Inhoud blog
  • Bezinning bij de derde zondag van de Advent
  • WOENSDAG IN DE TWEEDE WEEK VAN DE ADVENT
  • TWEEDE ZONDAG VAN DE ADVENT
  • EEN GEDACHTE BIJ DE ADVENT
  • BIJ DE EERSTE ZONDAG VAN DE ADVENT
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Doorheen de dagen
    Ervaringen besproken
    28-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    AAN EEN GRAF

     

    Vliegen en vlinders, kinderen en bijen,

    al wat als stipjes vonkt door de natuur,

    warm, blij en snel, moedertje, schoot van vuur,

    daar hield je van, en zie, die bleven bij je.

     

    Want als ik hier de diepe stilte intuur,

    stijgt het zo glinsterend op, dat ik moet schreien,

    en duizend lachjes, liedjes, mijmerijen,

    tintelen uit het gras naar het azuur.

     

    'k Sta aan je graf als jij eens aan mijn wieg.

    Moeder, vrees niet dat ik bij dit verzonken

    handjevol as mij om het vuur bedrieg.

     

    Ik ween, als jij toen, om de vrije vonken,

    de bij, het kind, de vlinder en de vlieg,

    die in het licht van puur geluk verblonken.

     

    Martinus Nijhoff

     











    28-10-2019 om 17:46 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    25-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG 27 OKTOBER

    30ste ZONDAG C – 27 OKTOBER 2019

    ‘TWEE MENSEN IN DE TEMPEL’

     

    ‘Alles is genade’, schreef de Franse auteur Bernanos in zijn ‘Dagboek van een dorpspastoor’: ons hele leven is een gave uit Gods hand. Voor God staan wij met lege handen, in het geloof dat Hij onze goede wil aanvaardt.

    Wij komen hier niet om te pronken of om God te vertellen hoe goed we wel zijn: voor Hem staan wij als kleine mensen, met onze onmacht, en met onze dank voor het goede dat Hij in ons en in ons midden tot stand brengt.

     

    De Heer weet te oordelen

    en persoonlijk aanzien geldt niet bij Hem.

    Hij is niet partijdig ten nadele van de arme

    en Hij luistert naar het gebed

    van wie onrecht wordt aangedaan.

    Hij slaat acht op de smeekbede van de wees

    en op het lange verhaal dat de weduwe doet.

    (Uit de Wijsheid van Jezus Sirach 35,15-17)

     

    De farizeeër ging daar staan

    en sprak, in zijn gebed, over zichzelf:

    `God, ik dank U

    dat ik niet ben zoals de andere mensen …’

    De tollenaar daarentegen

    sloeg zich vol berouw op de borst en zei:

    `O God, genade voor een arme zondaar!’

    (Uit Lucas 18,11-13)  

     

    NEDERIG, DANKBAAR EN MILD

    Onze manier van bidden zegt veel over onszelf: twee mensen gaan naar de tempel, maar alleen de tollenaar is nederig genoeg om God te kunnen ontmoeten, de andere is hooghartig en stoot God af. Hun gebed toont hoezeer zij verschillen.

    Onze sympathie gaat naar de tollenaar: ‘Zo zijn ook wij’, denken we, ‘zo nederig, zo bescheiden’, en we zien onze hoogmoed niet: ‘Ik ben toch niet zoals die anderen!’. Toch zijn we dikwijls de Farizeeër en, soms, op onze beste dagen, wel eens de tollenaar.

    De Farizeeër wil vooral beter zijn dan de anderen. Zelfs in zijn gebed ziet hij alleen zichzelf, en streelt hij zijn eigenliefde, vol minachting voor alle anderen, die zwakkelingen, die zoveel slechter zijn. Het is een dubieus gebed!

    De tollenaar bidt heel anders: ‘God, wees mij, zondaar, genadig!’ Wie oprecht bidt, vergelijkt zich niet met anderen, maar wil bij God zijn, en dan word je vanzelf bescheiden. Tegelijk word je dankbaar omdat God zo genadig is, en je wordt mild voor de anderen, kleine mensen, zoals je zelf klein bent.

    Voor God, die het volle Leven, de volle Vreugde belooft en geeft, sta je vol dank. Dat besef dat het leven een gave is, maakt bescheiden over eigen kunnen en stemt ook mild tegenover andermans zwakheden.

    Wie oprecht bidt erkent zijn eigen onmacht, in de hoop dat God de kracht geeft om nieuw te worden. Hoogmoed maakt eenzaam. Bescheidenheid schept eenheid: met God en met de mensen. Dat neemt onze eigenwaarde niet weg, maar we worden echtere mensen!

    Je kan niet oprecht bidden als je niet echt menselijk leeft, als je hard en met misprijzen tegenover anderen staat in plaats van liefdevol en toegewijd voor hen te zorgen.

