Na liturgia, a festa dos Reis
Magos se chama Epifania
No Evangelho de Matteüs,
capítulo 2, versículos 1-12, lemos:
E, tendo nascido Jesus em
Belém de Judéia, no tempo do rei Herodes, eis que uns magos vieram do oriente a
Jerusalém, dizendo: Onde está aquele que é nascido rei dos judeus? porque vimos
a sua estrela no oriente, e viemos a adorá-lo.
E o rei Herodes, ouvindo isto,
perturbou-se, e toda Jerusalém com ele. E, congregados todos os príncipes dos
sacerdotes, e os escribas do povo, perguntou-lhes onde havia de nascer o
Cristo. E eles lhe disseram: Em Belém de Judéia; porque assim está escrito pelo
profeta: E tu, Belém, terra de Judá, de modo nenhum és a menor entre as
capitais de Judá; Porque de ti sairá o Guia Que há de apascentar o meu povo de
Israel.
Então Herodes, chamando
secretamente os magos, inquiriu exatamente deles acerca do tempo em que a
estrela lhes aparecera. E, enviando-os a Belém, disse: Ide, e perguntai
diligentemente pelo menino e, quando o achardes, participai-mo, para que também
eu vá e o adore.
E, tendo eles ouvido o rei,
partiram; e eis que a estrela, que tinham visto no oriente, ia adiante deles,
até que, chegando, se deteve sobre o lugar onde estava o menino. E, vendo eles
a estrela, regozijaram-se muito com grande alegria. E, entrando na casa,
acharam o menino com Maria sua mãe e, prostrando-se, o adoraram; e abrindo os
seus tesouros, ofertaram-lhe dádivas: ouro, incenso e mirra.
E, sendo por divina revelação
avisados em sonhos para que não voltassem para junto de Herodes, partiram para
a sua terra por outro caminho.
Meditação
A festa da Epifania é a grande
convocação que Deus faz, a fim de que todas as nações e raças encontrem forças
para tornar humano e fraterno o nosso mundo. Essa é, no fundo, a expectativa de
Deus que transparece em toda a Bíblia. Mas é em Jesus que ela toma corpo e
forma, aparecendo como proposta oferecida a todos. Contudo, a ganância e o
desejo de poder - presentes no Herodes do tempo de Jesus e nos Herodes de todos
os tempos - tentam sufocar essa esperança. Porém, os homens de boa vontade têm
uma "estrela", não cessam de "sonhar" um caminho
alternativo, que não passa pelos poderosos, mas nasce do menino-pastor. Essa
caminhada é cheia de dificuldades, mas é Deus quem a ilumina, gerando forças e
vida nova.
Nederlandse
vertaling
In de liturgie wordt het feest van Driekoningen
aangeduid als het Feest van de Openbaring. In Matteüs 2,1-12 lezen we:
Toen Jezus te Betlehem in Juda geboren was, ten tijde van koning Herodes, kwamen
er te Jeruzalem Wijzen uit het oosten en vroegen: Waar is de pasgeboren
koning der Joden? Want wij hebben zijn ster in het oosten gezien en zijn gekomen om Hem onze
hulde te brengen. "Toen koning Herodes dit hoorde werd hij
verontrust en heel Jeruzalem met hem. Hij riep alle hogepriesters en
schriftgeleerden van het volk bijeen en legde hun de vraag voor waar
de Christus moest geboren worden.Zij antwoordden hem: Te Betlehem
in Juda. Zo immers staat er geschreven bij de profeet: En gij Betlehem,
landstreek van Juda, gij zijt volstrekt niet de geringste onder de leiders
van Juda,want uit u zal een leidsman te voorschijn treden,die
herder zal zijn over mijn volk Israël!
Toen ontbood Herodes in het geheim de Wijzen en hij vroeg hun nauwkeurig
naar de tijd waarop de ster verschenen was. Daarop zond hij hen naar Betlehem met de
opdracht: Gaat een zorgvuldig onderzoek instellen naar het Kind, en wanneer gij het
gevonden hebt, bericht mij het dan opdat ook ik het hulde kan gaan
brengen.
Na de koning aanhoord te hebben vertrokken zij. En zie, de ster die
zij in het oosten gezien hadden, ging voor hen uit totdat ze boven de
plaats waar het Kind zich bevond stil bleef staan.Op het zien van de ster werden zij vervuld van overgrote
vreugde. Zij gingen het huis binnen, zagen er het Kind met zijn
moeder Maria en op hun knieën neervallend betuigden zij het hun
hulde. Zij haalden hun schatten te voorschijn en boden het geschenken
aan: goud, wierook en mirre.
En in een droom van Godswege gewaarschuwd niet meer naar Herodes terug te
keren, vertrokken zij langs een andere weg naar hun land.
