Foto
Ich gruet u allen int gemeyne,
Want met nimant besonder en ben ich bekent
Inhoud blog
  • esperanto
  • Over liefde
  • Bidden en/of mediteren
  • in memoriam
  • Karel D'huyvetters: Spinoza: de brieven over God
  • Losse bedenkingen 2: De hoofddoek
  • Losse bedenkingen 1: Geloven en niet-geloven
  • Gerrit Achterberg: Weerbericht
  • Nicole Verschoore: Le maître du bourg
  • Henry James: Washington Square
  • liefde
  • Blason du corps féminin
  • Pessoa: Criança desconhecida e suja brincando à minha port
  • Boutens: Rijk gemis
  • Beschouwingen bij Als de ziel spreekt
  • P.C. Boutens: De ziel spreekt
  • Jacob Winkler Prins: Uit mistig grijze morgenstrepen
  • Franco Sacchetti: Florentijnse verhalen
  • Peter Handke: Wunschloses Ungluck
  • Maria Petyt: Het leven van de weerdighe moeder Maria Petyt
  • Leonardo Sciascia: Mort de l'Inquisiteur
  • Flannery O'Connor: Goede mensen zijn dun gezaaid
  • McCullers: Clock without hands
  • Jane Bowles: Two Serious Ladies
  • J.D. Salinger: Franny and Zooey
  • Anne Bronte: A Reminiscence
  • William Faulkner: Shingles for the Lord
  • Vercors: Le Silence de la Mer
  • Maria Dermout: De Sirenen
  • Aifric Campbell: De logica van het moorden
  • Jörn Pfennig: Twee gedichten
  • Hesse: Over lezen en boeken
  • Colum McCann: Het verre licht
  • Vondel, Shakespeare! 2
  • Vondel: Joseph in Egypten
  • Schnitzler: Traumnovelle
  • Vondel, Shakespeare !.
  • Arthur Schnitzler: Doktor Gräsler, Badearzt
  • Psalm 23
  • Rilke: Eranna an Sappho
  • Charles Perrault: Riquet à la houppe
  • Cathérine Bernard: Riquet à la houppe /Riquet met de kuif
  • Vestdijk: The Beauty and the Beast
  • Schnitzler: Der blinde Geronimo und sein Bruder
  • Arthur Schnitzler: Sterben
  • Hofmannsthal
  • Yeats
  • Swift: A Voyage to the Houyhnhnms
  • Swift: A voyage to Laputa!
  • Swift: A voyage to Brobdingnag
  • Swift 2
  • Swift (1667-1745)
  • Swift: Gulliver's Travels (1)
  • Joseph Conrad: Within the Tides
  • Schopenhauer over de dood (1)
  • Piet Calis: Vondel. Het Verhaal van zijn Leven
  • Jacques Prévert: Fatras
  • Van de Woestijne: Vervarelijk Festijn
  • John M. Synge: The Playboy of the Western World
  • Synge: prelude
  • Alan Bennett: The Uncommon Reader
  • James Baldwin: Going to meet the man
  • Laura Esquivel: Como agua para chocolate
  • Carry van Bruggen: Goenong Djatti
  • Carry van Bruggen: Anekdote
  • Juan Filloy: De Bende
  • Sébastien Japrisot: L'été meurtrier
  • Richard Hough: The Potemkin Mutiny
  • Leonardo Sciascia: De Zaak Aldo Moro
  • A. Stifter: Brigitta
  • Lodeizen/Merrill
  • Gezelle
  • Michaël Borremans: The glaze
  • McEwan: Aan Chesil Beach
  • Hanshan: Gedichten van de Koude Berg
  • Richard Minne: Madèle of de lustige weduw
  • William Faulkner: Mosquitos
  • Indisch beeldje
  • William Cullen Bryant
  • William Cullen Bryant: To the fringed gentian
  • William Cullen Bryant: Sonnet - To an American Painter Departing for Europe
  • Balzac: Les Proscrits
  • Herman Melville: Bartleby the Scrivener
  • Nabokov: An Affair of Honor
  • Nabokov: The Visit to the Museum
  • D. H. Lawrence: Liefde in het hooi
  • Grillparzer (1791-1872): De arme Speelman
  • Franz Kafka: Das Urteil (Het Vonnis)
  • Reiner Stach: Kafka. Die Jahre der Entscheidungen
  • Moreau-Vauthier: La mort de Joseph Bara
  • Louis David: Joseph Bara
  • J. Boze: Marat
  • David: A Marat
  • Goldsmith: She Stoops to Conquer
  • Pirandello en Camilleri
  • Oliver Goldsmith: The Vicar of Wakefield
  • Barbara Allen
  • Victor Jara (1932-1973)
  • Vestdijk: Sint Sebastiaan
  • Le jeu de tonneau
  • Brecht: Twee gedichten
  • Joden in Engeland
  • Christopher Marlowe: The Jew of Malta
  • Franz Kafka: Brief an den Vater
  • Willem de Mérode: De witte kater
  • Shakespeare: The Merchant of Venice (eerste bedrijf)
  • Stendhal: Lucien Leuwen
  • Baudelaire: Les Fleurs du Mal
  • The Arrest of Oscar Wilde at the Cadogan Hotel
  • Lichtenberg
  • Charles Ducal: In inkt gewassen
  • Amoz Oz: Verzen van het leven en de dood
  • Goldsmith (1728-1774)
  • Shakespeare: The Tempest
  • David van Reybrouck: Slagschaduw
  • Norbert De Beule: EBdiep
  • Een naam
  • Ira Levin: Een kus voor je sterft
  • José Eduardo Agualusa: De handelaar in verledens
  • Kathleen Raine: The World
  • Erwin Mortier: Avonden op het Landgoed. Op reis met Gerard Reve
  • Nathaniel Hawthorne: The Gentle Boy
  • Poe: The Premature Burial
  • Melville
  • Bhartrihari
  • Ismail Kadare: De dochter van Agamemnon. De opvolger
  • Thomas Hardy: Jude the Obscure
  • Carlos Drummond de Andrade: De liefde, natuurlijk
  • Kenzaburo Oë: De knoppen breken
  • Angus Wilson: Anglo Saxon Attitudes
  • Sandro Veronesi: Waar gaat die vrolijke trein naartoe
  • Frederik van Eeden: Pauls ontwaken
  • Sàndor Màrai: Gloed
  • Anthony Powell: What's become of Waring
  • Ian McEwan: De troost van vreemden
  • Stendhal: Lamiel
  • Sándor Márai: De opstandigen
  • Friedrich Dürrenmatt: De rechter en zijn beul
  • Thomas Bernhard: Der Stimmenimitator
  • B. Traven: Een generaal komt uit de wildernis
  • Epicurus/Leopold
  • Bernardo Carvalho: Negen nachten
  • Ian McEwan: Amsterdam
  • Rosalie en Virginie Loveling
  • Agota Kristof: De analfabete
  • Daniel Defoe: A Journal of the Plague Year
  • Voltaire: Filosofisch woordenboek
  • Vondel: Noah 5e bedrijf
  • Thomas Hardy: Far from the Madding Crowd
  • Dromen
  • Leonardo Sciascia: Een duidelijke zaak
  • L.P. Boon: De paradijsvogel
  • Gorecki: Symfonie nr. 3 - Symfonie der Klaagliederen
  • J. H. Leopold
  • Petrarca: Brieven aan zijn broer
  • Konstantin Paustovskij: Begin van een onbekend tijdperk
  • Heinrich van Kleist: Die Marquise von O.
  • Lionel Trilling: The Middle of the Journey
  • Poesjkin: Schoppenvrouw
  • Schnittke
  • Timmermans: Adagio
  • Joseph Roth: Rebellie
  • John Boyne: De jongen in de gestreepte pyjama
  • Evelyn Waugh: Edmund Campion
  • Umberto Saba: Voor de vogels en een vriend
  • Kenzaburo Oë: De hoogmoedige doden
  • Heinrich Böll: De nalatenschap
  • Nabokov: Uitnodiging voor een onthoofding
  • Achterberg: En Jezus schreef in 't zand
  • Vondel: Noah 4e bedrijf
  • Streven januari 2007
  • Vladimir Nabokov: Bastaards
  • Sá-Carneiro: Twee gedichten
  • Mário de Sá-Carneiro: Beijos
  • Boutens: Kussen
  • Georges Eekhoud / J.I. De Haan
  • Vestdijk: Ierse nachten
  • Faulkner: As I Lay Dying
  • Boutens
  • Alfred Jarry: L' amour en visites
  • Ledeganck: Het burgslot van Zomergem
  • Tsjechow: Drama op de jacht
  • William Faulkner: Sanctuary
  • Vondel: Noah vervolg 3e bedrijf
  • Vondel: Noah 3e bedrijf
  • Pierre Louÿs (1870 - 1925) : Journal
  • Ledeganck: De Zinnelooze
  • Pikanterie
  • Goya en Louÿs
  • Pierre Louÿs: La Femme et le Pantin
  • Jack London: De droom van Martin Eden
  • Hugo von Hofmannsthal: Das Erlebnis des Marschalls von Bassompierre
  • Eduard von Kaiserling: Schwüle Tage
  • Flaubert: Saint Julien l'hospitalier
  • Saint Julien l'hospitalier
  • Emile Zola: Thérèse Raquin
  • Zondeval
  • Witold Gombrovicz: De beheksten
  • Janneke
  • Albert Verwey: De page
    Zoeken in blog

    sprokkelhout

    14-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vondel: Noah (2e bedrijf)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Vondel: Noah (2e bedrijf)

     

    1e toneel

    In dit toneel voeren de bouwmeester van de ark en de grootvorst  Achiman een dialoog.

