Inhoud blog
  • Bezinning bij de derde zondag van de Advent
  • WOENSDAG IN DE TWEEDE WEEK VAN DE ADVENT
  • TWEEDE ZONDAG VAN DE ADVENT
  • EEN GEDACHTE BIJ DE ADVENT
  • BIJ DE EERSTE ZONDAG VAN DE ADVENT
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Doorheen de dagen
    Ervaringen besproken
    11-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.JUDAS TADEÜS

     

    JUDAS TADEUS

     

    Enkele kilometers buiten het centrum van Mundo Novo ligt de berg ‘Judas Tadeüs’, zo genoemd naar de apostel, aan wie daar een kapelletje is toegewijd. Een steile helling leidt je naar de top doorheen enkele erg armtierige wijken. De kinderen, en ook de grote mensen, kijken je aan, lachen, groeten en wuiven vriendelijk als je door hun buurt rijdt: ‘Oi, Padre’.  Even kort gedag zeggen: ‘Alles goed?’ ‘Alles goed, ja!’

    Je bezoekt de berg en het kapelletje het best bij valavond, na vijf uur. Het licht wordt dan zachter, lichtjes blauw getint, en dit milde licht dompelt de wijde wereld in een waas, die je inademt en opneemt. De dag was heet en druk en gaat nu langzaam over in een andere stemming. Bovendien krijg je  ‘uitzicht’ op een prachtige zonsondergang.

    De klim – met de auto! – duurt een klein kwartiertje. Je kan door de wijk ‘Santa Cruz’ rijden, zoals we enkele dagen geleden deden: geen asfalt daar, wel een pista met diepe groeven en langs de weg armzalige huisjes in de pasteltinten van overal. Of je kan een andere weg nemen, deels asfalt, deels kleine kasseitjes, nieuw aangelegd omdat er, bovenop de berg, de voorbije jaren een aantal masten opgericht werden voor de zenders van TV en GSM.

    Het kapelletje van Judas Tadeüs – ooit ontstaan als een uiting van volksdevotie – wordt vandaag in de schaduw gezet door het opdringerige geweld van de technische vooruitgang. Bovendien heeft een gepensioneerde leraar Engels de voorbije jaren hard gewerkt om aan deze mooie ligging ook wat toeristische accomodatie te bezorgen. Met heel veel inzet, volharding en toewijding heeft hij een gebouw neergezet waar je kan uitrusten, een ijsje eten en iets kan drinken, terwijl de kinderen ravotten in een eenvoudige speeltuin. Twee jaar geleden werd zijn werk afgerond met een opvallend opschrift, in de stijl van de wereldberoemde ‘Hollywoodletters’ in de bergen van Californië: ‘ISTO AQUI È UM MUNDO NOVO’. Met een woordspeling op de naam van het stadje staat er reuzengroot in het wit: ‘Dit hier is een nieuwe wereld’.

    Boven word je allereerst getroffen door het weidse panorama aan alle kanten. Meest opvallend is het zicht op Mundo Novo zelf. Het stadje ligt aan je voeten en toont zijn ‘plattegrond’, die helemaal niet plat of vlak is. Mundo Novo is gelegen op een kruispunt met vier armen. Rondom het centrale plein en de kerk.

    Één arm leidt naar de grote baan, die op een tweetal kilometer afstand, langs het stadje loopt, de ‘Bonenweg’, de grote verbinding tussen enerzijds Salvador en Feira de Santana, en anderzijds Morro do Chapeu en Irecê, diep in het binnenland van Bahia. Aan de andere kant is er de pista naar Cobè, Alto Bonito en Umbuseiro, verschillende wijken en gemeenschappen van Mundo Novo, verscholen tussen de heuvels. Dwars op deze as, Bonenweg-Cobè heb je twee ‘plaatselijke armen’, aan één kant de steile helling naar de ‘Polyvalente’, een recentere wijk, die genoemd werd naar de school daar, ooit bedoeld voor veelzijdig technisch onderwjs na de lagere school. En tenslotte de vierde arm van het kruis, die gevormd wordt door een aantal straten van de stad.

    Enkele gebouwen en pleinen eisen de aandacht op. Vooral de kerk, begin vorige eeuw gebouwd aan de rand van het plein, het lijkt wel een kathedraal, tegen een heuvel aan geplakt. De ligging van de kerk is niet echt ‘gebruiksvriendelijk’. De hoofdingang is slechts bereikbaar, als je 29 treden voor lief neemt. Op een andere helling zie je meteen de overdekte markt. Een derde punt is het kerkhof, dat vanuit de lucht veel groter is dan je ooit gedacht had.  En tenslotte is er nog een grote rossige vlek: het voetbalplein, waar in de vroege avond kinderen en jongeren – vaak  blootsvoets – komen spelen. En dromen om ook ooit eens Ronaldinho te worden. Tenslotte, zie je in de verte nog de trekken van de Serra de Orobò, de berg boven Ruy Barbosa en één van de hoogste punten van Bahia.

    Op de berg zelf vind je dan allereerst een klein kapelletje, toegewijd aan de heilige Judas Tadeüs. Klein en helemaal niet opvallend is het een nederige uiting van volksgeloof, dat tot op vandaag voortleeft: het is netjes onderhouden en jaarlijks is er, te voet, een bedevaart naar de top. De Padre draagt dan de mis op voor de verzamelde gelovigen. Boven is de wind steeds zo krachtig dat de devote kaarsjes geen schijn van kans hebben tegen dit geweld van de natuur. Vóór het kapelletje staat een groot houten kruis, blauw geverfd, hoog uitstekend boven de stad.

    De voorbije jaren werden een aantal masten voor de telecommunicatie opgericht, en recenter nog, kwam daar het bouwwerk van Senhor Vanderlan bij. De masten zijn storend en schaden aan de schoonheid van de site, maar – naar eeuwenoude traditie – hoort een ijsje, een drankje en een speeltuin wel bij zulke vrome plaats

    En dan is het tijd om gewoon kijken en stil te worden, vele minuten lang. 



















    11-02-2013 om 15:20 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    08-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VERRIJZENISKAPEL

    VERRIJZENISKAPEL

    Wie in Mundo Novo verblijft, mag in geen geval Jequitibá vergeten. Elk jaar staat dan ook een bezoek aan de abdij op de agenda. Zo was het ook dit jaar, zoals reeds eerder verteld en met foto’s getoond werd. In één dag is het bovendien goed mogelijk om tijd uit te trekken voor twee grote doelstellingen: Dom André, de bisschop van Ruy Barbosa, en de abdij. Als je voor de kortste weg kiest, moet je immers langs de abdij rijden om in Ruy Barbosa te komen.

    Je verlaat de pista om rechts de toegang naar de abdij te nemen. Langs een dreef met koningspalmen kom je aan het plein voor de abdij, waar je begroet wordt door een beeld van de Heilige Bernardus. Je weet meteen: hier ga je ondergedompeld worden in de spiritualiteit van de Cisterciënsers.

    Het abdijgebouw zelf lijkt mij minder geslaagd. In Europa zijn we op dit vlak – de architectuur van eeuwenoude abdijen – al te zeer verwend. Jequitibá echter is niet eeuwenoud. De abdij werd gesticht, aan het einde van de jaren ’30 vorige eeuw, na een samenloop van bewogen gebeurtenissen, die later meer in detail zullen gegeven worden en waarin zowel de eerste als de tweede wereldoorlog meegespeeld hebben. De stichtende monniken waren afkomstig uit Himmerod, Duitsland en hadden onder leiding van de latere abt, Dom Atanásio, een lange zoektocht achter de rug om uiteindelijk in het binnenland van Bahia aan te komen. De uiterlijke aanblik van de abdij toont zowel een Duitse achtergrond als praktische Baiaanse invloeden.

    Veel mooier evenwel is de kloosterkapel die, links van het klooster, meteen de aandacht trekt. De inspiratie door Le Corbusier – Notre-Dame du Haut, Ronchamp,  Frankrijk – is onmiskenbaar. Ook binnenin. Allereerst word je aangesproken door een overweldigende crucifix vooraan in het midden, links een hedendaagse kruisweg - een doorlopend fresco, dat herinneringen oproept aan Servaes - en rechts een reeks moderne glasramen in strak geometrische vormen. Het resultaat is een onbeschrijflijke veelheid van kleuren, vlakken, licht en donker. Een donker, dat doorbroken wordt door een grote, gele lichtvlek links in het koor.

    Aan de linkerkant vormt de hele wand één grote muurschildering, die je mediterend leest: moment na moment en stap voor stap ga je met Jezus zijn laatste weg op aarde – stap voor stap en moment na moment. Net als Henri Matisse (‘La Chapelle du Rosaire’, Vence, Frankrijk) heeft de kunstenaar de gezichten niet ingevuld, alleen de contouren getekend: Pilatus, Simon van Cyrene, Veronica, de soldaten, de wenende vrouwen, geen verre namen uit een vaag verleden, maar jij en ik, alleman en elckerlyc. Ook moeder Maria kreeg geen klaar gelaat. Alleen bij Jezus zelf ontwaar je enige trekken, maar meer dan de herkenbare gemartelde mens van toen is hij de lijdende mens, van gisteren, nu en altijd, van overal, daar en hier. Alles in een grondtoon van blauw, waartegen Veronica vuurrood het verwrongen gelaat afdroogt en ons voorhoudt. En waarop even vuurrood Jezus ultiem aan het kruis hangt en – in één ononderbroken beweging – weer in de schoot van Maria gelegd wordt. Stilte. Alles wordt stil. En dan kan alles nieuw worden.

    Alles wordt nieuw. Meegevoerd op deze golven wandelen je ogen voort van links naar rechts, het immense kruisbeeld, opgehangen van hoog tot laag, het altaar waar zijn woorden voor altijd gevierd worden: ‘Mijn Lichaam, Ikzelf, voor jullie gegeven, voor jullie gebroken. Blijf dit doen om Mij niet te vergeten.’, de andere wand met een veelheid van glasramen, een waterval van licht en kleuren, tegelijk getemperd en jubelend. ‘Resurrexi et adhuc tecum sum. Alleluia! Ik ben verrezen en tot op vandaag ben ik bij jullie.’


    ‘Zoals een hert reikhalst naar levend water

    zo wil ik, God, met heel mijn wezen naar U toe.

    Ik dorst naar God, de levende God.

     

    God, geef mij vandaag en iedere dag

    een teken van liefde, dan zal ik voor U zingen

    tot diep in de nacht, zolang ik besta,

    een lied voor de God van mijn leven.’

    (psalm 42) 



















    08-02-2013 om 21:56 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    06-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KLOOSTER

     

    KLOOSTER

     

    Na onze uitstap naar de watervallen, op initiatief van zuster Sianne, en de verrassende kennismaking met haar medezuster Miranda, stond het vast dat we wel eens een bezoekje zouden brengen aan het huis van de zusters. Er was bovendien een derde medezuster, Irmã Luisa, ook al in de zeventig. Het was alleen  wachten op een gunstige gelegenheid.

    Vorige dinsdag kwam deze gelegenheid. We reden dus naar Morro do Chapeu en kwamen aan het ‘klooster’ van de drie zusters, kort na de middag. Eigenlijk gaat het hier niet om een klooster, wel om een gewoon huis, waar drie zusters wonen van de Congregação das Irmãs Catequistas Franciscanas, de Congregatie van de Zusters Franciscanessen voor de Catechese.

    Het huis ligt een beetje aan de buitenkant van het stadje in een aangename buurt. Zoals vaak het geval is bereik je het huis, via een hek, dat toegang geeft op een goed onderhouden voortuintje met prachtige, kleurrijke bloemen. Meteen ga je al vermoeden dat ook het huis, al is het vrij eenvoudig ingericht, netjes onderhouden zal zijn. Dat is trouwens altijd zo waar enkele zusters samen een gewoon huis betrekken: netheid is altijd troef.