    En evenzeer, om echt menselijk te leven is het goed om regelmatig te bidden, om regelmatig voor God te gaan staan, dankbaar voor het Leven, dat je dag aan dag uit zijn hand ontvangt.

    ‘Mijn God, ik dank U voor mensen, die goed zijn’.

     

    Een lied om genade

     

    Diep in mijn donkere hoek

    waar ik een lichtstraal in zoek

    voor mijn gebroken bestaan

    roep ik uw zekerheid aan:

    God, wees mij zondaar genadig.

     

    God die mij bij U verwacht,

    hoor naar uw kind in zijn nacht.

    Dit is mijn ene gebed:

    dat U uw schuldenaar redt.

    God, wees mij zondaar genadig.

     

    Brandoffers breng ik U niet,

    enkel mijn diepe verdriet,

    enkel de tranen van spijt

    over mijn zonden geschreid.

    God, wees mij zondaar genadig.

     

    Schep een nieuw hart in mij, Heer.

    Daal met uw geest in mij neer

    tot in het uur van mijn dood,

    God, die uw mens nooit verstoot.

    God, wees mij zondaar genadig.

     

    Michel van der Plas











    25-10-2019 om 11:36 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    24-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ANDERS ZIJN

    ANDERS ZIJN

     

    Een Franse jongen was op reis door Afrika. In Senegal hoorde hij een lied in de inheemse taal. De jongen dacht: ‘Hé, wat klinkt dat raar.’ En hij vroeg: ‘Hoe komt het toch dat wij zo verschillend zijn van jullie, zwarte mensen?’ Niemand antwoordde. Of toch...

    Een oude man nam het woord. ‘Weet je wat wij doen als we honger hebben?’ De jongen vond dat een vreemde vraag. Hij zweeg. ‘Eten’, antwoordde de man zelf.’

    ‘Weet je wat wij doen als we iets te zeggen hebben?’ ‘Praten’, zei de jongen. ‘Juist, ja’, prees de man.

    ‘En als er iets belangrijks gebeurt?’ Weer zweeg de jongen. ‘Feesten, dansen, zingen’, was het antwoord.

    De oude man glimlachte. ‘Hoe denk jij dat we ons het liefste voelen?’ ‘Gelukkig’, probeerde de jongen.

    ‘Inderdaad’, prees de man. ‘Wij proberen gelukkig te zijn.’

    ‘Maar meneer...’ De jongen wist niet goed hoe hij het moest zeggen. ‘Meneer, dat willen wij ook allemaal’

    ‘O, natuurlijk’, antwoordde de oude man geheimzinnig, natuurlijk.’

    ‘Meneer, dan zijn we eigenlijk allemaal gelijk?’

    Het bleef even stil. Iedereen keek naar de oude man. Die glimlachte en schudde het hoofd.

    (Auteur onbekend)

    24-10-2019 om 08:29 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    21-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    Bladeren ... 

                 


    Ze vallen als ’t najaar

    winderig nattig waait

    eind van hun groene

    weelderig bestaan

    bruin geel bijna

    verdord

           

    Straks keert de tijd

    stilte in mij

    vroege duisternis

    verlaten straten

      

    Het kind groeit ...


    Patrick Rottier

     

    P. S. Ook voor de laatste foto heb ik bij dichter Patrick ‘leentjebuur gespeeld’.







    21-10-2019 om 14:56 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    19-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MISSIEONDAG 20 OKTOBER 2019

    MISSIEZONDAG 20 OKTOBER 2019

    ‘HIERAAN ZULLEN DE MENSEN ZIEN …’

     

    Oktober is al lang de missiemaand en vandaag is het Missiezondag. Dit jaar spreekt paus Franciscus van een buitengewone missiemaand: missiewerk gebeurt niet alleen door missionarissen in verre landen, maar allemaal zijn wij geroepen om te getuigen van ons geloof, om de blijde boodschap van Jezus uit te stralen. Mensen zouden moeten zien dat wij christenen zijn, bv. door de vreugde, de vrede, de zachtmoedigheid en de goedheid, die van ons uitgaat.

    En zeker ook door onze zorg voor de lijdende en arme medemens. Kortom, zoals Jezus het zelf heeft gezegd bij het Laatste Avondmaal: ‘Hieraan zullen de mensen zien, dat jullie mijn leerlingen zijn: als jullie elkaar liefhebben’.

     

    Zusters en broeders,

    als ik de liefde niet had, ik zou niets zijn.

    De liefde is geduldig en vol goedheid.

    De liefde kent geen afgunst,

    geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid.

    Ze is niet grof en niet zelfzuchtig,

    ze laat zich niet boos maken

    en rekent het kwaad niet aan,

    ze verheugt zich niet over het onrecht

    maar vindt vreugde in de waarheid.

