'O Espírito do Senhor está
sobre mim,
porque me ungiu
para anunciar a Boa-Nova aos pobres;
enviou-me
a proclamar a libertação aos cativos
e, aos cegos, a recuperação da vista;
a mandar em liberdade os oprimidos,
a proclamar um ano favorável da parte do Senhor.'
Lc 4,
18-19.21
Por isso,
porque acreditamos que esta
passagem da Escritura
se continua a cumprir,
e porque Tu Senhor
Jesus,
és o mesmo ontem, hoje e
sempre,
Te suplicamos a
libertação
destas irmãs e irmãos
oprimidos,
tantas vezes por aqueles
que lhes são mais próximos.
Para glória do Pai que está nos Céus,
para glória do Teu Nome,
Senhor,
para glória do Espírito
Santo que nos conduz.
Amen.
Hoje, pouco antes do almoço, encontrei uma
pequena mensagem na Caixa de entrada ou mailbox de meu computador. Um amigo
meu, padre em Mundo Novo BA, escrebeu:
Laiane faleceu.
Uma notícia muito triste. Ontem, segunda-feira,
Laiane faleceu. Ela submergiu num pequeno lago. Tinha outras crianças presentes
mas ningèm viu alguma coisa. Seu corpo foi levado para Feira de Santana, por
causa duma autópsia. Esperemos que nada de pior aconteceu. Os últimos meses ela
mostrou grandes mudanças.
Foi um terremoto no meu coração, porque os anos
passados Laiane tornou-se uma amiga jovem minha. Conheci-a no ano 2007. Com sua
mãe e sua irmã viveu numa casinha muito pobre, na parte mais pobre da cidade.
Neste momento, no ano 2007, ela tinha 11 anos: festejavamos o seu aniversário
no dia 4 de fevereiro, com alguns presentes e uma sorvete. Foi uma festa
verdadeira para ela, essa coisa tão mínima para os ricos mas tão grande para
ela. Os anos seguintes este ritual foi repetído, com a mesma alegria. Já
preparei meu espirito paro seus 14 anos, no mês de fevereiro. Não sera assim
... as coisas se tornavam diferentes. Rezemos que ela é acolhida por nosso Deus
com muito carinho e braços abertos: ela mereceu pela miséria que conheceu na
sua vida tão breve.
---
Nederlandse vertaling
Kort voor het middagmaal ontving
ik volgend kort berichtje in mijn Postvak In. Het was afkomstig van een
vriend, priester, in Mundo Novo, Bahia:
Laiane is overleden.
Triestig nieuws. Gisteren,
maandag is Laiane overleden, verdronken in een klein meer. Er waren nog
kinderen aanwezig maar niemand heeft het gezien. Ze is naar Feira overgebracht
voor autopsie, hopelijk is er niets ergers met haar gebeurd. De laatste tijd
was ze veel veranderd.
Het betekende zoveel als een
soort van aardbeving in mijn hart, want de voorbije jaren was Laiane een
vriendinnetje geworden. Ik leerde haar kennen in 2007. Met haar mama en haar
zusje leefde ze in een bijzonder armtierig huisje, in de armste wijk van het
stadje. Op dat ogenblik, in 2007, was ze 11 jaar. Op 4 februari hebben we toen
haar verjaardag gevierd, met enkele cadeautjes en een ijsje. Voor haar was het
een echt feest, die dingen van twee keer niks voor de rijken maar voor haar zo
belangrijk. De jaren daarop hebben we dit ritueel telkens overgedaan, telkens
met dezelfde vreugde. Ik bereidde mij al voor op haar 14de
verjaardag in februari. Het zal zo niet zijn de dingen zijn anders gelopen. Laten
we bidden dat zij met grote tederheid en open armen door onze God mag ontvangen
worden: zij heeft het verdiend omwille van de miserie die zij tijdens haar zo
korte leven gekend heeft.
Een bezinning bij het evangelie van de vierde zondag van de advent, genomen uit Lucas, eerste
hoofdstuk, verzen 39 tot 45.
Gelukkig is zij die
geloofd heeft
Enkele dagen voor Kerstmis gaan
onze gedachten speciaal uit naar de Moeder van het kindje: Maria. Het evangelie
zegt niet zodanig veel over haar, maar vandaag horen we toch een treffend
verhaal: zij gaat in alle nederigheid naar haar nicht Elisabeth.
Hoewel zij de moeder van de
Verlosser, de moeder van God, zal worden, blijft zij de kleine, nederige vrouw
die haar leven ten dienste van anderen wil stellen. Zo wijst zij een mooie weg
voor vrouwen en voor mannen!
Dit evangelie sluit aan bij dat andere verhaal, waarin de engel aan Maria
vraagt om de moeder van Jezus te worden. We kennen haar angst bij dat vreemde
bezoek: zij schrok hevig bij de groet van Gabriel. We kennen ook het woord van
de engel: Wees niet bang, Maria.
Vrees niet: zo dikwijls staat het in het evangelie, dat we hier echt de kern
raken. Wat er ook gebeurt, als je wereld lijkt in te storten, is er dat Vrees
niet.
De eeuwen door heeft God zijn mensen bemoedigd. Een ontroerende uiting lezen we
bij Jesaja Wees toch niet bang, jij
wormpje, Israël. Zo eeuwenoud is ook die psalm: Heer, niet trots is mijn hart, niet hoogmoedig mijn blik, ik zoek
niet wat te groot is. Ik ben stil geworden. Als een kind op de arm van zijn
moeder, als een kind is mijn ziel in mij. De jaren lang, dat Jezus optrok
met zijn vrienden, zei Hij voortdurend: Vrees niet. Zelfs toen hun schip
kapseisde in de storm.
En dan zijn er die generaties mensen, die naar Jezus keken, omdat zij door
twijfel aangevreten werden, omdat hun leven een storm leek, omdat zij dreigden
te kapseizen. Met telkens weer datzelfde: Wees niet bang, vrees niet, Ik ben
er. De eeuwen door hebben mensen dat gelezen, dat gehoord, dat geloofd: Vrees
niet. Ik ben er. Ik ben er voor u.