    Terzijde: Het valt me op dat de termen bouwmeester (architect) en bouwheer (Noah, de opdrachtgever) de eeuwen en vooral de jongste jaren hebben overleefd. Die termen worden nog altijd gebruikt en zijn immuun gebleven voor de Engelse pletwals.

     

    We zouden het een didactisch gesprek kunnen noemen. De bouwmeester komt Achiman, die symbool staat voor de losbandige wereldse heerser op aarde, meedelen dat de ark gereed is:

     

    De leste nagel is geklonken aen het hout.

     

    Er volgt een korte beschrijving van de ark met o.a. :

     

    Dry zolderingen, een om hoogh, en een om laegh,

    En een in ’t midden, om t’ ontschuilen zulk een plaegh.

     

    Achiman vraagt wie er allemaal in de ark verzameld is

    Gedierte en vogel, van elk slagh de wedergade

    En gade, op datze weêr aenteelen op haer’ tijt.

    De bouwmeester begrijpt niet dat de dieren zich zo koest houden:

    ‘k Begrijp niet door wat kracht, in dit benaeude kot,

    De wreetheit staet verbaest, en hoe een mans gebodt

    Deze onvernuftige en verslindende natuuren,

    Alleen met eene wenk gebreidelt, kan bestuuren.

     

    Noah wordt door het volk beschouwd als een waanzinnige:

     

    Achimon:

    De bouheer openbaerde u ’t opperste besluit ?

    Boumeester:

    Geduurigh, en bleef ons noit les en leeringh schuldigh.

    By wylen wrong hy bey de handen ongeduldigh,

    En stroide troosteloos zijn klaghten in den wint.

    De rotsen baeuden ’t na, en galmden: zijtge blint,

    Verstokt, versteent !waekt op: de vloet wil u verrassen,

    Verlaet u op geen kracht, noch zwaert, noch harrenassen.

    By wylen greep hij zelf een hamer in de hant,

    En dreef den arbeit aen, niet anders of al ’t lant

    Tot aen den hals verzonk. Wy lieten hem betyen,

    En gaven noit geloof aen zulke razerneyen.

    Achimon:

    Men moght gelooven dat het aen de zinnen schort.

    Hij suft van ouderdom, en zwakheit, en verkort

    Het leven met vergeefs te huilen en misbaeren.

     

     

    Actie ontbreekt in dit toneel, maar daar staat tegenover dat de beschrijvingen heel levendig en krachtig zijn. Nog even de reactie weergeven van het volk dat wegvlucht als Noah zijn donderpreken houdt:

     

    … maer zoo dra het dreigement van toren

    en straffe, en watervloet, gelijk een donderstem

    uitbuldert, schietenze op, en vlughten wech van hem,

    als een’ die raeskalt, of, van razerny bezeten,

    veel nutter laegh geboeit aen een metaele keten.

     

    Tot slot hal ik een stukje kritiek van Verschaeve aan naar aanleiding van dit toneel.

     

    Dit toneel, gelijk vele bij Vondel, riekt naar de school, waar helaas zoveel schoon leven wordt vermoord, en hoe schoon Vondels vers ook zij, hoe Vergiliaans en Erasmiaans vol van rijke renaissance, ik heb liever Rodenbachs ruw, arm en naakt, maar levensvol vers, waarin iets beters leeft dan het ritme van de school, te weten de dynamiek des levens.

     

    2e toneel

    De Noah die nu aan het woord komt, is veel strijdvaardiger. Hij houdt een preek, een strafrede, waarin hij de oorsprong der ellende ontvouwt:

     

    Te reukeloos verhangtge uw ziel aen schoone vrouwen.

     

    De vrouw is de verleidster en de man is zwak. Honderd jaar lang, terwijl hij de ark bouwde, heeft hij het volk gewaarschuwd. Nu dreigt hij met hun vernietiging door de zondvloed.

     

    Dit stom gevaerte heeft geduurigh, onder ’t bouwen,

    U toegeroepen:  schrikt voor ’t bruischende element,

    Dat u bestormen komt, en strant noch paelen kent.

     

    Achiman echter is een andere mening toegedaan. Hij is een epicurist die van het leven wil genieten:

     

    Gelukkigh levenze, die ’t eêlste van hun jaeren

    Besteên in wellust, eer ’t hun ouderdom benijt.

     

    En

     

    … zet op elke knie een bruit,

    eer ’s levens tijt verloopt, de doot den draaiboom sluit.

     

    Achiman slaat de raadgevingen van Noah in de wind en begeeft zich naar de burcht waar een groot feest wordt gehouden.

     

    3e toneel

     

    In de Rey van de Engelewacht gaat het over de harmonie tussen lichaam en ziel.  Vondel vergelijkt ze met de harmonie in de muziek.

    De verzen zijn niet zo bijzonder, maar in kort bestek geeft Vondel toch zijn visie op de muziek. De toondichter voegt dissonanten (klankkrakkeel en twist)  samen tot ze mooi klinken. Muziek kan vreugde (ketelen) of verdriet (kermen) uiten. Ze is ook een uitvinding (vont) die troost (rou geneest).

    Jubal en Jabal zijn afstammelingen van Kaïn. Jabel is de vader van de tentbewoners en veefokkers en Jubal: hij werd de vader van allen, die spelen op citer en fluit (Gen 4.21).

    Keel betekent stem.

     

    ’t Vernuft van Jubal boude,

    Op ’t gadeslaen van klank

    En maet, het lieflijk maetgezank,

    Dat zich, vol geest, ontvoude.

    Der zangen vader wist

    Door onderling vermengen

    Een hemelsche eendraght voort te brengen,

    Uit klankkrakkeel en twist.

    Hy bint de schaepedarmen,

    Metaelen, elpenbeen,

    Schalmeyhout, wint, en keel aen een.

    Zy ketelen, en kermen.

    De gallem geeft den geest,

    Of wort gezwint herboren.

    Zoo leit hy mensch en dier by d’ooren;

    Een vont, die rou geneest.

    Dus stemden ziel en leden,

    Eer Adam vlughte uit Eden.

    14-01-2007 om 11:26 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De mooiste letter uit ons alfabet
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De mooiste letter uit ons alfabet

     

    Voor mij is dat de letter w. Ik weet niet of onze w nog in andere talen zo wordt uitgesproken. In het Frans, zelfs in het woord Wallon, klinkt ze eerder als een lichte v dan als een w. In het Duits en het Engels klinkt ze ook niet zo zacht als die van ons. Wat is er nu zo mooi aan ? Het is een onnoemelijk zachte, ijle en lichte klank. Als men de letter uitspreekt aan het begin van een woord, is het eigenlijk niet veel meer dan uitgeblazen lucht. Ik heb ook de indruk dat het een oude letter is. Nemen we nu woorden als wind, wonen, water, wenen, woord enz. Wat daarbij opvalt is dat het allemaal woorden zijn die heel oud zijn, die dicht bij de ervaringswereld van de primitieve mensen aansluiten. Een letter uit een oud verleden dus.

     

    Een ander mooi woord uit onze taal is adem. Hoewel men bij het uitspreken van woorden altijd uitademt, is het alsof dit woord een in- en uitademing weergeeft. De a, die de klemtoon krijgt, staat dan voor de inademing, de onbeklemtoonde lettergreep dem voor de uitademing. Ik vind het een woord dat overeenkomsten vertoont met het woordje OM dat de yoga-beoefenaars gebruiken en dat naar ik meen eerder wordt uitgesproken als een langgerekt AUM.

     

    Nog enkele dingen die me zijn ingevallen. Pluie in het Frans vind ik mooier dan ons regen. Je voelt er de vochtigheid en het stromen van het water in. Het is ook een heel mooie klankcombinatie. Ga maar eens na wat er met je mond allemaal gebeurt als je het woord pluie uitspreekt. Bij regen denk ik aan een hevige regenbui, geen druppels, maar stralen water die loodrecht naar beneden vallen.

    Het verschil tussen de woorden arbre en boom is ook treffend. Bij boom zie ik meer een stevige stam die dan toch uitmondt in een brede kroon. Bij arbre denk ik meer aan het gewriemel van de takken. In ar kun je eventueel de stam zien, die dan openbreekt in takken bij de lettergreep bre.

     

    Nog even iets over woordenboeken. Ik heb zopas gelezen dat vanaf 27 januari het WNT beschikbaar zou komen op het internet. In dat Woordenboek der Nederlandse Taal staat het Nederlands opgetekend vanaf de zestiende eeuw tot een eind in de twintigste eeuw. Het omvat een groot aantal delen en is heel duur. Het zou fantastisch zijn mocht het gratis beschikbaar komen.

    Ooit heeft Willem Frederik Hermans met veel lof geschreven over het Franse woordenboek Petit Robert.  Ik kan hem alleen maar bijvallen. Enkele verschillen met onze Van Dale: het woordenboek is voor een stuk analogique. Dit wil zeggen dat een lemma ook woorden vermeldt die overeenkomsten vertonen met het betrokken woord. Bij antagoniste bijvoorbeeld worden ook adversaire en concurrent genoemd. Dus geen synoniemen, wel betekenisverwante woorden. Verder geeft het lemma ook het tegengestelde, in dit geval ami en allié. Interessant in Petit Robert is ook de datering. De datum van de eerste vindplaats van het woord wordt vermeld. Niet zomaar een datum, want achteraan in het woordenboek is een lijst opgenomen met die data en het desbetreffende werk waarin het woord voor het eerst voorkwam. Heet woordje homme bijvoorbeeld, waarbij de datum 980 vermeld is. In de lijst achteraan zie je dat de datum 980 teruggaat op een werk uit die tijd, Passion du Christ.

