Foto
Ich gruet u allen int gemeyne,
Want met nimant besonder en ben ich bekent
Inhoud blog
  • esperanto
  • Over liefde
  • Bidden en/of mediteren
  • in memoriam
  • Karel D'huyvetters: Spinoza: de brieven over God
  • Losse bedenkingen 2: De hoofddoek
  • Losse bedenkingen 1: Geloven en niet-geloven
  • Gerrit Achterberg: Weerbericht
  • Nicole Verschoore: Le maître du bourg
  • Henry James: Washington Square
  • liefde
  • Blason du corps féminin
  • Pessoa: Criança desconhecida e suja brincando à minha port
  • Boutens: Rijk gemis
  • Beschouwingen bij Als de ziel spreekt
  • P.C. Boutens: De ziel spreekt
  • Jacob Winkler Prins: Uit mistig grijze morgenstrepen
  • Franco Sacchetti: Florentijnse verhalen
  • Peter Handke: Wunschloses Ungluck
  • Maria Petyt: Het leven van de weerdighe moeder Maria Petyt
  • Leonardo Sciascia: Mort de l'Inquisiteur
  • Flannery O'Connor: Goede mensen zijn dun gezaaid
  • McCullers: Clock without hands
  • Jane Bowles: Two Serious Ladies
  • J.D. Salinger: Franny and Zooey
  • Anne Bronte: A Reminiscence
  • William Faulkner: Shingles for the Lord
  • Vercors: Le Silence de la Mer
  • Maria Dermout: De Sirenen
  • Aifric Campbell: De logica van het moorden
  • Jörn Pfennig: Twee gedichten
  • Hesse: Over lezen en boeken
  • Colum McCann: Het verre licht
  • Vondel, Shakespeare! 2
  • Vondel: Joseph in Egypten
  • Schnitzler: Traumnovelle
  • Vondel, Shakespeare !.
  • Arthur Schnitzler: Doktor Gräsler, Badearzt
  • Psalm 23
  • Rilke: Eranna an Sappho
  • Charles Perrault: Riquet à la houppe
  • Cathérine Bernard: Riquet à la houppe /Riquet met de kuif
  • Vestdijk: The Beauty and the Beast
  • Schnitzler: Der blinde Geronimo und sein Bruder
  • Arthur Schnitzler: Sterben
  • Hofmannsthal
  • Yeats
  • Swift: A Voyage to the Houyhnhnms
  • Swift: A voyage to Laputa!
  • Swift: A voyage to Brobdingnag
  • Swift 2
  • Swift (1667-1745)
  • Swift: Gulliver's Travels (1)
  • Joseph Conrad: Within the Tides
  • Schopenhauer over de dood (1)
  • Piet Calis: Vondel. Het Verhaal van zijn Leven
  • Jacques Prévert: Fatras
  • Van de Woestijne: Vervarelijk Festijn
  • John M. Synge: The Playboy of the Western World
  • Synge: prelude
  • Alan Bennett: The Uncommon Reader
  • James Baldwin: Going to meet the man
  • Laura Esquivel: Como agua para chocolate
  • Carry van Bruggen: Goenong Djatti
  • Carry van Bruggen: Anekdote
  • Juan Filloy: De Bende
  • Sébastien Japrisot: L'été meurtrier
  • Richard Hough: The Potemkin Mutiny
  • Leonardo Sciascia: De Zaak Aldo Moro
  • A. Stifter: Brigitta
  • Lodeizen/Merrill
  • Gezelle
  • Michaël Borremans: The glaze
  • McEwan: Aan Chesil Beach
  • Hanshan: Gedichten van de Koude Berg
  • Richard Minne: Madèle of de lustige weduw
  • William Faulkner: Mosquitos
  • Indisch beeldje
  • William Cullen Bryant
  • William Cullen Bryant: To the fringed gentian
  • William Cullen Bryant: Sonnet - To an American Painter Departing for Europe
  • Balzac: Les Proscrits
  • Herman Melville: Bartleby the Scrivener
  • Nabokov: An Affair of Honor
  • Nabokov: The Visit to the Museum
  • D. H. Lawrence: Liefde in het hooi
  • Grillparzer (1791-1872): De arme Speelman
  • Franz Kafka: Das Urteil (Het Vonnis)
  • Reiner Stach: Kafka. Die Jahre der Entscheidungen
  • Moreau-Vauthier: La mort de Joseph Bara
  • Louis David: Joseph Bara
  • J. Boze: Marat
  • David: A Marat
  • Goldsmith: She Stoops to Conquer
  • Pirandello en Camilleri
  • Oliver Goldsmith: The Vicar of Wakefield
  • Barbara Allen
  • Victor Jara (1932-1973)
  • Vestdijk: Sint Sebastiaan
  • Le jeu de tonneau
  • Brecht: Twee gedichten
  • Joden in Engeland
  • Christopher Marlowe: The Jew of Malta
  • Franz Kafka: Brief an den Vater
  • Willem de Mérode: De witte kater
  • Shakespeare: The Merchant of Venice (eerste bedrijf)
  • Stendhal: Lucien Leuwen
  • Baudelaire: Les Fleurs du Mal
  • The Arrest of Oscar Wilde at the Cadogan Hotel
  • Lichtenberg
  • Charles Ducal: In inkt gewassen
  • Amoz Oz: Verzen van het leven en de dood
  • Goldsmith (1728-1774)
  • Shakespeare: The Tempest
  • David van Reybrouck: Slagschaduw
  • Norbert De Beule: EBdiep
  • Een naam
  • Ira Levin: Een kus voor je sterft
  • José Eduardo Agualusa: De handelaar in verledens
  • Kathleen Raine: The World
  • Erwin Mortier: Avonden op het Landgoed. Op reis met Gerard Reve
  • Nathaniel Hawthorne: The Gentle Boy
  • Poe: The Premature Burial
  • Melville
  • Bhartrihari
  • Ismail Kadare: De dochter van Agamemnon. De opvolger
  • Thomas Hardy: Jude the Obscure
  • Carlos Drummond de Andrade: De liefde, natuurlijk
  • Kenzaburo Oë: De knoppen breken
  • Angus Wilson: Anglo Saxon Attitudes
  • Sandro Veronesi: Waar gaat die vrolijke trein naartoe
  • Frederik van Eeden: Pauls ontwaken
  • Sàndor Màrai: Gloed
  • Anthony Powell: What's become of Waring
  • Ian McEwan: De troost van vreemden
  • Stendhal: Lamiel
  • Sándor Márai: De opstandigen
  • Friedrich Dürrenmatt: De rechter en zijn beul
  • Thomas Bernhard: Der Stimmenimitator
  • B. Traven: Een generaal komt uit de wildernis
  • Epicurus/Leopold
  • Bernardo Carvalho: Negen nachten
  • Ian McEwan: Amsterdam
  • Rosalie en Virginie Loveling
  • Agota Kristof: De analfabete
  • Daniel Defoe: A Journal of the Plague Year
  • Voltaire: Filosofisch woordenboek
  • Vondel: Noah 5e bedrijf
  • Thomas Hardy: Far from the Madding Crowd
  • Dromen
  • Leonardo Sciascia: Een duidelijke zaak
  • L.P. Boon: De paradijsvogel
  • Gorecki: Symfonie nr. 3 - Symfonie der Klaagliederen
  • J. H. Leopold
  • Petrarca: Brieven aan zijn broer
  • Konstantin Paustovskij: Begin van een onbekend tijdperk
  • Heinrich van Kleist: Die Marquise von O.
  • Lionel Trilling: The Middle of the Journey
  • Poesjkin: Schoppenvrouw
  • Schnittke
  • Timmermans: Adagio
  • Joseph Roth: Rebellie
  • John Boyne: De jongen in de gestreepte pyjama
  • Evelyn Waugh: Edmund Campion
  • Umberto Saba: Voor de vogels en een vriend
  • Kenzaburo Oë: De hoogmoedige doden
  • Heinrich Böll: De nalatenschap
  • Nabokov: Uitnodiging voor een onthoofding
  • Achterberg: En Jezus schreef in 't zand
  • Vondel: Noah 4e bedrijf
  • Streven januari 2007
  • Vladimir Nabokov: Bastaards
  • Sá-Carneiro: Twee gedichten
  • Mário de Sá-Carneiro: Beijos
  • Boutens: Kussen
  • Georges Eekhoud / J.I. De Haan
  • Vestdijk: Ierse nachten
  • Faulkner: As I Lay Dying
  • Boutens
  • Alfred Jarry: L' amour en visites
  • Ledeganck: Het burgslot van Zomergem
  • Tsjechow: Drama op de jacht
  • William Faulkner: Sanctuary
  • Vondel: Noah vervolg 3e bedrijf
  • Vondel: Noah 3e bedrijf
  • Pierre Louÿs (1870 - 1925) : Journal
  • Ledeganck: De Zinnelooze
  • Pikanterie
  • Goya en Louÿs
  • Pierre Louÿs: La Femme et le Pantin
  • Jack London: De droom van Martin Eden
  • Hugo von Hofmannsthal: Das Erlebnis des Marschalls von Bassompierre
  • Eduard von Kaiserling: Schwüle Tage
  • Flaubert: Saint Julien l'hospitalier
  • Saint Julien l'hospitalier
  • Emile Zola: Thérèse Raquin
  • Zondeval
  • Witold Gombrovicz: De beheksten
  • Janneke
  • Albert Verwey: De page
    Zoeken in blog

    sprokkelhout

    15-03-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Andrej Platonov: De bouwput
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Andrej Platonov: De bouwput

     

     

    Wosjtev wordt op zijn dertigste ontslagen in de machinefabriek. De Reden: In het desbetreffende stuk deelde men hem mee, dat hij uit de produktie werd verwijderd in verband met toenemende futloosheid en een neiging tot nadenken temidden van het algemene arbeidstempo.

    Nadenken doet hij vooral over de zin van het leven. Ik dacht na over het arbeidsplan voor het leven in ’t algemeen. Over mijn eigen leven maak ik me niet druk, ik weet wel zo ongeveer hoe het in mekaar zit. … Als we de zin van alles wisten in ons hart, zou de produktie vanzelf omhoog gaan.