Geloven wij Hem op zijn Woord?
Bij het bezoek van de engel Gabriel is Maria de vrouw die ja zegt tot
God. Nu gaat zij verder: haar ja is geen lege lippendienst, maar kleurt haar
hele leven. Zij zegt nu ook ja aan de mensen, aan die concrete vrouw:
Elisabeth.
Elisabeth stond zeker niet in aanzien. In het volksgeloof was zij door God zelf
afgewezen, omdat zij kinderloos zou blijven. Onvruchtbaarheid werd immers als
een schande beschouwd. Daarom lazen we gisteren: De Heer heeft zich mijn lot aangetrokken. Hij heeft dit voor mij
gedaan opdat de mensen me niet langer verachten. Zo hoorde Elisabeth bij
de minderen, de mensen aan de kant. Uitgerekend naar zo iemand gaat Maria, zij,
die door God zelf was uitverkoren.
Amanhã
leremos no evangelho segundo São Lucas, capítulo 1, versículos 39-45
E, naqueles dias, levantando-se Maria, foi apressada
às montanhas, a uma cidade de Judá,
E entrou em casa de Zacarias, e saudou a Isabel.
E aconteceu que, ao ouvir Isabel a saudação de Maria,
a criancinha saltou no seu ventre;
e Isabel foi cheia do Espírito Santo.
E exclamou com grande voz, e disse:
Bendita és tu entre as mulheres,
e bendito o fruto do teu ventre.
E de onde me provém isto a mim,
que venha visitar-me a mãe do meu Senhor?
Pois eis que,
ao chegar aos meus ouvidos a voz da tua saudação,
a criancinha saltou de alegria no meu ventre.
Bem-aventurada a que creu,
pois hão de cumprir-se as coisas
que da parte do SENHOR lhe foram ditas.
Não é a
grandeza, segundo critérios humanos, que é decisiva para Deus. Maria, no
Evangelho, é a humilde serva, que, mesmo grávida, vai ajudar sua prima Isabel
no fim da gravidez; e que canta a grandeza de seu Senhor no júbilo do Magnificat. João Batista, saltando no
seio de sua mãe Isabel, aponta o Salvador escondido sob o coração de Maria.
Isabel
traduz: Tu és a mulher mais bendita do mundo e bendito é também o fruto de teu
seio ... Feliz és tu, que acreditaste. O mistério de Deus só acontece onde é
acolhido na fé, na confiança que se coloca nele. O Magnificat demonstra que Deus opera suas grandes obras naqueles que
são pequenos, porque não são cheios de si mesmos e lhe deixam espaço. Só
acolheremos Jesus de verdade se assumirmos sua atitude. O amor é contagioso.
Quem ama imita a quem ama.
Frei Germano Guesser,
OFM
Gaspar / SC
Nederlandse vertaling
Morgen lezen we in het eerste
hoofdstuk van het evangelie volgens Lucas, verzen 39-45:
In die dagen
reisde Maria in grote haast naar het bergland,
naar een stad in Juda,
waar ze het huis van Zacharias binnenging
en Elisabeth begroette.
Toen Elisabeth de groet van Maria hoorde,
sprong het kind op in haar schoot;
ze werd vervuld met de heilige Geest
en riep luid:
De meest gezegende ben je
van alle vrouwen,
en gezegend is de vrucht van je schoot!
Wie ben ik
dat de moeder van mijn Heer
naar mij toe komt?
Toen ik je groet hoorde,
sprong het kind van vreugde op in mijn schoot.
Gelukkig is zij
die geloofd heeft
dat de woorden van de Heer
in vervulling zullen gaan.
Voor God is niet de grootheid
naar menselijke maatstaven doorslaggevend. In het evangelie is Maria de
nederige dienares, die ook al is zij zelf reeds in verwachting haar nicht
Elisabeth gaat bijstaan en die Gods grootheid uitzingt in haar jubelend Magnificat. Johannes de Doper, die
opspringt in de schoot van zijn moeder Elisabeth, wijst de Redder aan,
vooralsnog verborgen onder het hart van Maria.
Elisabeth geeft duiding: Jij
bent de meest gezegende vrouw op de wereld en gezegend is ook de vrucht van uw
schoot Gelukkig ben jij, die geloofd hebt. Gods geheimenisvolle werk kan
slechts daar gebeuren waar het in geloof aanvaard wordt. Het Magnificat laat ons zien dat God zijn
grote daden verricht in mensen die klein zijn, omdat zij niet vol zijn van
zichzelf en voor Hem ruimte openlaten. Wij zullen Jezus slechts waarlijk kunnen
ontvangen als ook wijzelf zijn levenswijze tot de onze maken. De liefde is
aanstekelijk. Wie liefheeft volgt na wie hij liefheeft.
Uma semana antes de Natal Mateus conta a história
do nascimento de Jesus. Nessa história o evangelista sublinha a grande função
de São José, este santo que esquecemos tantas vezes: José não entendeu a
gravidez de Maria, mas num sonho um anjo denunciou-lhe que Maria concebeu pela
ação do Espírito Santo. São José venceu as suas dúvidas e acordou para
participar à educação de Jesus e, por este ato mesmo acordou para colaborar à
realisação do planejamento e do grande sonho de Deus sobre o mundo
Evangelho: Mateus (Mt
1, 18-24)
A origem de Jesus Cristo foi assim: Maria, sua mãe, estava prometida em
casamento a José, e, antes de viverem juntos, ela ficou grávida pela ação do
Espírito Santo. José, seu marido, era justo e, não querendo
denunciá-la, resolveu abandonar Maria, em segredo. Enquanto José
pensava nisso, eis que o anjo do Senhor apareceu-lhe, em sonho, e lhe disse:
"José, Filho de Davi, não tenhas medo de receber Maria como tua esposa,
porque ela concebeu pela ação do Espírito Santo. Ela dará à luz um
filho, e tu lhe darás o nome de Jesus, pois ele vai salvar o seu povo dos seus
pecados".