    De eerste plaats die je betreedt is een hal, erg sober, met enkele stoelen, een grote plant en twee opmerkelijke ‘tekens aan de wand’: een heel eenvoudig kruisbeeld, dat meteen aandacht vraagt en een prent met een vredesgroet: ‘WELKOM. Wie je ook bent, vanwaar je ook komt, kom in vrede.’ Je vermoedens worden meteen bevestigd: je komt hier niet ongelegen, je mag op onze gastvrijheid rekenen. De hartelijke ontvangst toont dit trouwens.

    Door de hal kom je in de woonkamer. Tafel, stoelen, een kleine TV, een sofa, en ook hier wordt je aandacht meteen getrokken door 2 prenten aan de muur. Opnieuw een uitbundig ‘welkom’, dat je toelacht vanuit een bloemenweelde, en daarnaast een prent ter nagedachtenis van Irmã Santa Moscon, die – 68 jaar oud – overleden is op 16 februari 2012. 14 jaar had ze in Morro do Chapeu gewoond en op haar heel mooie doodsprentje lees ik als besluit of samenvatting van haar roeping: ‘Een hart, dat vol aandacht openstond voor haar leeringen. Een grote liefde voor het volk. Een vriendin en tochtgenoot voor haar medezusters.’ Later op de dag worden deze woorden beaamd door enkele mensen van Mundo Novo, die haar gekend hebben omdat zij ook daar een jaar gewoond heeft.

    Jarenlang had Irmã Santa steeds een gebed van Moeder Teresa bij zich:

     

    ‘Christus en ik.

     

    Ik ben de pelgrim – Hij, de Weg.

    Ik, de vraag – Hij, het antwoord.

    Ik, de dorstige – Hij, de bron.

    Ik, zo zwak – Hij, de kracht.

    Ik, in het donker – Hij, het licht.

    Ik, in zonde – Hij, de vergiffenis.

    Ik, in strijd – Hij, de overwinning.

    Ik, de winter – Hij, de zon.

    Ik, ziek – Hij, het wonder.

    Ik, de graankorrel – Hij, het brood.

    Ik, steeds zoekend – Hij, het antwoord.

    Mijn verleden en mijn nu: in Zijn handen.

    Mijn toekomst: geheel van Hem.

    Ik, nog in de tijd ...

    Met Christus – voor altijd.

     

    Zelf heb ik Irmã Santa nooit gekend, maar alle getuigenissen spreken ontroerd dezelfde woorden. Dit gebed was haar betrachting, haar roeping, haar hoop en haar levensdoel.

    Naast de woonkamer vind je het kleine, stemmige huiskapelletje. Zo klein en toch te groot voor woorden: het tabernakel met een flikkerend godslampje, een kruis uit Christusdoorn, een geopende Bijbel, enkele beelden van Franciscus, de Heilige Clara en Onze Lieve Vrouw van Aparecida. Voorts een kruik om water te nemen aan de Bron, een tarwe-aar, enkele bloemen en boven het tabernakel een symbool van de Heilige Drieëenheid.

    Buiten, naast de keuken en de woonkamer is Miranda bezig met de afwas na het middagmaal. Later zal zij daar ook nog de was ophangen. Wellicht wordt ook bij hen, zoals in zoveel gezinnen, bijna dagelijks de was gedaan en gedroogd.

    Ondertussen ben ik met Luisa een gesprek begonnen. Een beetje schalks had ik gevraagd of ik een stukje over ‘het klooster van Morro do Chapeu’ mocht schrijven. Ze vonden het meteen een prettig idee. En dus kon ik vragen om foto’s te nemen – Sianne wipte meteen recht om dat te doen. Zelf mocht ik vragen stellen aan Luisa, over hun werk en de parochie.

    Hun werkterrein was heel ruim: alles wat met catechese en vorming te maken had, en meteen werden de verschillende domeinen opgenoemd: voorbereiding op doopsel, eerste communie en vormsel. Voorbereiding ook op het huwelijk en gezinspastoraal. Vorming op het vlak van gezondheidszorg en mileu ... 'Trapsgewijs' gaan ze daarbij te werk, zoals een waterval in trappen neervalt en de rotsen drenkt.

    Territoriaal echter was hun werkveld nog groter: de parochie, die samenvalt met de gemeente van Morro do Chapeu1, is ronduit immens: een totale oppervlakte van 5.531 km2 , dat is meer dan 1/6 van België of ongeveer 2 provincies. Anders gezegd: je kan, vertrekkend vanuit het centrum van de stad 200 km naar het Noorden en 100 km naar het Zuiden gaan – ‘gaan’ is hier een bewuste woordkeuze, want ‘rijden’ is niet steeds mogelijk: sommige plaatsen zijn enkel te voet of te paard bereikbaar. Langs de asfaltweg rijd je ongeveer 50 km van Oost naar West. Voorts omvat de parochie 82 plaatselijke gemeenschappen. En voor dit alles 1 padre en 3 zusters. Zoals alles in Brazilië is ook het tekort aan ‘ambtelijke kerkdienaren’ in Morro do Chapeu reuzengroot. Vandaar dat vele leken een taak en verantwoordelijkheid opnemen.

    Zo leert een arme kerk een kerk voor armen te zijn. Zoals Jezus zelf wellicht ooit droomde.

    ---

    1 De eerste foto toont de ligging van Morro do Chapeu op de kaart van Bahia. Ter informatie: Bahia is ongeveer zo groot als Frankrijk en 18 keer België. 

























    06-02-2013 om 20:21 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    04-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DOMINGOS LOPES

     

    DOMINGOS LOPES

    Goed moe van het klauteren naar de ‘Cachoeira do Ferro Doido’ kwamen we terug bij de plaats, waar we de auto’s hadden achtergelaten. Hoewel het rond de middag was, werd er van eten helemaal niet gesproken. Er stond nog een waterval op de agenda: de ‘Cachoeira de Domingos Lopes’. Wie Domingos Lopes is of geweest is, ben ik niet aan de weet kunnen komen. Maar het moet een man ‘van toen’ of ‘van thans’ zijn, want Domingos is een gebruikelijke voornaam bij mannen, en Lopes – spreek min of meer uit als: ‘Lops’ – is een familienaam, die je heel vaak ontmoet in Brazilië.

    Dus weer netjes in de auto’s en verder op pad. Een heel kort stukje asfalt en dan opnieuw ‘de brousse’ in, de ‘roça’ klinkt beter in het Portugees. Als bemoediging bij het begin van de pista, die overigens in heel goede staat was, stond er een bordje: ‘Fedegodos 24 km’. De rit schoot vlot op, tussen struiken en soms wat uitzicht op het landschap beneden: stukken moeras naast af en toe een kleine fazenda.

    Fedegodos kwam vlug in zicht. Het was een kleine nederzetting, zoals steeds een aantal armtierige huizen rond een centraal plein. Een van deze huizen leek op zondag dienst te doen als bar. Op de vloer in aangestampte aarde was een ‘toog’ geplaatst en er stonden ook enkele tafeltjes met stoelen. Ook enkele soorten drank waren tentoongesteld. Dus even ‘aan de toog hangen’ en wat verfrissing nemen en dan naar buiten kijken. Op het plein stond een boom, die wat schaduw bood. Dus vlug een stoel en een ‘plastieken pintje’ meegegraaid en naar buiten in de schaduw, waar toch iets meer lucht en koelte voorhanden waren. Zuster Miranda vond dat nog zo’n slecht gedacht niet, volgde ‘mijn goede voorbeeld’ – evenwel zonder het plastieken pintje. Maar veel belangrijker: heel even een eerste kennismaking met een zuster van 78 jaar, die verrassend jong van conditie en van geest bleek.

    Weer terug naar de auto’s: ‘Nu is het ècht niet ver meer’ (tevoren was het gewoon ‘niet ver meer’). De pista werd minder comfortabel, meer groeven en meer stof en zelfs even een diepte in, waar nog restanten opdoken van de regen van de voorbije dagen, eerst alleen een paar plassen naast de rijweg, en daarna een onvervalste strook slijk. Onrustige herinneringen aan ‘Macajuba pela pista’ kwamen naar boven (zie 26 en 31 januari 2011 op deze blog). Gelukkig was het deze keer zonder erg: we reden niet vast, het bleef bij even slippen en dan weer grip krijgen. Dan liep de pista opnieuw een beetje hoger, het struikgewas werd dichter. Bij een klein gaatje in de struiken konden we de auto’s parkeren, en dan te voet verder ... want nu was het helemaal vlakbij, werd mij verzekerd. Dat bleek weer rond de 500 meter te zijn, maar niet klauteren deze keer, gewoon een pista, die niet meer met de auto berijdbaar was, en zowaar zelfs een stuk ‘zand gelijk op ’t strand’, we gingen tenslotte naar de cachoeira van Domingos Lopes, of ‘Fedegodos-Praia’, het strand van Fedegodos, zou je kunnen zeggen.

    En dat strand was overheerlijk. Enkele hoge bomen, die rijkelijk hun schaduw en verkoeling boden langs de waterval. De picknick werd aangebracht en het echte middagprogramma kon beginnen. De jongeren van ons gezelschap – en dat waren ze allemaal, behalve Miranda en ik – wilden eerst het water in. Eten kon nadien nog. De ouderen daarentegen – en dat waren ze ook allemaal behalve Henrique, Otàvio, Kleverton, Lene, Janio en Sianne – zochten meteen een vlakke steen in de schaduw en wensten nu reeds te eten. Zwemmen kon nadien nog (maar is er, eerlijkheidshalve, nadien niet van gekomen – het eten van de jongeren daarentegen wel).

    Miranda had ’s morgens de picknick gemaakt. Het was zelfs een warme maaltijd: kip met rijst en curry. Ook de bordjes en het bestek waren niet vergeten. Voor wie dat wou, kon het middagmaal beginnen. Zelden heeft kip met curry mij zo goed gesmaakt als die zondagmiddag in de schaduw langs het water, terwijl de jeugd aan het stoeien was. En ze hadden pret, de kleine kinderen en de kinderen, die al wat minder klein waren.

    Toen de eerste waterpret geproefd was, werd het ook voor hen tijd om te eten. Een nieuwe voorraad kip met rijst en curry werd aangevoerd, terwijl Miranda en ik aan het dessert begonnen: een reuzengrote watermeloen, druipend sappig en fris. Smaakte ook zoals nooit eerder gesmaakt.

    De jeugd wou weer in het water, ik installeerde een ‘leger’ voor mijn dagelijkse dut. Een brede, min of meer effen steen, en een draagtas als kopkussen. Niet echt comfortabel, maar meer dan Jezus indertijd had: ‘zelfs geen steen om zijn hoofd op te leggen’.

    Toen ik na een tijdje zalig ontwaakte, was de toestand ‘te velde’ weinig gewijzigd. De jeugd was nog steeds aan het plonsen, pletsen en plezieren. Miranda, die niet gedut had, zat rustig naar hun vreugde te kijken en evenzeer naar de schoonheid van Gods schepping, die hier wel wat leek op het aards paradijs van in den beginne.

    Ik zocht een plaatsje binnen praatafstand om eens een gesprekje met haar te kunnen voeren. Misschien was dat gesprekje nog wel het mooiste van de dag. De klautertocht die zij gemaakt had, was al verrassend als beeld: vergeleken met mijn moeizame prestaties huppelde zij als een jonge hinde over de rotsen, in haar kloosterzusterskleren nog wel. Ook haar rustige woorden waren een ervaring. Waarover hebben we gesproken? Het is weer te veel om alles na te vertellen, maar het had 1 grote gemene deler: ‘geloven nu’, of zo je wil: ‘christen zijn in deze tijd’ nu ‘het jaar van het geloof’ op het eerste gezicht zoveel ongeloof ontmoet. Miranda was anders, ook met haar 78 jaar sprak zij jonge woorden van geloof, met dankbare eerbied voor de traditie en met een open geest voor ‘jonge wijn in nieuwe zakken’.

    Het werd halfvier. Tijd voor de ondankbare taak om de spelende jonkheid samen te garen. Het lukte – eerder dan ik gedacht had. Dan naar de auto’s, weer over de pista tot aan de asfaltweg, een emotioneel afscheid en door de sluis van een eerder stille terugtocht naar de avondmis in Mundo Novo.