     

    Tot zover deze zeer subjectieve bedenkingen die een mens soms invallen bij het ontwaken om vier uur ’s ochtends.

     

     

    12-01-2007 om 08:33 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    10-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jef Geeraerts: Cro-Magnon

    Jef Geeraerts: Cro-Magnon

     

    Dit moet het slechtste boek zijn dat ik de afgelopen jaren heb gelezen. Gewoonlijk leg ik een boek dat me niet bevalt direct opzij, maar dit is er een van onder de kerstboom en dus voelde ik me zedelijk verplicht om het uit te lezen.

     

    Al vanaf de eerste bladzijden wordt de moord gepleegd en kennen we de dader. Twintig bladzijden verder kennen we ook de opdrachtgever en het motief van de moord. Dan begint het onderzoek, waarvan we de resultaten dus al kennen. De schrijver wil vooral modern zijn. Het verhaal speelt in 2006 en de allernieuwste elektronische snufjes komen aan bod. Althans op de eerste bladzijden. Daarna verslapt het een beetje, maar dan schakelt onze Jef over op het onderwerp eten en drinken. We zijn niet voor niets in Frankrijk, zal hij gedacht hebben.  In Frankrijk wordt Frans gesproken en die taal lijkt Jef ook meester te zijn. Het wil bovendien een verstandig boek zijn, met noten achterin. Er staan 17 noten in. Zes daarvan verwijzen naar andere romans van onze auteur. Het doet me denken aan Suske en Wiske. Vandersteen gebruikte die tactiek ook om reclame te maken voor zijn andere strips. Maar bij Jef is het echt heel erg. Je begrijpt een toespeling niet, denkt uitleg te krijgen in de aantekening, en leest daar dan: Zie Zand.

     

    Het is ook een actueel boek. We lezen over de recente Franse politieke geschiedenis, krijgen een opsomming van wat er allemaal misloopt in ons eigen land enz. Verder is er een belangrijke rol weggelegd voor een hond, die de moordzaak eigenlijk op zijn eentje oplost.

     

    Het verhaal zelf is totaal ongeloofwaardig. De slechteriken zijn oerdom. Zo neemt de huurmoordenaar bij zijn slachtoffer een tijdschrift over kankertherapie mee, dat achteraf natuurlijk ontdekt wordt. De opdrachtgever belt met Jan en alleman enz.

     

    De afloop van het verhaal is revolutionair. De opdrachtgever (een beroemd arts) heeft ooit het leven gered van de echtgenote van de procureur-generaal en die voelt zich nu verplicht iets terug te doen. Alle onderzoekers worden omgekocht en bevorderd en de huurmoordenaar pleegt zelfmoord in zijn cel.

     

    Het is eigenlijk ongelooflijk dat een dergelijk boek gepubliceerd wordt. Nu ja, de naam Geeraerts verkoopt en dat is de hoofdzaak.

     

    En zeggen dat de Jef en ik in hetzelfde onooglijke dorp wonen !

    10-01-2007 om 08:37 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Franz Werfel: Der Abituriententag

    Franz Werfel: Der Abituriententag

     

    Na de prachtige novelle Het bleekblauwe handschrift van een vrouw, dat ik onlangs heb besproken, wou ik nog wel iets van deze auteur lezen. Een van zijn bekendste boeken is Het lied van Bernadette.  Werfel schreef die roman uit dankbaarheid nadat hij als jood de nazi’s kon ontvluchten via Frankrijk en Spanje. Ik moet toegeven dat de titel me altijd al heeft weerhouden om dat boek te lezen. Eigenlijk zou ik mijn vooroordeel opzij moeten zetten en het toch maar eens wagen. Ik weet van het boek alleen dat het geen heiligenleven beschrijft, maar dat de klemtoon meer ligt op de volwassen Bernadette die een teruggetrokken leven leidde.

     

    Der Abituriententag werd geschreven in de late jaren twintig. In de autobiografie van Alma Mahler, die o.a. met Werfel getrouwd was, lees ik dat de mogelijke aanleiding voor deze roman de kennismaking was met de schrijver Hermann Sudermann. Die had in zijn jeugd als beroep kruiswoord- en andere raadsels voor kranten en tijdschriften gemaakt. Werfel zal dit beroep ook toekennen aan het slachtoffer uit deze roman Josef Adler.

     

    Ernst Sebastian is onderzoeksrechter in een Oostenrijkse stad. Hij is uitgenodigd op een avond van oud-leerlingen van het gymnasium die het 25-jarige jubileum van het jaar 1902 willen vieren. Maar voordat het zover is, moet hij nog een zekere Josef Adler verhoren, die beschuldigd wordt van moord op een prostituee. Na het verhoor realiseert hij zich dat die Josef Adler ook in de gymnasiumklas zat die nu bijeenkomt.

    Sebastian herinnert zich nu zijn houding tegenover deze Adler. Dat was een van de begaafdste leerlingen en dat wekte zijn afgunst op. Als Sebastian van de bijeenkomst thuiskomt, zet hij zich aan het schrijven. Hij wordt overvallen door een schuldgevoel. Hij meent namelijk dat hij er vooral de oorzaak van is dat Adler zo diep gevallen is. In die schriftelijke biecht lezen we hoe eerst Sebastian en vervolgens de hele klas en zelfs de leerkrachten, Adler vernederen en verraden. De schoolresultaten van de leerlingen zijn barslecht en er wordt gevreesd dat ze niet zullen mogen overgaan naar de volgende klas. Daarom zullen Sebastian en Adler proberen om de resultaten te vervalsen. Ze worden betrapt en geraken in grote moeilijkheden waarna ze een zelfmoordpoging ondernemen. Door de lafheid van Sebastian mislukt die. Ten slotte redden ze zich uit de hachelijke situatie door een diefstal en door Adler te laten vluchten. 25 jaar lang heeft men niets meer van die Adler gehoord en nu zit hij dus blijkbaar voor Sebastian om te worden verhoord in een moordzaak.

     

    De ontknoping van de roman is nog verrassend.

     

    Een boek over een laffe en verderfelijke man (Sebastian) en over een slachtoffer (Adler).  

    10-01-2007 om 08:06 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vondel: Noah
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Vondel: Noah

     

    Deze bijdrage is bedoeld om de laatste lezers van mijn weblog weg te jagen. Wie haalt het nu immers nog in zijn hoofd om Vondel te willen lezen ? Niet alleen kost het moeite om dat oud Nederlands te lezen, bovendien spreken zijn onderwerpen de moderne mens ook niet bijzonder aan. Bijbelverhalen als drama in verzen.

    Het was een tijdje geleden dat ik iets van Vondel had gelezen, en toevallig viel me een boekje van Cyriel Verschaeve in handen dat onder andere over dit toneelspel ging. Ik weet het, Cyriel Verschaeve is voor bepaalde mensen ook verkeerde lectuur. Deze priester was Duitsgezind en oerkatholiek. Dat is voor verlichte personen voldoende om hem zeker niet ter hand te nemen. Liefst zouden ze van zijn werken brandstapellectuur maken. Maar dat zou in strijd zijn met hun open geest, en dus laten ze hem gewoon ongelezen, wat op hetzelfde neerkomt, maar waarbij hun blazoen proper blijft.

     

    Vondel dus. Hij schreef dit werk in 1667, toen hij tachtig jaar was. Welke moderne auteur doet het hem na ? Het is zijn laatste oorspronkelijk werk. Daarna heeft hij weliswaar niet stilgezeten, maar voornamelijk enkel nog vertalingen en gelegenheidsgedichten geschreven.

     

    1e bedrijf

    1e toneel

    Monoloog van Apollion, de duivel, koning des afgronts. Hij stijgt met een helsche stoet op uit aerdtrijx navel om Noah’s ark, het vlotgevaerte (elders ook genoemd het zeegewelt, de vlotbalk) waar hij 100 jaar aan gebouwd heeft, in brand te steken.

    Het pek en werk zal vier en vlamme voedtsel geven.

    (Werk is gepluisd touw waar de naden van schepen mee gestopt worden.)

    De ark is bestemd om in ’t bederf des menschdoms eenen man en zijn gezin te bergen.

    De duivel wil dat verhinderen, maar de ark wordt beschermd door een wacht van geesten (engelen).

     

    2e toneel

    Dit toneel bestaat uit een monoloog van Noah. Hij heeft vergeefs geprobeerd om de mensen hun zondige leven van wellust te laten opgeven, maar zij luisteren naer geen vermaenen.

     

    Nu smeekt hij God om ze nog een laatste kans te geven en de zondvloed tegen te houden. Want:

    Het water rijst allengs van onder

    Ten gront uit, in zoo menigh dal,

    Een voorbo van den waterval,

    Gereet te volgen op den donder.

     

    In het volgende toneel brengt hij de dreiging van het water ook te berde:

     

    Het ruischen van de watervloên

    Getuight alree hoe duizent stroomen

    Van onder opgeborrelt komen.