Tudo isso aconteceu para se cumprir o que o Senhor havia dito pelo
profeta:
"Eis que a virgem conceberá e dará à luz um filho.
Ele será chamado pelo nome de Emanuel, que significa: Deus está conosco".
Quando
acordou, José fez conforme o anjo do Senhor havia mandado,
e aceitou sua
esposa.
José era um homem justo. No sentido imediato
já entendemos que ele praticava a justiça e recusava cada forma de injustiça,
perversão e corrupção, o que já é uma virtude magnífica. Mas a sua grandeza é
ainda maior: ele abandona suas próprias perspectivas e esperanças, para entrar
totalmente neste sonho do Deus está conosco, um exemplo para nós todos.
Rezemos com o santo francês, Charles de
Foucauld:
Oração do Abandono
Meu Pai,
Eu me abandono a Ti,
Faz de mim o que quiseres.
O que fizeres de mim,
Eu Te agradeço.
Estou pronto para tudo, aceito tudo.
Desde que a Tua vontade se faça em mim
E em tudo o que Tu criastes,
Nada mais quero, meu Deus.
Nas Tuas mãos entrego a minha vida.
Eu Te a dou, meu Deus,
Com todo o amor do meu coração,
Porque Te amo
E é para mim uma necessidade de amor dar-me,
Entregar-me nas Tuas mãos sem medida
Com uma confiança infinita
Porque Tu és...
Meu Pai!
Nederlandse vertaling volgt later in een
afzonderlijk bericht.
Met uitzondering van de geslachtslijst of stamboom van
Jezus die we gisteren kregen, zijn we de tijdens de advent wel wat verwend met
mooie lezingen. Vandaag krijgen we in het evangelie echt een pareltje.
Uit het evangelie volgens Matteüs 1,
18-24
De afkomst van Jezus Christus was als volgt.
Toen zijn moeder Maria al was
uitgehuwelijkt aan Jozef
maar nog niet bij hem woonde,
bleek ze zwanger te zijn door de
heilige Geest.
Haar man Jozef, die een rechtschapen mens was,
wilde haar niet in opspraak brengen
en dacht erover haar in het geheim te
verstoten.
Toen hij dit overwoog,
verscheen hem in een droom een engel
van de Heer.
De engel zei:
Jozef, zoon van David, wees niet bang
je vrouw Maria bij je te nemen,
want het kind dat ze draagt is verwekt
door de heilige Geest.
Ze zal een zoon baren. Geef Hem de
naam Jezus,
want Hij zal zijn volk bevrijden van
hun zonden.
Dit alles is gebeurd opdat in vervulling zou gaan
wat bij monde van de profeet door de
Heer is gezegd:
De maagd zal zwanger zijn en een zoon
baren,
en men zal hem de naam Immanuël geven,
wat in onze taal betekent God met
ons.
Jozef werd wakker en deed
wat de engel van de Heer hem had
opgedragen:
hij nam haar bij zich als zijn vrouw.
Het stukje evangelie van vandaag volgt onmiddellijk op
die geslachtslijst van gisteren. Vroeger was de vertaling: De geboorte van
Jezus Christus vond plaats op deze wijze . Betekent hetzelfde, maar klinkt
wat minder zakelijk en meer menselijk dan :De afkomst van Jezus Christus
was als volgt.
Voorts is dit evangelie zo warm, diep en rijk aan inhoud, dat het mij beter
lijkt om elk zinnetje heel rustig te laten doordringen. Eigen overwegingen zijn
evenveel waard als theologisch onderlegde meningen, soms zelfs meer.
Voor Jozef lezen we: een rechtschapen mens. Het gaat hierbij niet enkel om
menselijk rechtvaardig (dat ook natuurlijk) maar er is nog meer: wij mogen
hier op aarde de wil van God laten geschieden zoals die vóór alle eeuwen door
Hem gedroomd en verhoopt was.
Charles de Foucauld schreef in die Geest dit gebed, dat velen wellicht kennen
en regelmatig bidden:
Vader,
ik verlaat mij op U,
doe met mij wat Gij goedvindt.
Wat Gij ook met mij doen wilt,
ik dank U.
Tot alles ben ik bereid,
alles aanvaard ik,
als uw wil maar geschiedt in mij
en in al uw schepselen;
niets anders verlang ik, mijn God.
Ik leg mijn leven in uw handen,
ik geef mij aan U, mijn God,
met heel de liefde van mijn hart,
omdat ik U bemin,
omdat het voor mij
een noodzaak van liefde is mij te geven,
mij zonder voorbehoud op U te verlaten,
met een oneindig vertrouwen;
want Gij zijt mijn Vader. Amen.
Een gevulde namiddag, en een lang gesprek met een neef, die veel jonger is. Het roept herinneringen op, praten over vroeger, over nu en over later; herinneringen aan de tijd van toen, toen alles nog zo anders was, stilstaan bij de tijd van nu, en wegglijden in fantasieën, vermoedens, dromen over de tijd, die voor de deur staat.
Vele mensen maken het mee en delen deze ervaring. Eén van onze grootste Vlaamse dichters, Anton van Wilderode, heeft dit allemaal beleefd en verstond de kunst om in weinig woorden een hele gevoelswereld op te roepen. Wie, jaren geleden het geluk mocht hebben, om door deze begenadigde leraar ingewijd te worden in de diepten van de poëzie en de innerlijke rijkdom, die een mens kan cultiveren, smaakt dieper zijn woorden. Wellicht een tikkeltje te somber, maar zo veelzeggend door het beeld dat zij tekenen van de binnenkant van de mens , vertelt onderstaand gedicht over die zieleroerselen, die velen in de loop der jaren, onbewust en ongewild voelden groeien. Een milde melancholie, waarin de bloesem der herinnering tot dankbare vreugde is uitgegroeid ... en waarin die vreugde van vroeger een warmte geeft in de kille dagen van deze wintertijd, nu de velden slapen en wachten onder het zacht mistige wit van de rijp.