    Een thema dat ook voorkomt in de vorige verhalen die ik besprak. Een goede en doeltreffende samenleving bouw je maar op vanuit het hart, niet vanuit de leerstellingen van het marxisme. Maar daar zijn de anderen het niet mee eens: Het geluk zal komen door het materialisme, kameraad Wosjtev, en niet door de zin van alles.

     

    Na zijn ontslag trekt hij de wereld in. Hij komt aan een schuur waar veel mensen liggen te slapen. Deze mannen graven een grote bouwput waar een enorm gebouw moet op verrijzen. Wosjtev sluit zich bij die groep aan. Ook hier zet hij zijn zoektocht naar de zin van alles voort. Hij heeft veel vragen bij de heersende ideologie.

    Men kan dit werk voor een stuk een filosofische roman noemen, waarin de filosofische grondslagen van het marxisme in vraag worden gesteld.  Daarbij is de concrete situatie van de bouwput de aanleiding. Was het wel waar dat iedere ‘basis’ een ‘bovenbouw’ voortbracht ? leverde iedere aktiviteit van het levende materiaal bij de mens een ziel op als bijprodukt ? Dit zijn dan weer vragen van de ingenieur Proesjevski, een man die beslist heeft om zelfmoord te plegen. We lezen in deze roman hoe het communisme in die tijd al, 1929, totaal niet aangepast was aan het dagelijks leven. Daarmee is niet gezegd dat die twee onverzoenbaar zijn, wel dat het toen verkeerd is gelopen. In het tweede deel van de roman volgt er een satire op de collectivisatie en op de oprichting van kolchozen. Het boek krijgt een absurdistische toon, met een beer als werknemer.

     

    In nog een ander werk van Platonov las ik de volgende zin. Hij is ook toepasselijk op dit werk: De proletariër heeft gestreden, de ambtenaar heeft overwonnen.

     

    Het boek is uitgegeven door Van Oorschot in 1976, met een herdruk in 1990. De vertaling is van Kees Verheul.

     

    Waardering 10/10. Nogmaals, dit is een persoonlijke waardering, want ik kan me heel goed lezers voorstellen die het boek maar niks zullen vinden. Om het verhaal moet men deze roman zeker niet lezen, wel om de ideeën, de prachtige vondsten, en het hele scala van humor, parodie en ironie.  

    15-03-2006 om 20:58 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-03-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Andrea Camilleri: Het geduld van de spin

    Andrea Camilleri: Het geduld van de spin

     

    Ik ben niet direct een fan van of specialist in thrillers.  Van deze Siciliaanse auteur had ik al enkele werken gelezen en het was me altijd wel bevallen. Hij moet het vooral hebben van zijn stijl en humor en als schrijver kent hij alle knepen van het vak. Vooral het eerste hoofdstuk, als de sympathieke commissaris Montalbano in het ziekenhuis ligt, half dood voor de dokters, maar goed bij zinnen, is heel amusant. Het thrillergehalte van dit werk was niet groot. Als niet-specialist had ik direct door hoe de plot zou verlopen. Aangename ontspanningslectuur.

     

    Waardering: 7/10

    07-03-2006 om 12:16 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-03-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Andrej Platonov: De verborgen mens/Thuiskomst
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Andrej Platonov: De verborgen mens/Thuiskomst

     

    De verborgen mens

    Dit verhaal dateert van 1928. Het beschrijft een periode waarin de Russische burgeroorlog tussen de Bolsjewieken en de Witten nog aan de gang was. De hoofdpersoon Poechow is een technicus, gespecialiseerd in stoommachines. De eerste zin van het verhaal typeert hem al:

    Foma Poechow was niet sentimenteel uitgevallen: op de doodkist van zijn vrouw sneed hij een gekookte worst aan plakjes, uitgehongerd als hij was door het heengaan van de huisvrouw.

    Er heerst chaos in Rusland en Poechow probeert te overleven. Eerst werkt hij op een trein die sneeuw moet ruimen, later op een schip dat een landing op de Krim moet uitvoeren om de Witten te verjagen en ten slotte mag hij aardolie uit een boorput overpompen.

    Hij is een fantast die leugenachtige verhalen vertelt om aan eten en een warme kamer te geraken en die soms ook noodlottige ideeën heeft. Hij loopt niet hoog op met de nieuwe leiders, de communisten en uit geregeld kritiek op de bureaucratie, het misplaatste idealisme en geloof in de revolutie enz. Maar die Z. was een klungel: voor ieder locomotiefwiel moest hij Karl Marx raadplegen.

    Verder klaagt hij het absurde van de oorlog aan, vaak met bittere humor en bijtend sarcasme.

    In de bergen en ergens in de verte klonk af en toe een schot, dat aan een onbekend leven een einde maakte.

    ‘Poechow, De oorlog is bijna afgelopen’ zei de commissaris op een keer. ‘Dat wordt hoog tijd, wij kleden ons alleen nog in ideeën, maar hebben geen broek om aan te trekken’.

     

    Op het einde van het verhaal heeft Poechow eindelijk een positieve ervaring. ‘In Poechows door het leven dichtgegroeide ziel openbaarde zich plotseling een medegevoel met de mensen die, ieder voor zich, tegen de substantie van de wereld in bleven voortploeteren. De revolutie – dat was nu net het beste wat de mens kon overkomen, iets zekerder kon je je niet voorstellen. Een moeilijk en pijnlijk gebeuren, dat wel, maar direct erna die enorme opluchting, als na een bevalling.

     

    Dit verhaal doet aan het werk van Céline denken, maar er zit meer humor en zelfrelativering in. In het dagelijks leven was Platonov ook een technicus, en de grote aandacht die hij aan de techniek besteedt, doet denken aan de futuristische Russische kunst uit die tijd en aan de Franse kunstenaar Léger. Verder worden we geïmponeerd door de uitgestrektheid van Rusland, de koude, enz.

     

    De Thuiskomst

     

    Een korter verhaal, geschreven in 1946. Van officiële zijde kwam er harde kritiek op, en na dit werk zou Platonov dan ook geen literair werk meer schrijven.

     

    Een mankeert na vier jaar oorlog terug naar huis. Onderweg ontmoet hij een jonge vrouw, door wie hij enkele dagen later thuis arriveert. Zijn zoontje van 12 heeft de rol van de vader in het huishouden overgenomen. Zijn vrouw bekent dat ze in de afgelopen vier jaar andere mannen heeft gekend. Haar man verwijt het haar, pakt zijn plunjezak en neemt de trein naar de jonge vrouw die hij eerder had ontmoet. Als hij al op de trein zit, ziet hij hoe zijn zoon en dochter achter de trein aanhollen. Op dat ogenblik komt hij tot inzicht: ‘Voorheen had hij het leven door de tussenwand van zijn eigenliefde en eigenbelang ervaren, maar nu raakte hij het plotseling met een blootgelegd hart aan…

    Hij springt dan ook uit de trein en wacht op zijn kinderen.


    Ik heb dit verhaaltje intussen een tweede keer gelezen en het nog beter gevonden dan daarvoor.  Vooral hoe de vrouw de man op de hoogte brengt van haar slippertjes is grandioos geschreven. Eerst het niet toegeven en het daarna voorzichtig toch doen. En verder is er het zoontje van 12, een dergelijke kinderfiguur had ik nog nooit beschreven gezien. Het jongetje heeft dan ook meer de manieren van een volwassene dan van een kind. Zijn levenswijsheid is enorm.

    Platonov leefde van 1899 tot 1951. Hij was de oudste van acht kinderen in een arbeidersgezin. Na zijn middelbare studie volgde hij de polytechnische spoorwegschool. In 1921 heerste er hongersnood en droogte in de Sovjet Unie. Hij liet de literatuur dan even staan en hield zich bezig met het aanboren van bronnen, irrigatie en droogleggen van moerassen. Hij was een aanhanger van de revolutie, maar bleef er toch meestal kritisch tegenover staan. Lid van de communistische partij is hij nooit geworden. Hij werd geweigerd omdat hij een intellectueel was.

     

    Dit boekje is uitgegeven in de reeks Moderne Classics van Meulenhoff in 1988. De vertaling is van Charles B. Timmer.

     

    Waardering: 9/10


     

    06-03-2006 om 00:00 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-03-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herwig Hensen: Lady Godiva
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Herwig Hensen: Lady Godiva

     

    Hensen is in 1917 in Antwerpen geboren en overleed in 1989. Hij is in de eerste plaats bekend als dichter.

    Dit werk is een toneelstuk dat gebaseerd is op de legende van Lady Godiva. Zij leefde in de elfde eeuw in Chester, Engeland.

     

    Graaf Leofric, getrouwd met lady Godiva, is een hardvochtig heerser die zijn onderdanen uitzuigt. Daarnaast vermaakt hij zich graag met jonge deernen, hoewel hij impotent is.

    De volksraad heeft Percy afgevaardigd om bij de gravin te pleiten voor het afschaffen van de belastingen. De twee worden verliefd op elkaar. Dit komt graaf Leofric ter ore. In een opwelling (Als Percy haar bloot ziet, mag iedereen haar bloot zien) verplicht hij zijn vrouw om naakt op een paard door de stad te rijden. Daarna zal hij de belasting afschaffen en de gevangengenomen Percy vrijlaten. Hij is echter zo jaloers van aard dat niemand haar rit mag zien, de mensen moeten binnen blijven en de luiken gesloten. Godiva stemt toe in de rit met in haar achterhoofd de gedachte om te vluchten met Percy. Deze laatste verandert echter van gedacht. De belasting is afgeschaft en zelf is hij geshockeerd door wat Lady Godiva heeft gedaan. Zo wordt ze door iedereen in de steek gelaten.

