oscar Wilde at the Cadogan Hotel
  • Lichtenberg
  • Charles Ducal: In inkt gewassen
  • Amoz Oz: Verzen van het leven en de dood
  • Goldsmith (1728-1774)
  • Shakespeare: The Tempest
  • David van Reybrouck: Slagschaduw
  • Norbert De Beule: EBdiep
  • Een naam
  • Ira Levin: Een kus voor je sterft
  • José Eduardo Agualusa: De handelaar in verledens
  • Kathleen Raine: The World
  • Erwin Mortier: Avonden op het Landgoed. Op reis met Gerard Reve
  • Nathaniel Hawthorne: The Gentle Boy
  • Poe: The Premature Burial
  • Melville
  • Bhartrihari
  • Ismail Kadare: De dochter van Agamemnon. De opvolger
  • Thomas Hardy: Jude the Obscure
  • Carlos Drummond de Andrade: De liefde, natuurlijk
  • Kenzaburo Oë: De knoppen breken
  • Angus Wilson: Anglo Saxon Attitudes
  • Sandro Veronesi: Waar gaat die vrolijke trein naartoe
  • Frederik van Eeden: Pauls ontwaken
  • Sàndor Màrai: Gloed
  • Anthony Powell: What's become of Waring
  • Ian McEwan: De troost van vreemden
  • Stendhal: Lamiel
  • Sándor Márai: De opstandigen
  • Friedrich Dürrenmatt: De rechter en zijn beul
  • Thomas Bernhard: Der Stimmenimitator
  • B. Traven: Een generaal komt uit de wildernis
  • Epicurus/Leopold
  • Bernardo Carvalho: Negen nachten
  • Ian McEwan: Amsterdam
  • Rosalie en Virginie Loveling
  • Agota Kristof: De analfabete
  • Daniel Defoe: A Journal of the Plague Year
  • Voltaire: Filosofisch woordenboek
  • Vondel: Noah 5e bedrijf
  • Thomas Hardy: Far from the Madding Crowd
  • Dromen
  • Leonardo Sciascia: Een duidelijke zaak
  • L.P. Boon: De paradijsvogel
  • Gorecki: Symfonie nr. 3 - Symfonie der Klaagliederen
  • J. H. Leopold
  • Petrarca: Brieven aan zijn broer
  • Konstantin Paustovskij: Begin van een onbekend tijdperk
  • Heinrich van Kleist: Die Marquise von O.
  • Lionel Trilling: The Middle of the Journey
  • Poesjkin: Schoppenvrouw
  • Schnittke
  • Timmermans: Adagio
  • Joseph Roth: Rebellie
  • John Boyne: De jongen in de gestreepte pyjama
  • Evelyn Waugh: Edmund Campion
  • Umberto Saba: Voor de vogels en een vriend
  • Kenzaburo Oë: De hoogmoedige doden
  • Heinrich Böll: De nalatenschap
  • Nabokov: Uitnodiging voor een onthoofding
  • Achterberg: En Jezus schreef in 't zand
  • Vondel: Noah 4e bedrijf
  • Streven januari 2007
  • Vladimir Nabokov: Bastaards
  • Sá-Carneiro: Twee gedichten
  • Mário de Sá-Carneiro: Beijos
  • Boutens: Kussen
  • Georges Eekhoud / J.I. De Haan
  • Vestdijk: Ierse nachten
  • Faulkner: As I Lay Dying
  • Boutens
  • Alfred Jarry: L' amour en visites
  • Ledeganck: Het burgslot van Zomergem
  • Tsjechow: Drama op de jacht
  • William Faulkner: Sanctuary
  • Vondel: Noah vervolg 3e bedrijf
  • Vondel: Noah 3e bedrijf
  • Pierre Louÿs (1870 - 1925) : Journal
  • Ledeganck: De Zinnelooze
  • Pikanterie
  • Goya en Louÿs
  • Pierre Louÿs: La Femme et le Pantin
  • Jack London: De droom van Martin Eden
  • Hugo von Hofmannsthal: Das Erlebnis des Marschalls von Bassompierre
  • Eduard von Kaiserling: Schwüle Tage
  • Flaubert: Saint Julien l'hospitalier
  • Saint Julien l'hospitalier
  • Emile Zola: Thérèse Raquin
  • Zondeval
  • Witold Gombrovicz: De beheksten
  • Janneke
  • Albert Verwey: De page
    Zoeken in blog

    sprokkelhout

    16-06-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Earl Grey
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Earl Grey

     

    In het boek van Leavitt wordt er op een bepaald moment iets geschreven over een lekker kopje Earl grey thee. Dat is ook mijn lievelingsthee en daarom heb ik er wat over opgezocht.

     

    Het is een zwarte thee en het lekkere aroma is afkomstig van de citrusvrucht bergamot. Het is een vrucht die nauw verwant is met sinaasappel en citroen. Uit de schil wordt bergamotolie gewonnen en het is die olie die de lekkere smaak aan de earl grey thee geeft. De vrucht wordt gekweekt in West-Indië en in Italië (vandaar de naam: naar de stad Bergamo).

     

    Hoewel er een legende bestaat dat de thee door een Chinese mandarijn werd geschonken, is het oorspronkelijk een mengeling van Indische en Ceylonese thee.

     

    Er bestaat ook een Lady Grey thee, die op smaak is gebracht met Sinaasappel uit Sevilla, citroen en bergamot.

     

    De naam zelf van de thee is afkomstig van de Engelse graaf Charles Grey die als geschenk steevast met bergamot gearomatiseerde thee kreeg aangeboden. Hij leefde van 1764 tot 1845. In 1830 werd hij eerste minister in Engeland.

     

    Meer informatie is te vinden op de website van Wikipedia, de Free Encyclopedia.

    16-06-2005 om 16:52 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.David Leavitt: De geest van Jonah Boyd

    David Leavitt: De geest van Jonah Boyd

     

    Roman uit 2004, 217 bladzijden, uitgegeven bij De Harmonie / Manteau.

     

    De verteller is de secretaresse van een psychiater, met wie ze een verhouding heeft. Intussen speelt ze quatre mains met de echtgenote van de psychiater. Op een dag komt er een ander stel op bezoek, de schrijver Jonah Boyd en zijn vrouw, die de vroegere vriendin van de psychiater zijn vrouw was. Ze hebben ook allemaal kinderen, er wordt gescheiden, enz. Die schrijver loopt rond met het manuscript van zijn nieuwe roman en hij heeft de gewoonte dat altijd ergens achter te laten. Op een dag lijkt het definitief verloren. Ben, de zoon van de psychiater schrijft ook wat en zal later een bekend auteur worden.

    De meeste personages sterven. Op blz. 135 vernemen we wat we al lang hadden kunnen vermoeden. Ben, de auteur in spe heeft het manuscript van Boyd gebruikt om zijn eerste geslaagde roman te schrijven. Een geval van plagiaat dus.

    Van dan af krijgen we het verhaal van Ben, hoe hij er toe gekomen is dat plagiaat te plegen. In het laatste hoofdstuk volgt er dan nog een verrassing, maar die verklap ik niet, hoewel ik vrees dat er niet veel mensen geneigd zullen zijn dit boek te lezen. Wat mij betreft had het evengoed niet geschreven kunnen zijn. Een kunstig geconstrueerd verhaal, maar niets van dramatiek. Zeker na De scharlaken letter een tegenvaller.

    In de negentiende eeuw wou men met een boek iets meer afleveren dan een verhaaltje. Soms zat er een boodschap in, soms kreeg je een beeld van de tijdgeest. Nu moeten schrijvers het dikwijls hebben van vlotte schrijfsels. En daar houdt het mee op.

     

     

     

    16-06-2005 om 16:32 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-06-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.W.F. Hermans: Geyerstein's dynamiek

    W.F. Hermans: Geyerstein’s dynamiek

     

    Een korte novelle van nauwelijks 55 blz. uit 1982. Hermans heeft in die periode een viertal van dergelijke novellen geschreven. Bij de critici vonden ze maar weinig bijval.

    Een jonge vrouw van 28 is weduwe geworden nadat haar man is verongelukt met een luchtballon. Ze waren van plan samen een reportage te maken over de oude kunstenaar Geyerstein. Nu neemt ze die taak alleen op zich. Geyerstein is een extravagante en invalide kunstenaar. In zijn woning is er geen enkele rechte lijn. Zelfs het water in het zwembad lijkt te hellen. Hij geeft een wat decadente show over zijn manier van schilderen. Hij zit in een rolstoel met twee verfkwasten in zijn hand. Zijn stoel wordt met touwen heen en weer getrokken en ondertussen duwt hij de kwasten tegen een muur die in een aantal vakken is verdeeld.

    De novelle is met veel humor geschreven. Je kunt ze onder andere lezen als een kritiek op bepaalde tendensen in de hedendaagse kunst. Maar de werkelijke betekenis van de novelle zit dieper. Zelf had ik het niet ontdekt, maar na wat zoeken vond ik een interessant artikel, waarin de auteurs stellen dat je het werk op drie verschillende manieren kunt interpreteren. Als een illustratie van de mythe van Orpheus en Euridyce, als een tocht in het onbewuste (wat mij het meeste kon overtuigen) en als een allegorie op het schrijverschap.