Tinha a oportunidade de ler este texto no
Centro de Treinamento de Líderes da diocese de Ruy Barbosa, Bahia, Brasil.
Varias vezes por ano as pessoas, que trabalham no Pastoral da Diocese se
encontram neste Centro: o bispo, os padres e sobretudo os leigos. Para bem entender o texto, é preciso saber
que a diocese, como uma (grande?) parte da Igreja Católica no Brasil, sustem a
luta do Movemento dos Trabalhadores Rurais sem Terra (= MST), para uma reforma
agrária mais justa:
Se
não houver fruto, valeu a beleza das flores.
Se
não houver flor, valeu a sombra da folha.
Se
não houver folha, valeu a intencão do semente.
... ...
Nederlandse vertaling:
Ik had de gelegenheid om volgende tekst te lezen in
het Vormingscentrum voor Pastorale Werkers van het Bisom Ruy Barbosa, Bahia,
Brazilië. In dit centrum zijn er regelmatig ontmoetingen van medewerkers van
het bisdom: de bisschop, priesters en vooral leken. Om de draagwijdte van de
tekst te verstaan is het goed om weten dat het bisdom, zoals een goed deel van
de katholieke Kerk in Brazilië de strijd van de landloze boeren (=MST)
ondersteunt, om tot een rechtvaardiger landhervorming te komen.
Zwaar onder de
indruk van een reportage, die Canvas vorige zaterdag, 12 december uitzond:
Vranckx: Europa - Heen en
terug
Dodentocht
We gaan in het
voetspoor van Afrikaanse vluchtelingen die richting Europa trekken in de hoop
daar een beter leven te vinden. Ze stappen door de dodelijke Sahara, varen in
krakkemikkige bootjes op de Middellandse Zee en krijgen in Italië te kampen met
de harde migratiepolitiek van Berlusconi.
Reporter Paul Kenyon
gaat mee met een patrouille die de grens van Algerije en Libië afspeurt op zoek
naar migranten. Her en der liggen
skeletten en lijken in vergaande staat van ontbinding. Uitdroging is in de
woestijn de grootste vijand.
Berlusconi en
Kadhafi
De volgende halte is Tripoli,
hoofdstad van Libië en de poort naar Europa. Hier wachten de mensensmokkelaars
de vluchtelingen op. Samengepakt in
gammele bootjes worden ze de Middellandse Zee op gestuurd.
Een pakt tussen de
Italiaans premier Berlusconi en de Libische Kolonel Kadhafi bemoeilijkt de
oversteek. Vluchtelingen worden op zee gevat om ze vervolgens terug te sturen
naar Libië. Daar worden ze opgesloten in gevangenissen.
Wie door de mazen van
het net weet te glippen, botst op het Europese vasteland op de harde Italiaanse
aanpak. We volgen een politiepatrouille die systematisch migranten van straat
plukt. Wie geen geldige papieren heeft, wordt onverbiddelijk opgesloten.
Reactie van een
kijker
Wat mij vooral opvalt
met deze reportage is dat Afrikanen nog altijd door de eeuwen heen als handels
product worden gebruikt. Al is het in dit geval om politieke redenen.
Ik ben zelf gehuwd met een Ghanese en zie veel kenmerken terug toen de slaven
uit Cape Coast werden verhandeld.
Het word hoog tijd dat wij rijke Europeanen stoppen met een fout vreemdelingen
beleid. Deze vluchtelingen moeten geholpen worden en ontwikkelingshulp die zo
belangrijk is voor deze mensen moet blijven bestaan en opgevoerd worden.
Zelf
zou ik nog een stapje verder gaan. Opvoeren van de
ontwikkelingshulp zal niet volstaan. Er moet dringend, maar dan ook dringend,
werk gemaakt worden van meer rechtvaardigheid in de internationale betrekkingen
op onze aarde. Hoe belangrijk de huidige conferentie in Kopenhagen ook is
over klimaat en opwarming van de aarde op wereldvlak is een rechtvaardige
economische orde minstens even noodzakelijk. Zoniet glijden wij onvermijdelijk
af naar nog meer terrorisme, nog meer guerrillas, nog meer zelfmoordaanslagen.
Wie geen toekomst ziet, zoekt een uitweg in legale of illegale migratie en
wordt vluchteling niet van lieverlee maar uit barre noodzaak of gaat over tot wanhoopsdaden als terrorisme en
zelfmoordaanslagen.
Laten wij deze mening verspreiden en hopen dat onze
wereldleiders ooit tot inzicht komen. Onze geschiedenis zit in een
stroomversnelling, die niet meer om te keren valt, misschien nog even kan
afgeremd worden door nog meer bloed en tranen, die dan achteraf toch nutteloos
zullen blijken. Alleen rechtvaardigheid kan tot orde en vrede leiden. Het
Westen kan enkel hopen dat het nog niet te laat is om tot een vreedzame
oplossing te komen.
Certo homem
vai visitar um frei franciscano e lhe pede de rezar uma novena para que ele
possa obter um Lexus na loteria.
O que é,
um Lexus?
É um carro
de muito luxo.
Oh meu
Deus, São Francisco diria que isso não é compativel com a nossa promessa da
santa pobreza. Desculpe, é impossivel para mim de rezar para obter tal coisa.
Depois o
mesmo homem se dirige a um monge de Jequitibá: Por favor, frei Antônio, seria
possivel de rezar uma novena para mim, que eu obtenha um Lexus?
O que é,
um Lexus?
É um carro
de muito luxo.
Oh meu
Deus, com certeza, São Bernardo acharia que tal coisa é muito perigosa para nos
porque tornaria nosso espírito e nosso coração ás coisas materiais e ricas
deste mundo! Desculpe, é impossivel para mim de rezar para obter tal coisa.