    Alles verdraagt ze, alles gelooft ze,

    alles hoopt ze, in alles volhardt ze.

    Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie,

    maar de grootste daarvan is de liefde.

    (Uit 1 Korinthen 13,1-13)

     

    Tijdens het Laatste Avondmaal

    zei Jezus tot zijn leerlingen:

    kindertjes,

    nog maar kort zal Ik bij jullie zijn.

    Ik geef jullie een nieuw gebod:

    dat je elkaar liefhebt.

    Met de liefde die Ik jullie heb toegedragen,

    moeten jullie ook elkaar liefhebben.

    Daaraan zal iedereen kunnen zien

    dat jullie leerlingen van Mij zijn:

    als jullie onder elkaar de liefde bewaren.’

    (Johannes 13,33-35)

     

    ALS IK DE LIEFDE NIET HAD …

    In deze ‘buitengewone missiemaand’ vraagt paus Franciscus ons dus dat wij allen zouden getuigen van ons geloof in Jezus. En Jezus zegt ons: ‘Hieraan zullen de mensen zien dat jullie mijn leerlingen zijn: als je elkaar liefhebt.’

    Om over de liefde te spreken beginnen we best bij deze woorden: ‘God is Liefde’. Die volmaakte Liefde van God toont zich dag aan dag aan ons in twee hoogtepunten: de schepping, en de verlossing, dankzij de menswording van Jezus, beide niet alleen in een ver verleden, maar uitingen van liefde die voortduren. God noemen wij Schepper, maar ook nu nog draagt Hij ons dag aan dag. En ook de verlossing van zonde en dood, die wij ontvingen door zijn barmhartigheid, maakt ons ook vandaag nog tot nieuwe mensen – mensen, die de oude mens – onderworpen aan zonde en dood afgelegd hebben.

    God heeft ons zijn Zoon Jezus gezonden, maar die Jezus leeft voort onder ons, en in ons. Onze menselijke liefde zal zich spiegelen aan deze volmaakte Liefde, die God is, maar die volmaakte Liefde zal altijd een streefdoel blijven. Wel leert zij ons veel over het schoonste in onze menselijke liefde. God bestond van alle tijden, maar Hij wilde zich delen in uiterlijke tekenen, in onze menselijke geschiedenis.

    Dat geeft ons een eerste aanwijzing voor onze menselijke liefde: ook die zal niet alleen in ons hart leven, maar in tekenen aan het licht treden. Wij zijn geen zuivere geesten, maar omhuld met lichamelijkheid, en zo zoekt de liefde in ons hart ook een weg naar buiten. ‘De liefde bouwt een woning’, is de titel van een boekje van Dr. Anna Terruwe. Het gaat niet om een huis van stenen, maar over liefde die zich toont. Als wij iemand liefhebben, dan vertaalt zich dat in een manier van leven, die verder reikt dan een sentiment in ons hart. Ouders die van hun kindje houden, zorgen ervoor en koesteren het. Dagelijkse tekenen van liefde, die vanuit de binnenkamer van het hart naar buiten treedt, en gestalte krijgt.

    Zo is het met elke liefde. Maar Liefde mag niet geveinsd zijn. Eerlijkheid in de tekenen is heel belangrijk. Het moet daarbij niet gaan om grote daden: vele kleine attenties kunnen dag aan dag de innerlijke liefde uiten.

    En ook dit nog: je zoekt de andere nooit alleen om jezelf, voor je eigen nut, maar omwille van de andere. Je vergeet daarbij in zekere zin jezelf, als het hem of haar maar goed gaat. Eén van de kenmerken van liefde is de belangloosheid. Liefde zoekt zichzelf niet, maar is de houding in ons hart, die het goede voor de andere wil, en die zichzelf daarvoor kan vergeten.

    Maar het wonder van de liefde is dat wij juist zo zelf gelukkig worden. Als wij erin slagen onszelf te vergeten, komt de vreugde wonen diep in ons. Jezus zegt: ‘wie zijn leven verliest, zal het winnen’, wie het minst aan zichzelf als enig doel in zijn leven denkt, zal juist daardoor zijn diepste bestemming en diepste vreugde vinden. Last en moeite blijven bestaan, maar zij wegen niet meer of drukken niet, zij maken blij, niet uit een of andere vorm van zieke zelfkwelling, maar omdat wij zo geworden zijn dat wij het goede voor de andere willen.

    Er bestaat een oud verhaal over de evangelist Johannes, die al hoogbejaard is. Ook dan zat hij nog uren en uren samen met zijn jongere leerlingen. Op een dag maakte één van hen zijn beklag: 'Vader Johannes, jij spreekt altijd over liefde, over Gods liefde voor ons en over onze liefde voor elkaar. Waarom vertel je ons nooit eens iets anders dan over die liefde?'