     

    Achimon, grootvorst van het oosten wil een groot feest organiseren, waarmee hij God wil overbluffen. Dit zal voor God de laatste druppel zijn die hem zal doen beslissen om de aarde onder water te zetten. Toch blijft Noah smeken:

     

     

    Verhoor de voorbe van uw’ knecht.

    Genade, ô vader, en geen recht.

     

    3e toneel: Rey van Engelewacht.

     

    De reien van Vondel zijn altijd stukken lyriek. De rei opent met de volgende zinnen van de engelen die Noah beschermen:

     

    Wij schaduwen met goude pennen

    De treden van

    Dien vromen man,

    Gewaerdight Godt alleen te kennen;

     

    (schaduwen is een werkwoord in deze zin).

     

    Soms horen we in Vondel Gezelle doorklinken. Neem nu deze verzen:

     

    ‘k Hoor smaet waer ikme wende en keere.

    Indien mijn wandel u behaegh,

    Verlosme, ô vader, van dees plaegh.

     

    Het doet me denken aan het gedicht Gij badt op eenen berg van Gezelle, dat ik niet kan nalaten hier over te tikken.

     

    Gij badt op eenen berg alleen,

    en …Jesu, ik en vind er geen

    waar ‘k hoog genoeg kan klimmen

    om U alleen te vinden:

    de wereld wilt mij achterna,

    alwaar ik ga

    of sta

    of ooit mijn oogen sla;

    en arm als ik en is er geen,

    geen een,

    die nood hebbe en niet klagen kan;

    die honger, en niet vragen kan;

    die pijne, en niet gewagen kan

    hoe zeer het doet !

    o Leert mij, armen dwaas, hoe dat ik bidden moet !

     


     

     

    07-01-2007 om 09:27 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    05-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Javier Marías: Aller zielen

    Javier Marías: Aller zielen

     

    Marías is een in 1951 in Madrid geboren auteur. In de jaren tachtig doceerde hij gedurende enkele jaren Spaanse letterkunde in Oxford.

    Dat is ook het onderwerp van het boek. Een campusroman, maar dan onder professoren, zonder studenten. In de twee jaar dat de hoofdpersoon in Oxford verblijft, knoopt hij, zoals te verwachten, een relatie aan met een gehuwde vrouwelijke collega. We maken uitgebreid kennis met het groepje docenten dat maar weinig gewone zielen omvat.

    De auteur treedt in de voetsporen van Borges en Nabokov (Bleek vuur) door gefingeerde of onbekende schrijvers op te voeren. Hij is een boekenwurm die tweedehandszaken afschuimt. In dat opzicht moet Engeland een paradijs zijn. Het Oxfordwereldje wordt op een ironische manier in zijn hemd gezet.

     

    Mocht er in de roman een diepere betekenis aanwezig zijn, dan is die me ontgaan. Toch blijft het een lezenswaardig boek.

    05-01-2007 om 17:35 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-12-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.James Baldwin: Go Tell it on the Mountain
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    James Baldwin: Go Tell it on the Mountain

     

    Baldwin is geboren in Harlem in 1924. Hij was de oudste in een gezin van negen kinderen. Zijn vader was een predikant die hoopte dat zijn zoon in zijn voetsporen zou treden. Maar James las alle soorten boeken, behalve de bijbel. Van toen hij een kind was wou hij al schrijver worden. Op 14-jarige leeftijd ervoer hij een diepe religieuze crisis. Hij hervond zijn geloof, verdiepte zich in de bijbel en zou gedurende enkele jaren prediken en godsdienstles geven op kerkbijeenkomsten. Drie jaar later verloor hij zijn geloof. Hij was ervan overtuigd geraakt dat de overdreven godsdienstigheid van de Amerikaanse neger een vorm van onderdrukking was. De blanken zagen het graag dat de zwarten zich onderdompelden in die religieuze sfeer, waarin zondebesef, onderworpenheid en gehoorzaamheid aan God centraal stonden.  Het weerhield de negers ervan op te komen voor meer rechten en kansen. Van 1948 tot 1957 leefde Baldwin in Parijs. Het is daar dat hij zijn eerste (en beste) roman  Go Tell it on the Mountain schreef. Hij is gestorven in 1987.

     

    Het eigenlijke verhaal beslaat een dag in het leven van de 14-jarige John Grimes, namelijk de dag van zijn bekering. Die ervaring maken we echter pas mee in het laatste hoofdstuk. In de voorafgaande hoofdstukken leren we de familie kennen. Ze is afkomstig uit het Zuiden van de VS en heeft haar geluk gezocht in New York. Het boek baadt in de sfeer van de evangelische kerken, met hun uitbundige vieringen, hun bijbeltaal enz. Toen ik enkele dagen geleden op TV de begrafenis van James Brown zag en de reacties van sommige fans, herkende ik dat direct. De bijbel is dominant aanwezig in de roman. In de dialogen en de gewone tekst wordt voortdurend uit het Oude en het Nieuwe Testament geciteerd. (Zo leerde ik toevallig dat mijn lievelingspassage uit de Messias van Händel ‘Unto us a child is born’ afkomstig is uit het boek Jesaja). De gesproken taal heeft ook haar eigen grammatica, typisch voor de zwarten uit Amerika. Enkele voorbeelden: About time you was getting up. It seem to me. They’s gone…whoever they was. I done heard it said often enough, etc.

    Eigenlijk zou men het boek luidop moeten lezen (en zingen). Het is één lange gospelsong.

    Het is ook een ‘emotioneel’ boek, als je zoiets van een boek kunt zeggen. Het bevat veel ontroerende passages. In het eerste hoofdstuk bijvoorbeeld de confrontatie met de belangrijkste personages, waarin de conflicten tussen de vader en zijn zoon en stiefzoon en tussen de vader en zijn echtgenote en zuster worden behandeld.

    Enkele passages om de sfeer weer te geven. Een van de mooiste liefdesrelaties in het boek is die tussen Elisabeth, John’s moeder, en Richard, de vader van John, die ten onrechte van een misdrijf wordt beschuldigd en zelfmoord zal plegen zonder dat hij weet dat zijn vriendin zwanger is. Richard gebruikt vaak schuttingtaal en dat ontlokt de schrijver de volgende bedenking:

    He never ‘watched’ his language with her, which at first she took as evidence of his contempt because she had fallen so easily, and which later she took as evidence of his love’.

     

    Over het Noorden en het Zuiden van de VS met betrekking tot de negers:

     

    There was not, after all, a great difference between the world of the North and that of the South which she had fled; there was only this difference: the North promised more. And this similarity: what it promised it did not give, and what it gave, at length and grudgingly with one hand, it took back with the other.

     

    Als Elisabeth aan Richard vraagt hoe het komt dat hij zoveel weet (na een bezoek aan een museum), antwoordt hij:

     

    Little-bit (zijn troetelnaampje voor haar), I don’t know so much. Then he said, with a change in his face and voicewhich she had grown to know: ‘I just decided one day that I was going to get to know everything them white bastards knew, and I was going to get to know it better than them, so could no white son-of-a-bitch nowhere never talk me down, and never make me feel like I was dirt…

     

    Ik vond het een prachtig boek, hoewel ik me kan voorstellen dat veel lezers het moeilijk zullen hebben met de overvloedige religieuze taal. Net op de valreep is het een van de beste romans die ik dit jaar heb gelezen.

     

     

    30-12-2006 om 18:13 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roger Peyrefitte: Les amours singulières
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Roger Peyrefitte: Les amours singulières

     

    Dit boekje bevat twee verhalen die los van elkaar staan. Wat ze gemeenschappelijk hebben staat in de titel van het boek: eigenaardige liefdes.

     

    In het eerste verhaal, La maîtresse de piano, maken we kennis met een perverse vrouw en moeder. Ze probeert haar zoon een goede partij te laten trouwen, maar dat mislukt. Het meisje verlooft zich namelijk met de vriend van de zoon van de pianolerares. Door leugens te verspreiden zal ze het meisje tot zelfmoord drijven.

     

    Het tweede verhaal heet Le Baron de Gloeden. Deze historische figuur leefde van 1856 tot 1939. Het grootste gedeelte van zijn leven bracht hij door op Sicilië, meer bepaald in Taormina. Zijn amour singulière ging uit naar jongelingen. Hij heeft van deze jongens en jongemannen ettelijke naaktfoto’s genomen. Soms puur natuur, soms opgesmukt met bloemen, kransen enz. Peyrefitte beschrijft heel summier de belevenissen van deze baron.

     

    Het boekje is al bij al ontgoochelend en gedateerd. In het eerste verhaal doen de intriges denken aan de Liaisons dangereuses.

    Men kan zijn tijd beter besteden aan het bekijken van Von Goedens foto’s. Die zijn inderdaad eigenaardig en verrassend. Je vraagt je af hoe hij die jongens zover kreeg om naakt voor hem te poseren. Tegenwoordig zou niemand zich daar nog toe lenen, tenzij om commerciële redenen. De foto’s houden het midden tussen nudistenfoto’s, kitsch en beheerste erotiek. Via Google zijn ze gemakkelijk terug te vinden.

    30-12-2006 om 09:48 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (13 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-12-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Phillis Wheatley (1753 - 1784)

    Phillis Wheatley (1753 – 1784)

     

    In 1761 bracht een slavenschip het toen achtjarige meisje naar Boston. Daar werd ze op de slavenmarkt gekocht door John Wheatley. Ze zou als hulpje voor zijn echtgenote dienen. Maar al dadelijk bleek dat het kind zeer intelligent was. De Wheatley’s bezorgden haar een goede opvoeding en lieten haar studeren. Haar eerste gedicht werd al gepubliceerd in 1767. In 1773 werden 39 gedichten van haar in Londen gepubliceerd. Ze stond goed aangeschreven bij het blanke establishment van Boston en maakte ook een succesvolle reis naar Engeland. In 1778 werd ze vrij. Toen de Wheatley’s overleden waren, huwde ze een vrijgemaakte slaaf. Dat huwelijk was geen succes. Zo stierven twee kinderen en werd ze door haar man verlaten. Ze stierf in armoede.