     

    Dit had een stuk van Shakespeare kunnen zijn. Alle ingrediënten ervoor zijn aanwezig, tot en met een nar. De centrale tragische fuguur is Lady Godiva. Ze is als vrouw onvoldaan en zou het liefst haar man en het slot ontvluchten. Zij heeft zichzelf vernederd en opgeofferd voor het volk (afschaffen van de belasting) uit liefde voor Percy. Maar door beiden zal ze verraden worden. Percy verstoot haar en onder het volk doet al een spotrijm de ronde.

     

    …Toen ging het los in een galop,

    en zij lag op het paard:

    in het begin, dicht aan den kop,

    bij ’t eind, ver aan den staart.

     

    Refrein

    Mijn dochter smaalde : sapperli,

    Mijn vrouw schold: sapperloot;

    Maar ik, ik zong van tireli,

    Want Godiva was bloot.

     

    Was ergens nog een scheur misschien,

    Was ergens nog een spleet;

    Heb ik, hebt gij, heeft hij gezien,

    Hoe schoon dat beestje reed ?

     

    Helaas, hoe bij zo’n helsen rit

    Een mens de kleur verwart:

    Had nu het paard een vlekske wit,

    Of zij een vlekske zwart ?

     

    Afijn, afijn, den naasten keer

    Vragen wij minder spoed,

    En als het kan, een toerke meer,

    En als het mag: te voet.

     

    Het stuk dateert uit de veertiger jaren van de vorige eeuw. Mocht men de taal moderniseren, den denk ik dat dit toneelstuk met een knappe regisseur nog opvoerbaar zou zijn. De dialogen zijn gevat en amusant (tussen de nar en de kok (Oliver !)). En er zit voldoende psychologie in de personages.

     

    De afbeelding is een schilderij van John Collier (1850 – 1934). Meer uitleg over de werkelijke Lady Godiva vindt u op het volgende adres: http://mysite.wanadoo-members.co.uk/parsonal/godiva.htm

    Waardering: 8/10

     

    02-03-2006 om 17:49 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Imre Kertész: De samenzwering
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Imre Kertész: De samenzwering

     

    Een roman uit 1975 van deze Hongaarse nobelprijswinnaar. In dat jaar heerste er in Hongarije nog altijd de Communistische partij onder leiding van Janos Kadar. Het was ook het jaar dat kardinaal Midszenty in ballingschap overleed in Wenen.

    Opdat het boek kans zou maken om te worden gepubliceerd, want het was nogal controversieel, verplaatste de auteur de handeling naar een denkbeeldig Zuid-Amerikaans land.

     

    De roman bestaat uit het manuscript van een zekere Antonio Rojas Martens die in de gevangenis is opgesloten. In dat land had ‘De Kolonel’ een staatsgreep gepleegd. Martens gaat bij de Geheime Dienst werken, in een cel die bestaat uit zijn chef Diaz en de sadistische folteraar Rodriguez. Gedrieën houden ze zich bezig met de zaak van vader en zoon Salinas. De eerste is de eigenaar van een grote warenhuisketen en houdt zich angstvallig buiten de politiek. Zijn zoon Enrique is een bon-vivant, die echter in het verzet tegen het regime wil gaan. Om zijn zoon te beschermen, zet de vader een nepconstructie op waardoor Enrique de indruk krijgt dat hij voor het verzet werkt. Eerst wordt de zoon aangehouden en gefolterd. Het verhaal van de vader wordt niet geloofd en ook hij belandt in de gevangenis. Om geen gezichtsverlies te lijden laat de kolonel hen allebei terechtstellen.

    In dagboekfragmenten van de zoon leren we hoe hij tot zijn engagement komt. Een voorbeeld: “Ik walg van mijn leven en wil maar één ding: mijn passiviteit overwinnen en de stilte verbreken…! Het is waar dat een mens zwijgend de waarheid kan spreken, maar dat is een zwijgende waarheid, en alleen wie spreekt is werkelijk oprecht”.

     

    De roman zit goed in elkaar. De folterpraktijken worden ons bespaard, ze worden wel gesuggereerd. De drie mannen van de veiligheidscel hebben uiteenlopende karakters. De chef, Diaz, is een koele, berekende man die later, als het regime gevallen is, de dans zal weten te ontspringen. Hij is het type van de gezagstrouwe lakei. Een van zijn opvattingen: Gezag komt voor de wet. Rodriguez is de sadist, een man die niemand ontziet. Martens ten slotte, is de nieuweling. Het overkomt hem allemaal. Hij is bovendien te week om zich tegen de misbruiken te verzetten.

     

    Deze korte roman werd in 2005 uitgegeven bij De Bezige Bij. Zoals de andere werken van Kertész is ook deze roman een aanklacht tegen het barbarendom, het kwaad dat in de mens schuilt en een ondemocratisch regime. Hij doet een appel aan de mens om waakzaam te blijven.

     

    Waardering: 8,5/10.

    02-03-2006 om 17:27 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-02-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Marcello Fois: Immer dierbaar
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Marcello Fois: Immer dierbaar

     

    Een Italiaanse (Sardijnse) korte thriller uit 1998, in 2000 in het Nederlands uitgegeven bij uitgeverij De Geus en vertaald door Manon Smits.

     

    Het verhaal speelt op het einde van de 19e eeuw op het platteland van Sardinië.  De hoofdpersoon is de advocaat Bustianu. Hij moet een op het eerste gezicht eenvoudige zaak oplossen: een jongeman wordt beschuldigd van het stelen van enkele lammeren en is ondergedoken. [Even een terzijde in verband met onderduiken. Te pas en te onpas hoor je op TV of lees je in de krant (o.a. in de mond van Filip Dewinter) dat ‘iemand verdwenen is in de natuur’. Dat is een klakkeloze vertaling van het Frans ‘disparaître dans la nature’, wat in het Nederlands gewoon ‘onderduiken’ wil zeggen]. Zijn moeder is overtuigd van zijn onschuld en zoekt raad bij Bustianu. Zoals te verwachten is er veel meer aan de hand en zoals het in een detective hoort, lost de advocaat de zaak op.

     

    De charme van het boekje is zijn beknoptheid. Thrillerauteurs hebben dikwijls honderden bladzijden nodig om een moordzaak tot een oplossing te brengen. Fois klaart de klus op 125 bladzijden klein formaat.

     

    We beleven de sfeer van Sardinië honderd jaar geleden. Een eiland dat zich nog onwennig voelt in het eengemaakte Italië. De advocaat is een sympathieke man die ook poëzie schrijft. De titel van het boekje verwijst naar de wandeling die de auteur dagelijks maakt naar een heuvel in de buurt. Hij noemt die wandeling Immer dierbaar. Op de laatste bladzijde van het boekje vinden we de advocaat terug op zijn heuvel. Hij laat zich overweldigen door het landschap, verzinkt erin, zoals in het gedicht van Leopardi, waar de titel ook naar verwijst en dat ik hieronder laat volgen.

     

    Waardering: 7,5/10  

    27-02-2006 om 00:00 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Giacomo Leopardi (1798-1837): De Oneindigheid


     

    Leopardi (1798 – 1837) schreef dit gedicht in 1819 in Recanati, zijn geboorteplaats.

     

    Het staat in zijn verzamelde gedichten I Canti, Zangen, een bundeling van 36 gedichten. Er is een Nederlandse vertaling van verschenen bij Ambo/Baarn in 1991. Een mooie uitgave. De gedichten zijn vertaald, ingeleid en toegelicht door Frans van Dooren, die voor zijn vertaling van Dantes Goddelijke Comedie de Nijhoffprijs voor vertalingen ontving.

     

    Uit de inleiding van dit werk haal ik enkele biografische gegevens. Leopardi stamde af van een erfelijk zwaar belaste familie. Van de 128 leden van de familie Leopardi in de periode van 1543 tot 1800 waren er slechts 54 geestelijk en lichamelijk normaal. Giacomo Leopardi was al op jonge leeftijd zeer geleerd. Onder andere door het vele studeren heeft hij zijn gezondheid ondermijnd wat tot zijn vroege dood heeft geleid.  De vader van de dichter was een oerconservatieve man, een wereldvreemde dromer die hele dagen in zijn bibliotheek doorbracht, en die de kinderen een dogmatische opvoeding gaf. De moeder bestierde het huishouden en legde aan de huisgenoten een regime van ijzeren discipline en extreme zuinigheid op. De sfeer thuis was dus afschuwelijk.

     

    In het jaar 1819, waarin Leopardi dit gedicht schreef, probeerde hij thuis weg te geraken, maar omdat zijn vader zijn voorbereidingen op het spoor kwam, mislukte het opzet.

     

     

     

    L’infinito

     

    Sempre caro mi fu quest'ermo colle,
    e questa siepe, che da tanta parte
    dell'ultimo orizzonte il guardo esclude.
    Ma sedendo e mirando, interminati
    spazi di là da quella, e sovrumani
    silenzi, e profondissima quïete
    io nel pensier mi fingo, ove per poco
    il cor non si spaura. E come il vento
    odo stormir tra queste piante, io quello
    infinito silenzio a questa voce
    vo comparando: e mi sovvien l'eterno,
    e le morte stagioni, e la presente
    e viva, e il suon di lei. Così tra questa
    immensità s'annega il pensier mio:
    e il naufragar m'è dolce in questo mare

     

    De oneindigheid

     

    Steeds was mij deze stille heuvel lief
    en deze heg, die aan zovele zijden
    het uitzicht op de horizon beneemt.
    Telkens als ik hier zit, stel ik me erachter
    onmetelijke ruimten voor, en stilten
    die 't menselijk begrip te boven gaan
    en peilloos diepe rust; waarbij ik soms
    bijna verstijf van angst. En als ik dan
    de wind in deze takken hier hoor waaien,
    dan vergelijk ik die immense stilte
    met dit geruis: ik denk aan de eeuwigheid,
    aan de afgestorven jaren, en aan dit
    dat leeft, en aan het geluid ervan. En zo
    verdrinkt mijn geest in eindeloze diepten,
    en zoet is 't mij in deze zee te zinken.