Overweging
Het feest van de openbaring is de grote uitnodiging,
die van God uitgaat, opdat alle landen en volken de kracht vinden om onze
wereld een meer menselijk en broederlijk aanschijn te verlenen. Al bij al, is
dat de verwachting van God, die in heel de Bijbel naar voor komt. Maar in de
persoon van Jezus krijgt deze verwachting een heel concreet gelaat, als een
voorstel dat aan alle mensen wordt aangereikt. Winstbejag en machtswellust
die zo opvallend zijn in de persoon van Herodes toen Jezus geboren was, maar
die evenzeer voortleven in de vele Herodessen van alle tijden dreigen deze
hoop de kop in te drukken. Nochtans, alle mensen van goede wil hebben een
ster en houden niet op te dromen van een andere weg, die niet langs de
machtigen voert, maar die geboren wordt in dat kleine kindje, dat al een ware
herder is. Deze andere weg is bezaaid met moeilijkheden, maar onze God brengt licht,
geeft kracht en schenkt nieuw leven.
Maria en Jozef zien wij vandaag optrekken naar de tempel om naar joods
gebruik hun kind aan God toe te vertrouwen. Ze brengen het offer mee dat in de
Wet voorgeschreven werd: een koppel jonge duiven, een heel bescheiden offer waaruit wij kunnen
afleiden dat Maria en Jozef maar heel gewone mensen waren, zeker geen rijke
joden want van de rijken werd een gewichtiger offergave verwacht: een lam..
Maria en Jozef, het zijn maar doodgewone mensen die hun religieuze
verplichtingen komen vervullen en dan zijn daar die mysterieuze woorden van
Simeon die, door de Geest gedreven, naar de tempel komt. Hij neemt het kind in
zijn armen en bidt:
Uw dienaar laat Gij nu, Heer, naar uw woord in vrede gaan. Mijn ogen
hebben thans uw heil aanschouwd dat Gij voor alle volken hebt bereid een licht
dat voor de heidenen straalt, een glorie voor uw volk Israel
Wie die Simeon is wordt niet duidelijk aangegeven. Spontaan heeft men hem
dikwijls als een hoogbejaarde man gezien, maar dat hoeft niet zo te zijn en dat
weten we eigenlijk niet. Het gaat hier in elk geval niet over zijn leeftijd. Al
blijft het een feit dat bejaarde mensen misschien eerder tot de wijsheid van
Simeon komen.
Simeon staat voor de mens die eindelijk de innerlijke vrede gevonden heeft.
Hij weet dat al zijn verwachtingen vervuld worden door de komst van dit kind,
dat hij nu in de armen mag houden. Dat kleine wichtje draagt een grote roeping
en zending: Hij zal een licht zijn voor de heidenen, het woord om de niet-Joden
aan te duiden. Hij zal ook een glorie zijn voor het volk Israel. In eenvoudige
woorden: zo klein als het is, vervult het de verwachtingen van de hele mensheid.
Zo klein als dat kindje nog is op dat ogenblik, het zal het diepste verlangen
van elke mens stillen. Bij Hem, in Hem zullen alle mensen rust en vrede vinden,
indien zij bereid zijn om hun hart voor Hem open te stellen.
De namen van de hoofdrolspelers in dit tafereel hebben een diepe betekenis: Simeon betekent verhoring.
De verwachtingen van Simeon worden verhoord, nu Hij het Kind in de armen sluit.
Hij geeft aan de naam van Jezus zijn volle diepte en breedte. Want Jezus
betekent: God brengt redding.
Innerlijke vrede,het is een groot verlangen van elkeen. Het is geen vlucht
uit de hardheid, die wij in ons leven soms of vaak ontmoeten. Het is evenmin
de armen laten zakken in deze zin: de dingen zijn nu eenmaal zoals ze zijn. En het is ook geen passieve gelatenheid, die vrede neemt met een wereld waarin zoveel
misloopt.
Innerlijke vrede vinden, is aanvaarden dat ik niet uit mijzelf besta en ook
niet puur voor mijzelf besta. Het is geleerd hebben, misschien in de lange
leerschool van het leven, dat ik tot rust kom door mij toe te vertrouwen aan de
Heer. Zo is het ook mezelf aanvaarden, omdat ik ben gaan inzien in dat ik met
al mijn onvermogen, met al mijn kleine kanten en gebreken toch vrede mag vinden
omdat God van me houdt, zoals ik ben.
Wij vinden soms geen innerlijke vrede meer, vanuit de illusie dat wij alles
zelf moeten doen, vanuit een gebrek aan vertrouwen in Iemand, die groter is. We
kunnen moeite hebben met de gedachte dat we leven van zijn liefde en zijn
bevrijding hard nodig hebben. Deze afhankelijkheid kunnen we als een verlies
ervaren, we willen zo graag alles zelf in handen hebben en onafhankelijk
zijn.