     

    Misschien is bidden

    in alle rust

    je dag overschouwen,

    blij om het mooie dat je beleefde,

    spijt om het domme dat je deed,

    en op het einde niet vergeten te zeggen:

    Dank je wel.

     

    Theo Willemen

























    04-02-2013 om 14:19 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    02-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.UITSTAP

     

    UITSTAP

    (Over de Chapada Diamantina werd op deze blog reeds geschreven, o.m. op 23 januari 2010: ‘Zuster Theophila’ en 26 januari 2010; ‘São Sebastião in Igatù’)

    Zondag 27 januari was ik vrij. Frans had een ganse dag vergadering in het Parochiecentrum met afgevaardigden van de verschillende gemeenschappen van Mundo Novo. Zelf verkoos ik daar niet aan deel te nemen, maar eens op uitstap te gaan naar Morro do Chapeu en enkele watervallen in de omgeving. Het initiatief kwam van zuster Sianne, een kloosterlinge van 32 jaar, die vroeger enkele jaren in Mundo Novo  heeft verbleven, nadien onder meer in Argentinië werkzaam was – en dus ook Spaans spreekt – en thans aan de slag is in Morro do Chapeu, waar zij woont met twee bejaarde zusters. Één van deze twee is zuster Miranda, die met haar 78 jaar ook aan de uitstap zou deelnemen.

    De andere deelnemers waren: Kleverton, een seminarist van ongeveer 25 jaar, die nu aan zijn derde jaar theologie begint en over twee jaar priester gewijd zal worden, Lene en haar gezin: Janio en de twee kinderen, Otávio en Henrique en tenslotte ikzelf.

    Een beetje vóór half negen vertrokken Lene, haar gezin en ik uit Mundo Novo naar Morro do Chapeu, letterlijk betekent dit ‘de berg van de hoed’, zo genoemd naar de vage vorm van de bergketen, die de noordelijke uitloper is van de Chapada Diamantina. De Chapada Diamantina ontleent zijn naam  aan een korte periode uit de 19de eeuw, toen vele diamantzoekers daar hun geluk wilden vinden, door dag na dag die dure steentjes uit een rivier op te halen. Centrum van de diamantzoekerij was het nu grotendeels vervallen Igatù, een heel eind meer naar het Zuiden.

    Afspraak met Sianne hadden we aan de kerk van Morro do Chapeu. Eerst een kort bezoek aan haar woning of ‘klooster’ en nadien met twee auto’s en een nogal zonderling gezelschap op weg naar twee watervallen, die door de regenval van de vorige week veel water hadden, wat hier heel zeldzaam is.

    De eerste waterval was de ‘Cachoeira do Ferro Doido’, cachoeira is het Portugese woord voor waterval, wordt uitgesproken als ‘kasjoweira’ en betekent ‘de waterval van het dwaze ijzer’. De vreemde naam is afkomstig van de rosbruine kleur van de grillige rotsformaties, die nogal wat ijzer bevatten.

    Vanuit Morro do Chapeu moesten we eerst een kleine twintig kilometer met de auto over een goede asfaltweg met prachtige panorama’s. Dan kwamen we aan een open plein, waar een dertigtal auto’s en moto’s geparkeerd stonden. Tenslotte was het nog zowat 500 meter klauteren over de rotsen om een prachtig uitzicht te krijgen op de waterval. Omdat er bij mij wel enige sleet zit op de fysieke conditie hadden de twee jongens geregeld de tijd om een geliefkoosde hobby te beoefenen: een levend standbeeld maken. Geliefde thema’s die dag waren: het immense beeld van het Heilig Hart in Rio de Janeiro en ‘De denker’ van Rodin.

    500 meter klauteren dus, het was geen kleintje, maar het loonde meer dan de moeite, ook al brandde de zon ongenadig nu het middaguur dichterbij kwam. Voortdurend wikken en wegen: langs hier? Langs daar? Is deze trap niet te hoog? Zal ik daar niet uitglijden? En achter elke wending een nieuw uitzicht, of beter: een nieuwe variatie op hetzelfde thema van rossige rotsen, struiken, bergbloemen en altijd dezelfde zon en altijd dezelfde hitte.

    De waterval werd bereikt. Liever geen beschrijving. Laat de foto’s spreken!

    Na onze tocht van een halve kilometer begrepen we ten volle waarom – Wie? Wanneer? – iemand er ooit aan gedacht had om te gaan spreken van ‘De waterval van het dwaze ijzer’.

    Dwaas, ja, maar de gelukzalige dwaasheid van de jonge jaren. 

























    02-02-2013 om 15:07 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    01-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OVERWEGING

     

    Bijgaand gedicht of gebed van John Henry Newman dient als overweging bij de 'ontmoeting' die eerder deze dag op deze blog werd geschreven. 


    Lead, Kindly Light

    Leid, vriendelijk licht, 

    te midden ’t duister dat me omringt, 

    Leid gij mij voort! 

    De nacht is donker,

    en ik ben ver van huis –

    Leid gij mij voort! 

    Richt Gij mijn voet;

    ik vraag niet om te zien

    De verre einder –

    één stap is mij genoeg.

     

    Ik was niet altijd zo,

    noch bad ik dat Gij

    Mij voort zoudt leiden;

    Ik verkoos 

    mijn eigen weg te banen 

    en te zien, 

    maar nu  

    Leid gij mij voort! 

    Ik verkoos het felle daglicht en,

    alle vrees ten spijt,

    De hoogmoed beheerste mijn wil:

    herinner U niet voorbije jaren.

     

    Zo lang

    heeft uw macht mij gezegend,

    ze zal me zeker

    Verder leiden!

    Door heide en ven

    en over rots en vloed,

    totdat

    De nacht is heengegaan;

    En met de morgen

    ’t gelaat der engelen glimlacht

    Die ik sinds lang heb liefgehad,

    en voor een tijd verloor.

     

    (John Henry Newman, vertaling Adelbert Denaux)

     

    Lead, kindly Light,

    amid th’encircling gloom,

    lead Thou me on!

    The night is dark,

    and I am far from home;

    lead Thou me on! 

    Keep Thou my feet;

    I do not ask to see

    The distant scene;

    one step enough for me.

     

    I was not ever thus,

    nor prayed

    that Thou shouldst lead me on;

    I loved to choose and see my path;

    but now lead Thou me on!

    I loved the garish day,

    and, spite of fears,

    Pride ruled my will.

    Remember not past years!

     

    So long Thy power hath blest me,

    sure it still will lead me on.

    O’er moor and fen,

    o’er crag and torrent,

    till the night is gone,

    And with the morn

    those angel faces smile, which I

    Have loved long since,

    and lost awhile!

     

    Meantime,

    along the narrow rugged path,

    Thyself hast trod,

    Lead, Savior,

    lead me home in childlike faith,

    home to my God.

    To rest forever after earthly strife

    In the calm light of everlasting life.

     

    John Henry Newman 











    01-02-2013 om 21:01 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ONTMOETING

     

    ONTMOETING1  

    Enkele dagen geleden hadden we een afspraak met Dom André, de huidige bisschop van Ruy Barbosa, maar in een ver verleden mede-seminarist en vriend in het Collegium Pro America Latina (COPAL) te Leuven. Het ligt dan ook voor de hand dat bij elk bezoek aan Frans in Mundo Novo ook één of meerdere ontmoetingen met Dom André gepland worden. Vriendschapsbanden van toen – die nooit losgelaten werden – worden weer aangehaald langs herinneringen van toen en bekommernissen van vandaag.

    Ruy Barbosa ligt op zowat 85 tot 90 km van Mundo Novo, tenminste als je kiest voor de kortste weg en een flink stuk zandweg voor lief neemt. De droogte mag dan heel wat ellende en zorgen opleveren, een voordeel ervan is dat deze zandweg nu goed berijdbaar is, zonder diepe groeven in het wegdek en zonder modder. (Wie hierover wat meer wil weten, leest op deze blog maar eens ‘Macajuba pela pista’ van 26 en 31 januari 2011. Meer nog dan de tekst zullen de foto’s spreken. In dezelfde zin kan ook de pagina van 28 januari 2010 leerrijk zijn: ‘Zoals dat gaat in Mundo Novo’.)

    Niets dus ditmaal van de moeilijkheden, die we toen ondervonden. Hoewel niet rimpelloos was de zandweg, die we nu dienden te nemen, zonder risico en goed berijdbaar. Vermits we ruim de tijd hadden, kregen we op die manier ook de kans om het bezoek aan Dom André te verbinden aan een ander agendapuntje dat telkenjare weerkeert: de abdij van Jequitibá2.

    We namen dus de zandweg vanuit Mundo Novo. Na zowat 40 km komen we aan de abdij. Bij het uitstappen zien we een klein deel van de ‘fazenda’ of boerderij, die aan de abdij verbonden is. Enkele geiten en geitjes trachten nog wat voedsel te vinden in het dorre gras. Wanneer ik hen wat meer van nabij wil bekijken – inclusief fotootje links, fotootje rechts – komen meteen enkele diertjes naar me toe. Ze zijn blijkbaar niet bang van mensen maar gewoon aan dit gezelschap en hopen allicht dat er misschien wel wat eetbaars van de kar zal vallen. Ik steek dan ook mijn hand door de afsluiting, en onmiddellijk beginnen ‘de kleintjes’ mijn handen af te likken. Maar veel eten of drinken levert dat niet op, ook al volgen ze mij een tijdlang.

    Terwijl ik zo met die geitjes doende ben, komt een man van 30-35 jaar in mijn richting. Ik vraag hem of hij misschien werkt op de boerderij en misschien ook woont in het eenvoudige gebouw een beetje verderop. Deel 1 van mijn vraag wordt positief beantwoord: hij werkt inderdaad op de fazenda van de abdij. Voor het tweede deel van de vraag is het antwoord negatief. Hij woont niet in dat gebouw, maar in het klooster zelf. Is hij dan monnik? Postulant, antwoordt hij. Voor de tweede keer. Een antwoord vol vraagtekens en dus een gesprek. Ja, 15 jaar geleden, hij was toen amper 20, was hij uit São Paulo een eerste keer naar Jequitibá gekomen. Meteen de vraag: hoe komt iemand uit São Paulo in ’s hemelsnaam terecht in Jequitibá, 2000 km verderop, afgelegen en zeker niet wijd bekend. Hij wilde in de Nordeste monnik worden en was daarom naar het klooster Sao Bento – de Heilige Benedictus – in Salvador gegaan, omdat dit het oudste Benedictijnerklooster is van Brazilië, gesticht in 1582. De monniken van daar hadden hem toen doorverwezen naar Jequitibá, omdat hij eerder een ‘woestijnleven’ wenste in het dorre binnenland dan een kloosterleven in een miljoenenstad. En hij vond daar daadwerkelijk een invulling van zijn roeping.

    ‘Onderweg3’ echter op de paden van het kloosterleven kwam na enige tijd evenwel een ‘onvoorzien’ obstakel – wie weet wel door de Voorzienigheid zelf op zijn weg geplaatst. God gaat immers steeds of bijna steeds tewerk door ‘mensen onderweg’. Over zijn vader heeft hij niet gesproken – een vaderloos gezin zoals zovelen? – , maar zijn moeder werd in die tijd ernstig ziek en er waren nog vier andere kinderen thuis, zelf was hij de oudste. Even bezinnen en bidden – want zoveel tijd om een keuze te maken is er dan niet – en dan begreep hij dat God hem voorlopig op een andere wijze riep dan hij voorheen zelf had gedacht. Er moest voor moeder en de andere kinderen gezorgd worden, en dus trok hij, na een gesprek met de abt, terug naar São Paulo. Hij vond werk in een groot bouwbedrijf dat in staal, glas en beton aan de lopende band gebouwen neerpootte in die grootstad van nu ongeveer 20 miljoen mensen. Het verdiende ook goed en het gezin kon goed leven.

    Nu zijn we jaren later, moeder is hersteld en kan voor zichzelf zorgen, de andere kinderen zijn getrouwd en kunnen voor zichzelf instaan en de roeping van toen kreeg nieuwe ademruimte. En zo was hij, na meer dan 10 jaar São Paulo weer op weg gegaan naar Jequitibá, langs de kronkelpaden die God wel eens meer bij een roeping in petto houdt.