    27-02-2006 om 00:00 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    23-02-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Arto Paasilinna: De huilende molenaar
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Arto Paasilinna: De huilende molenaar

     

    Op een dag arriveert in een klein Fins dorpje een zonderlinge man, Gunnar Huttunen, die er een molen koopt en opknapt. Hij heeft de onhebbelijke gewoonte om het huilen van een wolf na te doen, wat de dorpsbewoners danig op de zenuwen werkt. De man wordt dan ook gecatalogeerd als gek en men slaagt erin hem te laten opsluiten in een psychiatrische inrichting. In het dorp heeft hij maar enkele mensen die hem trouw blijven, waaronder een landbouwconsulente, op wie hij verliefd wordt. In het tweede deel ontsnapt hij uit de instelling en belaagt hij het dorp opnieuw. Er wordt een klopjacht georganiseerd en hij wordt gevangen.

     

    Het is een leuk boek, zonder veel diepgang. Het verhaal is helemaal toegespitst op de avonturen en schelmstreken van de malende molenaar. Daardoor is het soms wat te simplistisch. Er is altijd wel een eilandje waar hij zich (tijdelijk) kan verbergen, er staat op het gepaste moment een raampje open, enz. Dit neemt niet weg dat het boek plezierig leest. Een optimistisch werk, met een levenskrachtige hoofdpersoon, een Finse Pallieter.

     

    Waardering: 7,5/10

    23-02-2006 om 16:40 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    22-02-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hwang Sok-Yong: Mijnheer Han
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Hwang Sok-Yong: Mijnheer Han

     

    Een roman die in de bibliotheek bij de aanwinsten stond.

     

    De auteur is Koreaan en in 1943 geboren. Hij heeft de gevolgen van de Koreaanse politieke situatie aan de lijve ondervonden en de recente Koreaanse geschiedenis is dan ook het belangrijkste thema in zijn werk.

     

    In deze roman uit 2002 beschrijft hij de lotgevallen van mijnheer Han, die gynaecoloog was in Pyongyang in Noord-Korea. Hij komt in moeilijkheden met de partij en vlucht naar het zuiden. Hij tracht er te overleven door te werken in een kliniekje dat gerund wordt door nepdokters. Als er ook daar moeilijkheden ontstaan, stellen zijn collega’s alles in het werk om hem te laten doorgaan als een spion uit het noorden. Ze slagen daar ook in. De roman begint met het portret van een oude, wat zonderlinge, berooide man die met andere mensen een woning betrekt. Hij komt op een bizarre manier om het leven. In het vervolg van de roman volgen we dan het leven van deze mijnheer Han.

     

    Het is geen optimistisch werk. De onmenselijkheid van het communistische regime in het noorden wordt aangeklaagd. In het zuiden is het echter niet veel beter. Er heerst corruptie en er wordt een heksenjacht gehouden op mensen die van spionage worden verdacht.

    Een ding in het boek is me opgevallen. Mijnheer Han ontvlucht het noorden, komt in het zuiden en trouwt daar opnieuw zonder dat zijn eerste huwelijk werd ontbonden. Die situatie komt nog enkele keren voor, zodat ik veronderstel dat dit in Korea zo maar kan of kon.

     

    Het boek is vlot geschreven en biedt een blik op een land dat voor de meeste onder ons wel onbekend  terrein zal zijn. Het is een klassiek verhaal uit een land verscheurd door de oorlog. Die thematiek werd ook bij ons door sommige schrijvers behandeld, maar dan enkele tientallen jaren geleden.

     

    Waardering: 8/10

     

     

    22-02-2006 om 10:54 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Shostakovich: Symfonie nr. 13 Babi Yar
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Shostakovich: Symfonie nr. 13 Babi Yar

     

    Babi Yar is de naam van een ravijn in de buurt van Kiev waar de nazi’s 100.000 mensen  vermoordden.

    Op 24 september 1941, vijf dagen nadat de Duitsers Kiev hadden bereikt, ontplofte er een bom bij het Duitse hoofdkwartier.   Tot 28 september werden er nog bommen tot ontploffing gebracht, waarbij enkele honderden Duitse soldaten en officieren omkwamen. Bij het blussen van de brand werd een joodse burger betrapt bij het doorsnijden van de brandslang. Dit was voor de Duitsers het ideale alibi om tot het uitroeien van de joodse bevolking van Kiev over te gaan. Er leefden toen 175.000 joden in Kiev (20 % van het totale inwonertal), van wie er een 30.000 van te voren waren geëvacueerd. De Duitsers waren uit op wraak en verspreidden een aanplakbiljet in de stad waarbij de joden werd gevraagd om op 29 met kleren, papieren enz. te verzamelen in de buurt van het kerkhof. Het gerucht ging dat ze naar werkkampen zouden worden getransporteerd. Ze dachten dat ze gedeporteerd zouden worden, maar er stond hen erger te wachten. In groepjes van 100 werden ze naar het kerkhof geleid, dat dicht bij het ravijn Babi Yar lag. De hele buurt was met prikkeldraad afgesloten en drie kringen van soldaten (de buitenste Oekraïners, de middelste gemengd en de binnenste Duitsers) maakten ontsnappen onmogelijk. Vervolgens werden ze verplicht zich te ontkleden en in groepjes van tien werden ze naar de rand van het ravijn gevoerd waar ze werden neergeschoten. Het doden ging door tot 3 oktober. Daarbij zouden 30.000 joden zijn vermoord. Later was het de beurt aan zigeuners, patiënten uit een psychiatrische instelling, gevangengenomen Sovjetsoldaten, burgers enz. In totaal zouden er 100.000 mensen zijn vermoord.

     

     

    Shostakovich schreef deze symfonie in 1962, na het lezen van het gedicht Babi Yar Van Yevtushenko. De dichter schreef zijn gedicht na een bezoek aan Kiev. Hij bezocht ook het ravijn en was geshockeerd dat er geen herdenkingsteken aanwezig was en dat het ravijn nu als stort werd gebruikt. Nog dezelfde avond schreef hij zijn gedicht. Toen hij het via de telefoon doorbelde, werd hij afgeluisterd. De volgende dag werden de aanplakbiljetten met de aankondiging van zijn optreden verwijderd. Toen hij naar de reden vroeg, werd hem gezegd dat er een griepepidemie heerste. Dankzij enige chantage (hij dreigde ermee de doodgezwegen geschiedenis van Babi Yar weer op te rakelen) mocht zijn poëzieavond toch doorgaan.

     

    De symfonie telt vijf delen en in elke beweging worden teksten gezongen door een bas en een koor. Het eerste deel heet Babi Yar . De teksten stemmen niet overeen met het gedicht van Yevtushenko . De muziek doet sterk denken aan Moussorgski. Een grondige bespreking van de symfonie vindt u op de volgende site: http://www.kwadratuur.be

     

    De uitvoering die ik heb beluisterd is die van het WDR Sinfonieorchester onder leiding van Rudolf Barshai. De cd maakt deel uit van de complete reeks symfonieën van Shostakovich en is te krijgen bij die bekende drogist die ook goedkope cd’s verkoopt.

     

    Ik laat ten slotte het gedicht van Yevtushenko volgen in de vertaling van  Ben Okopnik.

     

    No monument stands over Babi Yar.
    A steep cliff only, like the rudest headstone.
    I am afraid.
    Today, I am as old
    As the entire Jewish race itself.

    I see myself an ancient Israelite.
    I wander o'er the roads of ancient Egypt
    And here, upon the cross, I perish, tortured
    And even now, I bear the marks of nails.

    It seems to me that Dreyfus is myself.
    The Philistines betrayed me - and now judge.
    I'm in a cage. Surrounded and trapped,
    I'm persecuted, spat on, slandered, and
    The dainty dollies in their Brussels frills
    Squeal, as they stab umbrellas at my face.

    I see myself a boy in Belostok Blood spills, and runs upon the floors,
    The chiefs of bar and pub rage unimpeded
    And reek of vodka and of onion, half and half.

    I'm thrown back by a boot, I have no strength left,
    In vain I beg the rabble of pogrom,
    To jeers of "Kill the Jews, and save our Russia!"
    My mother's being beaten by a clerk.

    O, Russia of my heart, I know that you
    Are international, by inner nature.
    But often those whose hands are steeped in filth
    Abused your purest name, in name of hatred.

    I know the kindness of my native land.
    How vile, that without the slightest quiver
    The antisemites have proclaimed themselves
    The "Union of the Russian People!"

    It seems to me that I am Anna Frank,
    Transparent, as the thinnest branch in April,
    And I'm in love, and have no need of phrases,
    But only that we gaze into each other's eyes.
    How little one can see, or even sense!
    Leaves are forbidden, so is sky,
    But much is still allowed - very gently
    In darkened rooms each other to embrace.

    -"They come!"

    -"No, fear not - those are sounds
    Of spring itself. She's coming soon.
    Quickly, your lips!"

    -"They break the door!"

    -"No, river ice is breaking..."

    Wild grasses rustle over Babi Yar,
    The trees look sternly, as if passing judgement.
    Here, silently, all screams, and, hat in hand,
    I feel my hair changing shade to gray.

    And I myself, like one long soundless scream
    Above the thousands of thousands interred,
    I'm every old man executed here,
    As I am every child murdered here.

    No fiber of my body will forget this.
    May "Internationale" thunder and ring
    When, for all time, is buried and forgotten
    The last of antisemites on this earth.

    There is no Jewish blood that's blood of mine,
    But, hated with a passion that's corrosive
    Am I by antisemites like a Jew.
    And that is why I call myself a Russian!

    22-02-2006 om 00:00 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-02-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Theodor Fontane: Effi Briest

    Theodor Fontane: Effi Briest

     

    Vorig jaar las ik al Dolingen dwalingen van deze auteur, nu dus Effi Briest, zijn meest bekende werk dat onder andere in 1974 door Fassbinder werd verfilmd.