    U kunt het allemaal nalezen op het volgende adres:

    http://www2.let.uu.nl/solis/kcv/orpheus/hermans.html

    13-06-2005 om 20:10 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-06-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Laatste hoofdstukken van De scharlaken letter

    Hoofdstuk XVII : De dominee en Hester

     

    Na 7 jaar ontmoeten ze elkaar opnieuw onder vier ogen. Hester vertelt de dominee wie Chillingworth is. Verder probeert ze hem te overhalen om deze gemeenschap te verlaten. De wildernis in onder de indianen, of de oceaan over, naar Europa. Ze laat verstaan dat ze dan met hem zou meegaan.

     

    Hoofdstuk XVIII: De zon breekt door

     

    Door het jarenlange isolement heeft Hester zich aan die bedrukkende Puriteinse sfeer kunnen onttrekken en is ze een onafhankelijke vrouw geworden. Vandaar ook dat ze kan voorstellen om samen met Dimmesdale weg te trekken. De dominee heeft die mate van vrijheid echter nog niet veroverd. Hij blijft de eeuwige twijfelaar. Voor hem is het: vluchten als een notoire misdadiger of blijven als een huichelaar. Hij besluit om mee weg te gaan. Hester gespt de rode letter af en gooit ze weg.

     

    Hoofdstuk XIX : Het kind aan de oever van de beek

     

    Pearl staat aan de waterkant. Als Hester haar bij zich en de dominee roept, weigert ze naar hen toe te gaan. Eerst moet Hester opnieuw de letter opspelden.

     

    Hoofdstuk XX : De dominee

     

    Over 4 dagen vertrekt er een schip naar Bristol. Maar eerst wil de dominee nog een preek houden bij de installatie van de nieuwe gouverneur. De tocht van de dominee naar huis na zijn samenzijn met Hester. Hij heeft allerlei aanvechtingen om domme dingen te doen: een vrome vrouw choqueren,  kinderen lelijke woorden aanleren, schuine grappen uitwisselen met zeelui. Hij vraagt zich af of hij krankzinnig wordt of dat hij zonet zijn ziel aan Satan heeft verkocht.

     

    Hoofdstuk XXI : Nieuw Engeland viert feest

     

    Ter ere van de nieuwe gouverneur wordt er feestgevierd. Het gaat er voor een keer wat ongedwongener aan toe in het puriteinse Boston. Hester ontmoet de kapitein van het schip en hoort van hem dat ook Chillingworth wil inschepen.

     

    Hoofdstuk XXII : De optocht

     

    De optocht trekt voorbij, met de dominee. Hij doet of hij Hester en Pearl niet opmerkt onderweg. De heks Hibbins treedt nog eens op.

     

    Hoofdstuk XXIII : De onthulling van de rode letter

     

    Als Dimmesdale de kerk verlaat, waar hij zojuist een aangrijpende preek heeft gehouden, begeeft hij zich naar het schavot waar Hester en haar dochter zich bevinden. Hij vraagt hen samen met hem op het schavot te gaan staan.  Hij is fel verzwakt en stervende. Hij houdt een publieke toespraak waarin hij zijn zonde belijdt. Hij ontbloot zijn borst en daarop is ook een rode letter afgebeeld. Hij sterft in de armen van Hester.

     

    Hoofdstuk XXIV : Besluit

     

    In dit slothoofdstuk lezen we nog hoe het verder afloopt met de hoofdpersonen. Chillingworth sterft en laat zijn erfenis na aan Pearl. Hester en haar dochter verlaten Boston. Later keert Hester terug naar de stad en speldt de letter opnieuw op.

     

    Ik heb me voor die laatste hoofdstukken beperkt tot het bondig weergeven van de inhoud. De thema’s zijn dezelfde gebleven.

     

     

     

     

     

     

     

     

    11-06-2005 om 18:52 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-06-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoofdstukken XI tot XVI

    Hoofdstuk XI : Het binnenste van een hart

     

    Het gaat om het hart van Dimmesdale. Nu Chillingworth het geheim van de dominee heeft ontdekt, is hij niet langer een toeschouwer, maar wordt hij een medespeler.

     

    Hoofdstuk XII : De doorwaakte nacht

     

    Dimmesdale krijgt het idee om ’s nachts naar het schavot te gaan, waar ooit Hester op stond. Hij bevindt zich nu op het randje van de waanzin. Er passeren enkele mensen. Eerst de oude dominee Wilson, aan wie hij de bekentenis zou kunnen doen, maar hij laat hem passeren. Wat later verschijnen Hester en Pearl. Hij nodigt ze uit op het schavot. Ten slotte komt ook Chillingworth langs, die de gestoorde dominee mee naar huis neemt. Aan de hemel is een meteoor verschenen en het was alsof er in de lucht  een letter A was verschenen.

     

    Hoofdstuk XIII : Nog eens Hester

     

    Intussen is Pearl zeven jaar. Hester is in het stadje een vertrouwde figuur. De A is normaal geworden en Hester helpt minder bedeelden, bezoekt zieken, enz. Waar de geborduurde letter verscheen, betekende zijn geheimzinnige glans vertroosting. Elders het zinnebeeld der zonde, bracht hij in de kamers der zieken licht.

    Hester is getroffen door de belabberde toestand van de dominee. Ze wil hem helpen, in de eerste plaats door hem te zeggen dat Chillingworth haar echtgenoot is.

    De letter A krijgt mettertijd buiten echtbreekster nog andere betekenissen. In de eerste plaats is het ook de eerste letter van de voornaam van de dominee, die Arthur heet. Vervolgens is het de eerste letter van Angel. Een nam die ze verdient door haar inzet voor haar medemensen. Ten slotte is het de A van Able: bekwaam, dankzij haar hulpvaardigheid.

     

    Hoofdstukken XIV tot XVI

     

     Niet dat ik me er gemakkelijk wil van af maken, maar het lijken me overgangshoofdstukken, waarin niet zo veel gebeurt. Hester heeft een ontmoeting met de dokter en ze krijgt toestemming om Dimmesdale te zeggen wie de dokter in feite is. In het volgende hoofdstuk praten Hester en Pearl over de rode letter, maar er wordt niets verklapt. In hoofdstuk 16 maken moeder en dochter een boswandeling met de bedoeling de dominee te ontmoeten.

    10-06-2005 om 20:40 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-06-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoofdstukken IX en X

    Hoofdstuk IX: De dokter

     

    We vernemen dat Chillingworth uit de wildernis ontsnapt is en dat het dus een klap voor hem was om zijn echtgenote daar zo in schande te zien staan. Vandaar ook zijn wens om wraak te nemen. De gezondheid van Dimmesdale is fel achteruitgegaan en hij wordt patiënt bij Chillingworth. Beiden betrekken kamers in dezelfde woning. Chillingworth zal proberen het zieleleven van de dominee te doorgronden. Wat Hawthorne hier schrijft, loopt vooruit op Freud. Ik citeer: Hij speurde naar zijn beginselen, snuffelde in zijn herinneringen en raakte alles heel behoedzaam aan, als iemand die een schat zoekt in een donkere grot. Weinig geheimen kunnen een speurder, die gelegenheid en toestemming heeft om zulk een onderzoek in te stellen, en de kundigheid bezit om het uit te voeren, verborgen blijven. Een man die onder een geheim gebukt gaat, dient in het bijzonder de vertrouwelijke omgang met zijn arts te vermijden. Als hij (d.i. de arts) intuïtie bezit. Als hij het vermogen bezit om zich zo met zijn patiënt te vereenzelvigen dat deze laatste zonder het zelf te weten dingen zegt, die hij gelooft alleen maar te denken – als dergelijke ontboezemingen zonder luidruchtige reactie worden aangehoord en de luisteraar zijn medegevoel minder laat blijken uit lange toespraken dan wel door stilzwijgen of een onverstaanbaar gemompel, met nu en dan een enkel woord om te laten merken dat alles wordt begrepen … dan zal onvermijdelijk het ogenblik aanbreken waarop de ziel van de patiënt smelt en wegstroomt in een donkere, maar doorzichtige stroom, die al zijn geheimen aan de dag brengt.

     

    Hoe zien de mensen het samenwonen van deze twee mannen ? De enen zien er het spel van de Voorzienigheid in, die deze twee mannen heeft samengebracht om de dominee te genezen. Bij de onontwikkelde massa (opnieuw het naïeve primitivisme) ligt het anders. Als zij voortgaan op wat ze zien (aldus Hawthorne) maken ze meestal de onjuiste gevolgtrekking. Gaan ze echter voort op hun intuïtie en hun hart, dan hebben ze het meestal bij het rechte eind.

    In Chillingworth hebben ze geen vertouwen. Er wordt verteld dat hij heeft deelgenomen aan zwarte kunst, in de leer is geweest bij geestenbezweerders onder de indianen. Sinds hij in de stad is, is zijn gelaatsuitdrukking veranderd, van rustig, peinzend is ze nu boosaardig geworden. Het volk besluit eruit dat hij satan zelf of satans afgezant is.

     

    Hoofdstuk X : De dokter en zijn patiënt

     

    Dit is voor mij tot nu toe het mooiste hoofdstuk.