     

    Het gedicht dat ik hier afdruk is het enige dat expliciet over haar bestaan als slavin gaat.

     

    ON BEING BROUGHT FROM AFRICA TO
    AMERICA.


                             'T WAS mercy brought me from my pagan land,
                             Taught my benighted soul to understand
                             That there's a God--that there's a Saviour too:
                             Once I redemption neither sought nor knew.
                             Some view our sable race with scornful eye--
                             'Their color is a diabolic dye.'
                             Remember, Christians, Negroes black as Cain
                             May be refined, and join the angelic train.

     

     

    In een vrije vertaling:

    Over mijn overbrenging van Afrika naar Amerika

    Genade liet me vertrekken uit mijn heidens land

    Genade was het die mijn in nacht gehulde ziel leerde

    Dat er een God is en een verlosser:

    Vroeger zocht ik, noch wist ik wat verlossing was.

    Sommigen werpen op ons zwarte ras een blik vol minachting

    “Hun huidskleur is door de duivel geschilderd”

    Bedenk, Christenen, dat Negers, zwart als Kaïn,

    Beschaafd kunnen worden en opgenomen in het hemels gevolg.

    Dit gedicht is het enige waarin de schrijfster zo expliciet ingaat op haar afkomst en slavenbestaan.  De meeste van haar overige gedichten zijn gelegenheidsgedichten. Ze schreef voor de blanke intelligentsia van haar stad en niet voor of over haar lotgenoten, de zwarte slaven.

    Het is nu maar de vraag of ze dit bewust niet deed, of dat ze niet anders kon, want aanvallen op de slavernij waren toen nog taboe. We zouden, zeker nu, van een negerslavin een ander soort gedicht verwachten. Ze is blij dat ze als kind gekidnapt werd en als slaaf verkocht, want daardoor is ze christen kunnen worden en kon ze zich ontwikkelen.

    Haar blanke tijdgenoten die de zwarten minachten vergissen zich niet omdat ze racisten zouden zijn (wat wij nu wel zouden zeggen), maar wel omdat ze niet beseffen dat zwarten ook kunnen leren, en zich de beschaving van de blanken eigen kunnen maken.

    Toch treffen we in het gedicht ook onderhuidse kritiek aan op de slavernij. Onder andere de woorden Verlosser en Verlossing kunnen zowel verwijzen naar Christus als naar verlossing uit de slvernij.

    Het woordje benighted heeft twee betekenissen, zowel overvallen door de nacht als levend in een geestelijk duister. De twee zijn hier op haar persoon van toepassing: haar zwarte huidskleur en en haar onwetendheid van het christelijk geloof.

    Sympathie voor haar ras vind je ook in de woorden a sable race. Sabelbont of marterbont is namelijk zeer waardevol. Dit contrasteert met het negatieve diabolic dye of duivelse kleur, waarmee sommige blanken haar huidskleur bestempelen.

     

     

     

     

    23-12-2006 om 17:38 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-12-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Anne Bradstreet
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Anne Bradstreet

     

    Deze vrouw wordt wel eens de eerste Amerikaanse dichteres genoemd. Ze werd geboren in 1612 in Northhampton en huwde op 16-jarige leeftijd met de puritein Simon Bradstreet (25 jaar). De puriteinen behoorden tot de Anglicaanse kerk die ze wilden zuiveren van alle roomse overblijfselen. Ze hielden er een zeer strenge moraal op na en wezen onder andere theater en kunst af. In de 16e eeuw waren er veel puriteinen naar Nederland uitgeweken en uiteindelijk zijn ze uit de Anglicaanse kerk getreden.

     

    Het gezin emigreerde in 1630 naar Amerika. Het maakte deel uit van de groep van John Winthrop die met elf schepen en 900 migranten de overtocht maakte. Deze groep stichtte 8 nieuwe gemeenten, waaronder Boston, waar Anne Bradstreet zich zou vestigen. De dichteres stierf in 1672.

     

    De schrijfster kreeg 8 kinderen en had een zwakke gezondheid. Ze schreef haar gedichten vooral bij afwezigheid van haar man, die gouverneur was en vaak op reis was. Haar eerste gedichten werden in 1650 in Engeland gepubliceerd, door haar schoonbroer en buiten haar medeweten. De titel van die bundel is het vermelden waard: The Tenth Muse Lately Sprung Up in America, By a Gentlewoman of Those Parts.

     

    Ik laat nu enkele van haar gedichten volgen:

     

    By Night when Others Soundly Slept 

     

     

    By night when others soundly slept
    And hath at once both ease and Rest, 
    My waking eyes were open kept
    And so to lie I found it best. 


    I sought him whom my Soul did Love,
    With tears I sought him earnestly. 
    He bow'd his ear down from Above.
    In vain I did not seek or cry. 


    My hungry Soul he fill'd with Good;
    He in his Bottle put my tears, 
    My smarting wounds washt in his blood, 
    And banisht thence my Doubts and fears. 


    What to my Saviour shall I give 
    Who freely hath done this for me?
    I'll serve him here whilst I shall live
    And Loue him to Eternity.

     

     

     

     

    To my Dear and Loving Husband

     

     

    If ever two were one, then surely we. 
    If ever man were lov'd by wife, then thee. 
    If ever wife was happy in a man, 
    Compare with me, ye women, if you can. 
    I prize thy love more than whole Mines of gold 
    Or all the riches that the East doth hold. 
    My love is such that Rivers cAnneot quench, 
    Nor ought but love from thee give recompetence. 
    Thy love is such I can no way repay.
    The heavens reward thee manifold, I pray. 
    Then while we live, in love let's so persever
    That when we live no more, we may live ever.

     

    21-12-2006 om 12:41 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    15-12-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Thomas Bernhard: Die Kälte

    Thomas Bernhard: Die Kälte

     

    Thomas Bernhard heeft een reeks autobiografische teksten over zijn jeugdjaren geschreven. Die Kälte is daarvan een onderdeel. In dit verhaal beschrijft de auteur hoe hij op 18-jarige leeftijd wordt opgenomen in een sanatorium met vermoedelijk tbc. De openingszin van de geschiedenis luidt: Mit den sogenannten Schatten auf meine Lunge war auch ein Schatten auf meine Existenz gefallen. Het motto van het boekje is van Novalis en luidt: Jede Krankheit kann man Seelenkrankheit nennen.

     

    Daarmee is de toon gezet. Het is opnieuw een door en door pessimistisch boek (terwijl hij wordt opgenomen, is zijn moeder stervende), waar maar af en toe een sprankje hoop doorschemert dat onmiddellijk weer wordt gedoofd. Hij schildert een hel van zieke, meestal ten dode opgeschreven mensen, die hun menselijkheid voor een groot stuk verliezen en die verzorgd worden door al even ontmenselijkte artsen. Bernhard schildert alles in het donkerste zwart. Zo zwart kan het leven nauwelijks zijn.

     

    Is hij dan de schrijver van het zelfbeklag ? Niet helemaal. Hij grijpt zijn persoonlijke leed aan om de hopeloze condition humaine aan te tonen. Met heel veel slechte wil zou je in hem zelfs een Christusfiguur kunnen zien. Iemand die het lijden en de miserie zodanig beschrijft dat ze als een last van onze schouders worden genomen.

     

    Waarom een dergelijke auteur lezen ? Hij is iemand die me fascineert. Ik sta telkens weer versteld van wat hij met de taal aan kan. Welke nieuwe woorden en beelden hij vindt om die duistere wereld te beschrijven. Soms is het allemaal wat teveel, lijkt het overdreven, maar dan slaagt hij er onverwachts in om met enkele woorden of een zin je heel diep te raken.

     

    Ook zijn moeder blijft in het verhaal niet gespaard. Bernhard was niet erkend door zijn vader, die al vlug moeder en kind in de steek liet. Het kind kreeg van de staat een toelage van vijf mark per maand. Zijn moeder wreekte zich op de volgende manier: Die Rache meiner Mutter bestand sehr oft darin, mich auf das Rathaus zu schicken, um mir selbst die fünf Mark abzuhohlen, die der Staat für mich im Monat (!) bezahlte, sie hatte nicht gescheut, mich direkt in die Hölle zu schicken als Kind mit der Bemerkung: damit du siehst was du wert bist. Auch das werde ich naturgemäss nicht vergessen, wie die eigene Mutter sich an dem untreuen Manne rächt, indem sie ihr und dieses Mannes Kind in die Hölle schickt mit einem teuflische Satz, mit dem teuflischsten Sats aller Sätze, den ich im Ohr habe.

     

    Ik realiseer me dat dit geen reclame voor dit boek of zelfs niet voor de auteur is, maar toch vind ik dat iedereen minstens een boekje van hem moet lezen. Zelf vind ik De neef van Wittgenstein een van zijn ontroerendste.