    Effi is een zeventienjarig meisje die in het huwelijk treedt met een dubbel zo oude man, Instetten. Deze baron bekleedt een hoge functie en is vooral een man van principes. Effi volgt hem naar zijn standplaats, een kleine bekrompen gemeenschap, waar ze zich stierlijk verveeld. Ze krijgt een kind en na een tijdje wordt haar het hof gemaakt door een plaatselijke don Juan, majoor Crampas. Vijf jaar later ontdekt Instetten brieven van Crampas bij Effi. Hij daagt deze uit in een duel, schiet hem dood en verstoot zijn vrouw. Effi mag zelfs haar kind niet meer zien en ook haar ouders wijzen haar de deur.

     

    Van bij het begin van het verhaal al wordt gesuggereerd dat het huwelijk op niets zal uitlopen. De verschillen tussen de echtelieden zijn te groot, de man begrijpt zijn vrouw niet. Bovendien is Effi angstig. Ze hoort in haar woning allerlei geluiden, heeft verschijningen en er is sprake van een spook. Haar man doet niets om die angst weg te nemen, integendeel.

     

    Fontane behandelt hier ook het lot van de vrouw in die periode en in die hogere kringen. Van haar wordt enkel verwacht dat ze de eer van de man hoog houdt. Als ze zijn eer aantast wordt ze verstoten.

     

    Uitgesproken negentiende eeuws, maar ik vind het heel mooi.

     

    Waardering: 9/10

     

     

    06-02-2006 om 20:36 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-02-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Khachaturian: Spartacus en Gayaneh
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Khachaturian: Spartacus en Gayaneh

     

    Ter afwisseling eens wat over muziek. Spartacus (1956) en Gayaneh (1942) zijn twee balletten van deze Russische (Armeense) componist. Hij werd in 1904 geboren in Tiflis en stierf in 1978. Zijn hele leven heeft hij onder het communistische regime geleefd. In tegenstelling met andere Russische componisten, werd hij door het regime gewaardeerd, wat hem een dertigtal prijzen heeft opgeleverd, waaronder de orde van Lenin, de Leninprijs, de Russische staatsprijs en ga zo maar door. De inhoud van het ballet Gayaneh is in dat opzicht sprekend. Gayaneh werkt op een collectieve boerderij waar katoen wordt verbouwd. Ze is getrouwd met een nietsnut en dronkaard. Ze klaagt hem aan bij haar collega’s arbeiders, waarna hij brand dreigt te stichten. Gelukkig daagt er een patrouille van het rode leger op. Haar man wordt verbannen en Gayaneh trouwt met de leider van de legerpatrouille.  

    De muziek zelf is opgebouwd rond volksdansen. Het openingsstuk is de bekende sabeldans. Hierbij wil ik toch de volgende kanttekening maken. Die sabeldans zal men in de loop van het jaar op onze klassieke zender Klara wel een keer of tien kunnen horen, bij voorkeur dan als eerste werk ’s morgens, kwestie van de mensen meteen klaarwakker te schoppen. Dat mag natuurlijk, maar mocht men dan ook eens het hele werk spelen. De andere delen zijn misschien niet zo populair, maar ze zijn minstens even geslaagd. Khachaturian is een hele goede orchestrator. Zoals bij wel meer Russen (Tsjakowski onder andere) maakt hij veel gebruik van kopers en slagwerk. Er zitten veel oosterse invloeden in deze werken, die nu en dan herinneren aan de Bolero van Ravel. Bij de volksmelodieën kwam bij mij het beeld op van in klederdracht gestoken meisjes en jongens die hun danspassen uitvoeren onder het goedkeurend oog van Stalin. Toch even huiveren.

     

    Spartacus, over de slavenopstand in Rome, bezit dezelfde kenmerken. Het werk is ook heel melodisch en soms lijkt men wel filmmuziek te horen, vooral in het eerste deel. Een andere eigenschap van Khachaturians muziek is het opzwepende karakter ervan. De sabeldans is daar wel het treffendste voorbeeld van, maar ook in de dansen uit Spartacus is het een drukke bedoening. Ik las dat het ballet destijds nog werd opgevoerd met op de scène triomfbogen en strijdwagens…

     

    De muziek staat niet op een recente cd. Het is een uitvoering uit 1962. Een oude Decca LP. Het orkest is het Weens Filharmonisch Orkest en het stond onder de leiding van de componist zelf. Hier en daar een lichte kras, maar dat euvel weegt niet op tegen de prachtige uitvoering.

    05-02-2006 om 15:50 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (16 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Friedrich Hebbel: Der Heideknabe
    Klik op de afbeelding om de link te volgen In afwachting van mijn bespreking van de volgende roman, druk ik een ballade af van Friedrich Hebbel. Ze wordt genoemd in deze roman en is o.a. door Schumann op muziek gezet.

    Der Heideknabe

    Der Knabe träumt, man schicke ihn fort
    Mit dreißig Talern zum Heide-Ort,
    Er ward drum erschlagen am Wege
    Und war doch nicht langsam und träge.

    Noch liegt er im Angstschweiß, da rüttelt ihn
    Sein Meister, und heißt ihm, sich anzuziehn
    Und legt ihm das Geld auf die Decke
    Und fragt ihn, warum er erschrecke.

    "Ach Meister, mein Meister, sie schlagen mich tot,
    Die Sonne, sie ist ja wie Blut so rot!"
    "Sie ist es für dich nicht alleine,
    Drum schnell, sonst mach' ich dir Beine!"

    "Ach Meister, mein Meister, so sprachst du schon,
    Das war das Gesicht, der Blick, der Ton,
    Gleich greifst du" - zum Stock, will er sagen,
    Er sagts nicht, er wird schon geschlagen.

    "Ach Meister, mein Meister, ich geh, ich geh,
    Bring meiner Frau Mutter das letzte Ade!
    Und sucht sie nach allen vier Winden,
    Am Weidenbaum bin ich zu finden!"

    Hinaus aus der Stadt! Und da dehnt sie sich,
    Die Heide, nebelnd, gespenstiglich,
    Die Winde darüber sausend,
    "Ach, wär hier ein Schritt, wie tausend!"

    Und alles so still, und alles so stumm,
    Man sieht sich umsonst nach Lebendigem um,
    Nur hungrige Vögel schießen
    Aus Wolken, um Würmer zu spießen.

    Er kommt ans einsame Hirtenhaus,
    Der alte Hirt schaut eben heraus,
    Des Knaben Angst ist gestiegen,
    Am Wege bleibt er noch liegen.

    "Ach Hirte, du bist ja von frommer Art,
    Vier gute Groschen hab ich erspart,
    Gib deinen Knecht mir zur Seite,
    Daß er bis zum Dorf mich begleite!

    Ich will sie ihm geben, er trinke dafür
    Am nächsten Sonntag ein gutes Bier,
    Dies Geld hier, ich trag es mit Beben,
    Man nahm mir im Traum drum das Leben!"

    Der Hirt, der winkte dem langen Knecht,
    Er schnitt sich eben den Stecken zurecht,
    Jetzt trat er hervor - wie graute
    Dem Knaben, als er ihn schaute!

    "Ach, Meister Hirte, ach nein, ach nein,
    Es ist doch besser, ich geh' allein!"
    Der Lange spricht grinsend zum Alten:
    "Er will die vier Groschen behalten."

    "Da sind die vier Groschen!" Er wirft sie hin
    Und eilt hinweg mit verstörtem Sinn.
    Schon kann er die Weide erblicken,
    Da klopft ihn der Knecht in den Rücken.

    "Du hältst es nicht aus, du gehst zu geschwind,
    Ei, Eile mit Weile, du bist ja noch Kind,
    Auch muß das Geld dich beschweren,
    Wer kann dir das Ausruhn verwehren!

    Komm, setz dich unter den Weidenbaum
    Und dort erzähl mir den häßlichen Traum,
    Mir träumte - Gott soll mich verdammen,
    Triffts nicht mit deinem zusammen!"

    Er faßt den Knaben wohl bei der Hand,
    Der leistet auch nimmermehr Widerstand,
    Die Blätter flüstern so schaurig,
    Das Wässerlein rieselt so traurig!

    "Nun sprich, du träumtest" - "Es kam ein Mann" -
    "War ich das? Sieh mich doch näher an,
    Ich denke, du hast mich gesehen!
    Nun weiter, wie ist es geschehen?"

    "Er zog ein Messer!" - "War das wie dies?"
    "Ach ja, ach ja!" - "Er zog's?" - "Und stieß" -
    "Er stieß dir's wohl so durch die Kehle?
    Was hilft es auch, daß ich dich quäle!"

    Und fragt ihr, wies weiter gekommen sei?
    So fragt zwei Vögel, sie saßen dabei,
    Der Rabe verweilte gar heiter,
    Die Taube konnte nicht weiter!

    Der Rabe erzählt, was der Böse noch tat,
    Und auch, wies der Henker gerochen hat,
    Die Taube erzählt, wie der Knabe
    Geweint und gebetet habe.


    Friedrich Hebbel

    05-02-2006 om 08:11 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-01-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Coetzee: Waiting for the Barbarians
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Coetzee: Waiting for the Barbarians

     

    Coetzee werd in 1940 geboren in Zuid-Afrika. Deze roman verscheen in 1980 en werd verschillende keren bekroond. In 2003 won hij de Nobelprijs literatuur.

     

    De hoofdpersoon is een rechter die al een lange carrière achter de rug heeft in een afgelegen plaatsje met een fort aan de grens van het land. Het land wordt the Empire genoemd en de Barbarians zijn een nomadenvolk dat in die streek leeft. De inwoners van de nederzetting hebben geen contact met die zogenoemde ‘barbaren’ en hebben een irrationele angst voor hen. Er wordt al eens een dier gestolen of mensen overvallen, maar verder zijn er geen grote moeilijkheden. The Empire denkt daar anders over en plant een grote zuiveringsactie tegen de barbaren. Op een dag arriveert er een peloton soldaten in het fort en na een raid worden enkele barbaren gevangen genomen. Het zijn onschuldige mensen, maar ze worden toch erg gefolterd. De rechter ontfermt zich over een meisje wiens vader bij een ondervraging werd omgebracht en die zelf werd verminkt en zo goed als blind gemaakt. Hij onderhoudt een eigenaardige relatie met het meisje. Na verloop van tijd brengt hij het meisje terug bij haar volk en bij zijn terugkeer wordt hij verdacht van heulen met de vijand. Hij verzet zich tegen de wreedheden van de soldaten en zal daar later zelf het slachtoffer van worden. Ook hij wordt opgesloten en op een vreselijke manier gefolterd en vernederd.