    Aansluitend bij het vorige hoofdstuk, over het doorgronden van de ziel van Dimmesdale, citeer ik de volgende prachtige zin:

     

    He now dug into the poor clergyman’s heart, like a miner searching for gold; or, rather, like a sexton delving into a grave, possibly in quest of a jewel that had been buried on the dead man’s bosom, but likely to find nothing save mortality and corruption.

     

    We maken een gesprek mee tussen de dominee en de dokter. Deze laatste probeert Dimmesdale tot een bekentenis te dwingen. Dimmesdale  moet zich ook nu weer anders voordoen dan wie hij in werkelijkheid is. De eerste keer was het in het openbaar tegenover Hester die hij probeerde te overtuigen de naam van haar belager te bekennen. Nu in privé met de dokter zit zijn betoog ook weer vol hints naar zijn eigen ongeluk, maar het verlossende woord komt niet over zijn lippen. In bedekte termen geeft hij zich telkens wel bloot.

     

    Het hoofdstuk, en het gesprek, wordt onderbroken door Hester en Pearl die in de tuin passeren. Pearl danst op de graven. Ze plukt de stekelige vruchten van een klit (dat onkruid stond ook al aan de gevangenispoort) en kleeft die rond de rode letter op haar moeders borst. Het meisje staat hier opnieuw symbool voor het doorbreken van taboes, voor het ontsnappen aan de doem die over alle mensen hangt. Ze noemt Chillingworth een zwarte man, die haar moeder wil pakken, maar Pearl zelf zal hij nooit in handen krijgen. Dimmesdale noemt Pearl en haar gedrag: de vrijheid van een geschonden wet.

     

    Na dat intermezzo gaat het gesprek tussen de twee mannen voort.  Als de dokter te veel aandringt op een bekentenis van de dominee komt het tot een kleine ruzie.

     

    Later treft de dokter de dominee slapend aan. Hij schuift diens hemd opzij en ziet op de borst van de dominee een teken dat hem een duivels genoegen verschaft.

    09-06-2005 om 21:00 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-06-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoofdstukken VI tot VIII

    Hoofdstuk VI: Pearl

     

    Man had marked this woman’s sin by a scarlet letter. God, as a direct consequence of the sin which man thus punished, had given her a lovely child.

     

    Het kind dus tegelijk als resultaat van haar zonde en tevens als bewijs dat God haar vergiffenis heeft geschonken.

     

    Pearl is een wispelturig kind. Ze is van de kinderwereld afgesneden. Ze is ook anders dan de andere Puriteinse kinderen, die spelletjes spelen als kerkje, quakertje geselen  of Indiaantje scalperen.  

     

    Haar moeder kleedt haar ook heel fleurig. Een dubbelzinnige houding. Aan de ene kant om erop te wijzen dat ze verschilt van de Puriteinse somberheid. Aan de andere kant valt ze zo meer op, wordt er nadruk op gelegd dat het een zondig kind is. Hester wil de boetedoening altijd voortzetten. Maar misschien wil ze ook de aandacht van de vader op het kind vestigen, om op die manier niet alleen de schande te moeten dragen, en om de vader aan zijn schuld te herinneren.

     

    Door zijn eigenaardig gedrag, wordt er gezegd dat het kind een duivelskind is.

     

    Hoofdstuk VII: In het huis van de gouverneur

     

    Er bestaan plannen om het kind van Hester af te nemen. In het vorige hoofdstuk was gesuggereerd dat het een duivelskind was, en door het van de moeder te verwijderen wil men deze laatste beschermen. Ook als het geen duivelskind zou zijn, zou het beter dan bij zijn moeder een godsdienstige opvoeding kunnen krijgen.

    De moeder heeft haar voor het bezoek in het rood gekleed. Het kind is als het ware de rode letter tot leven gewekt. Onderweg worden ze met modder begooid, maar Pearl jaagt de kinderen weg, als een engel met een vlammend zwaard.

     

    Hoofdstuk VIII: Het kind en de dominee

     

    Pearl wordt in dit hoofdstuk op verschillende manieren genoemd: als een tropisch vogeltje,  bont gevederd vogeltje. Ze staat als symbool voor de ontsnapping uit deze sombere Puriteinse gemeenschap.

    De gouverneur legt uit waarom Pearl aan de moeder zou moeten worden onttrokken: men kan ze niet toevertrouwen aan de leiding van iemand die aan de listen en lagen der wereld geen weerstand heeft kunnen bieden.

    Ten slotte zal dominee Dimmesdale een pleidooi houden om het kind toch bij de moeder te laten. Hij argumenteert dat het een zegen van God was, de enige in haar leven. Als de moeder het kind tot God zal brengen, zullen ook de ouders daarheen gevoerd worden. In dit opzicht is de zondige moeder  gelukkiger te prijzen dan de zondige vader.

     

    Hoewel Pearl het niet zal begrepen hebben, gaat ze de dominee liefkozen om hem te bedanken.

     

     

     

     

    Recapitulatie

     

    Als we even terugblikken op de voorbije hoofdstukken zien we verschillende thema’s en motieven die telkens weer terugkomen.

     

    In de eerste plaats is er het zwijgen en de geheimhouding. Hester verraadt de vader niet, de dominee bekent zijn schuld niet, Chillingworth, haar echtgenoot, maakt zich niet kenbaar.

    De rode letter domineert het hele verhaal. Op verschillende manieren, in de kleren, in de roos, in de kleur rood die wel in elk hoofdstuk voorkomt.

    Primitieve eenvoud.  Zo noemt Hawthorne het karakter van die vroege kolonisten. De meisjes en vrouwen waren pas uit Engeland gekomen, ze waren nog grover van aard dan de dames in zijn tijd. Ze hanteren een grover taalgebruik. Godsdienst en wet zijn identiek. Van kleine betwistingen wordt een halszaak gemaakt. De Puriteinen noemt hij de meest onverdraagzame mensensoort die ooit heeft bestaan.

    Ook vuur in zijn verschillende gedaanten speelt een rol: Hester die gebrandmerkt zou moeten worden, Pearl die als een straaltje vuur over de aarde danst, de gloed van de rode letter, het vlammende zwaard van Pearl.

    De gevoelens van schaamte.

    Wraak.  Chillington herhaalt tot driemaal toe dat ooit de dag zal komen dat de deelgenoot in de zonde mee aan de schandpaal zal staan.

    De personages hebben allemaal iets dubbelzinnigs in zich.

    Hester heeft aan de ene kant een groot schuldgevoel, maar toch blijft ze koppig.

    Pearl is tegelijk een duivelskind en een elfje. Ze strooit drakentanden die gewapende vijanden worden die ze de strijd aanbindt. Haar scheppende geest bezielt de dode voorwerpen tot leven.

    Chillingworth  geneest Hester en Pearl maar tegelijk zint hij op wraak. Hij is ook een cynisch man. Hij wenst haar niet dood, omdat ze haar schande zolang mogelijk moet dragen. Als hij haar het medicijn toedient zegt hij dat het rustgevend is, maar dat hij haar geen gerust geweten kan geven. Van vergiffenis of medelijden is bij hem geen sprake.

    Dominee Dimmesdale wordt heen en weer geslingerd  tussen tegenstrijdige gevoelens. Aan de ene kant is hij een zondaar, aan de andere kant een priester die bewonderd wordt. Hij wil dat Hester hem publiek bekend maakt als de schuldige. Waarom wil hij dat ? Nu is hij in feite de enige zondaar, hij heeft haar verleidt. Als hij Hester zo ver kan krijgen dat zij hem verraadt, heeft ook zij zich zwak getoond. Dat zou zijn eergevoel ten goede komen.

    Tegenstelling tussen het volk en de autoriteiten. Hoewel het volk haar bespot, kan ze vandaar toch enig medelijden ondervinden, terwijl de autoriteiten koud en streng zijn.

    De Boze.  Hester heeft een zesde zintuig ontwikkeld waarmee ze de zondige mensen kan ontdekken.  Pearl zou een kind van de duivel zijn. De heks Hibbins doet even mee. Hester en Pearl bevinden zich in een heksenkring. Het was de tijd van de heksenvervolgingen. Denk maar aan de heksen van Salem.

    08-06-2005 om 17:51 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-06-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoofdstukken III tot V
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Hoofdstuk  III: Het weerzien

     

    Vanop het verhoog ziet Hester tussen de menigte een man die ze herkent. Hij stelt vragen aan een omstaander. Zo vernemen we hoe Hester in schande is vervallen. Ze was de echtgenote van een oude Engelse geleerde die haar vooruit had gestuurd naar Amerika. Sinds twee jaar was er niets meer van hem vernomen. Hester is toen bezweken voor een andere man, van wie ze nu een kind heeft en van wie ze de naam niet wil prijsgeven. Het was beter hier te staan, met zoveel mensen tussen hem en haar, dan hem van aangezicht tot aangezicht en onder vier ogen te ontmoeten.

    Achter haar op het balkon staan de gouverneur Bellingham, de oude predikant John Wilson en de jonge dominee Dimmesdale. Deze laatste moet trachten Hester ervan te overuigen de naam van de verleider mee te delen. Hij houdt een heel persoonlijk betoog en smeekt Hester om de naam te noemen. Het is duidelijk dat hijzelf de boosdoener is. Haar antwoord is ‘Nooit’.