Uit ervaring, die soms lang kan duren, leren wij evenwel: er ontstaat een
grote leegte als wij geen God meer zien. En die leegte willen wij dan opvullen
door illusies, die wel afleiden maar geen diepe, innerlijke vrede schenken.
Sommigen zoeken hun heil in sekten die de mens zijn persoonlijkheid
ontnemen en hen tot slaven maken van hun eigen illusies. Het is bijna
onbegrijpelijk hoe mensen zich zonder nadenken kritiekloos toevertrouwen aan
hun eigen creaties.
Anderen vinden macht en status zeer belangrijk, iets zijn van betekenis in
deze maatschappijen het kunnen demonstreren wordt het doel van al hun werken.
Dit heeft zo weinig met innerlijke vrede te maken. Het leidt veelal alleen
maar tot stress of zware desillusies als het beoogde doel niet bereikt wordt..
Mensen die innerlijke vrede uitstralen zijn geen zoetsappige, passieve
wezens maar nemen hun taak ter harte, niet voor zichzelf maar voor het geluk
van anderen.
Kortom, Om die redding, die innerlijke vrede te vinden moeten wij ons wel
aan Hem toevertrouwen en durven leven zoals Hij barmhartig, vergevingsgezind, zonder
vooroordelen en zonder berekening en
bovenal voor elkaar.
Ieder van ons heeft de kerstvreugde al wel
beleefd. Maar de hemel en de aarde zijn het nog niet eens geworden. Ook nu nog
straalt de ster van Bethlehem in het duister van de nacht. Op tweede kerstdag
legt de Kerk reeds haar witte feestgewaden af en bekleedt zij zich met de kleur
van bloed en op de vierde dag met het droevige paars. Stefanus, die als eerste
martelaar de Heer in zijn dood volgde, en de Onnozele Kinderen, zuigelingen uit
Bethlehem en Juda, door ruwe beulshanden gruwelijk vermoord, vormen een kring
rond het Kind in de kribbe. Wat wil dat zeggen? Waar blijft nu de jubeling van
de hemelse scharen, wáár het stille geluk van de heilige nacht? Waar is vrede
op aarde? Vrede op aarde voor hen, die van goede wil zijn. Maar niet állen zijn
van goede wil.
Omdat het mysterie van het kwaad de wereld in
duisternis had gehuld, moest de Zoon van de eeuwige Vader uit de hemelse
heerlijkheid neerdalen. Duisternis bedekte de aarde en Hij kwam als een licht,
dat in de duisternis straalt, maar de duisternis heeft Hem niet aanvaard. Aan
hen, die Hem aannamen, bracht Hij licht en vrede: vrede met de Vader in de
Hemel, vrede met allen die, evenals zij, kinderen zijn van het licht en van de
hemelse Vader, en diepe zielevrede: maar geen vrede met de kinderen van de duisternis.
De Vredevorst brengt hun geen vrede, maar het zwaard. Voor hen is Hij de steen
des aanstoots, waar zij tegenaan stormen en die hen verbrijzelt.
Deze diepe, ernstige waarheid mogen wij ons,
onder de bekoring van het Kindje in de kribbe, niet ontveinzen. Het geheim van
de Menswording en het geheim van het kwaad staan in nauw verband met elkaar.
Tegen het Licht, uit de hemel neergedaald, steekt de nacht der zonde nog
zwarter en onheilspellender af.
Het Kindje in de kribbe strekt zijn handjes
uit en zijn glimlach schijnt nu reeds te zeggen, wat eens zijn lippen zullen
uitspreken: Komt allen tot Mij, die belast en beladen zijt. En zij, die zijn
stem hebben gehoord: de eenvoudige herders in de velden van Bethlehem, aan wie
de blijde boodschap verkondigd werd door een hemels licht en de stem van een
engel, en die daarop hun welgemeend Laat ons naar Bethlehem gaan zeiden en op
weg gingen, de koningen uit het verre Oosten, die met een zelfde gelovige
eenvoud de wonderbare ster volgden: zij mochten uit zijn kinderhanden genaden
ontvangen en zij verheugden zich met grote vreugde.
Deze handen geven, maar vragen tegelijk: Wijzen,
legt uw wijsheid af en wordt eenvoudig als kinderen! Koningen, doet afstand van
uw kroon en uw rijkdommen en buigt u nederig neer voor de Koning der koningen!
Neemt zonder aarzelen de moeite, het lijden en de lasten op u, die zijn dienst
meebrengt. / /
Volg Mij! wenken de kinderhanden, zoals het
later gezegd werd door zijn mond. Dat zei Hij ook tot de leerling, die de Heer
liefhad en die nu ook trouw in de kring rond de kribbe staat. Sint-Jan, de
jongeman met het reine kinderhart, volgde zonder te vragen: Waarheen? En
waarom? Hij verliet het schip van zijn vader en volgde de Heer op al zijn
wegen, tot op Golgotha.