    De campagne van the Empire tegen de barbaren loopt faliekant af. Zij verlaten het fort en de rechter, die door een hel was gegaan, begint de nederzetting opnieuw te organiseren.

     

    Zoals men van een Nobelprijswinnaar mag verwachten, is dit een prachtige roman. Het werk moet gesitueerd worden in de tijd van de apartheid in Zuid-Afrika. Het is een aanklacht tegen de wreedheid, de folterpraktijken en het onbegrip van  de mens voor iemand die van hem verschilt in cultuur en huidskleur. Verder is er de verhouding van de rechter met het ‘barbaarse’ meisje. Hun verhouding is aanvankelijk heel kuis. Hij neemt de rol op zich van een Maria-Magdalena. Op die manier wil hij boete doen en goedmaken wat zijn rasgenoten misdaan hebben. Maar het meisje is geen Christus. Zij is een gewone mens en verlangt dingen die een gewone mens verlangt. Ondanks de goede bedoelingen van de rechter, vergist hij zich toch.

     

    De Barbaren zelf krijgen we niet vaak in beeld. Alleen als gevangenen die verschrikkelijke martelingen moeten ondergaan (ik kan alleen maar hopen dat het er in de werkelijkheid niet zo is aan toegegaan). We zien ze wel van op een afstand. De eerste keer als de rechter het meisje naar hen terugbrengt. Dit is een voorafspiegeling van wat er later met de legermacht zal gebeuren. De blanken worden meegelokt zonder dat er strijd gevoerd wordt. In die onherbergzame streek wordt het leger gedecimeerd.

    Ook hier kan men een parallel trekken. Zoals de rechter het meisje niet kende en de relatie op niets uitdraaide, zo was de onbekendheid van het leger met de streek de oorzaak van de nederlaag.  

     

    Waardering: 9/10

     

     

    27-01-2006 om 08:59 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-01-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Peter Singer: Marx
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Peter Singer: Marx

     

    Dit boekje is verschenen in de reeks kopstukken filosofie, waarvan je elke woensdag een deeltje kunt kopen bij aankoop van de krant De Morgen. Velen zullen Marx wel voorbijgestreefd vinden, maar voor welke filosoof is dat niet het geval ?

    Het boekje is een populaire inleiding en de auteur schenkt vooral aandacht aan de filosofische ideeën van Marx, niet zozeer aan zijn politieke of economische opvattingen.

     

    Ik zal even stilstaan bij de beoordeling van Singer over Marx. Wat hij nog waardevol vindt voor onze tijd, en welke  voorspellingen van Marx niet zijn uitgekomen.

    Twee van die laatste zijn dat het kapitalisme door interne tegenstellingen zal ineenstorten en ook dat de proletarische revolutie zal plaatsvinden in landen die industrieel het meest geavanceerd zijn.

     

    Wat volgens Singer wel nog stand houdt, is zijn opvatting over vrijheid. Volgens het liberale begrip van vrijheid kunnen we allemaal een vrije keuze maken. Vrij zijn we als we niet onderworpen worden aan de hinder van andere mensen. Volgens Marx echter zijn we in dat opzicht niet vrij. Onze individuele keuzes (bijvoorbeeld werk) hebben een invloed op de maatschappij.De economische verhoudingen dwingen ons in een situatie waarin we elkaar beconcurreren in plaats van met elkaar samen te werken voor ieders welzijn. Economische verhoudingen worden volgens de liberale principes beschouwd als blinde natuurkrachten. Men moet ze hun gang laten gaan en ze zullen wel vanzelf voor ons heil zorgen. Dat is natuurlijk niet zo, de problemen waarmee we op het vlak van vervuiling, oorlog, hongersnood enz. worden geconfronteerd, bewijzen dat afdoende.

     

    Een tweede punt dat volgens Singer in de leer van Marx overeind blijft, is zijn opvatting over de menselijke natuur. Volgens hem ligt de menselijke natuur niet vast, maar verandert ze onder de economische en sociale gebeurtenissen in elke periode. Marx verwachtte dan ook dat bijvoorbeeld door de afschaffing van privé-eigendom en het tot collectief bezit maken van de productiemiddelen, de mensen vanzelf socialer zouden worden en minder hun eigen welzijn nastreven.

     

    Ondanks het feit dat het communisme in de praktijk op een mislukking is uitgedraaid, blijven de ideeën ervan toch een aantrekkingskracht uitoefenen. Maar wie zou het communisme moeten invoeren? Is er nog een proletariaat ? Normaal gezien is het proletariaat de werkende massa. Maar welke arbeider of bediende beschouwt zich nog als een deel van het proletariaat? Het gevoel te worden uitgebuit is bij de meeste mensen niet meer aanwezig. Omdat de meeste mensen het relatief goed hebben, vinden ze niet dat ze worden uitgebuit. Bij weinigen leeft dan ook nog de wens om revolutionaire veranderingen tot stand te brengen. De angst om te verliezen wat men bezit is te groot. Toch kan men een dergelijke houding moeilijk anders dan egoïstisch bestempelen. Zoals boven gezegd, zal de revolutie niet in onze westerse hoogontwikkelde landen worden gemaakt, hoewel Marx dat wel dacht.

     

    Zijn er trouwens nog groeperingen die voor het communisme ijveren? Er zijn de extreem linkse groepen, die er echter zulke dogmatische meningen op na houden, dat ze maar weinig aanhang zullen krijgen. Van de socialisten moeten we in dat opzicht helemaal niets meer verwachten. Zij zijn machtspartijen geworden, voor wie deelnemen aan de macht het belangrijkste streefdoel is. En als ze aan de macht zijn, beperken ze zich tot populaire maatregelen. Zij hebben zich neergelegd bij het kapitalisme en morrelen wat in de marge. Grote vragen durven ze niet meer te stellen. De hoge winsten van de elektriciteitsproducenten vormen bijvoorbeeld de aanleiding om een verlaging van de elektriciteitsprijs te eisen. Maar de meer fundamentele vraag of levensnoodzakelijke sectoren van de economie in privé handen kunnen blijven, is blijkbaar taboe.

     

     

    25-01-2006 om 20:52 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-01-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leo Tolstoj: De Kreutzersonate

    Leo Tolstoj: De Kreutzersonate

     

    Tolstoj (1828 – 1910) schreef deze novelle in 1890. Het is in feite het lange verhaal van een man Pozdnysjev die zijn vroouw heeft vermoord. Hij vertelt het in een treincoupé aan een medereiziger, de verteller van de geschiedenis. Het gesprek begint over de liefde. Volgens de hoofdpersoon bestaat die niet. Volgens hem wordt vooral het mannelijk geslacht  gedreven door lust, die alles kapotmaakt. Toch zal hij trouwen met zijn verloofde, maar al in de wittebroodsweken loopt het verkeerd. De eerste helft van het boek is een aanval op die zinnelijke lust. In de tweede helft komt de jaloezie aan bod.  Pozdnysjev heeft kennis gemaakt met een violist die nu bij hem thuis op bezoek komt en met zijn vrouw musiceert. Hij denkt dat er een verhouding tussen hen ontstaat. Als hij een keer onverwacht terugkeert van een reis, treft hij de man thuis aan en vermoordt hij zijn vrouw.  De titel van de novelle verwijst naar de sonate voor viool en piano van Beethoven. Vooral in de eerste beweging van dat werk laait de passie nogal op, en die zet de jaloeziegedachte bij Pozdnysjev in gang.

     

    Het werk is heel negatief. Seksualiteit wordt erin afgeschilderd als een verschrikkelijk kwaad, dat elk gevoel van liefde vernietigt. Het werk is duidelijk schatplichtig aan Schopenhauer. Het verschil is dat bij Tolstoj die seksualiteit een vernielingskracht is, terwijl ze bij Schopenhauer een manifestatie van de Wil is. Die is niet uit op vernietiging, wel op voortbestaan. Toch ziet Schopenhauer die ook als een oorzaak van lijden. Wie het leed wil uitbannen, moet proberen de Wil aan banden te leggen.

     

    Zowel de novelle, als die eenzijdige visie van Schopenhauer zijn niet meer van deze tijd. Maar zoals ik in een vorige bijdrage al zei, bevat het werk van Schopenhauer veel meer dan alleen maar die visie. Hem kun je blijven lezen, de novelle van Tolstoj is verouderd.

     

    Waardering: 6/10

     

     

    17-01-2006 om 00:00 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-01-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Karl Pisa: Schopenhauer
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Karl Pisa: Schopenhauer

     

    Biografie van de Duitse filosoof die leefde van 1788 tot 1860. Een werk uit 1978 dat verschenen is in de reeks Heyne Biographien. Het is in het Duits en is bij mijn weten niet vertaald. Maar voor een Nederlandse biografie over Schopenhauer kan men altijd terecht bij het werk van Rüdiger Safranski. Diens biografie is de interessantste, omdat ze veel meer aandacht besteed aan het werk en de ideeën van de filosoof. De biografie van Pisa is populairder, maar niet oppervlakkig. Pisa besteedt vooral veel aandacht aan de jeugd van Schopenhauer en aan de verhouding met zijn moeder. Hij citeert uitvoerig uit de correspondentie tussen moeder en zoon en uit het reisdagboek van de jonge Schopenhauer. Om op dat laatste punt even in te gaan. Schopenhauers vader was een koopman in Danzig die wegens politieke omstandigheden moest verhuizen naar Hamburg. (Het is de tijd na de Franse revolutie, de veldtocht van Napoleon naar het Oosten, de opkomst van Pruisen). Hij verwachtte van zijn zoon dat deze in zijn voetsporen zou treden en ook in zaken zou gaan. Schopenhauer liep daar echter niet warm voor. Toen hij 16 was stelde zijn vader hem voor de volgende keuze: ofwel mocht hij naar het gymnasium, als voorbereiding op hogere studies, ofwel mocht hij met zijn ouders een reis door Europa maken, waarna hij in de leer zou gaan bij een koopman. Arthur koos voor het laatste, en zo reisde hij door Europa, ook in België. Dat hij niet enkel plezierige oorden bezocht mag uit het volgende blijken. In Londen woonde hij de openbare terechtstelling bij van een misdadiger, een gebeurtenis die hij in zijn dagboek nuchter beschrijft. In Toulon bezocht hij een andere bezienswaardigheid. Galeischepen waarop niet minder dan zesduizend veroordeelden geketend gevangen zaten. Ik kan me voorstellen dat zulke dingen een zestienjarige bijblijven.