    15-12-2006 om 15:42 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Franz Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Franz Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw

     

    Een prachtige novelle. Ze is gesitueerd in Oostenrijk, in de jaren dertig voor de Anschluss van Oostenrijk bij Duitsland. We zijn getuige van het opkomende antisemitisme in Oostenrijk. Leonidas, 50 jaar, bekleedt een hoge positie op het Oostenrijkse ministerie van Onderwijs. Hij is getrouwd met de steenrijke Amelie. Dat ze het in haar hoofd gehaald had om de kleine ambtenaar, die ik ooit was, tegen alle weerstand in toch te trouwen, was de extravangantie van een zeer verwend iemand, van wie elke gril moet worden ingewilligd. Immers, het water stroomt altijd naar zee. Ik ben, dat staat buiten kijf, een deel van Amelie’s bezittingen geworden.

    Op een dag ontvangt hij een brief (in het bleekblauwe handschrift) van een vrouw, Vera Wormser, met wie hij 18 jaar geleden gedurende zes weken een verhouding had en die hij toen bruusk in de steek had gelaten. Hij had jaren geleden al eens een brief van haar ontvangen, maar toen had hij die ongelezen verscheurd. In de recente, zeer zakelijke brief, vraagt Vera Wormser aan Leonidas om iets te doen voor een zeer begaafde jongeman die ze erg genegen is. Omdat de jongen Joods is, kan hij zijn studie in Duitsland niet voortzetten en zij vraagt nu of Leonidas ervoor kan zorgen dat hij dat wel in Oostenrijk kan.

    Leonidas denkt dat het wel eens om zijn eigen zoon zou kunnen gaan. Hij zal zich dan ook voor de jongen inzetten. De situatie zadelt hem op met een schuldgevoel dat zich ook laat voelen in zijn beroepsleven. Bij het benoemen van een hoogleraar zal hij tegen de tijdgeest in de kandidatuur van een joodse geleerde verdedigen.

     

    Hoogtepunt in de novelle is de ontmoeting tussen Leonidas en Eva Wormser. In dat gesprek krijgt hij uitsluitsel of de jongeman al dan niet zijn zoon is. De waarheid is echter veel aangrijpender.  

     

    Franz Werfel (1890 – 1945), was in de laatste periode van zijn leven getrouwd met Alma Mahler, de weduwe van de componist. Hij werd geboren in Praag en behoorde daar net als Kafka tot de groep van Duistsprekende Joden. In 1938 vluchtte hij naar Frankrijk. In het Zuidfranse dorpje Sanary schreef hij deze novelle. Samen met Heinrich en Golo Mann stak hij te voet de Pyreneeën over en via Spanje en Portugal emigreerde hij naar Amerika.

     

     

    15-12-2006 om 12:15 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-12-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.B. Traven: Verhalen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    B. Traven: Verhalen

     

    Rond deze in het Duits schrijvende auteur heeft lang een mysterie gehangen. Hij leefde onder verschillende namen, meed de publieke belangstelling en leefde een groot deel van zijn leven onder de indianen in Mexico. In zijn jonge jaren had hij anarchistische sympathieën en kort na WO I nam hij deel aan de kortstondige mislukte revolutie in München. Hij droeg toen de naam Ret Marut.

    Traven schreef voornamelijk avonturenromans waarin hij partij koos voor de Mexicaanse indianen. Ik pik uit deze bundel één verhaaltje, De Grootindustrieel. Het legt op een amusante en ironische manier de vinger op enkele westerse vooroordelen.

     

    Een Amerikaan bezoekt een indianendorpje in Mexico om een studie over land en volk te maken. Hij treft er een keuterboertje aan dat in zijn vrije tijd als bijverdienste kunstzinnige mandjes van raffia vlecht, mooi geverfd in verschillende kleuren. Hij besteedt er veel werk aan en als er twintig mandjes gereed zijn, probeert hij ze aan de man te brengen. De prijs is 50 centavo’s per stuk, maar die laat hij nogal gemakkelijk zakken. De Amerikaan vindt de mandjes mooi en wil er eentje kopen. Hij denkt dat de prijs rond de 2 peso’s (het viervoudige) zal schommelen. Omdat ze zo goedkoop zijn, vraagt hij de prijs voor 10 en 100 stuks. Die bedraagt respectievelijk 45 en 40 centavo’s.

    De Amerikaan keert met zijn mandjes terug naar Amerika. Hij vindt er een chocoladekoopman die bereid is om 10.000 mandjes af te nemen. De Amerikaan ziet daar een  zaakje in en keert terug naar het Mexicaanse boertje. Hij vraagt hem naar de prijs voor 1000 of 10.000 mandjes. De boer denkt lang na en zegt dan: twee peso’s per stuk voor de 1000 en vier peso’s voor de 10.000. Dat begrijpt onze Amerikaan niet. De uitleg van de indiaan: aan duizend stuks heeft hij veel meer werk dan aan honderd. Hij heeft meer raffia nodig die gedroogd moet worden, hij moet zijn familie inschakelen, hij heeft minder tijd om op zijn land te werken enz. Conclusie van de Amerikaan: ‘Met Mexicanen kun je geen zaken doen, voor die mensen is er geen hoop.’

     

    De mooie slotalinea van het verhaal neem ik integraal over:

     

    ‘Zo werd New York ervoor behoed dat het overspoeld werd door duizenden van die magnifieke kunstwerkjes. En zo werd het mogelijk te voorkomen dat die prachtige mandjes, waarin een Indiaanse landman het gezang van de vogels om hem heen, de kleurenpracht van de bloemen en bloesems die hij dagelijks in het oerwoud zag en de ongezongen liederen die in zijn ziel weerklonken, had weten te verweven, kapot en vertrapt in de vuilnisbakken op park Avenue gevonden werden, omdat ze geen waarde meer hadden nadat de bonbons eruit gesnoept waren.’

     

    Het boek verscheen in 1987 bij Meulenhoff.

    08-12-2006 om 09:52 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eça de Queiroz: De Mandarijn
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Eça de Queiroz: De Mandarijn

     

    Eça de Queiroz is een Portugese schrijver uit de negentiende eeuw (1845 – 1900).  Deze novelle dateert uit 1880 en kwam eerder toevallig tot stand. De auteur had aan zijn vriend, de directeur van het dagblad Diário de Portugal een roman in afleveringen beloofd. Dat werk, Os Maias, nam echter zulke omvang aan, dat het niet meer geschikt was voor publicatie in de krant. Om het goed te maken schreef Eça dan maar de novelle O Mandarim, die hij gratis aan de krant aanbood.

     

    In 1884 werd het werk in het Frans vertaald. In een brief aan de redacteur van het tijdschrift waarin het zou verschijnen, gaf de auteur enige toelichtingen bij de novelle, uitte hij kritiek op het naturalisme en typeerde hij de ‘Portugese ziel’. Enkele fragmenten uit die brief.

     

    ‘Et par cela même que cette oeuvre (O Mandarim) appartient au rêve et non à la réalité, qu’elle est inventée et non observée, elle caractérise fidèlement, ce me semble, la tendance la plus naturelle, la plus spontanée de l’esprit portugais.’

     

    ‘Nous aimons passionnément, Monsieur, à tout envelopper dans du bleu : une belle phrase nous plaira toujours mieux qu’une notion exacte.’

     

    ‘Si par hasard on lisait en Portugal Stendhal, on ne pourrait jamais le goûter : ce qui chez lui est exactitude, nous le considérerions stérilité.’

     

    ‘Ou nous restons les yeux levés vers les étoiles, laissant monter vaguement le murmure de nos cœurs ; ou, si nous laissons tomber un regard sur le monde environnant, c’est pour en rire avec amertune.’

     

    De novelle zelf is een fantastisch verhaal. Een kantoorklerk met een saai leventje leest toevallig in een oud boek een paragraaf waarin de lezer wordt uitgenodigd een belletje te rinkelen. Op dat moment zal er in het verre China een rijke mandarijn sterven en al diens rijkdommen zullen de beller toevallen. De duivel verschijnt in Teodoro’s kamer en zal hem overhalen om te bellen. Zoals voorspeld wordt hij rijk. Maar een nevenverschijnsel is dat hij geregeld de schim van de overleden mandarijn ergens aantreft. Na volop te hebben genoten van zijn nieuwe welstand, krijgt hij wroeging en wil hij af van de hallucinatie van de dode Chinees. Hij vertrekt naar China om de in armoede vervallen familie van de mandarijn financieel bij te staan. Maar het loopt verkeerd af. Als rijke westerling wordt hij aangevallen en bovendien blijken er in China nog enkele andere mensen de naam van de mandarijn te dragen. Hij keert terug naar Portugal en debiteert ten slotte enkele wijsheden voor zijn medemensen.

     

    Het is een lezenswaardige ironische novelle. Mensen die de smaak te pakken hebben, zullen beslist een van zijn grotere romans willen lezen.