Volg Mij! hoorde ook de jongeman Stefanus.
Hij volgde de Heer in de strijd tegen de machten der duisternis, tegen de
verblinding van het hardnekkige ongeloof. Hij legde getuigenis voor Hem af door
zijn woorden en zijn bloed. En hij volgde Hem in zijn Geest, de Geest van
Liefde, die de zonde bestrijdt, maar de zondaars bemint en nog in het uur van
zijn dood voor zijn moordenaars opkomt.
Zij, die rond de kribbe knielen, zijn
kinderen van het licht: de zwakke, onschuldige kleintjes, die trouwe herders,
de nederige koningen. De geestdriftige Stefanus en de apostel van liefde, de H.
Johannes, zij hebben Hem op zijn stem gevolgd.
Daartegenover rijst een nacht van
onbegrijpelijke verstoktheid en verblinding: de schriftgeleerden die
inlichtingen konden geven over tijd en plaats waar de Verlosser der wereld
geboren zou worden, maar die daaruit niet de gevolgtrekking maakten: Laten wij
naar Bethlehem gaan!. Koning Herodes, die de Heer des levens wil doden.
Bij het Kind in de kribbe worden de geesten
verdeeld. Het is de Koning der koningen, de Heer van leven en dood. Volg mij,
zegt Hij, en wie niet mèt Hem is, is tégen Hem.
Ook tot ons zegt Hij dit en Hij stelt ons
voor de beslissende keuze tussen licht en duisternis.
Uit Das weihnachtsgeheimnis, menschwerdung und menschheit Edith Stein
In de kerststal zien we een familie samen: moeder Maria, vader Jozef en 't
kindje Jezus.
Eergisteren pas vierden wij dat God als mens tussen ons wilde leven: Jezus, als
een kindje geboren in een gewoon gezin. God woont tussen gewone mensen, en
leeft mee met hun zorgen, met hun vreugden.
Het evangelie tekent geen gezin, waar alles gesmeerd loopt. Er is een
'conflict', zoals dat in elk gezin wel eens meer gebeurt. En het conflict is er
niet omdat het kind minder goede wegen kiest. Maar omdat het, al is het nog
maar twaalf, al heel bewust zijn eigen goede keuze maakt. Het kan ook nu
gebeuren: jongeren die een heel persoonlijke goede weg gaan. Een weg, die hun
ouders vreemd vinden omdat zij dit zonderlinge gedrag een tijd lang niet kunnen
vatten als de diepe roeping van hun kind.
De eenheid van Maria en Jezus moet wel heel diep geweest zijn. Haar hele hart
was een warme woning voor Hem. En toch gaat Hij zijn eigen weg en spreekt Hij
over een diepere thuis, bij zijn Vader. Wat doet mijn jongen daar tussen die
geleerden? Hoe zou Maria toen al haar Kind kunnen verstaan hebben?
We begrijpen dan ook dat moeder Maria haar pijn niet verzwijgt. Maar zij gaat
ook niet kwetsen of verwijten maken. Vermoedde zij toen reeds dat God zelf in
haar Kind aan het werk was? Zij bewaart dit woord in haar hart. Zij overweegt
het in haar dagelijkse doen, als ze water haalt aan de bron, als ze kookt, als
ze wast, als ze het huishouden doet. Zij zal er vooral in de intieme stilte van
haar gebed mee bezig geweest zijn.
En wat doet dit Kind? Het gaat mee naar huis, speelt en groeit op zoals elk
kind. Het doet wat thuis vreugde brengt. En in dit alles is zijn droom of diepe
zending toch voortdurend aanwezig. Ook deze jongen overweegt alles in zijn
hart, even stil als zijn moeder. Zo begrijpen zij elkaar. Die jongen is nog
thuis in Nazareth, maar zijn blik kijkt reeds verder: Hij is vooral elders
thuis, in het Huis van zijn Vader. In de zending, die Hij van Hem ontvangen
heeft.
Zalig die jongeren, die thuis vreugde brengen en toch hun eigen diepe droom
bewaren!
Moge de vrede van Kerstmis stil in en rond ons verder leven, Omer.
Amanhã
festejamos na Igreja a Sagrada Familia. Lemos no evangelho de São Lucas,
capítulo 2, versículos 41 52:
Ora, todos os anos
iam seus pais a Jerusalém à festa da páscoa. E, tendo ele já doze anos, subiram
a Jerusalém, segundo o costume do dia da festa. E, regressando eles, terminados
aqueles dias, ficou o menino Jesus em Jerusalém, e não o soube José, nem sua
mãe. Pensando, porém, eles que viria de companhia pelo caminho, andaram caminho
de um dia, e procuravam-no entre os parentes e conhecidos. E, como o não encontrassem, voltaram a Jerusalém em busca
dele. E aconteceu que, passados três dias, o acharam no templo, assentado no
meio dos doutores, ouvindo-os, e interrogando-os. E todos os que o ouviam
admiravam a sua inteligência e respostas. E quando o viram, maravilharam-se, e
disse-lhe sua mãe: Filho, por que
fizeste assim para conosco? Eis que teu pai e eu ansiosos te procurávamos.