    Ten slotte zou Schopenhauer toch nog gaan studeren. Na de zelfmoord van zijn vader begon er een heel moeilijke relatie met zijn moeder, die op een breuk uitliep. Op een bepaald moment hadden beiden nog enkel contact via briefjes die een dienstmeisje van de kamer van de moeder naar die van de zoon bracht en omgekeerd.

     

    Op dertigjarige leeftijd had hij zijn hoofdwerk voltooid: De wereld als wil en voorstelling. Daarna zou hij enkel nog aanvullingen op dat werk schrijven en andere beschouwingen, maar aan de kern van zijn leer werd niets meer veranderd. Die kern is de volgende:

     

    De wereld die we kennen met ons gezond verstand en door wetenschappelijk onderzoek bestaat niet op zichzelf, maar enkel in het bewustzijn van degenen die deze wereld ervaren. Die wereld bestaat enkel als een verzameling van  onze voorstellingen. Maar er is meer in de wereld dan alleen maar die voorstellingen. Er is ook het ding op zich, en dat is Wil. Voorstellingen vormen de buitenkant van de wereld, het ding op zich de binnenkant en het ene kan niet uit het andere worden afgeleid. Kennis van het ding op zich is uniek en direct. Een soort mystieke ervaring.   

     

    Het eerste deel, de wereld als voorstelling, haalde hij bij Kant. Het aspect Wil is zijn eigen uitvinding. Het is niet de wil die we uit het gewone spraakgebruik kennen, wel een soort blinde oerkracht die zich manifesteert  in al het bestaande, een soort levenskracht die we alleen maar kunnen kennen door de veruiterlijking ervan in de bestaande dingen.

    Zoiets is natuurlijk erg speculatief en niet te bewijzen. Daarom wordt Schopenhauer door veel ‘beroepsfilosofen’ niet ernstig genomen. Wie de indexen van filosofische werken opslaat, daar zal zijn naam daar niet vaak in terugvinden.

     

    Behalve door Kant, is zijn werk ook sterk beïnvloed door Plato, aan wiens Ideeënleer hij een eigen interpretatie gaf. Op zestienjarige leeftijd maakte hij ook kennis met de Indische filosofie, met name de Upanishads, en later met de christelijke mystici. Zijn visie op het leven was ronduit pessimistisch. Wat we in het leven dan ook moeten nastreven is het inactief maken van die Wil, een vorm van onthechting dus. Hiermee komt hij dicht in de buurt van het boeddhisme.

     

    Is deze filosofie dan al bij al het lezen waard ? Ja zeker, want hij heeft zijn eenvoudige systeem op een grandioze manier uitgebouwd en hij schrijft een heel kleurrijk en duidelijk proza, wat voor een filosoof niet evident is. In zijn leven was hij een heel moeilijk mens, en dat blijkt ook uit zijn werk, waarin hij zijn collega-filosofen met genoegen de grond inboort. Verder was hij ook een van de eersten die onbevangen over seksualiteit schreef en bij wie we ideeën terugvinden die naar Freud verwijzen.

     

     

     

     

    13-01-2006 om 20:58 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-01-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Margaretha van Oostenrijk (1480 - 1530)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Margaretha van Oostenrijk (1480 – 1530)

     

    Onlangs was er over haar de tentoonstelling in Mechelen (die ik tot mijn schande niet heb bezocht).

    Als twaalfjarige kwam zij aan het Franse hof, als verloofde van de dauphin Karel. Deze huwde echter met iemand anders, waarna Margaretha werd teruggestuurd naar haar vader Maximiliaan van Oostenrijk. Hij huwde haar dan uit aan don Juan van Castilië, maar die zou enkele maanden na het huwelijk al sterven.

    Bij haar overtocht naar Spanje in 1497 kwam haar schip in een orkaan terecht, en toen zou de koelbloedige Margaretha voor zichzelf het volgende grafschrift hebben gedicht:

     

    Cy gist margot, la gente demoiselle

    Qu’eut deux maris et si mourut pucelle.

     

    Margaretha was kunstzinnig aangelegd en schreef zelf ook gedichten.

     

    Dit zou er een van zijn:

     

    C'est pour james que regret me demeure
    Que sans seser nuit et jour, a tout eure
    Tant me tourmente que bien voudroie mourir,
    Car ma vie n'est fors seullement languir
    Et sy faudra qu'a la fin que j'an meure.

    De l'infortune pansoie estre bien seure
    Quand le regret maudit ou je demeure
    Ma coury sus pour me fere mourir
    Car ma vie n'est fors seullement languir
    Et sy faudra qu'a la fin que j'an meure.
    C'est pour james.

    Me fauldra-il tousjours ainsi languir?
    Me fauldra-il enfin ainsi morir?
    Nul n'ara-t-il de mon mal cognoissance?
    Trop a duré, car c'est dès mon enfance

     

     

    Ik laat hieronder een schuchtere poging tot vertaling volgen. Hopelijk lezen er niet te veel romanisten mee, anders mogen ze me altijd verbeteren.

     

    Voortaan zal ik altijd blijven treuren

    Want onophoudelijk dag en nacht, op elk moment

    Word ik zo erg gekweld dat ik liever zou sterven

    Want in dit leven kan ik enkel nog kwijnen

    En op het eind zal ik eraan moeten sterven.

     

    Van de rampspoedige gedachte ben ik zeker

    Toen het droevig lot waarin ik me bevind

    Me heeft overvallen om me te laten sterven

    Want in dit leven kan ik enkel nog kwijnen

    En op het eind zal ik eraan moeten sterven.

    Het is voor altijd.

     

    Zal ik altijd zo moeten kwijnen ?

    Zal ik uiteindelijk zo moeten sterven ?

    Heeft er dan niemand weet van mijn leed ?

    Te lang heeft het geduurd, van kindsbeen af.

     

     

     

    Er werd ook over haar gedicht, met name door de rederijkers. Een van die gedichten beschrijft het afscheidsmaal van Margaretha en haar broer Filips de Schone, in Middelburg op 25 november 1496. Van daaruit zou ze naar Spanje vertrekken om er te trouwen met don Juan. Het gedicht is te lang om in extenso over te typen, maar ik wil u de titel en de laatste strofe toch niet onthouden.

     

    Die Sceidinghe van den edelen aertshertoghe Philips van Oostenrijck, Brabant, etc ende van sijnder suster die schone Margriete.

     

    De laatste strofe luidt:

     

    Prince, dus es tscheyden ghesciet

    Van Margrieten en haren broeder soet,

    Dwelck deerlijck om scouwen was en verdriet;

    Maar sulck sceyden ter werelt en achtick niet,

    Dan dat leste sceyden, dwelc elc besueren moet,

    Als God die ziele van tlichaem sceyden doet,

    Wanneer dat vervult is hier onsen tijt:

    Dat sceyden is bitter, voor sot of vroet;

    Elke dencker om, die hier tegenwordich sijt:

    Ick bevele u allen Gods moeder ghebenedijt!

     

    Deze tekst komt uit een oud boekje, getiteld Blijde Inkomst. Vier Vlaams-Bourgondische Gedichten. Uitgegeven door G. Degroote in 1950. Het is het nummer 59 van de Klassieke Galerij van de uitgeverij De Nederlandsche Boekhandel.

    Nu en dan vind je zo nog een boekje voor weinig geld en ontdek je prettige dingen.

    11-01-2006 om 21:07 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herman Melville: Billy Budd
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Herman Melville: Billy Budd

     

    Ik heb deze novelle, een van mijn lievelingsboeken, nog maar eens herlezen en zal er nu wat langer bij stilstaan.

    Melville (1819-1891) schreef ze op latere leeftijd, toen zijn carrière als schrijver voorbij was. De novelle werd postuum gepubliceerd in de jaren 20 van de twintigste eeuw.

     

    Het verhaal speelt op het einde van de achttiende eeuw. Billy Budd is een matroos op een Engels koopvaardijschip en wordt in het Kanaal geprest. Pressen betekent dat een oorlogsschip matrozen van de koopvaardij kon opeisen om aan boord van het oorlogsschip te dienen.

    De kapitein van het vrachtschip laat BB niet graag vertrekken, want hij was het zonnetje aan boord, de Knappe Matroos die door iedereen graag gezien was, altijd optimistisch enz.

    Op het oorlogsschip is BB ook een graag geziene gast, behalve voor de provoost Claggart. Deze haat om een onbekende reden BB en probeert hem in diskrediet te brengen. Hij beschuldigt BB van het aanzetten tot muiterij. Er heeft een confrontatie plaats bij de gezagvoerder Vere. Claggart uit daar zijn beschuldigingen ten overstaan van BB, die nergens van weet. Billy, een stotteraar, is zo verbolgen dat hij niet uit zijn woorden geraakt en hij dient Claggart een dodelijke vuistslag toe.

    Billy wordt opgesloten en kapitein Vere houdt een krijgsraad. Hoewel iedereen van zijn onschuld overtuigd is, wordt Billy Budd toch veroordeeld om te worden opgeknoopt.  Dat gebeurt de volgende dag al.