    Het is te vroeg om nu al meer te zeggen over zijn roeping, maar spontaan had ik deze inval. ‘Eigenlijk lijkt het traject van deze vreemde levensloop mij misschien wel een toetssteen van Godswege.’ Deze monnik-van-de-tweede-roeping leek mij door zijn levenskeuzes inderdaad zeer luisterbereid en gehoorzaam aan Gods roepstem. Hij wilde ingaan op het woord van Jezus: ‘Kom en volg mij’. Maar ‘onderweg’ bleef hij attent: geeft God misschien een teken, een heel klein lichtje misschien om mij wegwijs te maken? Ook Newman had dit immers zo ervaren: ‘Leid Gij mij voort1’.

    -----

    1 Zie de overweging, die na deze pagina ‘Ontmoeting’ wordt gegeven. 

    2 Over deze abdij zal later een afzonderlijke bijdrage geschreven worden.

    3 Zie op deze blog de bijdrage van 28 februari 2010 met de titel ‘Onderweg’.













    01-02-2013 om 19:52 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    28-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VIVIANE EN GILMAR

     

    VIVIANE EN GILMAR

    Het was al na vijf uur in de namiddag, toen Frans en ik in Tapiramuta afscheid namen van Avani en de kinderen. ’s Zomers is het hier om halfzeven donker, en tot Mundo Novo is het ongeveer drie kwartier rijden. Er bleef dus nog even de tijd om een kort bezoekje te brengen aan Viviane en Gilmar. Maar eerst is het nu nodig om beide ‘hoofdrolspelers’ van dit verhaaltje kort voor te stellen.

    Viviane en Gilmar zijn beiden doofstom en hebben enkele jaren de lessen LIBRAS gevolgd in het centrum van PODES in Tapiramuta. De ‘lessen LIBRAS volgen’ is eigenlijk een grove onderschatting van wat de professoras van PODES aan de leerlingen bijbrengen. LIBRAS is enkel de ‘taal’ die aangeleerd wordt, maar er gebeurt veel meer dan een taal leren. Want je ‘spreekt’, of het nu met ‘woorden’ is, dan wel met gebaren, altijd over iets. En zo kan je een taal aanleren door de meest banale verhaaltjes te lezen, of je kan van de ‘taallessen’ gebruik maken om tegelijkertijd allerlei sociale en andere vaardigheden bij te brengen, waardoor de leerlingen nadien gemakkelijker kunnen deelnemen aan het dagelijkse leven en dus beter in staat zijn om op zelfstandige wijze een toekomst uit te bouwen. PODES werkt op die laatste manier: doorheen het aanleren van een taal, wordt ook een veel ruimere ontwikkeling van de persoonlijkheid beoogd. Deze andere vaardigheden zijn zeer gevarieerd: koken, het huishouden doen, alles wat met het gezinsleven te maken heeft, knutselwerkjes allerhande bij diverse gelegenheden zoals Kerstmis, Pasen enzovoort ...  Ook dans kan een plaatsje krijgen, evenals toneel spelen en zelfs ‘zingen’: door middel van gebaren drukken de ‘zangers en zangeressen’ dan de tekst en de emoties van een lied uit, dat voor horenden met een CD wordt afgespeeld.

    En zoals wel meer gebeurt: als jongens en meisjes, mannen en vrouwen regelmatig samenkomen kan ‘de vonk’ overslaan. Zo was het ook voor Viviane en Gilmar: ook aan hen geschiedde het mooie wonder van ‘verliefd, verloofd, getrouwd’. Drie maanden geleden kwam dan de vierde strofe van hun lieve levenslied: een eerste zoontje werd geboren, het was een jongetje en het kreeg de naam Qaïq.

    Maar eer hun liedje aan de vierde strofe toe was, moest er eerst nog veel gebeuren. Jonge en ook minder jonge trouwers hebben graag een eigen nestje. Het moet dan nog niet zo doorgedreven zijn als ons ‘huisje, tuintje, kindje’, op heel bescheiden wijze schreven ook Viviane en Gilmar hun heel persoonlijk verhaal. Er werd naar grond gezocht en er werd gond gevonden. Een eind buiten Tapiramuta begint de zandweg naar een kleine gemeenschap, Ingazeira. Een geschikte bouwgrond werd gevonden langs deze zandweg, op ongeveer een kilometer van de grote baan. Gilmar is een handige Harry en zo kon hij met financiële steun van PODES en met de hulp van familie en vrienden een eigen huisje bouwen. Heel bescheiden, maar wel van hen beiden. Ook voor meubilair en inrichting werd gezorgd en dan kwam dus, in november vorig jaar, Qaiq hun gezinsgeluk vergroten

    Een kindje komt niet zomaar uit de hemel vallen, plots en onverwacht en onvoorzien. Zoals in alle gezinnen werd de komst van het kindje voorbereid. Kleertjes werden gekocht en gezocht, en al het andere dat er nodig is als er een mondje meer komt. Met als kers op de taart: het kinderbedje, waarin Qaiq een belangrijk deel van zijn eerste jaartjes zal doorbrengen. Het was een erezaak voor Frans en PODES om in te staan voor die ‘kers’. En zo geschiedde: Qaïq werd ‘verwacht’ en zou meteen, van bij zijn eerste optreden, zijn eigen zachte plaatsje krijgen.

    Die avond dus sloegen wij de zandweg in en kwamen aan bij het huisje van Viviane, Gilmar en hun kindje. De deur was dicht, maar achter het huisje hing er was te drogen. Het kon een teken zijn dat ze thuis waren. En inderdaad, zo was het. Ze moeten beweging gezien hebben, want nog voor we toekwamen, ging de deur vriendelijk open, en stonden Viviane, Gilmar en Qaïq ons toe te lachen, al was het lachje van Qaïq nog veilig verborgen onder een dekentje. En we mochten binnenkomen.

    Eerst werden we even binnenshuis ontvangen, nadien naar buiten achter het huis, met een weids uitzicht over de heuvels. Bij het buitengaan viel het mij op dat ook bij hen, zoals bij zoveel mensen hier, twee vogelkooitjes hingen met de kanaries of parkieten van Bahia. De juiste naam ken ik niet, want ze zeggen altijd: ‘passarinhos’, wat zoveel betekent als ‘vogeltjes’, en je ziet dan wel dat het geen kaketoe of beo is, maar duidelijker is de naam mij niet.

    Echt praten met hen lukt natuurlijk niet omdat ik geen LIBRAS spreek en mijn vingers niet soepel genoeg meer zijn om hun taal nog te leren. Maar met simpele gebaren kon ik toch tonen dat ik daarin geïnteresseerd was, en meteen nam Gilmar mij mee naar het ‘neerhof’ en wees fier naar enkele kooitjes, die hij gemaakt had. Want dat doet hij regelmatig om wat bij te verdienen, zulke kooitjes maken en verkopen. Op het neerhof was nog meer te zien. Meest opvallend was een bamboestok, waar de takjes waren ingekort tot korte stokjes, waaraan de sokjes van Qaïq te drogen hingen. Tussen de andere 'grote was', die ook vandaag gebeurd was. Ondanks zijn beperking bleek Gilmar toch zeer mededeelzaam. En uitermate vriendelijk.

    Viviane daarentegen is ‘stiller’, in twee betekenissen. Letterlijk omdat ze doofstom is, figuurlijk omdat zij meer op de achtergrond blijft. Maar daarom niet minder minzaam. Toen wij buiten bezig waren kwam zij na enkele ogenblikken ook in de deuropening staan, met het kindje lieflijk in haar armen. Zij volgde ons met de ogen en genoot mee van ons ‘gesprek’, vooral toen de drogende sokjes van Qaïq ‘ter sprake’ kwamen. En dan deed zij teken aan haar man dat hij een foto moest laten nemen met de lievelingshond. Vier honden liepen er inderdaad rond. Of beter: lagen in de schaduw, uitgeteld door de hitte.

    Als je gelukkig bent bij gelukkige mensen, gaat de tijd veel te rap. Ons bezoekje liep dus veel te vlug ten einde. Afscheid nemen, door de voordeur naar de auto, nog eens omkijken, en nog eens wuiven, en nog eens omkijken. En dan met de auto de zandweg op, een laatste keer door het venstertje wuiven. En dan tijd voor een stille bezinning bij dat wat ons die dag als genade geschonken was: gewoon een ontmoeting bij buitengewone mensen, die LIBRAS geleerd hadden en ons nu zoveel meer leerden. 



















    28-01-2013 om 21:39 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (1)
    26-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AVANI

     

    AVANI

     

    Inleiding:

    Wie nog niet de gelegenheid had om reeds eerder, via deze blog, kennis te maken met Avani, doet er goed aan om eerst de bijdragen over PODES en TAPIRAMUTA te lezen, daterend van 31.01.2010 en 02.02.2010

    ---

    Enkele dagen geleden was er tijd om eens een ‘uitstap’ te maken naar Tapiramuta. We kozen er voor om ditmaal langs goede asfaltwegen en niet langs ‘pistas’ of zandwegen te rijden. De afstand is dan wel wat langer, maar het gaat wel merkelijk vlugger, zeker als de ‘pistas’ er niet zo goed bijliggen wegens al te diepe groeven en te veel stof op de weg. Met het bijhorende grotere risico dan om een ongeval te hebben.

    Rond 14.15 uur vertrokken, kwamen we om 15.00 uur toe in het naburige stadje, waar Frans in het begin van zijn werk in Bahia ook enkele jaren pastoor geweest is ... en vooral, waar ook de werking van PODES van start ging, destijds nog onder de naam ‘A voz do silêncio’, in het Nederlands: ‘De stem der stilte’, omdat de werking aanvankelijk toegespitst was op dove en slechthorende – en dus in vele gevallen ook doofstomme – mensen.

    De allereerste leerlinge was Avani, die nadien ook vele jaren de huishoudster van Frans geweest is, en na verloop van tijd zelfs een degelijke ‘professora’ of lerares in ‘LIBRAS’, de Braziliaanse doventaal, was. Toen ik haar leerde kennen had zij een zoontje van zowat 12 maanden, Bruno, maar, zoals in Brazilië – ook bij de grote voetbalsterren – vaak het geval is, had Bruno daarnaast een andere roepnaam, Popó, indertijd ook de roepnaam van een bekende bokser.

    Nu zijn we 12 jaar verder en Bruno is uitgegroeid tot een stevig gebouwde knaap van 13. Omdat vader vaak uithuizig is om in Salvador of in São Paulo  enkele maanden te gaan werken, heeft hij veel tijd alleen met zijn mama doorgebracht en wellicht is hij daardoor een tikkeltje stil en introvert, vermits Avani doofstom is. Maar zoals andere kinderen van hun ouders hun ‘moedertaal’ leren, heeft Bruno geleidelijk aan ook LIBRAS leren ‘spreken’ en nu spreekt hij dus vlot twee – voor de wetgeving gelijkwaardige – talen: Portugees en LIBRAS. Hij is daardoor perfect in staat om voor zijn mama te tolken, wat de mogelijkheden tot communicatie erg verbetert.

    12 jaar later is Bruno ook niet langer de enige zoon. Er zijn twee broertjes bijgekomen: João – spreek uit als: Zjwau – ruim 3 jaar, en Robson, 9 maanden. Bij ons bezoek was de papa, Roberto, afwezig omdat hij weer voor enkele maanden naar Salvador is om wat te verdienen, zeker nu carnaval in aantocht is.

    Avani was alleen thuis met de jongste twee kinderen. João is een bijzonder lenig en levendig baasje, die in de tweede helft van vorig jaar zijn eerste stappen in de kleuterklas gezet heeft, wat hem blijkbaar nog beweeglijker gemaakt had dan hij voorheen al was. De woonst van Avani is zeer armoedig, wat onder meer betekent dat er geen vensterglas in de ramen zit, zoals in minstens de helft van de huizen in Tapiramuta en Mundo Novo en zoveel andere plaatsen van Bahia. Toen we toekwamen ‘ten huize van ...’ zat João even vanuit het raamkozijn de toestand in de straat onder ogen te nemen. Hij herkende ons meteen, wipte naar binnen om zo de deur te kunnen openen, en dan volgde de uitbundige begroeting door Avani, die, ondanks haar beperking, een meer dan gewone extroverte dame is. João heeft zijn temperament dus zeker van geen vreemden!