Que posso
fazer agora?, pensa o homem, e finalmente vai ver um jesuita: Por favor, Reverendo
Padre, o padre é a minha última esperança. Seria possivel de rezar uma novena,
para que eu obtenha um Lexus?
O que é
uma novena?
... ...
Vrije vertaling van dit mopje:
Een man gaat naar een franciscaan en vraagt
hem of hij een noveen kan bidden opdat hij een Lexus kan winnen in een loterij.
Wat is een Lexus?
Dat is een luxewagen.
Lieve deugd, Sint Franciscus zou van oordeel
zijn dat dit ingaat tegen de gelofte van armoede. Sorry, maar voor zoiets kan
ik onmogelijk bidden.
Vervolgens gaat hij naar een dominicaan: wil u a.u.b een noveen doen zodat ik
een Lexus kan winnen?
Wat is een Lexus?
Dat is een luxewagen.
Lieve deugd, Sint Thomas van Aquino
waarschuwt tegen de liefde voor zulke wereldse goederen. Sorry, maar voor
zoiets kan ik onmogelijk bidden.
Ten einde raad gaat de man naar een pater Jezuïet en vraagt hem: Pater, u bent
echt mijn laatste toevlucht: zou u een noveen kunnen doen opdat ik een Lexus
zou kunnen winnen?
Hoje lêmos no Evangelho de Lucas, capítulo 3,
versículos 10-18.
No calendário do Sagrado Coração se acha essa
meditação muito concreta para o Brasil, e para o mundo inteiro.
A chamada de João para a partilha é de uma
atualidade tremenda! Em um país de pobres e miseráveis é impossível falar de
conversão, sem apontar gestos concretos de solidariedade. Abrir o coração e as
mãos ao necessitado, aos que sofrem a crucificação da fome e da nudez é a
condição primeira para acolher o Reino, como dom. São capazes de acolher o
Reino os que se comovem diante dos gritos famélicos, os que se abrem à alegria
da vida. São aptos para o Reino os que não se deixam corromper e não aceitam
subornos a fim de que a injustiça permaneça, tirando a vida aos crucificados.
São aptos para acolher o Reino os que se opõem às graves violações da dignidade
humana. Insistir na mudança radical nas relações entre as pessoas, em atitudes
concretas, dá a João Batista o privilégio de ser o maior de todos os profetas.
Irmã Magda Brasileiro,
Nuevo Laredo/Mèxico
- - - - -
Nederlandse vertaling:
De Calendário do Sagrado
Coração (De Almanak van het Heilig Hart, dit is een uitgave van de
Braziliaanse Paters Franciscanen) geeft vandaag deze overweging, die heel
concreet is voor Brazilië en voor de hele wereld.
De oproep van Johannes de Doper
om te delen vertoont een huiveringwekkende actualiteit. In een land met armen
en berooiden, kan je onmogelijk spreken van bekering, zonder concrete
gedragingen aan te wijzen, die solidariteit uitstralen. Hart en handen openen
voor de behoeftigen, voor hen die lijden onder het kruis van de honger en de
armoede (letterlijk staat er: naaktheid) is de eerste voorwaarde om het Rijk
Gods als een gave te kunnen ontvangen. Gereed om dit Rijk te ontvangen zijn
deze mensen, die ontroerd worden door de schreeuw van de hongerlijders, en die
mensen die openstaan voor de vreugde van het leven. Gereed om dit Rijk te
ontvangen zijn diegenen, die zich niet laten omkopen en geen smeergeld aannemen
waardoor het onrecht blijft duren, dat aan gekruisigde mensen het leven
ontrooft. Gereed om dit Rijk te ontvangen zijn zij die zich verzetten tegen de
vreselijke schending van de menselijke waardigheid. De oproep tot een radicale
verandering in de menselijke verhoudingen in concrete daden verleent aan
Johannes de Doper het voorrecht om de grootste van alle profeten genoemd te
worden.
(Het evangelie is genomen uit Lucas, 3de
hoofdstuk, verzen 10-18Lucas 3,10-18
Terwijl hij in de woestijn predikte en doopte, vroegen
sommige mensen aan Johannes de Doper: Wat moeten wij doen? Johannes gaf duidelijke, directe antwoorden, aangepast
aan ieders concrete situatie. Niet iedereen zal daarmee blij geweest zijn, want
dat ging nogal in tegen hun gewone manier van doen. Dat eiste bekering of
ommekeer dus.
En toch, aldus Johannes, is dat de enige manier om
klaar te staan als, na mij, diegene komt, die groter en sterker is dan ik. Die
grotere hoopt eens te meer naar onze wereld te mogen komen, in ons en onder
ons. Maken we ons klaar om Hem te ontvangen?
Kerstmis
hangt dan wel al volop in de straten, maar in de kerk is Johannes de Doper nog
steeds op post. En die spreekt geen zoete woordjes. In de beste traditie van de
oude profeten, houdt hij een donderpreek: de Messias, die vlakbij is, heeft de
wan in zijn hand, hij zal zijn dorsvloer eens goed opruimen en het kaf zal hij
verbranden. In de kerk is het nog geen feest vandaag. Dat begint pas is in de
kerstnacht. Tot dan is het leven met een groot verlangen.
Geen
zalig afwachten in de zin van: nog even geduld, het zal wel vanzelf goed
komen. Johannes spaart zijn toehoorders niet, hij wijst hen terecht: Breng
vruchten voort waaruit bekering blijkt. En zonder omwegen geeft hij heel
concrete voorbeelden als ze hem vragen: wat moeten wij doen?