     

    Tot zover de inhoud van de novelle. Het lijkt een vlot verhaaltje, maar ik heb zelden een boek gelezen dat zo weerbarstig is. Melville houdt van uitweidingen. Zeker de helft van de novelle is ermee gevuld. Ze zijn soms interessant, soms minder omdat we te weinig vertrouwd zijn met die periode. Verder staat de novelle bol van de eigennamen. En de zinnen zijn zo geconstrueerd dat je ze vaak enkele keren moet lezen voordat je ze begrijpt. Verder gebruikt hij veel zeemanstermen. En toch is het een meesterlijke novelle. Wie het volhoudt wordt zeker in de tweede helft beloond voor zijn moeite.

     

    Het werk is heel ontroerend. Vooral door de figuur van Billy Budd. Hij is de onschuld zelve en wordt soms vereenzelvigd met Christus. Hij past in het rijtje van andere figuren uit de literatuur, zoals de idioot van Dostojewski of Alosja uit de gebroeders Karamazov van dezelfde auteur.

     

    Er komen in het werk verschillende thema’s aan bod, o.a. het goede versus het kwade. Hier lijkt Melville ertoe geneigd beide te beschouwen als iets dat de mens aangeboren is. Hij reikt geen verklaring aan voor de boosheid van Claggart en de goedheid van Billy. Een ander thema is de aard van het ware christendom. Geen geloof van dogma’s maar van naastenliefde. Verder is er het thema van de keuze tussen de wet en het hart. Hoewel iedereen Billy onschuldig acht, moet hij toch worden opgeknoopt om een voorbeeld te stellen voor de rest van de bemanning. Kort tevoren was er namelijk op een ander schip een grote muiterij geweest en die wil kapitein Vere koste wat het kost voorkomen. Een minder uitgesproken thema is dat van de homoseksualiteit. Er wordt niet rechtstreeks op gealludeerd, maar het hele werk door zijn er toespelingen op de mooie matrozen. Even zelfs wordt gesuggereerd dat de haat van Claggart is ingegeven door een verdrongen liefde voor Billy.

     

    Een aspect van het boek dat mij bijzonder treft ligt in de stijl. De auteur vertelt alles als een toeschouwer, met beschouwingen over de geschiedenis, over filosofie, geloof en nog vele andere onderwerpen. Het lijkt er soms op dat het verhaal maar bijzaak is. Maar net die nuchtere stijl vormt een enorm contrast met het drama waarvan Billy Budd het slachtoffer is. Hij had er evengoed een romantisch verhaal kunnen over schrijven, maar dat doet hij bewust niet. Dat is ook het geval bij de terechtstelling van Billy Budd, in hoofdstuk XXII. Om toch iets uit het werk te citeren, laat ik de laatste zin uit dat hoofdstuk volgen.

     

    Na de ranok te hebben bereikt, was in de gebonden gedaante tot aller verwondering geen beweging te bespeuren, behalve die, veroorzaakt door het langzame slingeren van de scheepsromp, in kalm weer zo majestueus bij een zwaar bewapend schip.

     

    Aan de ene kant het drama van de opgeknoopte Billy Budd en aan de andere kant de beschrijving van de beweging van het schip. Melville stapt van het drama over op de realiteit. Meteen ook wijst hij op het contrast tussen de nietigheid van die mens en het majestueuze van zee en schip. Daar gaat het leven verder. Maar tegelijk ook kun je het ook zo zien dat het schip zwaar bewapend is omdat het BB aan boord heeft. De verpersoonlijking van de goede mens, van Christus die gestorven is voor de mensheid.

     

    Ik schrijf de zin ook even over in het Engels. Meteen hebt u een idee van de moeilijkheidsgraad van de taal.

     

    In the pinioned figure arrived at the yard-end, to the wonder of all no motion was apparent, none save that created by the ship’s motion, in moderate weather so majestic in a great ship ponderously cannoned.

     

    Ik heb dit boekje gelezen in een uitgave van de Wereldbibliotheek van 1950, in de vertaling van Johan M. Palm. Het is eigenlijk hoog tijd dat het werk opnieuw wordt vertaald en dan liefst in een geannoteerde uitgave. De Engelse tekst van de novelle is ook op het web te lezen en wel in een fantastische versie, met een uitgebreid notenapparaat. Het adres is: http://xroads.virginia.edu/~HYPER/bb/BillyBudd.html

     

    Waardering: 10/10. Hoewel ik me ervan bewust ben dat het boek een aantal mensen niet zal liggen. Om maar iets te zeggen, in deze novelle, en in veel andere werken van Melville, komt bijvoorbeeld geen vrouwelijk personage voor. Dat mag vrouwelijke lezers echter niet afschrikken, want mijn dochter bijvoorbeeld vond het net als ik een fantastisch boek.

    11-01-2006 om 16:54 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-01-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bret Easton Ellis: Minder dan niks

    Bret Easton Ellis: Minder dan niks

     

    Een werk uit 1985, waarvan ik de vierde druk heb gelezen. Het boek moet destijds dus tamelijk succesrijk zijn geweest. Terecht ? Ik weet het niet. Het was misschien heel modern, of beter aanstootgevend in die tijd. Het was het debuut van een twintiger die achteraf nog succesromans heeft geschreven.

     

    De roman is gesitueerd in Los Angeles. Een achttienjarige universiteitsstudent komt de kerstvakantie thuis doorbrengen. Thuis is veel gezegd, want meestal trekt de jongeman op met vrienden en vriendinnen, naar feestjes, bars enz. Het is het verhaal van een lost generation. Een groep kinderen van stinkend rijke ouders, van wie het leven volkomen leeg is en die hun tijd doorbrengen met seks en drugs.

     

    Ik weet niet of het er in dat wereldje echt zo aan toeging, of dat de auteur het bijeen heeft gefantaseerd. In ieder geval is het erg deprimerend om te lezen. En hoewel het werk pas twintig jaar oud is, is het al gedateerd.

     

    Waardering: 6/10

    02-01-2006 om 09:46 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Foto

    Poems are blossoms of the brain. Emily Dickinson
    Kunst gibt nicht das Sichtbare wieder, sondern macht sichtbar. Paul Klee

    La nostra vita in terra

    Altro non è che guerra


    en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen. Hebreeën 13.2
    Archief per week
  • 29/06-05/07 2020
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 13/05-19/05 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 26/09-02/10 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 08/11-14/11 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 31/12-06/01 2008
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 17/11-23/11 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 11/08-17/08 2008
  • 04/08-10/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 28/04-04/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 25/02-02/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 21/01-27/01 2008
  • 14/01-20/01 2008
  • 07/01-13/01 2008
  • 31/12-06/01 2008
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007
  • 16/07-22/07 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 18/06-24/06 2007
  • 11/06-17/06 2007
  • 04/06-10/06 2007
  • 28/05-03/06 2007
  • 21/05-27/05 2007
  • 14/05-20/05 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 09/04-15/04 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 26/03-01/04 2007
  • 19/03-25/03 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 26/02-04/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 12/02-18/02 2007
  • 05/02-11/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 08/01-14/01 2007
  • 01/01-07/01 2007
  • 25/12-31/12 2006
  • 18/12-24/12 2006
  • 11/12-17/12 2006
  • 04/12-10/12 2006
  • 20/11-26/11 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 23/10-29/10 2006
  • 16/10-22/10 2006
  • 09/10-15/10 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 28/08-03/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 14/08-20/08 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 17/04-23/04 2006
  • 10/04-16/04 2006
  • 03/04-09/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 20/03-26/03 2006
  • 13/03-19/03 2006
  • 06/03-12/03 2006
  • 27/02-05/03 2006
  • 20/02-26/02 2006
  • 06/02-12/02 2006
  • 30/01-05/02 2006
  • 23/01-29/01 2006
  • 16/01-22/01 2006
  • 09/01-15/01 2006
  • 02/01-08/01 2006
  • 26/12-01/01 2006
  • 12/12-18/12 2005
  • 05/12-11/12 2005
  • 28/11-04/12 2005
  • 21/11-27/11 2005
  • 14/11-20/11 2005
  • 07/11-13/11 2005
  • 31/10-06/11 2005
  • 24/10-30/10 2005
  • 17/10-23/10 2005
  • 10/10-16/10 2005
  • 03/10-09/10 2005
  • 26/09-02/10 2005
  • 19/09-25/09 2005
  • 12/09-18/09 2005
  • 05/09-11/09 2005
  • 29/08-04/09 2005
  • 15/08-21/08 2005
  • 08/08-14/08 2005
  • 01/08-07/08 2005
  • 25/07-31/07 2005
  • 18/07-24/07 2005
  • 11/07-17/07 2005
  • 04/07-10/07 2005
  • 27/06-03/07 2005
  • 20/06-26/06 2005
  • 13/06-19/06 2005
  • 06/06-12/06 2005
  • 30/05-05/06 2005
  • 23/05-29/05 2005
  • 16/05-22/05 2005
  • 09/05-15/05 2005
  • 02/05-08/05 2005
  • 25/04-01/05 2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Aanraders tot nu toe:

    Von Keyserling: Branding
    Hrabal: Zwaarbewaakte treinen
    Voltaire: Candide
    Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven
    Hawthorne: De scharlaken letter
    Yalom: De Schopenhauer-kuur
    Rosa: De derde oever van de rivier
    Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi
    Waugh: The Loved One
    Kadare: Het donkere jaar
    Baricco: Zijde
    Moorehead: De Blauwe Nijl
    Lampedusa: De tijgerkat
    Melville: Billy Budd
    Platonov: De bouwput
    Tim Parks: Bestemming
    Bernhard: De neef van Wittgenstein
    Kafka: Die Verwandlung
    Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw
    Traven: Verhalen
    Baldwin: Go Tell it on the Mountain
    Faulkner: As I lay dying
    Oë: De hoogmoedige doden
    Trilling: The Middle of the Journey
    Hardy: Far from the madding crowd
    Kristof: De analfabete
    McEwan: Amsterdam
    Filloy: De bende
    Sciascia: De Zaak Aldo Moro
    Salinger: Franny and Zooey

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!