    08-12-2006 om 09:22 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-11-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Alan Moorehead: The Russian Revolution
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Alan Moorehead: The Russian Revolution

     

    Een pocket uit 1958 die ik toevallig ergens te koop zag staan en ik betwijfel of hij nog ergens te vinden zal zijn of dat hij vertaald is. Nu, over de Russische revolutie is er genoeg andere lectuur verschenen. De verdienste van dit boekje is vooral zijn helderheid. Het begint bij de tsarenfamilie en het eindigt met het vredesverdrag in Brest-Litovsk tussen Rusland en het Duitse keizerrijk. Verder krijgen we portretten van de hoofdrolspelers in de revolutie en een chronologische beschrijving van het hele verloop. De auteur is geen dweper en hij geeft een objectief beeld van de gebeurtenissen. Ik leer er vooral uit dat de revolutie er met veel geluk is gekomen. Ze dankt haar succes in de eerste plaats aan het doorzettingsvermogen, de koppigheid van Lenin, en ook aan het stuntelen van de tegenstanders, zowel in Rusland zelf als de Duitse heersers. Lenin dacht trouwens dat de revolutie eerst in Duitsland zou plaatsvinden. Dat land was veel ontwikkelder, en de revolutie zou er gemakkelijker ontstaan als verzet tegen de oorlogvoerende regering. Het liep echter anders. De revolutie op zich was niet zo bloedig (minder erg dan wat de Irakezen nu te doorstaan hebben), de terreur is pas achteraf begonnen, maar daar gaat dit boek niet over. Lenin was geen democraat. Hij was voorstander van de dictatuur van het proletariaat. De revolutie moest worden geleid door een voorhoedepartij, in dit geval de Bolsjewieken. Aanvankelijk was er wel sprake van echte democratie, via de sovjets, de raden van arbeiders, soldaten en boeren. Maar mede door de omstandigheden, de burgeroorlog, de oorlog en de gespannen verhouding met Duitsland, kwam de macht exclusief bij de Bolsjewieken te liggen.


    Alan Moorehead heeft nog tal van andere historische werken geschreven. Hier heb ik onder andere heel lovend De Blauwe Nijl besproken. Ik kan de lezers dan ook alleen maar aanraden om  elk boek van hem dat je ergens ziet, meteen te kopen. Je zult nooit bedrogen uitkomen.


    Een ander interessant boekje dat er bij aansluit en dat gemakkelijker te vinden is, is Het Duivelspact, van Sebastian Haffner. Hij beschrijft de Duits-Russische betrekkingen van de Eerste tot de Tweede Wereldoorlog.  

    24-11-2006 om 13:18 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tennessee Williams: Tramlijn begeerte
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Tennessee Williams: toneel

     

    Van de drie toneelstukken die ik las, Sweet Bird of Youth, The Glass Menagerie en A Streetcar named Desire, vind ik het laatste het beste.

     

    Het stuk speelt in New Orleans, in een wijk war Williams zelf nog heeft gewoond. Door die wijk reden twee trams. Op de ene stond Cemetery, op de andere Desire.  Vandaar de titel van het stuk, die in het Nederlands is vertaald als Tramlijn Begeerte, wat ik al even prachtig vind als het origineel. Het heeft een tijdje geduurd voordat Williams succes had met zijn theaterstukken. Zolang het succes uitbleef, leidde hij het leven van een bohémien. Die zelfkant van de maatschappij komt vaak in zijn werk aan bod. Ook in A Streetcar named Desire.

     

    Stella en Blanche zijn zussen. Ze woonden vroeger op een plantage in het zuiden, waren welstellend en kregen een verzorgde opvoeding. Maar mettertijd ging het bezit verloren.

    Stella belandde in een achterbuurt van New Orleans waar ze samenwoont met een ruwe, gewelddadige en viriele vent. Ze heeft zich in haar lot geschikt. Op een dag krijgt ze bezoek van haar zuster Blanche. Na een mislukt huwelijk is ze het hoertje van het stadje geworden en is ze haar baan als lerares kwijtgespeeld.  Ze zoekt nu haar heil bij Stella en probeert haar verleden verborgen te houden. Maar Stanley, de partner van Stella, ontmaskert haar en zal haar later helemaal vernederen door haar te verkrachten. Blanche zal ten slotte als een wrak worden afgevoerd naar een psychiatrische instelling.

     

    Veel geweld in het stuk, wat een kenmerk van Williams is. Maar vooral de personages en de dialogen zijn meesterlijk neergezet.

     

    Tussendoor heb ik ook wat kortverhalen van deze auteur gelezen. Sommige zijn nogal extreem. Als voorbeeld neem ik Desire and the Black Masseur. Een dertigjarige man heeft onvervulde verlangens die hij niet goed kan thuisbrengen. Op een dag gaat hij naar een massagesalon waar hij door een neger wordt gemasseerd. De man gaat echter verder en zal Anthony Burns uiteindelijk vermoorden en opeten. Kannibalisme, zoals het een tijdje in Duitsland ook werkelijk is voorgevallen. Er staan nog enkele homoseksueel getinte verhalen in de bundel. Williams heeft zich blijkbaar nooit als homo geout. Ik las ondertussen ook een beknopte biografie die geschreven werd toen hij nog in leven was. Welnu, de biografe rept met geen woord over dat aspect van de auteur. Misschien was hij bang dat het nefast zou zijn voor het succes van zijn toneelstukken op Broadway.

    24-11-2006 om 12:58 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    22-11-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geweigerde vriendschap

    Geweigerde vriendschap

     

    Twee gedichten die toevallig over hetzelfde onderwerp gaan. Dat van Gregory Corso kende ik al langer, dat van Martynov las ik pas onlangs in de Spiegel van de Russische Poëzie.

     

    Een geheime vriend

     

    Vriend, jij wierp mij,

    In wildwater beland,

    De verdrinking nabij,

    Een reddingsboei toe. Ik bereikte de kant,

    Gered, maar volslagen alleen, omdat jij

    Beschroomd was voor mijn uitgestoken hand.

     

    Leonid Martynov 1905 – 1980

     

     

    Second Night in N.Y.C. after 3 Years

     

    I was happy I was bubbly drunk

    The street was dark

    I waved to a young policeman

    He smiled

    I went up to him and like a flood of gold

    Told him all about my prison youth

    Anbout how noble and great some convicts were

    And about how I just returned from Europe

    Which wasn’t half as enlightening as prison

    And he listened attentively I told no lie

    Everything was truth and humor

    He laughed

    He laughed

    And it made me so happy I said:

    ‘Absolve it all, kiss me !’

    ‘No no no no!’ he said

    and hurried away.

     

     

    Gregory Corso

     

     

    Mijn voorkeur gaat naar het laatste gedicht. Het is zoveel levendiger dan het Russische, dat nogal stroef aandoet. Maar misschien zitten er in het Russische origineel ook wel schatten verborgen die in de vertaling verloren zijn gegaan.

     

    Maar het gedicht van Corso is zo onbezonnen vrolijk. Het doet me denken aan het beeld Het Zotte Geweld van Rik Wouters. Ook zo’n uitbarsting van uitbundige vreugde.

    22-11-2006 om 07:44 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-11-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.fabel 5

    Fabel 5

     

    De laatste inuit de rij is Ivan Krylov. Een Russische dichter die leefde van 1769 tot 1844. Hij heeft onder andere La Fontaine in het Russisch vertaald. Dit gedicht was het eerste dat me onder ogen kwam, waarna ik op zoek ben gegaan naar andere, vroegere voorbeelden. Het gedicht staat in de Spiegel van de Russische Poëzie, een uitgave van Meulenhoff Amsterdam.

     

    De Wolf en het Lam

     

    Volgens de sterke heeft de zwakke het altijd gedaan:

    Daarvan kan de geschiedenis u menig voorbeeld geven.

    Geschiedenis wordt echter niet door ons geschreven;

    Ziet hoe in fabels deze dingen gaan.

     

    Een lam kwam bij een beekje om zijn dorst te stillen;

    Maar laat het toeval nou toch willen

    Dat daar een wolf rondhing op zoek naar buit;

    Hij ziet het lam en wil het villen,

    Maar om het iets legaals te geven roept hij uit:

    ‘Brutale vlerk, dat zal me niet gebeuren,

    Hoe waag je het om met je vuile smoel

    Mijn poel

    Met zand en modder te besmeuren!

    Weet wel dat ik voor zo’n brutale streek

    Je poten breek.’

    ‘Doorluchte wolf, wil mij vergeven

    dat ik u hierin tegenspreek,

    ik sta beneden in de kreek,

    zo’n honderd meter van u af, u hebt wat overdreven:

    ik maak geen smeerboel van de beek.’

    ‘Dus jij beweert dat ik onwaarheid spreek!

    Schavuit ! Wie heeft er ooit zoiets brutaals vernomen!

    Ik weet dat ik je eerder tegen ben gekomen,

    Je hebt me vorig jaar gekrenkt, als je ’t maar weet,

    Je moet niet denken, vriendje, dat ik dat vergeet!’

    ‘Pardon, toen was ik nog niet eens geboren,’

    zei ’t lam. ‘Dan was het vast je broer.’

    ‘Ik heb geen broers.’ ‘Nou, dan je petemoer,

    of iemand van de lui die bij je horen.

    Want alle schapen, honden, herders bij elkaar

    Wensen mij steeds het kwade,

    En pogen mij waar mogelijk te schaden;

    Daarom ben ik met jou nog lang niet klaar.’

    ‘Wat is mijn schuld dan ?’ ‘Zwijg! Ik maak geen grapje.

    In dat geklets van jou heb ik geen zin!

    Jouw schuld is dat ik trek heb in een lekker hapje.’

    En daarop sleepte hij het lam de donkere bossen in.

    12-11-2006 om 17:12 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Joseph Conrad: The Secret Agent
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Joseph Conrad: The Secret Agent

     

    Mr. Verloc houdt een groezelig winkeltje open in Londen. Hij woont er met zijn jonge echtgenote Winnie en met Winnie’s moeder en Stevie, haar wat achterlijke broer. Dat winkeltje is slechts een dekmantel voor het eigenlijke beroep van Mr. Verloc, namelijk dubbelagent.