E ele lhes disse: Por que é que me procuráveis? Não sabeis que me convém tratar dos negócios de meu Pai?E eles não compreenderam as palavras que
lhes dizia. E desceu com eles, e foi para Nazaré, e era-lhes sujeito. E sua mãe guardava no seu coração todas
estas coisas.
E crescia Jesus em
sabedoria, e em estatura, e em graça para com Deus e os homens.
As primeiras palavras de Jesus expressas no
evangelho de hoje mostram que, desde os seus primeiros anos, toda a sua missão
foi orientada pela rela relação filial com o Pai, Sua atenção estava toda
voltada para Deus, ficando, em segundo plano, sua família humana. Aprendeu
atravès da exigência do mistério da encarnação a fazer a penosa experiëncia de
transformar o cotidiano em fonte de sabedoria, de estar continuamente atento
para discernir a vontade do Pai nos mínimos fatos, aparentemente, sem
importância. Em Nazaré, esteve submisso a seus pais. Nesta experência de
crescimentocontou com a presença solícita de Maria e José, pois exigia-se dos
três a mesma fidelidade ao designio do Pai
Irmã Sônia de Fátima,
Caçapava / SP
Op het feest van de Heilige
Familie lezen we morgen Lucas 2,41-52.
Ieder jaar reisden de ouders van Jezusbij gelegenheid van het
Paasfeest naar Jeruzalem.En overeenkomstig het gebruik bij dit
feestgingen zij opnieuw daarheen toen Hij twaalf jaar geworden
was.Maar na afloop van die dagen keerden zij naar huis terug.Het
kind Jezus bleef echter in Jeruzalem achterzonder dat zijn ouders het wisten.In
de mening dat Hij zich bij de karavaan bevond,gingen zij een dagreis
ver, en zochten Hem toen onder familieleden en bekenden.Omdat zij Hem niet
vonden keerden zij al zoekende naar Jeruzalem terug.Pas na drie dagen vonden zij
Hem in de tempel,waar Hij te midden van de leraren zatnaar wie Hij
luisterde en aan wie Hij vragen stelde.
Allen die Hem hoordenwaren verbaasd over zijn inzicht en zijn
antwoorden.Toen zijn ouders Hem daar opmerkten stonden zij
verslagen.Zijn moeder zei tot Hem: Kind, waarom hebt Ge ons dit aangedaan?Denk toch eens met
wat een pijnuw vader en ik naar U hebben gezocht.Maar Hij
antwoordde:Wat hebt ge toch naar Mij gezocht?Wist ge dan niet dat Ik in het huis van mijn Vader moest
zijn?Zij begrepen echter niet wat Hij daarmee bedoelde.
Hij ging met hen mee naar Nazarethen was aan hen
onderdanig.Zijn moeder bewaarde
alles wat er gebeurd was in haar hart.
En met de jaren nam Jezus toe in wijsheid en welgevalligheid
bij God en de mensen.
De eerste woorden van Jezus, die
opgetekend staan in het evangelie, tonen dat Hij vanaf de eerste jaren zijn
hele leven geleid werd door zijn dienst aan de Vader. Zijn aandacht was heel en
al naar God gericht, en zijn menselijke familie kwam pas daarna. Door het
mysterie van de menswording onderging Hij de pijnlijke ervaring om het
alledaagse op te tillen naar een hogere vorm van wijsheid: altijd bedacht te
zijn op de wil van de Vader, tot in de kleinste dingen toe, ook als die
schijnbaar geen belang hadden. In Nazareth wat hij onderdanig aan zijn ouders.
In dit stukje leven, in zijn groei, was de aanwezigheid van Maria en Jozef zo
belangrijk: alle drie waren ze geroepen tot trouw aan het Plan van de Vader.
Betere woorden
kunnen wij wellicht niet vinden dan wat Paulus schreef aan zijn vriend Titus: de
goedheid en de menslievendheid van God zijn nu openbaar geworden. En toch
zoeken wij altijd nieuwe woorden, om de schoonheid van dit feest proberen te
vatten. Getuige daarvan de soms heel persoonlijke kerstkaartjes.
Enkele jaren
geleden kozen de Braziliaanse bisschoppen in hun kerstboodschap voor deze
woorden. Met Kerstmis vieren wij de
Geboorte van
het goddelijk Kind:
Kwetsbaar, om
kleinen te sterken;
Naakt, om ons te
kleden met Gods eigen toekomst;
Arm, om de
rijkdommen eerlijk te verdelen;
Zwerver, om
deuren te openen voor uitgesloten mensen;
Vrij, om de
boeien te breken van elke slavernij.