     

    Hoofdstuk IV: De ontmoeting

     

    Hester keert terug naar de gevangenis. Ze is echter zo overspannen dat er een dokter moet worden bijgehaald. Het is de man die ze had herkend in de menigte, Roger Chillingworth, haar vroegere echtgenoot. Ook hem wil ze de naam van haar verleider niet meedelen. Hij verzoekt haar om ook zijn identiteit geheim te houden. Hij zegt zelf te zullen uitzoeken wie zich aan haar vergrepen heeft. Hij zint op wraak. Hester heeft schrik dat hij haar met het medicijn wil vergiftigen, maar hij wil haar net in leven houden, opdat ze de schande haar hele leven zal dragen.

     

    Hoofdstuk V: Hester en haar handwerk

     

    Hester wordt vrijgelaten. Ze ziet opnieuw de zon, maar deze schenkt geen troost, integendeel, ze doet de letter op haar borst nog beter uitkomen. Zoals in het vorige hoofdstuk, toen haar echtgenoot zijn vinger op haar borst legde en ze de rode letter in haar borst voelde schroeien.

    En ook hier laat de auteur geen hoop. Want alle tot jaren aangegroeide dagen zouden haar schande en ellende niet verminderen, maar de som ervan vergroten. Ze zou ook haar persoonlijkheid verliezen en verworden tot een figuur, die de dominees en zedenprekers als symbool van vrouwelijke zwakheid en zondige hartstocht konden stellen. Hoewel ze de wereld zou kunnen intrekken, blijft ze op de plek van haar onheil. Om boete te doen, maar misschien ook om in de buurt te blijven van de vader van haar kind.

    Ze gaat in een afgelegen huisje wonen. Ze houdt zich in leven met het maken van handwerkjes, waarin ze uitmunt. Voor iedereen, soldaten, hoogwaardigheidsbekleders, doden, behalve voor jonggehuwden.

    Soms heeft ze de indruk dat de letter haar een nieuw zintuig heeft gegeven. Een waarmee ze de geheime zonden in de harten van anderen kon ontdekken. Ze vreest dat het een list van de Boze is.

    07-06-2005 om 20:35 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-06-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoofdstuk II: Het marktplein
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Hoofdstuk II: Het marktplein

     

    We bevinden ons opnieuw voor de gevangenispoort. De auteur grijpt de gelegenheid aan om wat over de tijdgeest, het Puritanisme, te vertellen. Recht en godsdienst vallen vrijwel samen. Of er nu een geringe straf of de doodstraf  wordt voltrokken, het gebeurt met dezelfde strengheid en medelijden moet de veroordeelde niet verwachten.

     

    Dan gaat de deur open en verschijnt Hester Prynne. Ze draagt op haar arm het kind van haar schande en op haar jurk is de rode letter A met gouddraad geborduurd. Die letter, aldus de auteur, verwijdert haar uit de normale samenleving en sluit haar op in een aparte wereld. Eerst heeft ze de neiging om die schandelijke letter te verbergen door er haar kind voor te houden, maar ze realiseert zich dat ze daarmee de ene schande gebruikt om de andere te verbergen.

    Schaamte is een diepgeworteld gevoel in deze gemeenschap. Vanaf de gevangenis moet Hester te voet naar het schavot waar de schandpaal is opgesteld (zie ook hieronder, de gang van de “heks” Hibbins naar de plaats van haar terechtstelling).  Ze zal er tot na de middag voor iedereen ten toon worden gesteld, maar de schande zal haar bespaard blijven dat ze haar hoofd in het blok moet steken.  Het ergste aan de schandpaal is namelijk dat men zijn gelaat niet van schaamte kan verbergen. Deze vrouw met haar kind is niet de madonna met de verlosser, maar ze worden aan het volk getoond als afschrikwekkend voorbeeld van schuld, zonde en boete.

     

    In dit hoofdstuk komt even the old Mistress Hibbins ter sprake. Zij was een aanzienlijke vrouw in Boston, echtgenote van de gouverneur. Door haar meningen op religieus gebied die afweken van de Puriteinse leer en ook door haar moeilijke karakter, werd ze veroordeeld als heks. Op 19 juni 1656 werd ze opgehangen.

    “she was to goe from the barr to the place from whence she came, and from thence to the place of execution, and there to hang till she was dead.” Five weeks later, the woman known as Ann Hibbins was hanged because she was a “witch”.

     

    Over het puritanisme is er een interessant artikel in het Nederlands te vinden op het volgende adres: http://www.whitefield.nl/artikelen/karakter.html .

     

     

    06-06-2005 om 21:11 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De scharlaken letter Hoofdstuk I
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Hoofdstuk I De gevangenisdeur

     

    Midden van de zeventiende eeuw in Boston. Voor de gevangenispoort staat een groep mensen te wachten. De gevangenis wordt beschreven. Ze is 15 à 20 jaar oud , maar ze vertoont reeds sporen van ouderdom. Like all that pertains to crime, it seemed never to have known a youthful era. Voor de gevangenis ligt een grasveldje waarop alleen wat onkruid groeit. Maar aan een kant van de poort staat een wilde rozenstruik, die zijn geur en schoonheid geeft aan degene die de gevangenis binnentreedt en aan de veroordeelde die ze verlaat om naar de plaats van terechtstelling te gaan. Heeft die rozenstruik altijd bestaan, of is hij ontstaan onder de voet van de vrome Ann Hutchinson toen zij er binnentrad ?

     

    Over dit hoofdstuk hangt een dreigende sfeer: de zwijgende, sombere menigte, het droefgeestig aanschijn van de gevangenis, het onkruid, enz.

    Een gevangenispoort kan opengaan in gunstige of in ongunstige zin, om iemand buiten te laten of binnen te laten.

     

    De tweede alinea begint met een prachtige zin. The founders of a new colony, whatever Utopia of human virtue and happiness they might originally project, have invariably recognized it among their earliest practical necessities to allot a portion of the virgin soil as a cemetry, and another portion as the site of a prison.

    Ondanks alle goede bedoelingen, blijft de mens een zondaar.

     

     

    Ann Hutchinson, geboren in 1591 in Engeland. In 1634 kwam ze met haar echtgenoot naar Amerika en vestigde zich in Boston. Het godsdienstig klimaat in Boston was erg strikt, bidden, vasten en zelfdiscipline. Ann hield thuis preken voor vrouwen. Haar meningen verschilden nogal sterk van de officiële leer en in 1638 werd ze onder huisarrest geplaatst.

    “She is but a woman and many unsound and dayngerous Principles are held by her."

    “Your opinions frett like a Gangrene and spread like a Leprosie, and will eate out the very Bowells of Religion."

    Ze werd geëxcommuniceerd en verbannen. "I doe cast you out and in the name of Christ I doe deliver you up to Satan, that you may learne no more to blaspheme, to seduce, and to lye."

    Repliek van Ann:

    "The Lord judgeth not as man judgeth," she retored. "Better to be cast out of the church than to deny Christ."

    Vanuit Boston ging ze zich met haar kinderen en een vijftigtal volgelingen vestigen op Rhode Island. In 1643 werd ze gedood door een raid van indianen.

    Isaac Johnson

    Een kolonist uit Engeland die in 1630 in America arriveerde. Hij was aanvankelijk in Charlestown, maar bij gebrek aan drinkbaar water trok hij naar Shawmut, nu Boston, waar hij de leiding over de kolonie kreeg. Hij was er de rijkste man.

     

     

    06-06-2005 om 18:36 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nathaniel Hawthorne
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Nathaniel Hawthorne:De scharlaken letter

     

    Na Melville blijf ik nog even in 19e eeuws Amerika. Hawthorne (meidoorn, zie fotootje hiernaast, toevallig) werd geboren in Salem in 1804 en stierf in 1864. Hij was in Boston een vriend van Melville die zijn Moby Dick aan hem heeft opgedragen.

     

    Dat moet volstaan als biografie. Ik ben van plan deze roman traag en hoofdstuk per hoofdstuk te lezen en hier en daar te becommentariëren. Mensen die interesse hebben kunnen meelezen. Het boek is in elke bibliotheek voorhanden.

    Er is ook een Engelse versie beschikbaar op de website van Gutenberg.

     

    De Nederlandse versies die ik bij de hand heb, zijn de volgende:

    1. Nathaniel Hawthorne: De rode letter. Vertaling van Nel Bakker. Uitgeverij Het Spectrum. In de reeks Prisma Klassieken 14 (met leeslint). Die uitgave is ook als prismaboek nr. 198 verschenen. Het is de beste vertaling. Modern en goed leesbaar.

    2. Nathaniel Hawthorne: De scharlaken letter. Vertaling W. Van Ravesteyn. Uitgeverij Wereldbibliotheek 1950. Die vertaling is zwaarder op de hand en in het boek ontbreekt het hoofdstuk Het douanekantoor. Dat is een latere toevoeging van de auteur die niet direct verband houdt met het verhaal.

     

    De scharlaken letter is een A. Zij staat voor adulteress, echtbreekster, overspelige vrouw.