    Daarna kon ik kennismaken met de nieuwste spruit, Robson, die vorig jaar begin April geboren is, toen ik reeds terug in België was. Van uitzicht en temperament gelijkt hij helemaal niet op João, hij ziet er veel rustiger uit en zijn gelaatstrekken zijn ook heel anders, maar met zijn 9 maanden kan hij al goed rechtop zitten. Zelfstandig lopen is er vooralsnog niet bij: voorlopig verkent hij zijn leefwereld kruipende! Bovendien loert hij voortdurend tallenkante om zo vlug mogelijk zijn omgeving te exploreren, ontdekkingsreiziger in een immense ruimte, waar je nooit genoeg van kan weten.

    Na een babbeltje van een half uur wilden we ook Bruno eens opzoeken en ook wat aankopen doen, want Avani zou koffie zetten en daar hoorden dus koekjes bij. Wij dus eerst naar Bruno, die in de vakantie bij zijn oom werkt in de ‘carwash’. Het was net een rustig moment, want soms kan het erg druk zijn omdat er ook vrachtwagens ‘onder handen genomen worden’. Dat kwam ons goed uit, want zo konden wij toch even praten met de eerder zwijgzame jongen. Het is telkenjare aangenaam om hem weer te zien en zo te kunnen volgen hoe hij gegroeid en geëvolueerd is.

    Van de carwash naar de supermarkt, de zogenaamde ‘Cesta do Povo’ – een beetje te vertalen als: de winkel van de gewone mens – waar alleen de meest essentiële levensmiddelen en andere goederen verkocht worden, maar doorgaans aan een lagere prijs. Want ondanks de vele berichten over de economische groei en de toenemende welvaart, is de werkelijkheid vaak heel anders. De groei heeft geen grote verandering gebracht in de spreiding van de welvaart maar komt meestal alleen de meer welstellenden ten goede, de armoede blijft groot voor velen en de prijzen – ook van vele basisproducten zoals melk en (drink)water – zijn sterk gestegen. Het is dan ook geen toeval dat de veelbesproken presidente, Dilma Rousseff, enige tijd geleden een korte, veelzeggende commentaar gaf op de euforische verhalen over de rijkdom van Brazilië: ‘Een rijk land is een land waar geen armoede is.’ Zij behoort dan ook tot de ‘Arbeidspartij’, maar heeft af te rekenen met veel tegenwerking en, helaas, ook met veel corruptie in haar eigen partij.

    In de ‘Cesta do Povo’ was het pijnlijk om een vrouwtje van rond de 50 bezig te zien met haar aankopen. Zij had allicht voordien haar luttele centjes geteld en keek dan in de verschillende rekken, wikkend en wegend wat wel en wat niet tot haar mogelijkheden behoorde, wikkend en wegend vooral wat het meest dringend was en wat nog even kon wachten.

    Na onze aankopen reden we terug naar Avani en de kinderen. Meteen werd er koffie gezet en op heel sobere wijze werden we in haar armoedige maar heel propere woning vergast op koffie en koekjes. Nadien nog even gepraat en dan wilde Avani mij ook het kinderbedje tonen, dat ik vorig jaar gekocht had voor het komende kindje, toen zij nog in verwachting was van Robson. Bij die ‘rondleiding’ door de povere kamertjes van haar huisje viel het mij op dat alles kraaknet was: de vloer in gestampte aarde lag er bijna blinkend bij en de lakens en kopkussens waren kraaknet. Velen van deze arme mensen hechten trouwens groot belang aan netheid en hygiëne, al is dit niet altijd even gemakkelijk als stof en insecten langs alle kanten binnen kunnen.

    Het werd stilaan avond, temeer omdat hier, in de tropen, ook in de zomer de nacht al invalt om halfzeven. We wilden voor donker thuis zijn en onderweg wilden we ook nog een klein bezoekje brengen aan twee andere dove mensen, beiden oud-leerlingen van PODES, die 3 maanden geleden hun eerste kindje, Qaïq, gekregen hadden. Maar meer daarover bij een volgende gelegenheid. 

























    26-01-2013 om 20:53 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    22-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DROOGTE

     

    (Hieronder volgt een herhaling van de pagina, die op deze blog geplaatst werd op 17 aprill van vorig jaar. De tekst is vrijwel identiek, maar lichtjes geactualiseerd en nieuwe foto’s werden toegevoegd)

     

    DROOGTE

     

    Bahia ligt in de zogeheten ‘veelhoek van de droogte’ een semi-aried gebied in het Nordoosten (de Nordeste) van Brazilië met zeer wisselvallige neerslag. Semi-aried betekent geen totale droogte of woestijn. Sommige jaren is de neerslag er behoorlijk en laat landbouw en veeteelt toe. Maar er zijn jaren van ‘seca’ of droogte. Dan kan de neerslag maanden uitblijven en is geen oogst mogelijk.

    Men maakt onderscheid tussen kleinere droogteperioden van ongeveer tien maanden en langere droogteperioden die verschillende jaren kunnen aanhouden. Dit wordt dan ‘seca histórica’ of ‘historische droogte’ genoemd.

    Vroeger betekende dit hongersnood en extreme armoede. Tijdens historische ‘secas historicas’ verlieten de bewoners massaal de Nordeste en vluchtten met hun hebben en houden naar andere streken of naar de grootsteden. 

    Om de 25 jaar is er zulk een historische seca. Deze historische droogtes volgen een cyclus die al honderden jaren bekend is en steeds terugkomt. Sommigen menen dat de droogte van 2012 het begin is van een historiche seca.

    Sedert oktober vorig jaar heeft het praktisch niet geregend. De winterregens bleven uit zodat de cisternen en waterreserves niet werden aangevuld. Er is reeds een nijpend watertekort in 186 steden (toestand op 2 april 2012 – nadien is de situatie alleen erger geworden)

    Er is geen oogst en het vee wordt verkocht aan dumpingprijzen want anders sterft het toch op de kurkdroge weiden zonder gras en water.

    Water moet soms dagelijks van kilometers ver aangevoerd worden in allerhande containers, met ezels of zelf dragen in emmers op het hoofd. 

    De gevolgen zijn catastrofaal. De maïs, bonen en maniokoogst is totaal verdroogd en er kan niets gezaaid of geplant worden. Een nieuwe oogst is uitgesloten. Dit jaar geen bonen of maïs.

    Sommige bronnen beweren dat het de ergste droogte is in 30 jaar. Maar meer dan statistieken of woorden spreken de beelden voor zichzelf. 

    (Met dank aan Padre Francisco Verhelle, Mundo Novo, Brasil – Padre Francisco heeft een eigen blog met dit adres: http://franciscoverhelle.blogspot.com )

    Een link naar de blog van Padre Francisco werd toegevoegd aan de linkerzijde van deze pagina.

















    22-01-2013 om 21:20 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OVERWEGING

     

    OVERWEGING

     

    Enkele keren per dag ga ik van de woning van Frans naar de lokalen van PODES, waar zich eveneens het bureau met de computers bevindt. Enkele keren per dag word ik op die manier herinnerd aan een ingesteldheid die in Bahia levensnoodzakelijk is om op een menselijke wijze te overleven. Het is een fundamentele gedachte, die niet genoeg kan ingeprent worden ... zoals aan het einde van een diepzinnige dialoog tussen ‘het prinsje’ en ‘de vos’ meerdere keren herhaald werd in ‘De kleine Prins’ van Antoine de Saint-Exupéry:

     

    En het prinsje keerde terug naar de vos :

    - Vaarwel, zei hij ...

    - Vaarwel, zei de vos. Kijk, dit is mijn geheim. Het is heel eenvoudig: je ziet maar goed met het hart. Het wezenlijke is onzichtbaar voor de ogen.

    - Het wezenlijke is onzichtbaar voor de ogen, herhaalde het prinsje, om het niet te vergeten.

    - Het is de tijd die je voor je roos verloren hebt, die maakt dat je roos zo belangrijk is.

    - Het is de tijd die ik voor mijn roos verloren heb ..., zei het prinsje, om het niet te vergeten.

    - De mensen hebben die waarheid vergeten, zei de vos. Maar jij mag ze niet vergeten. Je wordt voor altijd verantwoordelijk voor wat je hebt afgericht. Je bent verantwoordelijk voor je roos  ...

    - Ik ben verantwoordelijk voor mijn roos ... herhaalde het prinsje.

     

    Om het niet te vergeten.

     

    Om het niet te vergeten hangt op het bord van een klaslokaal deze bezinning:

     

    ‘De grootste menselijke uitdaging bestaat erin

    om niet toe te geven aan de bekoring van berusting,

    want we worden geboren om op weg te gaan

    en nooit vrede te nemen

    met de dingen zoals ze zijn.

    ONVOLDAAN zijn, ONTEVREDEN zijn

    is een onontbeerlijke vereiste

    voor elkeen

    die niet zomaar wil verder zetten wat al is,

    maar integendeel wenst

    scheppend bezig te zijn,

    vernieuwing te brengen,

    opnieuw vorm te geven,

    te veranderen,

    en een stap verder te zetten in de richting

    van wat meer volmaakt is.’

     

    (Mário Sérgio Cortella)

     

    OM HET NIET TE VERGETEN

     













    22-01-2013 om 14:56 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    20-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MAANDAG 14 JANUARI 2013

     

    INTERMEZZO 2

    Al pratende met elkaar bij de ‘PRESÉPIO’, die Rosa zo vroom, kunstig en kinderlijk eenvoudig, over de loop van heel wat jaren opgebouwd had, werd ons plots duidelijk wat aan het einde van vorige beschrijving als impressie werd neergeschreven:

    En dat gebeurde allemaal terwijl alles gewoon doorging alsof er niets gebeurd was, hoewel net dan en daar de wereld en de geschiedenis ondersteboven gekeerd werden. De huizekes in Bethlehem bleven gewoon de huizekes in Bethlehem, de herberg bleef gewoon de herberg en de harteloze Herodes bleef gewoon de harteloze Herodes, en niemand had er ook maar enig besef van dat, net daar en net toen ALLES ANDERS WERD ... met slechts enkele stille getuigen, die nooit de grote boeken van de geschiedenis haalden, maar die er wèl bij waren, toen dat wondere kindje geboren werd, dat dertig jaar later ook zijn dorp, zijn huis en zijn familie zou verlaten, om een NIEUW LEVEN te beginnen.

     

    Voorts mijmerend daarover schoot mij plots te binnen dat eenzelfde  gedachte op poëtische en aangrijpende wijze werd weergegeven door de Engelse dichter W. H. Auden in: Musée des Beaux Arts’, bij de beschouwing van een schilderij van Pieter Brueghel: ‘De val van Icarus’:

     

    Musée des Beaux Arts.

     

    Wat het lijden betreft vergisten zij zich nooit

    de Oude Meesters : hoe goed begrepen zij

    zijn menselijke rang ;

    hoe het plaats heeft

    terwijl iemand anders aan het eten is

    of een raam opent

    of net traag voorbijloopt ;

     

    hoe,  terwijl de oudere mensen eerbiedig, vol hartstocht

    op die wonderlijke geboorte wachtend, er altijd

    kinderen zijn die niet per se wilden dat het gebeurde

    schaatsend op een vijver

    aan de rand van het bos ;

     

    zij vergaten nooit dat

    zelfs het verschrikkelijke martelaarschap

    zich moet voltrekken

    ergens in een hoek

    op een rommelige plek,

    waar de honden doorgaan met hun hondse leven

    en het paard van de beul

    zijn onschuldige billen schurkt aan een boom.

     

    Op Brueghels Icarus bijvoorbeeld,

    zoals alles zich op zijn dode gemak

    van de ramp afkeert ;

    de man achter de ploeg

    zou de plons gehoord kunnen hebben,

     de verloren kreet

     

    maar voor hem was het geen belangrijk fiasco ;

    de zon scheen, zoals het moest,

    op de witte benen

    die verdwenen in het groene water ;

     

    en het kostbare, fragiele schip,

    dat iets merkwaardigs gezien moet hebben,

     

    een jongen, die uit de hemel viel

     

    moest ergens heen

    en zeilde rustig door.