Daarom vieren wij
evenzeer de
Geboorte van
Goed Nieuws voor de armen:
Nu herleeft de hoop
op onze weg,
De weerstand van
wie zich niet laten neerslaan,
De vreugde van
wie lijden en wenen,
De inzet van wie
de handen in elkaar slaan
en strijden voor
een nieuwe, een betere aarde.
En de
Geboorte van
de Heer der Geschiedenis:
Machten van steen
en staal verbrijzelen tot stof;
Heersers beven op
hun tronen van klei;
Licht en waarheid
doorprikken de duisternis van hun dwaling;
Ten allen kante
richten de verdrukten zich op;
En er begint een
tijd van rechtvaardigheid en vrede.
'O Espírito do Senhor está
sobre mim,
porque me ungiu
para anunciar a Boa-Nova aos pobres;
enviou-me
a proclamar a libertação aos cativos
e, aos cegos, a recuperação da vista;
a mandar em liberdade os oprimidos,
a proclamar um ano favorável da parte do Senhor.'
Lc 4,
18-19.21
Por isso,
porque acreditamos que esta
passagem da Escritura
se continua a cumprir,
e porque Tu Senhor
Jesus,
és o mesmo ontem, hoje e
sempre,
Te suplicamos a
libertação
destas irmãs e irmãos
oprimidos,
tantas vezes por aqueles
que lhes são mais próximos.
Para glória do Pai que está nos Céus,
para glória do Teu Nome,
Senhor,
para glória do Espírito
Santo que nos conduz.
Amen.
Hoje, pouco antes do almoço, encontrei uma
pequena mensagem na Caixa de entrada ou mailbox de meu computador. Um amigo
meu, padre em Mundo Novo BA, escrebeu:
Laiane faleceu.
Uma notícia muito triste. Ontem, segunda-feira,
Laiane faleceu. Ela submergiu num pequeno lago. Tinha outras crianças presentes
mas ningèm viu alguma coisa. Seu corpo foi levado para Feira de Santana, por
causa duma autópsia. Esperemos que nada de pior aconteceu. Os últimos meses ela
mostrou grandes mudanças.
Foi um terremoto no meu coração, porque os anos
passados Laiane tornou-se uma amiga jovem minha. Conheci-a no ano 2007. Com sua
mãe e sua irmã viveu numa casinha muito pobre, na parte mais pobre da cidade.
Neste momento, no ano 2007, ela tinha 11 anos: festejavamos o seu aniversário
no dia 4 de fevereiro, com alguns presentes e uma sorvete. Foi uma festa
verdadeira para ela, essa coisa tão mínima para os ricos mas tão grande para
ela. Os anos seguintes este ritual foi repetído, com a mesma alegria. Já
preparei meu espirito paro seus 14 anos, no mês de fevereiro. Não sera assim
... as coisas se tornavam diferentes. Rezemos que ela é acolhida por nosso Deus
com muito carinho e braços abertos: ela mereceu pela miséria que conheceu na
sua vida tão breve.
---
Nederlandse vertaling
Kort voor het middagmaal ontving
ik volgend kort berichtje in mijn Postvak In. Het was afkomstig van een
vriend, priester, in Mundo Novo, Bahia:
Laiane is overleden.
Triestig nieuws. Gisteren,
maandag is Laiane overleden, verdronken in een klein meer. Er waren nog
kinderen aanwezig maar niemand heeft het gezien. Ze is naar Feira overgebracht
voor autopsie, hopelijk is er niets ergers met haar gebeurd. De laatste tijd
was ze veel veranderd.
Het betekende zoveel als een
soort van aardbeving in mijn hart, want de voorbije jaren was Laiane een
vriendinnetje geworden. Ik leerde haar kennen in 2007. Met haar mama en haar
zusje leefde ze in een bijzonder armtierig huisje, in de armste wijk van het
stadje. Op dat ogenblik, in 2007, was ze 11 jaar. Op 4 februari hebben we toen
haar verjaardag gevierd, met enkele cadeautjes en een ijsje. Voor haar was het
een echt feest, die dingen van twee keer niks voor de rijken maar voor haar zo
belangrijk. De jaren daarop hebben we dit ritueel telkens overgedaan, telkens
met dezelfde vreugde. Ik bereidde mij al voor op haar 14de
verjaardag in februari. Het zal zo niet zijn de dingen zijn anders gelopen. Laten
we bidden dat zij met grote tederheid en open armen door onze God mag ontvangen
worden: zij heeft het verdiend omwille van de miserie die zij tijdens haar zo
korte leven gekend heeft.
Een bezinning bij het evangelie van de vierde zondag van de advent, genomen uit Lucas, eerste
hoofdstuk, verzen 39 tot 45.