     

     

    06-06-2005 om 14:46 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-06-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Melville, vervolg van de biografie, einde

    4.6

     

    In oktober 1844 is Melville terug thuis. Die winter nog besluit hij om zijn avonturen te boek te stellen. Het wordt zijn eerste roman, Typee. Hij is nu 25 jaar. De jaren daarop volgen de romans elkaar op. In 1847 Oomo, in 1849 Mardi en Redburn, in 1850 White-Jacket, in 1850 Moby Dick. Daarna verschijnen er nog enkele werken en verhalen tot in 1857. Dan zwijgt hij tien jaar. Het succes van de beginjaren is voorbij en hij moet opnieuw werk zoeken. Hij schrijft daarna vooral nog gedichten, die echter niet zo bijzonder zijn. Als hij sterft in 1891 wordt in zijn nalatenschap nog een novelle aangetroffen: Billy Budd. Voor mij is dat zijn mooiste en aangrijpendste werk. Ik hoop er later nog uitvoerig op terug te komen.

     

    Ik zal het hierbij laten wat de biografie van Herman Melville betreft. Tot zijn 25e was zijn leven avontuurlijk, daarna werd het saaier en zeker niet interessant  genoeg om het hier verder uit te pluizen. In het boek waarop ik me gebaseerd heb, ben ik nu aan blz. 354 van de 900. Er is ook nog een vervolg op, vanaf 1852. Hoeveel bladzijden dat deel omvat, weet ik niet, het is niet beschikbaar in de bibliotheek.

     

    Tot besluit vermeld ik nog eens dit uitgebreide werk:

     

    Hershel Parker: Herman Melville, A Biography, Volume I, 1819-1851. Gepubliceerd in 1996 door The John Hopkins University Press, Baltimore and London.

    05-06-2005 om 08:12 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-06-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Melville, vervolg van de biografie, deel 4

    4.6

     

    Na nog een reis belandt Melville in Honolulu. Hier spelen de protestantse missionarissen een belangrijke rol. Ze verbieden de inheemse bevolking alcohol te drinken, te roken en de jongeren mogen er hun traditionele dansen niet uitvoeren ( te erotisch) en ook niet sporten. Sport was dus verboden, maar de jongeren werden wel ingezet voor het  aanleggen van wegen en om karren te trekken, als het nodig was. Een sport was toegestaan: surfing. Wat doet Melville er ? Hij gaat werken in een winkel. Maar lang duurt het niet. Op 17.8.1843 monstert hij aan op het oorlogsschip United States. Op dat moment het snelst zeilende schip van de Amerikaanse oorlogsvloot. De avonturen die hij daarop beleeft, heeft hij beschreven in White-Jacket. Het fregat heeft een bemanning van 450 koppen. De eerste dag al is hij getuige van een geseling, een gebeuren waarbij heel de bemanning aanwezig moet zijn. (all hands ofwel alle hens aan dek). Die straf staat op vergrijpen als dronkenschap, dranksmokkel, vechten enz. In totaal zal hij op zijn reis 150 geselingen meemaken.  De eerste dagen worden ook de ‘Articles of war’ voorgelezen. De misdrijven waarvoor de matrozen zoal de doodstraf kunnen krijgen, of voor de krijgsraad kunnen worden gedaagd. Enkele voorbeelden: niet zijn uiterste best doen om een vijandig te schip (in die periode waren dat de Engelsen en de Mexicanen), te vernietigen , hulp bieden aan de vijand, bevelen van een officier weigeren op te volgen, muiterij, deserteren (wat Melville al enkele keren had gedaan, zij het niet op een oorlogsschip).

    De Unites States zette koers naar de Markiezen. Melville had die al bezocht en er zelfs onder de kannibalen geleefd (drie weken, waar hij in zijn verhalen enkele maanden van maakte). Zijn verhalen, en in het bijzonder de vrije liefde die de inheemse meisjes toegedaan waren,vonden een gretig oor bij zijn medemaats.

    Op dit oorlogsschip was een uitgebreide bibliotheek. Onder de bemanning waren enkele belezen mannen en zelfs een dichter. In White-Jacket wijdt hij er een hoofdstuk aan dat hij als volgt besluit:

    Though public libraries have an imposing air, and doubtless contain invaluable volumes, yet, somehow, the books that prove most agreeable, grateful, and companionable, are those we pick up by chance here and there; those which seem put in our hand by Porvidence; those which pretend to little, but abound in much.

    Een zienswijze waar ik het volkomen mee eens ben.

    04-06-2005 om 15:09 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-06-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Melville, vervolg van de biografie, deel 3

    3.6

     

    Vooraf een terzijde. Het hoofdstuk dat ik nu begin, heeft als titel: Beachcomber and Whaler. Een beachcomber is een strandjutter volgens mijn woordenboek, meer bepaald een blanke op de eilanden in de Stille Zuidzee. Door dat woord te lezen, herinnerde ik me plots een woord in het Antwerpse dialect dat mijn vader vroeger gebruikte om een onguur persoon aan te duiden: ‘nen bitskoemer’.

     

    Maar terug naar Herman Melville. Op 9.8 1842 komt er een walvisvaarder, de Lucy Ann, aan  in Nukahiva, waar Herman gedeserteerd was. De kapitein had problemen aan boord met zijn bemanning van wie er ook al enkele gedeserteerd waren. Toen hij vernam dat hij Een Amerikaanse matroos die door de inboorlingen werd vastgehouden, kon ‘kopen’ voor wat snuisterijen, was de koop vlug gesloten. Melville gaat aan boord en ze varen naar Tahiti.

    Daar komt hij net op tijd om de Franse kolonisten aan het werk te zien. De Franse admiraal Du Petit-Thouars had de Tahitiaanse hoofdmannen aan boord gelokt voor een gesprek. Maar ze werden voor een ultimatum gesteld: een papier tekenen ofwel tienduizend dollar betalen. Als dat geld er niet is wordt Papeete beschoten. De koningin van het eiland, Pomare, was op dat ogenblik bezig met te bevallen. Ze tekende het papier en Tahiti was eigendom van de Fransen geworden.

     

    Over zijn ervaringen op de Lucy Ann, kunnen we lezen in zijn roman Omoo. 

    03-06-2005 om 20:34 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-06-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Melville, vervolg van de biografie, deel 2
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    2.6

     

    Weinig nieuws van op zee.  Ze ronden Kaap Hoorn, varen langs de kust van Chili. Op 24 oktober steken ze de Evenaar open. Daarover weet een toenmalige scheepsmaat van Melville, Toby Greene, het volgende te vertellen over een niet al te snuggere matroos. Ik schrijf het in het Engels.

     

    We had a shipmate once, whom we called ‘Jack Nastyface’, from the fact that his face was rough as a MacAdamized road. The first time that we crossed the equator in the Pacific, Jack was at the mast head looking out for whales. As soon as ‘eight bells’ were struck, and Jack was relieved, he was informed that we had crossed the line. ‘The devil we did! Sais Jack. ‘Can’t ye tell us some news? Didn’t I see it as well as you did, and better too ? wasn’t I aloft. I saw the line before any man aboard.

     

    Na een tijdje komen ze bij de Galapagos eilanden. In 1854 zal Melville er over schrijven in de Encantadas of Enchanted Islands. De betoverde eilanden. Ze kregen die naam van de Spaanse zeelui die ze moeilijk in kaart konden brengen. Het leek hen dat de eilanden bewogen en zelfs verdwenen.

    Het gebeurde geregeld dat de walvisvaarder andere walvisvaarders ontmoette. Soms werden er dan sloepen uitgezet en werden wederzijdse bezoeken afgelegd. Bij een van die ontmoetingen ontmoet Melville de zestienjarige zoon van Owen Chase. Die man was ook kapitein op een walvisvaarder en op een keer werd zijn schip aangevallen door een walvis en tot zinken gebracht (zie de schets bovenaan, die betrekking heeft op dat voorval). De bemanning kon zich redden in drie sloepen. Ze leden echter zulke honger dat ze om in leven te blijven overgingen tot kannibalisme. Chase had zijn verhaal opgeschreven en gepubliceerd en Melville kreeg van Chase’s zoon een exemplaar. Waarschijnlijk was dit de aanleiding voor het schrijven van Moby Dick tien jaar later.

     

    Anderhalf jaar waren ze nu al onderweg. Een twintigtal jonge, gezonde mannen. Zoals hij in veel van zijn romans laat verstaan, waren homoseksuele handelingen aan boord geen uitzondering.

     

    Ondertussen zijn ze aangekomen bij de Markiezen eilanden. Een belangrijk moment. De eilanden waren beroemd voor de inheemse vrouwen en jonge meisjes die in groepen de schepen tegemoet kwamen gezwommen. Eenmaal aan boord werd er een feest gehouden dat algauw ontaardde in een orgie. Met alle gevolgen van dien qua geslachtsziekten. Op het eiland leefde ook een stam kannibalen, de Typee. Het is hier dat Melville samen met een vriend op 9 juli deserteert. Ze lopen het binnenland in  en beklimmen een berg. Op 13 juli ontmoeten ze de eerste inboorlingen. Melville is gewond en kan zich moeilijk verplaatsen. Zijn vriend trekt rond, ontmoet op het strand een Ierse zeeman, hij gaat daarmee naar diens schip, monstert aan en vertrekt op 28 juli. Melville blijft alleen achter op het eiland.