Godsdienst
God dienen heeft voor Johannes weinig te maken met een zelfzeker en warm
gevoel van binnen. Wat denken jullie wel, zegt hij tegen de massa die naar
hem toekwam in de woestijn. Wat denken jullie? Wij zijn toch wel goed in Gods
ogen. Wij zijn zijn volk, wij zijn uitverkoren, en nu zijn we ook door u
gedoopt, wat kan ons nog gebeuren? Ik doop u wel met water, zegt Johannes,
maar er komt iemand die groter is. Hij zal u dopen in heilige geest en vuur.
Een
kindje, dat gedoopt wordt, het is zo mooi en vertederend. Maar dat lieflijke
doopsel met water is maar een begin: de echte doop moet dan nog volgen, in
heilige Geest en vuur.
De
doop van Johannes, en ons sacrament van het doopsel, doet ons onszelf bevragen.
Wij zijn gedoopt met water, maar leeft zijn Heilige Geest, dat vuur van Jezus
ook in ons?
Wij
bidden dat wij in deze dagen van de Advent vuriger gaan geloven en meer
openstaan voor zijn heilige Geest. Zo kan Hij telkenjare wat meer naar ons,
naar onze aarde komen.
Soms
zullen wij dagen kennen met dat warm gevoel van binnen. Dan mogen we dankbaar
zijn, want dat kan ons helpen. Maar
dikwijls zal die steun er niet zijn. Vooral dan en dat kan dikwijls zijn
zullen wij leven van het verlangen dat het vuur van zijn Geest weer oplaait en
in ons mag blijven branden, want dat laaiend vuur, het dove niet!
Bij het ontbijt meteen getroffen
door twee krantenkoppen, artikels en bijgaande fotos. Vooral misschien omdat
ze mede door hun contrast meteen de vinger op een bijzonder tere wonde
leggen.
Nog een Belg met macht? Louis Michel in
running voor VN-topjob.
De kans is zeer groot dat Louis Michel maandag verkozen wordt tot
voorzitter van de Algemene Vergadering van de VN voor een jaar. Een nieuwe
prestigieuze functie voor België.
Na Herman Van Rompuy als voorzitter van de Europese Raad en Karel De
Gucht als toekomstig Europees Commissaris voor Handel staat België dus opnieuw
op het punt een prestigieuze internationale functie in de wacht te slepen.
Toegevoegd is een lijstje van Belgen aan de absolute politieke top. We
lezen o.m.: De belangrijkste functie is natuurlijk die van Herman Van Rompuy, als allereerste
Voorzitter van de Europese Raad, zeg maar Europees president. Ook Karel De Gucht kreeg onlangs een
topfunctie. Sinds juli dit jaar is hij Europees commissaris voor
Ontwikkelingshulp. In de Commissie Barrosso II krijgt hij de veel belangrijkere
portefeuille Handel. Sinds deze zomer is Guy
Verhofstadt fractieleider van de liberale ALDE-groep in het (Europese)
Parlement. Begin deze maand werd Wilfried
Martens herkozen als voorzitter van de Europese Volkspartij, de Europese
formatie van christendemocraten en conservatieven. Annemie Neyts tenslotte is voorzitster van de Europese Liberale en
Democratische Partij, ELDR.
Macht en prestige zijn hun van
harte gegund, zeker aan Herman Van Rompuy, die ik al vele jaren geleden als een
bijzonder intelligente, wijze en ook hartelijke studievriend mocht leren kennen
aan de faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen van de
K.U.L. Zijn latere publicaties, ook en vooral buiten zijn vakgebied van
economie en politiek hebben dit imago alleen maar versterkt. Ook aan de anderen
is deze macht en dit prestige gegund. Met de stille hoop dat zij er naar mogen
streven en in zekere mate ook mogen in slagen een stem te verlenen aan
machtelozen en mensen zonder stem.
Want de andere krantenkop
onthulde meteen een uiterste vorm van onmacht:
Bettina (6) doodgereden voor ogen
van zusje in Waregem.
Een rampzalige stuurfout van een bejaarde man heeft gisterenmiddag een
vreselijke tol geëist op de parking van een warenhuis in Waregem. Onder de ogen
van hun moeder en grootmoeder reed hij op het zebrapad twee zusjes aan. De
6-jarige Bettina Verhellen overleefde de aanrijding niet, haar z7-jarig zusje
Alexandra werd lichtgewond.
'Enkele uren geleden heb ik Bettina nog zien lachen toen we in de klas
leerden hoe we een foto moeten maken', zegt Angelique Ampe stil. 'Ze had
speciaal een mooi kleedje aangetrokken. Och, ik kan het nog altijd niet
geloven.' De juf van het eerste leerjaar van de stedelijke basisschool in
Beveren-Leie zou graag iets doen met die laatste foto om de ouders een klein
beetje troost te schenken.
'Bettina was een lief en braaf meisje,
een beetje teruggetrokken maar plichtsbewust en ze kwam graag naar school. We
hadden op 7 november nog haar verjaardag gevierd. Haar zusje Alexandra had ik
vorig jaar in mijn klas. Zij was wat meer open en altijd welgezind. Het waren
alle twee bijoukesvan
kinderen.'
'Mijn collega van de duobaan en ik gaan zeker de ouders opzoeken', zegt juf
Angelique. 'En misschien kunnen alle kindjes een tekening maken. En ik wil hen
zeker ook de nieuwjaarsbrief overhandigen die Bettina had geschreven voor haar
mama en papa. Een schrale troost, maar
wat kunnen we meer doen?'
Juf Angelique is mij volkomen
onbekend, maar ik kan alleen maar stille bewondering opbrengen voor de mooie
blijk van menselijk medeleven, die uit haar woorden spreekt. Mogen onze dames
en heren met prestige en macht ook waarachtige ladies en gentlemen van het hart
blijken. Het zou wat warmte brengen in onze wereld, waar het hart zo vaak moet
zwichten voor berekening. En waar de stem van kleinen zonder macht en prestige
zo vaak verstomd en gesmoord wordt door groten met prestige en macht.
Tot slot, een gedicht van Willem
Elsschot, die op zijn unieke, persoonlijke manier, zijn menselijke onmacht
verbijt.