      

    Op eenzelfde meesterlijke wijze heeft dezelfde Vlaamse kunstenaar trouwens het kerstgebeuren in Vlaanderen geplaatst: ‘De volkstelling te Bethlehem’. De Nederlandse kunstcritca Drs. Aukje Bos-Geertsema  schrijf hierover zeer treffend:

    'Een vrouw veegt driftig sneeuw weg. Er wordt getimmerd, sprokkelhout verzameld en een varken geslacht. Kinderen vermaken zich op het ijs en spelen in de sneeuw. Er zijn lieden die zich warmen bij een vuur; anderen zoeken vertier bij een holle boom die als kroeg fungeert. Verschillende mensen zijn nog onderweg. Van de overkant van de bevroren rivier zoeken mannen die bepakt en bezakt zijn met handelswaren, hun weg over het gladde ijs. Pelgrims, herkenbaar aan hun stok en fles, lopen in tegengestelde richting. Ze hebben geen vaste grond onder de voeten; op het glibberige ijs proberen ze overeind te blijven. Er lopen ook mensen zonder duidelijke richting wat verloren rond in de winterse kou.

    Het schilderij heeft als titel: ‘De volkstelling te Bethlehem’. Midden in het Vlaamse dorp, tussen alle gewone mensen in, kun je Jozef en een hoogzwangere Maria op een ezel ontdekken. Jozef de timmerman is duidelijk herkenbaar aan zijn zaag. Maria verbergt haar mooie geheim onder een wijde mantel. De os is er ook al. Ze zijn op weg naar Bethlehem om zich te laten inschrijven. De dorpsherberg, het belastingkantoor van de Spanjaarden, wordt de stal van Bethlehem. Er staat al een joodse man in zijn gebedskleed voor de stal. Er zal een nieuwe tijd aanbreken. De zon gaat straks onder, maar er zal een nieuw Licht in de donkere wereld schijnen.

    Brueghel heeft het goede nieuws toegedekt, maar als je er oog voor hebt, kun je het zien. De oude wereld, het paleis van koning David - de romaanse burcht - staat op instorten. De periode van het Oude Testament is voorbij. Midden in de winter wordt er aan een nieuw gebouw gewerkt. Van heinde en ver komen mensen, belast en beladen, naar Bethlehem. De korenschoven die Brueghel op de voorgrond schildert, zijn een aanduiding van Bethlehem, van ‘het Broodhuis’. Varkens worden in Vlaanderen geslacht. In Bethlehem eet men geen onrein vlees, maar is er ‘Brood des levens’ voor iedereen die het geloven wil.











    20-01-2013 om 23:41 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    18-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MAANDAG 14 JANUARI

     

    PRESÉPIO

     

    Het was dus al laat zondagavond – of, beter gezegd – het was al in de zeer vroege uurtjes van maandagochtend, wanneer we uiteindelijk ten huize van Viviane en Ilton toekwamen. Vermits beiden, zij het op een verschillende locatie, bij Petrobras werken, en zij reeds om 6 uur diezelfde ochtend moesten vertrekken, bleef er op dat ogenblik weinig gelegenheid over om nog een lange babbel te beginnen. Zelf vond ik dit ook niet zo erg omdat ik er een lange, vermoeiende reisdag van bijna 24 uur had opzitten. Dus was het na de bijzonder gastvrije en vriendelijke begroeting vlug bedtijd. De warmte in mijn slaapkamer en de redelijk talrijke muggen, die het daar blijkbaar overheerlijk vonden, vrolijk zoemden en ietwat minder vrolijk ook neerstreken en gretig prikten, konden een goede nachtrust niet verhinderen.

    Toen ik dan rond 7 uur opstond, waren de heer en de vrouw des huizes reeds gaan werken. Evenwel niet zonder voor een even vriendelijk en gastvrij nieuw onthaal te zorgen. Het zit namelijk zo dat de ouders van Viviane – dat zijn dan Rosa en Vieira – in zekere zin in hetzelfde huis wonen. De uitdrukking ‘in zekere zin’ vraagt een beetje uitleg. Vieira is een man van 67, sinds enkele jaren gepensioneerd en afkomstig uit een eerder klein dorpje, meer in het Noorden van Brazilië, uit een staat waar de armoede nog weliger floreert dan in Bahia. Toen hij goed 20 jaar was, had hij zijn dorp, zijn huis en zijn familie verlaten – zoals zovelen – in DE GROTE VERWACHTING elders een beter bestaan te kunnen opbouwen. In tegenstelling tot zoveel anderen was hij zijn heil niet gaan zoeken in São Paulo, zelfs niet in Rio of Salvador, maar had hij eerst zonder veel succes wat omzwervingen gemaakt in Bahia, vooral langs de kust en het dichte binnenland. Na verloop van tijd heeft hij dan toch voor Salvador en de grootstad gekozen, en is – wonder boven wonder – niet in een of andere favela of krottenwijk beland. Hij had vrij vlug werk gevonden, en ook een goede vrouw, Rosa, en samen hadden ze dan, na verloop van tijd wat bouwgrond kunnen kopen, niet zo danig ver van het centrum, maar evenmin in een of andere sjieke buurt, waar het ‘rijk volk’ leeft, doorgaans in ‘condominions’, afgesloten kleine buurten met priveebewaking en controle bij de toegang. 

    In de loop van 16 jaar, met veel werken en nog meer geduld, had hij dan zelf, met behulp van af en toe een vriend of twee, drie, een huis kunnen bouwen, geen luxe, maar naar de normen van hier zeker behoorlijk comfortabel. Kinderen werden intussen geboren, groeiden op en vlogen na verloop van tijd het huis om op eigen benen een eigen leven te beginnen, in of rond de miljoenenstad. Zo vond ook Viviane, de jongste dochter een lieve man, Ilton, maar in onderling overleg werd besloten om niet echt en volledig uit te vliegen. Om diverse redenen, zoals nabijheid, zorg bij de oude dag en niet in het minst ook om economische redenen – er moest dan immers geen nieuwe bouwgrond gekocht worden – kozen de ouders en het nieuwe paar voor een andere oplossing. Samen zouden ze – boven het huis van Vieira en Rosa – op dezelfde, stevige fundamenten nog een tweede woning bouwen. Dat ‘project’ loopt ondertussen goed vijftien jaar, en beide gezinnen leven nu, eigenlijk in twee duidelijk afgescheiden woningen, die anderzijds toch evenzeer 1 huis vormen. Ilton en Viviane zijn inmiddels ook de fiere ouders geworden van twee zoons, de oudste Igor, 14 jaar nu, en de kleine Ian, amper 20 maanden, maar een lief en levendig baasje.

    Beide gezinnen zijn nogal gelovig en in het kader van haar geloof heeft Rosa een heel merkwaardige bezigheid, die doorheen het jaar nogal wat tijd opslorpt en die een hoogtepunt bereikt in de nogal uitgesponnen periode van Advent en Kersttijd. Ik weet niet hoeveel jaren geleden zij hieraan begonnen is, maar in de loop der jaren heeft zij, beetje bij beetje, en stap voor stap een zogenaamde ‘presépio’ uitgebouwd, letterlijk betekent dat ‘een kribbe’, maar in werkelijkheid is dat een persoonlijke impressie van het Bethlehem van toen, in dat wondere jaar toen het kindje Jezus daar geboren werd in de voederbak van een stalleke, met alleen moeder Maria en vader Jozef, - omdat er voor hen geen plaats was in de herberg van de stad - maar innig en teder gelukkig, onder een stralend blauwe hemel vol fonkelende sterretjes. En even later dan, die ene engel die de herders op weg zette, en nadien het koor der engelen dat van vrede en van ‘eer aan God’ zong. En nog later, die meest merkwaardige van alle sterren, die de wijzen op zoektocht deed gaan, tot ook zij het kindje vonden. En Herodes, die zo wreed was dat hij alle kleine jongetjes liet doden ... maar HET KINDJE ontkwam omdat Jozef ingelicht was in een droom van Godswege, en daarom met zijn ‘Onze Lieve Vrouw’ en het kindje op een dienstig, nederig ezeltje voor jaren naar Egypte vlucht. En dat allemaal terwijl alles gewoon doorging alsof er niets gebeurd was, hoewel net toen, net daar de wereld en de geschiedenis ondersteboven gekeerd werden. De huizekes in Bethlehem bleven gewoon de huizekes in Bethlehem, de herberg bleef gewoon de herberg en de harteloze Herodes bleef gewoon de harteloze Herodes, en niemand had er ook maar enig besef van dat, net daar, net toen ALLES ANDERS WERD ... met slechts enkele stille getuigen, die nooit de grote boeken haalden, maar die er wèl bij waren, toen dat wondere kindje geboren werd, dat dertig jaar later ook zijn dorp, zijn huis en zijn familie zou verlaten, om een NIEUW LEVEN te beginnen.











    18-01-2013 om 22:24 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    16-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG 13 JANUARI 2013 2

     

    INTERMEZZO

    HET BOEK OVER DE KAPELLEKENSBAAN

     

    dat het boek is over de kinderjaren van ondineke, die geboren werd in tjaar 1800-en-zoveel ... en die verliefd werd op meneer derenancourt, directeur van de garenfabriek de filature, maar die op het laatste van het boek trouwen zal met het zielige oscarke ... over haar broer valeer-traleer, met zijn monsterhoofd dat van hier naar daar door het leven waggelt, en over meneerke brys die zonder dat hij het wist een der 1ste socialisten was ... over haar vader vapeur, die met zijn goddeloze machine de wereld redden wou, en over al wat mij toevallig niet te binnen schiet, maar dat in zijn grote lijnen de moeizame OPGANG VAN HET SOCIALISME wil tekenen, en de ondergang van de burgerij die 2 oorlogen op haar kop kreeg en ineenstuikte. Maar daartussen en daarnaast is het ook een boek dat zich veel later afspeelt, in onze moderne dag van vandaag: terwijl ondineke leeft in tjaar 1800-en-zoveel leven mossieu colson van tminnesterie, johan janssens de dagbladschrijver, tippetotje de schilderes, mtr. Pots en pr. dr. Spothuyzen – en gijzelf, boontje – ten huidigen dage, op zoek naar waarden die waarlijk tellen, op zoek naar iets dat de NEERGANG VAN HET SOCIALISME tegenhouden kan. Maar ... de hemel beware er ons voor moest het meer zijn dan dat: het is een plas, een zee, een chaos: het is het boek van al wat er op de kapellekensbaan te horen en te zien viel, van tjaar 1800-en-zoveel tot op deze dag.

     

    (Louis Paul Boon, 1953)















    16-01-2013 om 22:02 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG 13 JANUARI 2013

     

    ONTMOETING

     

    Vorige zondag had ik opnieuw het geluk om voor enkele weken naar mijn geliefde Bahia – en zijn nog meer geliefde Baiaantjes! – in het Noordoosten van Brazilië, te mogen vertrekken. Zoals je kan veronderstellen is de reis zelf – met de lange vlucht naar Salvador, via een tussenlanding in Lissabon – veruit het minst aangename, vaak zelfs een heel vervelend deel – van deze ‘vakantie’. Toch een bescheiden beschrijving deze keer, omdat vooral de lange vlucht van bijna 9 uur, tussen Lissabon en Salvador een merkwaardige ontmoeting en ervaring bood.