     

    Hij heeft zijn avonturen beschreven in de roman Typee. Voor een deel is die waarheidsgetrouw, voor een deel gefantaseerd.  

    02-06-2005 om 20:22 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-05-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herman Melville
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Herman Melville: biografie

     

    Ik wil hier wat biografische gegevens meedelen over Herman Melville. Mijn informatie haal ik vooral uit de biografie van Hershel Parker: Herman Melville A Biography Volume I 1819-1851. Het verscheen in 1996 bij de Johns Hopkins University Press in Baltimore. Dat eerste deel alleen al telt meer dan 900 bladzijden, zodat ik een tijdje bezig zal zijn. Het tweede deel vind ik jammer genoeg niet in de bibliotheek.

     

    Ik weet niet of veel mensen geïnteresseerd zullen zijn in dit verhaal. Voor mij dient het als geheugensteuntje. Naarmate ik vorder in het werk, zal ik deze bijdrage bijwerken. 

     

    De Melville’s waren afkomstig uit Schotland. De beroemdste telg uit het geslacht was Hermans grootvader Thomas Melville (1751-1832). Hij nam onder andere deel aan de Boston Tea Party, een belangrijke gebeurtenis in de onafhankelijkheidsstrijd van de Amerikanen tegen de Engelsen in 1773. Een aantal kolonies had zich aaneengesloten en ageerde tegen de hoge belastingen die door de Engelse kolonisator werden geheven, onder andere op ingevoerde thee. Op een bepaald moment lagen er in de haven van Boston drie schepen uit Indië met een lading thee aan boord. Een groep opstandelingen (sommigen verkleed als Amerikaanse indianen) overviel de schepen en kieperde de balen thee over boord.

     

    Melville’s moeder, Maria Gansevoort, was van Hollandse afkomst. De familie was in het midden van de 17e eeuw geëmigreerd naar Albany, daarvoor Fort Orange genoemd, ten noorden van New York. Ook grootvader Gansevoort was een beroemd man. In 1777 verdedigde hij met succes een fort tegen de een Engelse overmacht, waaraan hij de titel van Hero of Fort Stanwix overhield.

     

    Herman’s vader, Allan, was een textielhandelaar in New York. Hij voerde goederen in uit Frankrijk, maar het ontbrak hem aan koopmansinstinct. In 1830 zat hij zo diep in de schulden dat hij uit New York wegvluchtte naar Albany in het noorden.  In 1832 stierf hij en liet naast een weduwe en acht kinderen een enorme schuldenberg na.

     

    De familie werd nu geleid door de moeder en de ondernemende oudste zoon Gansevoort (1815 – 1846), die op 16-jarige leeftijd een handel opzette in bont en hoofddeksels. Herman leefde wat in de schaduw van die zeer intelligente oudere broer. Om mee geld voor het gezin te verdienen, begon hij op dertienjarige leeftijd als bediende bij een bank te werken.

     

    Anekdote: de eerste bekende woorden van Herman Melville werden geciteerd door zijn vader naar aanleiding van de geboorte van een jonger broertje: “Pa now got two ittle boys”. De ‘schrijver’ was toen drie jaar.

     

    In 1834 brandt de fabriek van Gansevoort uit. De winkel blijft gespaard, maar hij moet zijn personeel ontslaan. Gevolg: Herman wordt weggehaald bij de bank en begint in de winkel voor zijn broer te werken. Hij is dan 15 jaar.

     

    Anekdote: Op een bepaald moment rijdt Gansevoort met 175 huiden van muskusratten naar een volmolen. Daar werden de huiden gevold, d.w.z. onder toevoeging van bijtende stoffen geplet tussen twee walsen om ze te vervilten. Mooie oude woorden. In Gent is er nog een Voldersstraat. Tien jaar geleden jaren ving mijn buurman nog muskusratten en verkocht hij de huiden. En toen de gemeente zelf vallen begon te plaatsen, vernielde hij die omdat hij zijn verdienste niet wilde kwijtspelen.

     

    De zaken gaan echter slecht, het is crisis en in 1837 gaat het bedrijfje van Gansevoort op de fles. Herman wordt naar het platteland gestuurd waar hij de leiding neemt op een boerderij van een oom. Dat duurt ook niet lang en hij wordt onderwijzer aan een plattelandsschool. Onderwijzer, hoewel hij daarvoor geen enkele opleiding had genoten en slechts nu en dan op school had gezeten (als zijn moeder het kon betalen). Hij was autodidact. Zijn kennis had hij opgedaan door lectuur, in navolging van zijn broer. Ook was hij lid van enkele debatclubs, waarvan de leden dikwijls, ook voor de sport, elkaar de huid vol scholden.  Enkele bijnamen die Herman kreeg: Herman Melvillian en the Ciceronian Baboon.

     

     

    1.6

     

    Begin juni 1939, Melville is dan 19 jaar, monstert hij als gewone matroos aan op het koopvaardijschip St Lawrence. De reis gaat naar Liverpool, waar het schip op 4 juli aankomt. Over die reis en over Liverpool kunnen we een en ander lezen in zijn roman Redburn die hij in 1849 schrijft.

     

    Zijsprong:

    Als hij in Liverpool aankomt is er daar een bezienswaardigheid. Er is een schip gearriveerd dat werd aangevallen door een zwaardvis. Zwaardvissen zijn de doodsvijanden van walvissen en dit exemplaar had waarschijnlijk het schip aangezien voor een walvis. Zijn zwaard had een koperen bekleding doorboord, vervolgens een 8 cm dikke plank, dan een lege ruimte en ten slotte een eiken plank van 10 cm.

     

    Op 1 oktober is hij terug in Manhattan. Daar is het grote nieuws de gebeurtenissen met het slavenschip Amistad.

     

    Zijsprong:

    De Amistad voer met 53 slaven aan boord van Havana naar Guanajay. Kort voordat ze daar aankwamen, vertelde een chef hen dat ze bij aankomst gedood en gepekeld zouden worden. De grap werd niet geapprecieerd. Een zekere Cinqué leidde een opstand, de ketenen werden verbroken en de kapitein en zijn bemanning werden overboord gegooid. De eigenaars, die ook aan boord waren, kregen het bevel om naar Afrika te varen, maar ’s nachts stuurden ze bij en na twee maanden, met water- en voedselgebrek, kwam het schip ter hoogte van Long Island. De slaven werden naar de gevangenis gestuurd en het schip werd in beslag genomen. Er kwam een rechtszaak van, waarbij het Hooggerechtshof besliste dat de slaven niet op een wettelijke manier tot slaven waren gemaakt en ze werden vrijgesproken. Wat er op neerkwam dat ze terug werden gestuurd naar Sierra Leone.

    (Bron: Hugh Thomas: The Slave Trade).

     

    Melville wordt opnieuw schoolmeester in een klein stadje, maar omdat hij niet wordt betaald, vertrekt hij er. Met een vriend trekt hij naar het westen om daar zijn geluk te beproeven. Maar ook daar vindt hij geen werk en ten slotte scheept hij in op een walvisvaarder, de Acushnet, die op 3.1.1841 op walvisvangst naar de Stille oceaan vertrekt. Het schip zal in mei 1845 terug thuis komen, maar in juli 1842 is Melville samen met een vriend van het schip gedeserteerd. Daar komen we later nog op terug. Veel van zijn ervaringen zijn natuurlijk beschreven in Moby Dick, maar in 1847 schreef hij al een korte bijdrage, die als volgt ging:

    Mijn jonge vrienden, beeld het u even in, voor de eerste keer in een open sloep (zo licht, dat 3 mannen er zo mee vandoor kunnen gaan), 12 tot 15 mijl verwijderd van je moederschip en ongeveer 100 keer zo ver van het meest nabije land, jagend op een van die oliemonsters. “Roeien, roeien, boerenpummels”, schreeuwt de roerganger, op- en neerspringend in het achterschip, uitzinnig van beroepsijver. (…). “Roeien, roeien, verdomme, breek die luie rug”. De walvis is nu binnen werpafstand en je hoort het geraas van het water in zijn zog. Hoe gaat het hart te keer van de bange roeiers op dit cruciale moment. Mijn jonge vrienden, draai je even om en werp een blik op die walvis. Zie hem wegschieten door het water, het golft om zijn reusachtige kop als rond de boeg van een schip. Geloof me, het is even beangstigend als voor de rekruut die voor het eerst op het slagveld komt.

    “Rechtstaan en erop los”, schreeuwt de roerganger tegen de harpoenier in de boeg. Deze laat zijn roeispaan vallen en grijpt zijn “ijzer”. Het schiet weg uit zijn hand – en wat dan lieve lezers ? We zien geen hand voor ogen, we voelen een slag, een onheilspellend geraas als de getroffen walvis het water rondom opzwiept in damp en schuim, de sloep opzij sleurt en ten slotte als gek door het water klieft, de half volgelopen van links naar rechts schommelende sloep achter zich aan meesleurend, terwijl de bemanning in paniek zich vastklampt aan het dolboord om niet overboord te gaan. Intussen slingeren er allerlei scherpe voorwerpen rond in de boot – lansen, harpoenen, schoppen.

    Maar dit alles betekent niets bij wat nog zal volgen. Voor het moment ben je enkel verbonden met de walvis: maar straks  moet je er nog mee vechten en hem doden.