    Zijn opdrachtgever op de Russische (?) ambassade is echter niet meer tevreden over zijn werk. Wil Verloc er nog geld aan verdienen, dan wordt er iets meer van hem verwacht, namelijk een aanslag organiseren op het Observatorium in Greenwich. Die terroristische aanslag moet ervoor zorgen dat de politie repressiever gaat optreden.

    Verloc staat in contact met een allegaartje van anarchisten, van wie de meeste niet in aanmerking komen om de aanslag te plegen. Hij geraakt uiteindelijk toch aan een bom en hij zal de aanslag samen uitvoeren met zijn schoonbroer, de achterlijke Stevie. De aanslag mislukt echter op dramatische wijze. Hij leidt tot een familiedrama en uiteindelijk tot de dood van het hele gezin.

     

    Een spionageroman uit 1907. In vergelijking met hedendaagse werken in dat genre is de intrige van de Secret Agent eenvoudig. Er gebeurt ook weinig spectaculairs in, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door de tragiek van het gebeuren. Conrad tekent een harde wereld. Het enige personage met een hart is Winnie, de echtgenote van Verloc, en zij wordt door zowat iedereen belogen en in de steek gelaten.  Haar man is egoïstisch en harteloos.

    Conrad profiteert van de gelegenheid om verschillende soorten anarchisten op te voeren. Er is de niets en niemand ontziende Professor, de bommenmaker, die enkel wil vernietigen. Hij lijkt een extreme volgeling van Nietzsche, want hij wil al wie zwak of ziek is gewoon uitschakelen. Een rasechte nazist. De man geeft ook niet om zijn eigen leven, want hij loopt voortdurend met een bom op zak. Wie hem poogt aan te houden, vliegt mee de lucht in. Daarnaast is er de anarchist op zijn retour, die zich van de wereld heeft afgesloten en zijn memoires schrijft. Ten slotte is er de libertair, die uitsluitend zijn eigen profijt en genot nastreeft. Verloc zelf, de dubbelagent, is het type van de lafaard.

     

    Er zijn parallellen met het terrorisme in onze tijd: een doelwit dat voornamelijk om zijn symboolwaarde wordt gekozen, opdrachtgevers die veilig op de achtergrond blijven en het vuile werk laten opknappen door willoze of willoos gemaakte jongeren.

     

    Om de spanning hoeft men het boek niet te lezen, daarvoor kan men beter bij hedendaagse auteurs terecht. Ik laat enkele citaten volgen om de sfeer weer te geven.

     

    Over de harteloosheid van Verloc (Stevie is de achterlijke jongen):

     

    Mr. Verloc extended as much recognition to Stevie as a man not particularly fond of animals may give to his wife’s beloved cat.

     

    Of deze typering van de poetshulp, die geld vraagt voor haar vele kinderen thuis:

     

    She was well aware that directly Mrs Neale received her money she went round the corner to drink ardent spirits in a mean and musty public-house – the unavoidable station on the via dolorosa of her life.

     

    De laatste paragraaf is gewijd aan de nihilistische professor. Een pessimistische noot en jammer genoeg blijken er ook vandaag nog zulke mensen rond te lopen.

     

    And the incorruptible Professor walked, too, averting his eyes from the odious multitude of mankind. He had no future. He disdained it. He was a force. His thoughts caressed the images of ruin and destruction. He walked frail, insignificant, shabby, miserable – and terrible in the simplicity of his idea calling madness and despair to the regeneration of the world. Nobody looked at him. He passed on unsuspected and deadly, like a pest in the street full of men.

     

    12-11-2006 om 17:07 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-11-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fabel (4)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Fabel (4)

     

    In het rijtje fabeldichters mag La Fontaine natuurlijk niet ontbreken. Soms wordt echter wel eens vergeten dat hij veel voorlopers heeft gehad en dat hij er zeker niet de uitvinder van is. Hij heeft de collectie wel uitgebreid en bij hem worden de fabels ook veel levendiger.

     

    Le loup et l’ agneau

     

    La raison du plus fort est toujours la meilleure:

               Nous l’allons montrer tot à l’heure.

               Un agneau se désaltéroit

               Dans le courant d’une onde pure.

    Un loup survient, à jeun, qui cherchoit aventure,

         Et que la fa          im en ces lieux attiroit.

    « Qui te rend si hardi de troubler mon breuvage ?

               Dit cet animal plein de rage :

    Te seras châtié de ta témérité.

    -       Sire, répond l’agneau, que Votre Majesté

    Ne se mette pas en colère ;

    Mais plutôt qu’elle considère

    Que je me vas désaltérant

         Dans le courant

    Plus de vingt pas au-dessous d’elle :

    Et que, par conséquent, en aucune façon,

               Je ne puis troubler sa boisson.

    - Tu la troubles, reprit cette bête cruelle ;

    Et je sais que de moi tu médis l’an passé.

    -       Comment l’aurois-je fait, si je n’étois pas né ?

    Reprit l’agneau ; je tette encor ma mère.

    - Si ce n’est toi, c’est donc ton frère.

    - Je n’en ai point. – C’est donc quelqu’un des tiens :

               Car vous ne m’épargnez guère,

               Vous, vos bergers, et vos chiens.

    On me l’a dit : il faut que je me venge »

               Là-dessus, au fond des forêts

               Le loup l’emporte, et puis le mange,

               Sans autre forme de procès.

     

     

     

     

     

    07-11-2006 om 09:26 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (12 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Foto

    Poems are blossoms of the brain. Emily Dickinson
    Kunst gibt nicht das Sichtbare wieder, sondern macht sichtbar. Paul Klee

    La nostra vita in terra

    Altro non è che guerra


    en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen. Hebreeën 13.2
    Archief per week
  • 29/06-05/07 2020
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 13/05-19/05 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 26/09-02/10 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 08/11-14/11 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 31/12-06/01 2008
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 17/11-23/11 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 11/08-17/08 2008
  • 04/08-10/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 28/04-04/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 25/02-02/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 21/01-27/01 2008
  • 14/01-20/01 2008
  • 07/01-13/01 2008
  • 31/12-06/01 2008
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007
  • 16/07-22/07 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 18/06-24/06 2007
  • 11/06-17/06 2007
  • 04/06-10/06 2007
  • 28/05-03/06 2007
  • 21/05-27/05 2007
  • 14/05-20/05 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 09/04-15/04 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 26/03-01/04 2007
  • 19/03-25/03 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 26/02-04/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 12/02-18/02 2007
  • 05/02-11/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 08/01-14/01 2007
  • 01/01-07/01 2007
  • 25/12-31/12 2006
  • 18/12-24/12 2006
  • 11/12-17/12 2006
  • 04/12-10/12 2006
  • 20/11-26/11 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 23/10-29/10 2006
  • 16/10-22/10 2006
  • 09/10-15/10 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 28/08-03/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 14/08-20/08 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 17/04-23/04 2006
  • 10/04-16/04 2006
  • 03/04-09/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 20/03-26/03 2006
  • 13/03-19/03 2006
  • 06/03-12/03 2006
  • 27/02-05/03 2006
  • 20/02-26/02 2006
  • 06/02-12/02 2006
  • 30/01-05/02 2006
  • 23/01-29/01 2006
  • 16/01-22/01 2006
  • 09/01-15/01 2006
  • 02/01-08/01 2006
  • 26/12-01/01 2006
  • 12/12-18/12 2005
  • 05/12-11/12 2005
  • 28/11-04/12 2005
  • 21/11-27/11 2005
  • 14/11-20/11 2005
  • 07/11-13/11 2005
  • 31/10-06/11 2005
  • 24/10-30/10 2005
  • 17/10-23/10 2005
  • 10/10-16/10 2005
  • 03/10-09/10 2005
  • 26/09-02/10 2005
  • 19/09-25/09 2005
  • 12/09-18/09 2005
  • 05/09-11/09 2005
  • 29/08-04/09 2005
  • 15/08-21/08 2005
  • 08/08-14/08 2005
  • 01/08-07/08 2005
  • 25/07-31/07 2005
  • 18/07-24/07 2005
  • 11/07-17/07 2005
  • 04/07-10/07 2005
  • 27/06-03/07 2005
  • 20/06-26/06 2005
  • 13/06-19/06 2005
  • 06/06-12/06 2005
  • 30/05-05/06 2005
  • 23/05-29/05 2005
  • 16/05-22/05 2005
  • 09/05-15/05 2005
  • 02/05-08/05 2005
  • 25/04-01/05 2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Aanraders tot nu toe:

    Von Keyserling: Branding
    Hrabal: Zwaarbewaakte treinen
    Voltaire: Candide
    Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven
    Hawthorne: De scharlaken letter
    Yalom: De Schopenhauer-kuur
    Rosa: De derde oever van de rivier
    Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi
    Waugh: The Loved One
    Kadare: Het donkere jaar
    Baricco: Zijde
    Moorehead: De Blauwe Nijl
    Lampedusa: De tijgerkat
    Melville: Billy Budd
    Platonov: De bouwput
    Tim Parks: Bestemming
    Bernhard: De neef van Wittgenstein
    Kafka: Die Verwandlung
    Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw
    Traven: Verhalen
    Baldwin: Go Tell it on the Mountain
    Faulkner: As I lay dying
    Oë: De hoogmoedige doden
    Trilling: The Middle of the Journey
    Hardy: Far from the madding crowd
    Kristof: De analfabete
    McEwan: Amsterdam
    Filloy: De bende
    Sciascia: De Zaak Aldo Moro
    Salinger: Franny and Zooey

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!