    Tijdens de eerste vlucht, tot Lissabon dus, zat ik helemaal alleen op een rij, er waren trouwens zeer weinig passagiers. Een ideale gelegenheid dus om naar muziek te luisteren, met een ‘jongensachtige’ mp3, en tegelijkertijd te lezen. Voor dit jaar was mijn keuze gevallen op ‘De kapellekensbaan’ van Louis-Paul Boon, dat ruim 40 jaar geleden een eerste keer was doorgenomen en dat ik nog eens wilde opnieuw ‘ervaren’, omdat dit boek in vele opzichten ‘tijdloos’ en ‘niet gedateerd’ is, zoals je bijvoorbeeld ook van ‘Het gezin Van Paemel’ van Cyriel Buysse kan zeggen, omdat het eigenlijk allemaal draait om macht en machtsmisbruik of over ‘heren’ en ‘slaven’, zoals er de eeuwen door in telkens wisselende gestalten geweest zijn. In die zin zelfs een ideale voorbereing op een verblijf in Bahia, waar – ondanks de veelgeprezen ‘rijkdom’ van Brazilië, de oogverblindende cijfers van economische groei en de daarbij horende mooie plaatjes van zonnige stranden met geelgekleurd zand – de armoede nog welig tiert en onrecht en uitbuiting, vaak in venijnige, geraffineerde vormen, nog schrijnend hoogtij vieren. Allicht komt dit thema een van de volgende dagen of weken wel eens meer uitgebreid aan bod. Maar onvermijdelijk zal dit tijdloze thema latent aanwezig zijn in zowat alle anekdotes en impressies.

    Meer markant was evenwel de ‘lange vlucht’ van Lissabon naar Salvador. Zetel 42 F, op de allerlaatste rij, helemaal achteraan, was me toebedeeld. Ironisch zou je kunnen stellen: zo zie je maar hoe zelfs een respectabele maatschappij als TAP met ‘ouwe peekes’ omgaat! Helemaal achteraan ... daar hoor je thuis, vandaag de dag! Ik zat in de middengang, rechts van mij niemand, en links van mij, zetel 42 E, een dame die ik natuurlijk niet kende maar die mij meteen in het Portugees aansprak: ‘ja, nu gaan we dus samen op reis’. Ik vond dat nogal een vreemde begroeting maar ik vroeg toch of zij Braziliaanse was, en dan zijn we een gesprek begonnen dat wel 5 uur geduurd heeft – en om geen misverstanden te creëren: ik ben het gesprek niet begonnen en ik was ook niet de enige die aan het woord kwam. Er zijn dus blijkbaar nog mensen, die met onbekenden een lange babbel aangaan. Vreemde vogels, ‘die ze, allicht volgens velen, niet meer alle vijf op een rij hebben’.

    Beginnend met de spreekwoordelijke koetjes en kalfjes is dat een bijzonder boeiende babbel geworden. Veel te veel natuurlijk om alles te vertellen, maar toch een paar merkwaardige toestanden, die de moeite waard zijn. Ze was afkomstig uit een klein stadje tussen Salvador en Feira de Santana, en toen haar twee broers en haar zus getrouwd waren, had ze tegen haar ouders gezegd: ik zal nu ook maar op eigen vleugels gaan vliegen – ze was toen 18, de jongste van 4 kinderen, en dan is ze met enkele vriendinnen samen in een appartement gaan wonen en heeft ze een jaar of 15 bij Petrobras gewerkt, en toen vond ze dat ze lang genoeg in Brazilië gewoond had, en was ze helemaal alleen, met een koffer en een beetje geld, maar zonder 1 woord Engels te kennen naar Canada getrokken en heeft daar 5 jaar gewoond en gewerkt, en natuurlijk ook vlot Engels geleerd, en dan hield ze ook Canada voor bekeken.

    Ondertussen was een neef van haar in Frankrijk gaan wonen, en dus is zij maar naar daar getrokken, bijna helemaal in ’t Zuiden, op25 kmvan Bugarach, dat is dat dorp en die berg, waar, eind orig jaar, die ‘goedgelovigen’ verzamelden die het op handen zijnde einde van de wereld wilden overleven, omdat de ‘extraterrestrials’ daar zouden landen en de ‘vooruitziende slimmeriken’ met hun ruimtetuigen zouden komen oppikken, voor een bestaan in betere oorden en andere tijden. Nu woont ze al 8 jaar in Frankrijk en spreekt ook vloeiend Frans. Enkele jaren geleden heeft ze daar een Pool leren kennen, ze zijn getrouwd en hebben samen een klein bouwbedrijf; over al die jaren heen is zij inmiddels 46 geworden ... en vermits haar vader ondertussen overleden is, kwam ze nu voor een paar weken haar bejaarde moeder in de buurt van Salvador bezoeken. Wanneer ze dan na een paar uur vroeg wat mijn beroep was antwoordde ik eerst dat ik op pensioen was, en dan vroeg ze natuurlijk wat ik vroeger gedaan had, en ik zei dat ik padre was, maar ze had precies een beetje moeite om dat te geloven, want ze zei: ‘nee, serieus, wat is je beroep echt’, en ik zei dat ik echt padre was. Eigenlijk was ik toen heimelijk en stiekem een beetje blij omdat ze tijdens onze palaver blijkbaar een ‘mens’ en geen padre ervaren had.

    Zoveel verschillende omstandigheden en situaties boden vanzelfsprekend de gelegenheid tot een resem gespreksonderwerpen, aanvankelijk ‘aan de buitenkant’ en oppervlakkig, maar geleidelijk aan met meer diepgang, filosofie en levenswijsheid, wat trouwens niets anders is dan ‘praktische filosofie’, die niet uit de boeken is opgesnoven maar vanuit concrete ervaringen gegroeid is tot een diep gewortelde persoonlijke overtuiging. Onmogelijk alles aan te stippen, maar zo ging onder meer over relaties en gezinsleven, over geloof en moraal, over recht en onrecht – of misschien beter gezegd: over ‘recht’ en ‘zoveel dat nog krom is, maar recht gemaakt zou moeten worden. Kortom, het is al lang geen advent meer en Johannes de Doper werd niet vernoemd, maar zijn ideeëngoed was levendig aanwezig.

    Na een uur of vijf – het cabinepersoneel had de grote lichten toen al lang gedoofd, en alleen de kleine ‘waaklichtjes’ brachten nog enige klaarte – waren we even uitgepraat. Een uitgelezen moment om de benen eens te strekken van het lange zitten. Een uitgelezen gelegenheid ook om nog een paar uur proberen te slapen. Wat ook gelukt is, en op die manier was die lange vlucht nog redelijk vlug voorbij. Op een bijzonder aangename en verrijkende manier!

    De grote lichten floepten weer aan, nog vlug een vlugge hap, en dan opeens beneden ons de lichtjes – niet van de Schelde – maar van de miljoenenstad Salvador.

    Na de landing, heb ik lang moeten aanschuiven omdat ik helemaal achteraan in de rij stond – waar ‘ouwe peekes’ trouwens thuishoren naar de nieuwe normen van de nieuwe wereld en zijn vooruitgang en zogeheten beschaving! – en ook omdat ze bij de douane een nieuwe werkwijze ingevoerd hebben en nu, voor het eerst, de Brazilianen laten voorgaan en nadien de vreemdelingen controleren. Hierdoor was ik pas een uur na de landing in de aankomsthal, en daar stonden gelukkig en godzijdank enkele vrienden mij op te wachten. Er moesten dan nog euro’s gewisseld worden, en dan konden we met de auto naar het huis van Viviane en Ilton ... waar we kort na middernacht aankwamen. Nog even een korte babbel en dan naar bed, in een kamer waar het erg warm was en waar ook enkele muggen het heerlijk toeven vonden. Een deugddoende slaap, tot rond 8 uur, en dan stortbad en ontbijt. Het werd avond en morgen. Dat was de eerste dag.

    De tweede reisdag is wellicht stof voor een volgend vertellement. Maar alles picobello dus totnogtoe. Tschau, zoals ze hier zeggen!











    16-01-2013 om 15:51 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    12-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG 13 JANUARI

     

    1ste ZONDAG C – 13 JANUARI 2013

    DOOPSEL VAN CHRISTUS            

     

    Vandaag ontmoeten we opnieuw Johannes de Doper. In de advent riep hij ons op ons te bekeren en ons voor te bereiden op het kerstfeest. 

    Nu staat hij in de Jordaan om mensen te dopen. Wanneer ook Jezus door hem gedoopt wordt, breekt plots de hemel open en klinkt er een stem: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in wie Ik mijn welbehagen vind’. 

    Ook wij zijn gedoopt! Laat God dan ook van ons zeggen ‘Jullie zijn mijn geliefde kinderen in wie Ik vreugde schep.’ 
     

    In die tijd toen het volk vol verwachting was en iedereen zich aangaande Johannes de vraag stelde, of hij niet de Messias zou zijn, gaf Johannes aan allen het antwoord: ‘Ik doop u met water, maar er komt iemand die sterker is dan ik; ik ben niet waardig de riem van zijn sandalen los te maken. Hij zal u dopen met de heilige Geest en met vuur.’ 

    Terwijl al het volk zich liet dopen, en Jezus na zijn doop in gebed was, geschiedde het dat de hemel openging, en dat de heilige Geest, in lichamelijke gedaante als een duif, over Hem neerdaalde, en dat een stem uit de hemel sprak: ‘Gij zijt mijn Zoon, de welbeminde, in U heb ik mijn behagen gesteld.’

    (Lucas 3,15-16.21-22)

    ‘GEDOOPT TOT KIND VAN GOD’

    Het feest van vandaag doet ons nadenken over ons eigen doopsel. Wat kan dat beetje water eigenlijk aan een mens veranderen? Van oudsher wordt de draagwijdte van het doopsel zo omschreven: ‘We worden kinderen van God genoemd, en we zijn het ook!’

    'Kind' zeggen we, omdat er geen beter woord is om onze verhouding tot God weer te geven. We zijn mensen die in Gods Liefde mogen leven. We worden Gods geliefden, zoals kinderen de geliefden van hun ouders zijn. Zo worden we, zoals Paulus het zegt, ‘nieuwe, andere mensen’.

    Maar als wij nieuw worden door het doopsel, zullen wij ook op een andere wijze gaan leven. 'Als gij met Christus ten leven zijt gewekt, zoek dan, wat boven is'. Wie Jezus wil volgen, moet sterven aan de 'oude mens' en tegen 'de wereld' ingaan. 'De oude mens' en 'de wereld' wijzen op zondigheid. Wie in Gods Liefde mag leven, kan die ‘wereld’ of die ‘oude mens’ niet langer volgen, maar laat zich leiden door Gods Goede, Heilige Geest.

    Liefde en mededogen halen het dan op hardheid en haat. Minzaamheid en mildheid krijgen nieuwe kansen. Rust en vrede kunnen ons hart inpalmen, zoals Johannes schrijft: 'De volmaakte Liefde verdrijft elke vrees.'

    Die vrees verdwijnt niet omdat wijzelf zo’n goede mensen zouden zijn, die op een volmaakte wijze liefhebben, maar omdat we mogen geloven dat God ons liefheeft, onvoorwaardelijk, ook met onze kleine kanten. Vrees verdwijnt omdat we mogen geloven dat God Liefde is, omdat we mogen geloven dat Liefde gewoon een andere naam is voor God.

    Godzijdank heeft God zichzelf als Liefde laten kennen. Het is zo  groots en onvoorstelbaar dat het haast niet te geloven is. Daarom een klein gebedje om mee af te sluiten. Mogen wij af en toe in ons eigen leven, al was het maar heel even, een warme glimp voelen van die God, die Liefde is, en mogen wij zelf evenzeer voor andere mensen, die vaak klein en weerloos zijn, achter een façade van schone schijn, een straaltje van Gods eigen warme Liefde laten schijnen!

     

    Adem in ons

     

    Gij spreekt in alle stilte

    en alle talen vertolken U.

     

    Van alle woorden zijt Gij

    de waarheid,

    hun duurzaamheid,

    de troost die zij schenken.

     

    En ieder die ontvankelijk is

    mag U verstaan in zijn eigen taal,

    in zijn eigen leven.

     

    Geef ons dan woorden in de mond

    die troosten en verlichten,

    maak ons bedacht

    op recht en gerechtigheid,

    zucht in ons

    naar een nieuwe schepping.

     

    Geef richting aan ons hart

    en ons geloof,

    geef vruchtbaarheid

    aan ons zwoegen en denken,

    geef ons het brood van de vrede. Amen.

     

    Parochiepastoraal Brugge









    12-01-2013 om 10:09 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    11-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

     

    De kinderen van ‘de soetewey’

     

    Ze trekken ter schole ten halleveracht,

    - Het dorpje ligt ver van 't gehucht, -

    Om 't even, of liefelijk 't zonneke lacht,

    Voor wind noch voor regen beducht.