     

     

    31-05-2005 om 20:36 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-05-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herman Melville: Witjak
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

    Herman Melville: Witjak

     

    Melville is een van mijn lievelingsauteurs en toch heb ik dit boek met gemengde gevoelens gelezen. De boosdoener is echter niet Melville, wel de uitgever. Het gaat om de uitgeverij Villa in Weesp. Er staat zelfs geen datum van uitgave in het boek. Op de kaft vooraan staat de titel en daaronder: zijn meesterwerk na Moby Dick.  Allemaal heel mooi, maar wat blijkt ? Het boek telt 50 (korte) hoofdstukken, terwijl het origineel uit 93 hoofdstukken bestaat. In het boek staat een korte inleiding, maar nergens staat vermeld dat het geen integrale vertaling is. Zoiets vind ik verschrikkelijk. Ik denk niet dat er een integrale vertaling beschikbaar is in het Nederlands. Ook dat verwondert me niet, want Melville is aartsmoeilijk om te vertalen. Ik heb het zelf even geprobeerd met de eerste alinea van Billy Budd, en ik liep vast. Gelukkig bestaat er van dat werk wel een geslaagde vertaling.

     

    Melville (1819 – 1891) was een Amerikaanse auteur. Ik zal later nog terugkomen op zijn leven, want momenteel lees ik een biografie van hem. In 1839 maakte hij zijn eerste zeereis. Begin 1841 vertrok hij op een walvisvaarder voor een tocht in de Stille Oceaan.  In juli 1842 deserteerde hij van dat schip en leefde gedurende een maand samen met een vriend bij de inboorlingen op de Markiezeneilanden. Ten slotte monsterde hij op nieuw aan op een oorlogsschip en in 1844 kreeg hij ontslag uit de marine. Hij begint dan te schrijven en de onderwerpen voor zijn boeken vindt hij in de avonturen die hij op zijn zeereizen heeft beleefd.

     

    Witjak of White-Jacket or The World in a Man-of-War dateert van 1850 en beschrijft het leven aan boord van een oorlogsschip. Het schip en zijn bemanningsleden zijn een model op schaal voor de hele samenleving. We volgen dit schip op een lange reis. Een verhaal zit er niet in. De korte hoofdstukjes zijn zeer gevarieerd. Ze gaan onder andere over een storm, over diefstallen, over een amputatie, over drank, over typische personen aan boord, enz. Het boek is voor een deel een aanklacht over de levensomstandigheden, machtsmisbruik  en andere misbruiken op een dergelijk schip. Zo klaagt de schrijver het geselen van gestrafte matrozen aan.

    Melville is altijd heel uitvoerig. In Moby Dick bijvoorbeeld heeft hij het hoofdstukken lang over de soorten walvissen. In dit boek krijgen we een omstandige beschrijving van een oorlogsschip, zowel van de mensen die het bemannen als van het schip zelf, de indeling, wat, waar en wanneer er gegeten wordt, enz. Vervelen doen die passages niet, want ze zijn altijd heel raak, beeldrijk en met zin voor humor geschreven. Bijvoorbeeld de volgende passage over het slapen in een hangmat:

     

    Achttien inches per man is de toegestane ruimte; achttien inches om in te slingeren ! Verschrikkelijk ! Je hebt méér ruimte om te slingeren wanneer je aan de galg hangt.

     

    Het krioelt ook van de interessante weetjes. Bijvoorbeeld over het seinenboek:

     

    Omdat in het Seinenboek alle geheime seinen en codes van de Marine staan opgetekend,  waardoor het voor een vijand van onschatbare waarde zou zijn, is de kaft omzoomd met lood, zodat het tot zinken kan worden gebracht wanneer het gevaar bestaat dat het schip in vijandelijke handen zou vallen.

     

    Een boek dus voor mensen die van de zee houden, die zich niet laten afschrikken door het zeejargon. Dat laatste is echter niet zo erg, want Melville legt alles heel uitvoerig uit. En wie op zijn honger zou blijven, kan ik de volgende interessante website aanraden http://www.vaartips.nl/zeevaart.htm .

     

    Het is het ideale boek om te lezen voor wie van plan is de komende zomer een zeilschip te bezoeken. Hopelijk zal er ook dit jaar in Zeebrugge of Antwerpen een vloot zeilschepen te bezichtigen zijn. En anders kan men nog altijd in Oostende de Mercator een bezoekje brengen.

     

    Wie het boek in het Engels zou willen lezen, kan ik verwijzen naar het Gutenberg-project. Daar is het naast nog enkele werken van Melville voorhanden.

    30-05-2005 om 07:55 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-05-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Matthew Lewis: The monk
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    Matthew Lewis: The monk

     

    Dit werk is een beroemde Gothic novel, een griezelroman. Dat soort romans maakte, eigenaardig genoeg opgang in de 18e eeuw. Eigenaardig omdat de 18e eeuw net zo’n beschaafde en vrouwelijke eeuw was. In die eeuw komt de vrouw meer in de belangstelling, krijgt haar gevoelsleven meer aandacht. Het is de tijd van het mal de vivre, van de vapeurs  en van de metafysische angst. In deze romans komt de fascinatie tot uiting voor donkere wouden, duistere krochten, kerkhoven, ruïnes, dromen pijn enz. Edmund Burke, vooral bekend als een van de grondleggers van het conservatisme (Reflections on the revolution in France) had een esthetica van the sublime of het verhevene ontwikkeld. Volgens die theorie kon schoonheid ook gevonden worden in wat verschrikkelijk en pijnlijk is. Het is ook de periode waarin de markies de Sade zijn werken schreef. Een thema dat in deze boeken altijd terugkomt, is dat van de belaagde maagd.

    De eerste bekende gothic novel is The Castle of Otranto, van Walpole uit 1765.  Een andere bekende schrijfster van griezelverhalen is Ann Radcliffe (1764 – 1823). En het beroemdste werk is waarschijnlijk wel Frankenstein van Mary Shelley uit 1818.

     

    De roman van Lewis (1775 – 1818) verscheen in 1796. Hij schreef het boek in 1794, toen hij 19 jaar was. In die tijd was hij verbonden aan de Britse ambassade in Den Haag en hij begon deze roman te schrijven om de verveling te verdrijven.

     

    Het verhaal speelt zich af in Madrid, in de tijd van de inquisitie. De Monk is een dertigjarige Madrileense monnik die als een soort heilige wordt beschouwd en wiens preken volle kerken trekken. Maar hij zal niet heilig blijven. In zijn klooster is hij vaak in het gezelschap van een jonge monnik Rosario, die blijkt een jongedame te zijn en die er zonder al te veel moeite in slaagt om onze monnik te verleiden. Deze Rosario/Mathilde blijkt te heulen met de duivel die ook in het stuk mag optreden. In twee gedaanten zelfs, als een schone naakte jongeling en later als Lucifer. De monnik verliest stilaan zijn heilige manieren, wordt het slachtoffer van zijn driften en stort een andere jongedame in het verderf. Deze zal hij verkrachten en tenslotte ook vermoorden. In een nevenverhaal is er nog een vrouw in het spel. Zij is tegen haar zin in een klooster gedropt, waaruit ze probeert te ontsnappen met behulp van haar verloofde. Die pogingen mislukken jammerlijk en op een van haar uitstappen geraakt ze zwanger. Als dit ter ore komt van de kloosteroverste, wordt ze in een soort vergeetput weggestopt, vastgeketend en in het gezelschap van rottende lijken. Daar zal trouwens ook haar kind geboren worden. Al bij al loopt het voor haar nog goed af, want ze zal worden verlost, terwijl de boze abdis een wrede dood sterft.

    De monnik wordt tenslotte ontmaskerd en aangehouden door de heren van de inquisitie. Hij wordt een beetje gemarteld om hem tot bekentenissen te dwingen maar uiteindelijk kan hij aan de dood ontkomen door zijn ziel aan de duivel te verkopen. Maar ook daar beleeft hij niet lang plezier aan, want de duivel neemt de zondaar mee naar een hoge rots en laat hem daar naar beneden vallen.

     

    Ik kan me voorstellen dat deze 19-jarige auteur zich kostelijk heeft geamuseerd bij het schrijven van deze roman. Nu lezen we hem als een curiosum. Soms is het wel eens wat langdradig, maar de fantasie van de auteur houdt ons wakker. In tegenstelling met het werk van de Sade, is dit een kuis boek. Als de eer van een vrouw dan al wordt geschonden, dan klinkt dat zo:

     

    You will even pardon me when I acknowledge, that in an unguarded moment the honour of Agnes was sacrified to my passion.

     

    27-05-2005 om 16:18 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    22-05-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Willem Jan Otten: Specht en zoon
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Willem Jan Otten: Specht en zoon

     

    Met deze roman heeft de auteur zopas de Libris Literatuur Prijs gewonnen. Het werk is in 2004 verschenen bij G.A. van Oorschot.