Een nachtje rustig geslapen, maar
even later werd een kop koffie bijna fataal, wegens slikproblemen bij een
krantentitel.
Groot kruisbeeld op kerkhof
taboe?
De discussie over de scheiding
tussen kerk en staat flakkert ook in ons land opnieuw op. Bedoeling is het
principe van de scheiding tussen kerk en staat, dat in de grondwet is
verankerd, absoluut te maken.
De indieners willen onder meer een algemeen hoofddoekenverbod voor iedereen die
een 'opdracht van openbare dienst uitoefent'. Niet alleen mogen ambtenaren in
de uitoefening van hun functie op geen enkele manier hun religieuze of
levensbeschouwelijke overtuigingen kenbaar maken, ongeacht of ze in contact
komen met het publiek of niet. Het verbod zou bijvoorbeeld ook gelden voor
bijzitters en voorzitters van stembureaus.
Voorts mogen op roerende en onroerende goederen met een openbare bestemming
geen religieuze tekens meer te zien zijn. Dat zou bijvoorbeeld ook gelden voor
begraafplaatsen. Een religieus symbool op een individueel graf zou nog mogen. Maar kruisbeelden aan de ingang van een
kerkhof of op een centrale plaats moeten verboden worden.
Daarnaast wil het wetsvoorstel komaf
maken met het Te Deum, dat jaarlijks wordt georganiseerd ter gelegenheid van de
nationale feestdag. 'Er moet een einde gemaakt worden aan de verwarring
tussen de officiële feestdagen, die zich richten tot alle burgers, en
religieuze plechtigheden die zich per definitie slechts richten tot een
bepaalde categorie onder hen, eventueel een minderheid.'
uit Het Nieuwsblad van 9
december 2009
De nacht daarop evenwel de slaap
niet gelaten. Na een dag bezinken functioneerden ademhaling en spijsvertering
weer naar behoren. En dat beterde er nog op toen we weer een krantentitel
zagen.
Stop de waanzin
De commissie institutionele
aangelegenheden van de Senaat buigt zich vandaag over een wetsvoorstel van PS,
Open VLD, MR enEcoloover de scheiding van kerk en staat. Dat
principe staat al in de grondwet. Met hun wetsvoorstel willen ze die scheiding
absoluut maken.
Mocht het wetsvoorstel ook wet worden, dan heeft dat verregaande gevolgen zoals
een algeheel verbod voor ambtenaren op het dragen van een hoofddoek tijdens de
diensturen en een verbod voor burgemeesters om in hun hoedanigheid van
burgemeester mee te lopen in een processie. Het zou ook betekenen dat er geen
kruisbeelden meer mogen staan op kerkhoven.
Maar goed dat er een scheiding is tussen kerk en staat. Maar goed dat de wetten
van de staat voor gaan op de geboden van de katholieke kerk en straks gezien
de demografische evoluties misschien wel op de sharia. Maar waarom die
scheiding tussen kerk en staat zo absoluut te maken? We hebben niet de indruk
dat de katholieke kerk nog erg bedreigend is. Of is het uit vrees voor de
islam?
Waar zijn we toch mee bezig? We vinden
van onszelf dat we tolerant zijn, dat we iedereen een plaatsje onder de zon
gunnen, dat we respect hebben voor ieder zijn overtuiging. Maar in de feiten
hebben we van alles last. Alles wordt verboden. Weg met de hoofddoek. Weg met de kruisbeelden in overheidsgebouwen en op kerkhoven, sorry,
begraafplaatsen. Geen minaretten. Geen kerststallen in de stad. Sinterklaas is
niet langer welkom in gemeenschapsscholen en zijn helpers mogen niet meer zwart
zijn.
We zitten op een hellend vlak. Vandaag worden de religieuze symbolen aangepakt.
Wat wordt het morgen? Wordt het Rotary-speldje verboden wegens te elitair?
Wordt het dragen van een voetbaltruitje in de stad verboden omdat het agressie
zou kunnen uitlokken bij supporters van een andere club? Wordt straks de roos
verboden omdat die doet denken aan de socialisten?. En wordt het blauw
krijtjespak verboden omdat dit symbool staat voor snelle managers en - nog
erger - bankiers?
Deze waanzin moet ophouden. Het wordt de
hoogste tijd dat we weer respect gaan opbrengen voor de anderen. Ook
wanneer die een andere politieke overtuiging hebben. Ook wanneer die een andere
godsdienst belijden. Ook wanneer die een andere huidskleur hebben. Ook wanneer
die seksueel anders geaard zijn. Ook wanneer die voor een andere voetbalclub
supporteren. Wanneer iedereen de andere respecteert, zal iedereen ook zelf
gerespecteerd worden. Het zou het samenleven ten zeerste vergemakkelijken. En
stomme wetten overbodig maken.
uit Het Belang van Limburg, 10 december 2009
....
En weer een nachtje later waait
een mailtje mijn Postvak In binnen:
Wetsvoorstel scheiding kerk
en staat afgevoerd
Het betwiste wetsvoorstel dat een
absolute scheiding tussen kerk en staat wou doorvoeren, is gisteren afgevoerd
door de Senaat. Dit melden de Corelio- kranten.
Het wetsvoorstel stond op de
agenda van de commissie Institutionele Aangelegenheden omdat de indieners dat
gevraagd hadden en het bureau van de Senaat daarmee ingestemd had. Van de indieners was echter geen spoor te
bekennen op dat moment. De meeste partijen hadden het wetsvoorstel
veroordeeld. Het werd dan ook afgevoerd.
......ZUCHT .....
Soms krijgt een mens in een mum van tijd meer opgedist dan goed is voor een
bejaard hart. En dus prezen wij onszelf dolgelukkig toen we in onze mailbox ook
wat wijsheid van Ian Hunter vonden. Het leek wel of mijn Nederlandse correspondent
een paar dagen het reilen en zeilen bij zijn zuiderburen had gevolgd:
Er is niets
verkeerds aan af en toe te falen;
je leert meer van mislukkingen dan van succes.