Gelukkig is zij die
geloofd heeft
Enkele dagen voor Kerstmis gaan
onze gedachten speciaal uit naar de Moeder van het kindje: Maria. Het evangelie
zegt niet zodanig veel over haar, maar vandaag horen we toch een treffend
verhaal: zij gaat in alle nederigheid naar haar nicht Elisabeth.
Hoewel zij de moeder van de
Verlosser, de moeder van God, zal worden, blijft zij de kleine, nederige vrouw
die haar leven ten dienste van anderen wil stellen. Zo wijst zij een mooie weg
voor vrouwen en voor mannen!
Dit evangelie sluit aan bij dat andere verhaal, waarin de engel aan Maria
vraagt om de moeder van Jezus te worden. We kennen haar angst bij dat vreemde
bezoek: zij schrok hevig bij de groet van Gabriel. We kennen ook het woord van
de engel: Wees niet bang, Maria.
Vrees niet: zo dikwijls staat het in het evangelie, dat we hier echt de kern
raken. Wat er ook gebeurt, als je wereld lijkt in te storten, is er dat Vrees
niet.
De eeuwen door heeft God zijn mensen bemoedigd. Een ontroerende uiting lezen we
bij Jesaja Wees toch niet bang, jij
wormpje, Israël. Zo eeuwenoud is ook die psalm: Heer, niet trots is mijn hart, niet hoogmoedig mijn blik, ik zoek
niet wat te groot is. Ik ben stil geworden. Als een kind op de arm van zijn
moeder, als een kind is mijn ziel in mij. De jaren lang, dat Jezus optrok
met zijn vrienden, zei Hij voortdurend: Vrees niet. Zelfs toen hun schip
kapseisde in de storm.
En dan zijn er die generaties mensen, die naar Jezus keken, omdat zij door
twijfel aangevreten werden, omdat hun leven een storm leek, omdat zij dreigden
te kapseizen. Met telkens weer datzelfde: Wees niet bang, vrees niet, Ik ben
er. De eeuwen door hebben mensen dat gelezen, dat gehoord, dat geloofd: Vrees
niet. Ik ben er. Ik ben er voor u.
Geloven wij Hem op zijn Woord?
Bij het bezoek van de engel Gabriel is Maria de vrouw die ja zegt tot
God. Nu gaat zij verder: haar ja is geen lege lippendienst, maar kleurt haar
hele leven. Zij zegt nu ook ja aan de mensen, aan die concrete vrouw:
Elisabeth.
Elisabeth stond zeker niet in aanzien. In het volksgeloof was zij door God zelf
afgewezen, omdat zij kinderloos zou blijven. Onvruchtbaarheid werd immers als
een schande beschouwd. Daarom lazen we gisteren: De Heer heeft zich mijn lot aangetrokken. Hij heeft dit voor mij
gedaan opdat de mensen me niet langer verachten. Zo hoorde Elisabeth bij
de minderen, de mensen aan de kant. Uitgerekend naar zo iemand gaat Maria, zij,
die door God zelf was uitverkoren.
Amanhã
leremos no evangelho segundo São Lucas, capítulo 1, versículos 39-45
E, naqueles dias, levantando-se Maria, foi apressada
às montanhas, a uma cidade de Judá,
E entrou em casa de Zacarias, e saudou a Isabel.
E aconteceu que, ao ouvir Isabel a saudação de Maria,
a criancinha saltou no seu ventre;
e Isabel foi cheia do Espírito Santo.
E exclamou com grande voz, e disse:
Bendita és tu entre as mulheres,
e bendito o fruto do teu ventre.
E de onde me provém isto a mim,
que venha visitar-me a mãe do meu Senhor?
Pois eis que,
ao chegar aos meus ouvidos a voz da tua saudação,
a criancinha saltou de alegria no meu ventre.
Bem-aventurada a que creu,
pois hão de cumprir-se as coisas
que da parte do SENHOR lhe foram ditas.
Não é a
grandeza, segundo critérios humanos, que é decisiva para Deus. Maria, no
Evangelho, é a humilde serva, que, mesmo grávida, vai ajudar sua prima Isabel
no fim da gravidez; e que canta a grandeza de seu Senhor no júbilo do Magnificat. João Batista, saltando no
seio de sua mãe Isabel, aponta o Salvador escondido sob o coração de Maria.
Isabel
traduz: Tu és a mulher mais bendita do mundo e bendito é também o fruto de teu
seio ... Feliz és tu, que acreditaste. O mistério de Deus só acontece onde é
acolhido na fé, na confiança que se coloca nele. O Magnificat demonstra que Deus opera suas grandes obras naqueles que
são pequenos, porque não são cheios de si mesmos e lhe deixam espaço. Só
acolheremos Jesus de verdade se assumirmos sua atitude. O amor é contagioso.