    Met blauw-baaien rokskens,

    de blinkende blokskens

    van 's zaterdags vers gevernist,

    zo trekken ze zwijgend

    de koppekes nijgend,

    door regen, door sneeuw of door mist;

    Dan spreken die boerengespeelkens geen woord,

    de groteren trekken de kleineren voort.

    ‘Klikkerdeklakker’ zo kloef'ren de rijen

    op blokskens voorbij langs de grauwe kasseien.

     

    Op grootmoeders neusdoek, met kopspeld gehecht

    en kleurig met bloemen bestikt,

    de strogele haren, heel stevig gevlecht,

    met vuurrode lintjes gestrikt;

    Bol-ronde gezichtjes

    en ogen als lichtjes,

    de handekens fris en gezond;

    Hoe lief en hoe gekjes

    die boerene bekjes met koffierandekens rond;

    Zo stappen ze fier en als waren ze rijk!

    Hun neusdoekje sleept met z'n tippen door 't slijk,

    ‘Klikkerdeklakker’, zo kloef'ren de rijen

    op blokskens voorbij langs de grauwe kasseien.

     

    Des zomers dan lopen de jongens voorop;

    Ze knabblen aan raap of aan pee,

    de meiskens die leren hun lessen luidop,

    de kleintjes die zeggen ze mee.

    Soms doen ze hun blokjes

    en lichtgrijze sokjes

    aan 't oude kapelleken uit,

    dan klinkt langs de wegen

    het joelen u tegen

    en 't plif-pleffend voetjes-geluid...

    Maar zien ze in het deurgat hun moederke staan

    gauw schieten ze sokjes en blokjes weer aan.

    ‘Klikkerdeklakker’..., zo kloef'ren de rijen

    op blokskens voorbij langs de grauwe kasseien.

     

    (Alice Nahon)

    11-01-2013 om 11:48 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (1)
    05-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG 6 JANUARI

     

    DRIEKONINGEN – 6 JANUARI 2013

    FEEST VAN DE OPENBARING

     

    Driekoningen! De wijzen uit het Oosten volgden een ster. Het was hun houvast, op de weg die zij gingen. Ook wij zoeken een houvast in ons leven, dat ons de weg blijft wijzen op onze gang door de dagen.

    We kijken uit naar licht en warmte als duisternis en kou in ons de bovenhand hebben. We snakken naar  rust en bezinning als het te druk is, buiten, rondom ons, of misschien binnen in ons hart, in ons eigen leven.

    En we bidden om wonderen, die hier én nu gebeuren kunnen, wondere dingen, die ons iets van God laten vermoeden.

     

    Toen Jezus te Betlehem in Juda geboren was, ten tijde van koning Herodes, kwamen er te Jeruzalem Wijzen uit het oosten en vroegen: ‘Waar is de pasgeboren koning der Joden? Want wij hebben zijn ster in het oosten gezien en zijn gekomen om Hem onze hulde te brengen.’ 

    Toen koning Herodes dit hoorde werd hij verontrust en heel Jeruzalem met hem. Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk bijeen en legde hun de vraag voor waar de Christus moest geboren worden. Zij antwoordden hem: ’Te Betlehem in Juda. Zo immers staat er geschreven bij de profeet: En gij Betlehem, landstreek van Juda, gij zijt volstrekt niet de geringste onder de leiders van Juda, want uit u zal een leidsman te voorschijn treden, die herder zal zijn over mijn volk Israël!’ 

    Toen ontbood Herodes in het geheim de Wijzen en hij vroeg hun nauwkeurig naar de tijd waarop de ster verschenen was. Daarop zond hij hen naar Betlehem met de opdracht: ‘Gaat een zorgvuldig onderzoek instellen naar het Kind,  en wanneer gij het gevonden hebt, bericht mij het dan opdat ook ik het hulde kan gaan brengen.’ Na de koning aanhoord te hebben vertrokken zij. 

    En zie, de ster die zij in het oosten gezien hadden, ging voor hen uit totdat ze boven de plaats waar het Kind zich bevond stil bleef staan. Op het zien van de ster werden zij vervuld van overgrote vreugde. Zij gingen het huis binnen, zagen er het Kind met zijn moeder Maria en op hun knieën neervallend betuigden zij het hun hulde. Zij haalden hun schatten te voorschijn en boden het geschenken aan: goud, wierook en mirre. 

    En in een droom van Godswege gewaarschuwd niet meer naar Herodes terug te keren, vertrokken zij langs een andere weg naar hun land.

    (Matteüs 2, 1-12)

     ‘GEEF ONS VANDAAG EEN TEKEN VAN LIEFDE’

     

    De ‘Belijdenissen’ van Augustinus zijn dan wel geen bestseller meer, zijn meest gevleugelde woord, is nog goed gekend: ‘Onrustig blijft ons hart tot het rust vindt in U.’ Mensen blijken zoekers met een eeuwig heimwee, dat niet echt tot rust komt hier op aarde, ook al mag de kennis groot zijn en de weelde overdadig. Ons hart lijkt meer te verlangen. We zien uit naar een thuiskomst die meer biedt.

    Daarom hebben mensen de eeuwen door uitgekeken naar tekenen of sporen van God. Daarom ook bleven vormen van geloof overleven, ook al was de tegenstand soms groot en de vervolging bloedig en fanatiek. En al mogen we hierin geen ‘bewijs’ van God zien, de hunker is onmiskenbaar. En als we die hunker erkennen, kan onze zoektocht beginnen.

    Sommigen kregen plots een overweldigend inzicht, zoals Paulus op de weg naar Damascus. Of Franciscus, of Charles de Foucauld, die als door een bliksemschicht wakker geschud werden uit de leegte van hun leven tot dan toe. Soms komt God ingrijpend tussen in een mensenleven.

    Meestal echter toont Hij als het ware meer geduld, en groeien wij slechts langzaam naar een beetje meer inzicht, langs weifeling en twijfeling, en niet zelden met vallen en opstaan. De psalmist  drukt dan ook een onrust uit, die zoveel zielen tekent:

    Zoals een hert reikhalst naar levend water  

    zo wil ik, God, met heel mijn wezen naar U toe.

    ‘Geef ons – vandaag en iedere dag! – een teken van liefde!’ Laat dat onze bede zijn. Ervaring leert toch dat een mensenhart slechts dan tot rust komt.

     

    Eeuwig heimwee drijft ons voort

    en houdt ons gaande

    in goede en kwade dagen.

     

    Heimwee naar geborgenheid,

    hunker naar een warme thuis

    en naar de veilige plek

    waar een mens aanvaard,

    bemind mag zijn zoals hij is.

    Onvoorwaardelijk,

    de eenzaamheid voorbij.

     

    Nood aan ruzieloos samenleven.

    Droom van vrede,

    van een wereld

    waar eenieder tot zijn recht kan komen

    en waar alles wordt gedeeld met allen.

     

    Diep verlangen naar geluk,

    zien en voelen

    en van harte weten:

    het is goed te mogen leven.

    Tijd om op adem te komen,

    grond onder de voeten te voelen,

    iemand die ons draagt.

     

    Eeuwig heimwee drijft ons voort.

    Sterk is het zoeken van de mens

    naar een ster van hoop.

     

    (Ward Vanoverbeke)













    05-01-2013 om 09:47 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    03-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DOORDENKEN OP DONDERDAG

     

    Het verhaal van de boom met de drie gouden appels ...

    Achter een boerderij stond een oude appelboom. De boer kon zich nog herinneren dat de appelboom geplant werd door zijn ouders. De jongen was met het boompje opgegroeid. Ieder jaar had hij genoten van de roze bloesems. Hij had geholpen bij het snoeien van de takken. In het najaar kon hij haast niet wachten met het plukken van de glanzende rode appels.

    Zo groeide en bloeide de boom tientallen jaren. Ook de jongen groeide op en nam de boerderij van zijn ouders over. Hij trouwde en zijn vrouw en hij kregen drie kinderen.

    Op een dag keerde de boer terug van het land. Hij maakte zich de laatste jaren zorgen over de boom want deze droeg steeds minder vruchten. Het leek wel of de boom ziek was.

    De boer dacht: misschien wordt het tijd dat ik de boom omzaag. Onder het eten vertelde de boer dit aan zijn kinderen maar zij protesteerden en zeiden: 'Misschien gaat de boom in het voorjaar toch weer bloeien en het is onze liefste klimappelboom.'

    'Goed', zei de boer, 'ik zal nog een paar maanden wachten.' Het werd voorjaar. In de appelboom bloeiden slechts enkele bloesems en er kwamen weinig bladeren aan de boom. De kinderen maakten zich zorgen om de boom. Ze gooiden er mest onder, ze maakten de stam schoon en ze vingen schadelijke insecten.

    Het werd een droog voorjaar en een droge, hete zomer. Iedere dag brachten de kinderen met hun gieter water naar de boom. Ze keken dan omhoog en zeiden: 'Lieve appelboom, blijf leven, zodat je ons appels kunt blijven geven.'

    Op een ochtend zagen ze tot hun grote vreugde dat er hoog in de kruin van de boom drie kleine appels hingen. Ze renden naar hun vader en moeder en vertelden wat ze gezien hadden. 'Dan zullen we de boom nog laten staan', zei de boer. Van nu af aan zorgden de kinderen nog beter voor de boom en langzaam rijpten de appels. Het was net alsof de appels meer glansden dan andere jaren.

    Op een warme, zonnige dag in september was het zover. De boer en de boerin stonden met de kinderen onder de boom. Ze keken naar boven en de boerin zei: 'die appels lijken wel van goud zo glanzen ze in de zon!'. Ze legden de grote glanzende appels in een mand. Vol verwondering keken ze eerst naar de appels en toen naar elkaar. Toen zeiden ze haast tegelijkertijd: 'De appels zijn van goud!' De boerin zei: 'Dat is vast de dank van de boom, omdat jullie zo goed voor hem gezorgd hebben.'

    Die avond lag er naast het bed van ieder kind een gouden appel. 's Nachts brak er een hevig onweer los . Achter de boerderij klonk een oorverdovend geraas. De boer, de boerin en de kinderen renden geschrokken naar een raam om te kijken wat er aan de hand was. Daar lag de grote oude appelboom, geveld door de storm.

    Met z'n vijven stonden ze te kijken naar hun wonderappelboom, die hun zoveel gegeven had. De volgende dagen werd de boom in stukken gezaagd en toen alles was opgeruimd, plantte ieder kind een nieuw appelboompje. In de winter die volgde werd de boerderij wekenlang verwarmd met het hout van de oude appelboom.

    Toen de kinderen groot werden en ieder hun eigen weg gingen namen zij hun gouden appel mee als dierbare herinnering aan de oude appelboom die zoveel voor hen had betekend.

    (Auteur mij onbekend)

    03-01-2013 om 08:39 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    01-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FEEST VAN MARIA, DE MOEDER GODS

     

    1 JANUARI

    MARIA, MOEDER VAN DE HEER

     

    Heilige Maria, Moeder van de Heer,

    U bent trouw gebleven

    toen de leerlingen gevlucht waren.

    Zoals U hebt geloofd

    toen de engel het ongelooflijke nieuws aankondigde

    dat U Moeder zou worden van de Allerhoogste,

    zo bent U blijven geloven

    in het uur van de grote vernedering.

    Daarom bent U, in het uur van het kruis,

    in de zwartste nacht van de wereld,

    de Moeder geworden van hen die geloven,

    Moeder van de Kerk.

    Wij bidden U:

    leer ons te geloven

    en sta ons bij

    dat ons geloof mag groeien

    tot moed om te dienen

    dat ons geloof

    een gebaar van helpende liefde wordt

    en zo het leed van mensen deelt.

    Paus Benedictus XVI

     

    01-01-2013 om 15:47 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 22/05-28/05 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 27/12-02/01 2022
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 08/06-14/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 28/11-04/12 -0001

    Blog als favoriet !

    Categorieën
  • Dagboek/bedenkingen (1617)


  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!