Ian
Hunter
Meer dan twee, drie dagen had hij
niet nodig gehad blijkbaar. Toeval
of niet?
The unbearable lightness of
being, De ondraaglijke lichtheid van het bestaan titelt de Tsjechische
auteur Milan Kundera. Voor de proleet Schubert was het bestaan niet licht, wel
ondraaglijk, zoals voor zoveel proleten van toen en van nu.
Wellicht klinkt de combinatie
proleet en Schubert voor velen vreemd. Maar zo was zijn korte bestaan
amper 31 jaar is hij geworden in de buitenwijken van Wenen. Hierdoor was ook
zijn gezondheid allesbehalve. Als het leven, persoonlijk of collectief, zo
zwaar wordt dat het woord ondraaglijk zich aandient, zoek je alweer
individueel of samen naar een manier om te overleven.
Zijn ietwat late tijdgenoot,
Marx, maakte een grondige analyse van de kapitalistische maatschappij en zag
een uitweg in klassenstrijd en revolutie. Tot op vandaag zijn er mensen en
groepen die voor een gelijkaardige, gewelddadige strategie opteren: geweld
vanuit de onmacht en de onmogelijkheid om door dialoog en overleg op vreedzame,
geweldloze wijze een uitkomst te vinden uit dit ondraaglijke bestaan. Anderen,
vroeger en nu, kiezen voor andere strategieën om te overleven: de massale migratie,
om politieke, economische en nu zelfs klimatologische redenen is zo een weg
ten leven.
Een kleine groep van mensen
zoekt, mede door het talent waarmee zij begiftigd zijn, een uitweg in de kunst,
hetzij door zelf kunst voort te brengen, hetzij door weg te dromen en een
levensvervulling te vinden in het werk van anderen. Denken we maar aan wat Jan
Hoet jaren geleden op de trams in Gent liet aanbrengen: Kan kunst de wereld
redden?
Schubert was, veel meer dan de
doorsnee sterveling, getalenteerd. Als kind al werd hij tot de muziek geleid,
en zijn leven lang heeft deze muziek zijn leven een zin gegeven. In meer dan
600 liederen en in tal van andere composities leefde hij op, leefde hij zich
uit, leefde hij intens en vluchtte hij. De laatste jaren van zijn leven was
zijn gezondheid soms zo belabberd, dat hij het bed niet uitkwam, maar zelfs dan
schreef hij muziek, van 6 uur s morgens, lange dagen lang, soms tot na
middernacht.
De speelse lichtvoetigheid van
vele composities verhulde het verdriet van zijn intrieste leven. Velen, eigenlijk
iedereen op misschien één of twee intimi na, hadden geen weet van de spirituele
ondergrond, waaruit deze aanlokkelijke, meeslepende, innemende muziek
opbloeide. De lieflijke bekoorlijkheid hield de innerlijke tragiek goed
verborgen.
Jos Meersmans vatte dit tweespalt
in de ziel van Schubert op meesterlijke wijze samen, aan het einde van zijn
geacteerde vertelling. Het was een kippenvelmoment, om de adem in te houden:
Der
Leiermann uit Die Winterreise:
Drüben hinterm Dorfe steht ein Leiermann,
Und mit starren Fingern dreht er, was er kann.
Buiten achter het
dorp staat een liereman,
en met starre
vingers, draait hij wat hij kan.
Barfuss auf dem Eise wankt er hin und her,
Und sein kleiner Teller bleibt ihm immer leer.
Barrevoets wankelt
hij over het ijs,
en zijn klein bord
blijft altijd leeg.
Keiner mag ihn horen, keiner sieht ihn an,
Und die Hunde knurren um den alten Mann.
Niemand hoort hem,
niemand kijkt naar hem om,
en de honden knorren
om de ouwe man.
Und er lässt es gehen, alles wie es will,
Dreht, und Seine Leier steht ihm nimmer still.
En hij laat alles
gebeuren zoals het moet gebeuren,
hij draait en zijn
draailier staat niet stil.
Wunderlicher Alter, soll ich mit dir gehn?
Willst zu meinen Liedern deine Leier drehn?
Wonderlijke oude
man, zal ik met u meegaan?
Wilt gij mijn
liederen op uw draailier spelen?
Schubert, man van twee kanten: voorkant en achterkant, uiterlijk en
innerlijk. Schubert, de parel en de paria. Langs de voorkant is er het zonnige,
het luchthartige, het schijnbaar oppervlakkige: meneer Biedermeier en de
glitter van de wals. Langs de achterkant is er het marginale, de koude vochtige
zolderkamer, het gebrek aan erkenning, de vlucht in de romantiek, de boodschap
achter het lied en uiteindelijk pijn tot op het bot. Tussen de twee overleeft
Frans Schubert tot vandaag: depressieve teneur achter directe charme, de
verborgen boodschap achter het masker van meneer Biedermeier. Slechts één keer
wordt dat masker volledig weggerukt, namelijk in Die Winterreise. Toen
begrepen zelfs zijn vrienden hem niet meer.
Wat ik heb gemaakt is er door het verstand
van muziek en door mijn smart.
Met een onuitsprekelijke
dankbaarheid aan dhr. Jos Meersmans.
---
Voor vandaag is de tijd op.
Minstens één belangrijk moment ontbreekt nog volledig in deze ademruimte,
gespreid over drie dagen. Wat vermag het geloof, oog in oog met de
ondraaglijkheid of onvoldaanheid, die op telkens nieuwe wijzen in s mensen
leven aan het licht treedt. Voorlopig laten we het bij twee gevleugelde woorden.
Het geloof is een van de mogelijke verhalen om je
wonden zin te geven.
Waarom zou je mensen daarvan willen genezen?
Waarom zou je daarom lachen?
Kristien Hemmerechts, in De Standaard van
27/02/2009