Quem ama imita a quem ama.
Frei Germano Guesser,
OFM
Gaspar / SC
Nederlandse vertaling
Morgen lezen we in het eerste
hoofdstuk van het evangelie volgens Lucas, verzen 39-45:
In die dagen
reisde Maria in grote haast naar het bergland,
naar een stad in Juda,
waar ze het huis van Zacharias binnenging
en Elisabeth begroette.
Toen Elisabeth de groet van Maria hoorde,
sprong het kind op in haar schoot;
ze werd vervuld met de heilige Geest
en riep luid:
De meest gezegende ben je
van alle vrouwen,
en gezegend is de vrucht van je schoot!
Wie ben ik
dat de moeder van mijn Heer
naar mij toe komt?
Toen ik je groet hoorde,
sprong het kind van vreugde op in mijn schoot.
Gelukkig is zij
die geloofd heeft
dat de woorden van de Heer
in vervulling zullen gaan.
Voor God is niet de grootheid
naar menselijke maatstaven doorslaggevend. In het evangelie is Maria de
nederige dienares, die ook al is zij zelf reeds in verwachting haar nicht
Elisabeth gaat bijstaan en die Gods grootheid uitzingt in haar jubelend Magnificat. Johannes de Doper, die
opspringt in de schoot van zijn moeder Elisabeth, wijst de Redder aan,
vooralsnog verborgen onder het hart van Maria.
Elisabeth geeft duiding: Jij
bent de meest gezegende vrouw op de wereld en gezegend is ook de vrucht van uw
schoot Gelukkig ben jij, die geloofd hebt. Gods geheimenisvolle werk kan
slechts daar gebeuren waar het in geloof aanvaard wordt. Het Magnificat laat ons zien dat God zijn
grote daden verricht in mensen die klein zijn, omdat zij niet vol zijn van
zichzelf en voor Hem ruimte openlaten. Wij zullen Jezus slechts waarlijk kunnen
ontvangen als ook wijzelf zijn levenswijze tot de onze maken. De liefde is
aanstekelijk. Wie liefheeft volgt na wie hij liefheeft.
Uma semana antes de Natal Mateus conta a história
do nascimento de Jesus. Nessa história o evangelista sublinha a grande função
de São José, este santo que esquecemos tantas vezes: José não entendeu a
gravidez de Maria, mas num sonho um anjo denunciou-lhe que Maria concebeu pela
ação do Espírito Santo. São José venceu as suas dúvidas e acordou para
participar à educação de Jesus e, por este ato mesmo acordou para colaborar à
realisação do planejamento e do grande sonho de Deus sobre o mundo
Evangelho: Mateus (Mt
1, 18-24)
A origem de Jesus Cristo foi assim: Maria, sua mãe, estava prometida em
casamento a José, e, antes de viverem juntos, ela ficou grávida pela ação do
Espírito Santo. José, seu marido, era justo e, não querendo
denunciá-la, resolveu abandonar Maria, em segredo. Enquanto José
pensava nisso, eis que o anjo do Senhor apareceu-lhe, em sonho, e lhe disse:
"José, Filho de Davi, não tenhas medo de receber Maria como tua esposa,
porque ela concebeu pela ação do Espírito Santo. Ela dará à luz um
filho, e tu lhe darás o nome de Jesus, pois ele vai salvar o seu povo dos seus
pecados".
Tudo isso aconteceu para se cumprir o que o Senhor havia dito pelo
profeta:
"Eis que a virgem conceberá e dará à luz um filho.
Ele será chamado pelo nome de Emanuel, que significa: Deus está conosco".
Quando
acordou, José fez conforme o anjo do Senhor havia mandado,
e aceitou sua
esposa.
José era um homem justo. No sentido imediato
já entendemos que ele praticava a justiça e recusava cada forma de injustiça,
perversão e corrupção, o que já é uma virtude magnífica. Mas a sua grandeza é
ainda maior: ele abandona suas próprias perspectivas e esperanças, para entrar
totalmente neste sonho do Deus está conosco, um exemplo para nós todos.
Rezemos com o santo francês, Charles de
Foucauld:
Oração do Abandono
Meu Pai,
Eu me abandono a Ti,
Faz de mim o que quiseres.
O que fizeres de mim,
Eu Te agradeço.
Estou pronto para tudo, aceito tudo.
Desde que a Tua vontade se faça em mim
E em tudo o que Tu criastes,
Nada mais quero, meu Deus.
Nas Tuas mãos entrego a minha vida.
Eu Te a dou, meu Deus,
Com todo o amor do meu coração,
Porque Te amo
E é para mim uma necessidade de amor dar-me,
Entregar-me nas Tuas mãos sem medida
Com uma confiança infinita
Porque Tu és...
Meu Pai!
Nederlandse vertaling volgt later in een
afzonderlijk bericht.