     

    Bijzonder in dit werk is de invalshoek waaruit het is geschreven. Aan het woord is namelijk een aanvankelijk leeg doek dat door de schilder Felix Vincent wordt gekocht en die door het doek en later schilderij de schepper wordt genoemd. De schilder weet er niet goed weg mee, tot hij een eigenaardige opdracht krijgt van Valéry Specht, een rijke kunstverzamelaar. Voor heel veel geld moet hij een negerjongen Singer schilderen. Niet naar het leven, maar naar de dood. Volgens zeggen van Specht is de jongen, die hij zijn zoon noemt, namelijk dood. We vernemen niets over de wijze waarop de jongen gestorven is. Felix krijgt een video en een foto en daarmee moet hij proberen op het doek een levende jongen weer te geven. Niemand mag het schilderij zien en hij mag er geen ruchtbaarheid aan geven. Specht zal het zelf komen ophalen.

    Als het schilderij af is, blijft het lange tijd in het atelier staan. Er komen berichten dat Specht ernstig ziek is. Intussen heeft Felix het bezoek gekregen van een kunstrecensente die een artikel over Specht schrijft en die deze ervan verdenkt een pederast te zijn. Tijdens een vrijpartij met Felix hoort ze hem uit over Specht en het schilderij. Felix krijgt angst en verbrandt het schilderij, zonder dat Specht het te zien krijgt.

    De ontknoping wil ik hier niet verklappen.

     

    Op dit hoofdthema worden neventhema’s betrokken, onder andere een jeugdervaring van Felix met zijn boezemvriend Tijn, de geboorte van Felix zoon enz.

     

    Het boek deed me soms aan andere auteurs denken. Aan Willem Frederik Hermans bijvoorbeeld. Door van het schilderij het hoofdpersonage te maken, wordt de omringende wereld door de ogen van dat schilderij bekeken. Die kijk op de wereld, dat doordenken van die situatie, vind ik Hermansiaans. Verder dacht ik ook aan Multaltuli, aan het begin van de Max Havelaar, de monoloog van Droogstoppel, wanneer het doek zichzelf op een nogal pedante manier beschrijft als Zeer Dicht Geweven Vier Maal Universeel Geprepareerd.

     

    Een mooie zin:

    Huid, zei schepper, eigenlijk is een schilderij niets anders dan een huid aangebracht op een huid.

    Er worden nog veel gedachten over schilderkunst en vooral over kijken in het boek geventileerd.

     

    Ik vond het een mooi boek. De taal is erg verzorgd en sober. De ontknoping vond ik wat vergezocht, maar dat doet geen afbreuk aan het boek.


    De foto is afkomstig van de website dbnl : Portret van Willem Jan Otten, © Chris van Houts, Amsterdam

     

    22-05-2005 om 20:41 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-05-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Elisabeth Wolff-Bekker: De menuet en de dominees pruik
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

    Elisabeth Wolff-Bekker: De menuet en de dominees pruik

     

    Een werkje waar niemand op zit te wachten. Het komt hier toevallig terecht, omdat ik het ergens aantrof en ik een dergelijk boekje niet kan laten liggen. Het kostte niet alleen geen geld, maar als ik het niet had meegenomen, zou ik in mijn leven waarschijnlijk nooit iets van deze dame hebben gelezen.

    We kennen de naam van deze schrijfster van op de schoolbanken, in combinatie met Aagje Deken. Samen gaven ze in 1782 hun bekendste werk uit, de roman in brieven De Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart.

     

    Elisabeth Wolff leefde van 1738 tot 1804.

     

    Het bovengenoemde boekje is een uitgave van de Wereldbibliotheek, uit 1954. Het telt nauwelijks dertig bladzijden waarvan dan nog tien voor de inleiding van de bezorger, P. Minderaa.

    Het is in versvorm geschreven en vormt één groot gedicht. Het zou gebaseerd zijn op een werkelijk gebeurd feit, maar de schrijfster heeft het wel wat bijgewerkt, en scherper gesteld dan het er in werkelijkheid is aan toegegaan.

     

    De geschiedenis. De ouderling Eerryk laat zijn dochter trouwen en op het huwelijksfeest danst hij een menuet. Dat komt ter ore van de predikanten van de gemeente. Zij halen er een oude kerkwet bij waarin staat dat een ouderling die danst in de ban moet worden gedaan.

     

    Mer, hevet hi gedanst mit al te bliden geeste,

    Al was ’t op zin liefs vrouw of zin liefs dogters Feeste,

    Men sluut hum in de Ban, op dat hy daar voor ly.

    Hi ne mag nimmermier die zuuvre kerk regieren.

     

    Maar Eerryk laat zich dit niet zomaar welgevallen en zal de dominees van hetzelfde laken een pak maken. In een andere wet staat namelijk dat de heren op zinder kaalen scheel een kalotgen mogen dragen maar geen pruik, want dat ze dan het predikambt verliezen.

     

    Dreigt weêr met uwen fraaien Ban,

    Beledigt weêr een eerlyk man;

    Maar ik zal Uwen Ban ook tegens U gebruiken,

    Indien gylieden uwe almagtig groote Pruiken

    Niet wisselt tegens een eenvoudige kalot.

     

    Veel houdt het dus niet in, maar het gedicht is heel speels en afwisselend. En ik lees niet alle dagen ons Nederlands uit de 18e eeuw.

     

    21-05-2005 om 20:06 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Foto

    Poems are blossoms of the brain. Emily Dickinson
    Kunst gibt nicht das Sichtbare wieder, sondern macht sichtbar. Paul Klee

    La nostra vita in terra

    Altro non è che guerra


    en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen. Hebreeën 13.2
    Archief per week
  • 29/06-05/07 2020
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 13/05-19/05 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 26/09-02/10 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 08/11-14/11 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 31/12-06/01 2008
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 17/11-23/11 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 11/08-17/08 2008
  • 04/08-10/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 28/04-04/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 25/02-02/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 21/01-27/01 2008
  • 14/01-20/01 2008
  • 07/01-13/01 2008
  • 31/12-06/01 2008
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007
  • 16/07-22/07 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 18/06-24/06 2007
  • 11/06-17/06 2007
  • 04/06-10/06 2007
  • 28/05-03/06 2007
  • 21/05-27/05 2007
  • 14/05-20/05 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 09/04-15/04 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 26/03-01/04 2007
  • 19/03-25/03 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 26/02-04/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 12/02-18/02 2007
  • 05/02-11/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 08/01-14/01 2007
  • 01/01-07/01 2007
  • 25/12-31/12 2006
  • 18/12-24/12 2006
  • 11/12-17/12 2006
  • 04/12-10/12 2006
  • 20/11-26/11 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 23/10-29/10 2006
  • 16/10-22/10 2006
  • 09/10-15/10 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 28/08-03/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 14/08-20/08 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 17/04-23/04 2006
  • 10/04-16/04 2006
  • 03/04-09/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 20/03-26/03 2006
  • 13/03-19/03 2006
  • 06/03-12/03 2006
  • 27/02-05/03 2006
  • 20/02-26/02 2006
  • 06/02-12/02 2006
  • 30/01-05/02 2006
  • 23/01-29/01 2006
  • 16/01-22/01 2006
  • 09/01-15/01 2006
  • 02/01-08/01 2006
  • 26/12-01/01 2006
  • 12/12-18/12 2005
  • 05/12-11/12 2005
  • 28/11-04/12 2005
  • 21/11-27/11 2005
  • 14/11-20/11 2005
  • 07/11-13/11 2005
  • 31/10-06/11 2005
  • 24/10-30/10 2005
  • 17/10-23/10 2005
  • 10/10-16/10 2005
  • 03/10-09/10 2005
  • 26/09-02/10 2005
  • 19/09-25/09 2005
  • 12/09-18/09 2005
  • 05/09-11/09 2005
  • 29/08-04/09 2005
  • 15/08-21/08 2005
  • 08/08-14/08 2005
  • 01/08-07/08 2005
  • 25/07-31/07 2005
  • 18/07-24/07 2005
  • 11/07-17/07 2005
  • 04/07-10/07 2005
  • 27/06-03/07 2005
  • 20/06-26/06 2005
  • 13/06-19/06 2005
  • 06/06-12/06 2005
  • 30/05-05/06 2005
  • 23/05-29/05 2005
  • 16/05-22/05 2005
  • 09/05-15/05 2005
  • 02/05-08/05 2005
  • 25/04-01/05 2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Aanraders tot nu toe:

    Von Keyserling: Branding
    Hrabal: Zwaarbewaakte treinen
    Voltaire: Candide
    Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven
    Hawthorne: De scharlaken letter
    Yalom: De Schopenhauer-kuur
    Rosa: De derde oever van de rivier
    Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi
    Waugh: The Loved One
    Kadare: Het donkere jaar
    Baricco: Zijde
    Moorehead: De Blauwe Nijl
    Lampedusa: De tijgerkat
    Melville: Billy Budd
    Platonov: De bouwput
    Tim Parks: Bestemming
    Bernhard: De neef van Wittgenstein
    Kafka: Die Verwandlung
    Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw
    Traven: Verhalen
    Baldwin: Go Tell it on the Mountain
    Faulkner: As I lay dying
    Oë: De hoogmoedige doden
    Trilling: The Middle of the Journey
    Hardy: Far from the madding crowd
    Kristof: De analfabete
    McEwan: Amsterdam
    Filloy: De bende
    Sciascia: De Zaak Aldo Moro
    Salinger: Franny and Zooey

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!