    Johannes, die bij het Laatste Avondmaal zijn hoofd had laten rusten aan het hart van Jezus, antwoordde: 'Omdat er niets anders is, alleen liefde ... liefde ... liefde.'

    Liefde is een lange weg, en kan soms moeizaam zijn. Zij kan een hoge prijs in onthechting vragen, omdat zij niets zoekt voor zichzelf. Maar zij is de enige weg naar onze menselijke bestemming en naar God, die Liefde is.' 

    Een beetje triest staat hij voor mij,

    een magere opgeschoten jongeman.

    ‘Of ik geen emmers, potten, pannen,

    lakens, dekens of matrassen kopen wil?’

    Ik heb helaas niets nodig.

     

    Hij is van Juazeiro, dat is vijfhonderd kilometer hier vandaan.

    Vanmorgen is hij  met een aantal lotgenoten neergedumpt

    in deze voor hem totaal onbekende stad.

    De baas pikt hem vanavond weer op.

    Ze slapen met zijn allen in zijn vrachtwagen,

    tussen de handel die ze  overdag kwijt willen.

    ‘Slechte tijden, niemand koopt’, zucht hij somber.

    Of hij geen tas koffie wil?

    Hij bedankt, nauwelijks hoorbaar.

    Ik voel mij onwennig.

     

    Zonde, zo een frisse jongeman die de ganse dag rond zeult,

    geketend aan waardeloze brol.

    Het zoveelste slachtoffer van de werkeloosheid 

    Even licht er wat reactie op.

    ‘Straks ga ik weer studeren, voor dokter,

    com certeza, zeker weten’, zegt hij.

    ‘Com certeza, zeker weten’, laat ik me ook ontvallen.

    We weten dat dit niet zal gebeuren,

    dit jaar niet, volgend jaar niet,

    maar het helpt  om ons  onbehagen te milderen.

    Hij snapt wel dat ik zijn uitzichtloze situatie doorgrond.

    Hij wil geen medelijden,

    hij wil verkopen maar ik hoef geen brol.

    Een voor ons beiden vervelend moment.

    Hij is intelligent,

    heeft zijn 'magistério' – secundair onderwijs – voltooid. 

    ‘Até, tot ziens..’, zegt hij. 

    Het gerammel van potten en pannen verdwijnt in de straat.

     

    Até,

    tot er betere tijden komen,

    dit jaar,

    volgend jaar …

     

    (Frans Verhelle, missionaris in Brazilië)  









    19-10-2019 om 09:33 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    18-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IRMÃ DULCE

    Vorige zondag, 13 oktober, werd de Braziliaanse kloosterlinge, Irmã Dulce, in Rome heilig verklaard – als eerste van haar land – samen met, onder andere, Kardinaal Newman. Naar aanleiding hiervan schreef de meest vermaarde auteur uit Brazilië deze overweging.

    ‘Ik had, letterlijk, al dagen honger, ik was ziek, verloren in Salvador. Ik was weggevlucht uit een psychiatrische instelling waar mijn ouders mij hadden laten opnemen – niet omdat ze het slecht met me voorhadden, maar omdat ze de moed verloren hadden om hun ‘rebelse’ zoon onder controle te houden. Ik liep doelloos door de straten van de grootstad, die totaal vreemd voor me was, zonder een cent op zak … tot iemand me zei, dat er een zuster was die mij zou kunnen helpen – ik liep al het gevaar om opgepakt te worden als ‘vagebond’. Ik ging te voet naar het huis van de zuster. Daar sloot ik me aan bij een hele groep mensen, die bijstand zochten. En dan kwam mijn beurt, en ik stond daar, oog in oog met de zuster. Ze vroeg me wat ik wenste. Mijn antwoord was simpel: ‘Ik houd het niet langer vol, ik wil terug naar huis en ik weet niet hoe’. Ze stelde geen verdere vragen (zoals: wat doe je hier? Waar zijn je ouders? Enz.) Ik vertelde er niet bij dat ik uit een instelling was gaan lopen en dat er een grote kans was dat ik terug zou moeten. Ze nam een stukje papier op haar tafel en schreef daarop: ‘Goed voor een busreis naar Rio’, ze ondertekende het blaadje en vroeg me om daarmee naar het busstation te gaan en het te tonen aan om het even welke chauffeur. Ik vond het nogal dwaas, maar ik besloot toch om het te proberen. De eerste chauffeur aan wie ik het papiertje liet zien, zei dat ik moest instappen. Zo groot was het gezag van die zuster: een morele autoriteit die niemand durfde uit te dagen.’

    Het is met tranen in de ogen dat ik deze regels neerschrijf. Dank je, Irmã Dulce, voor die twee mirakels die je toen verricht hebt: de honger stillen van iemand en de terugkeer van een verloren zoon mogelijk maken.’

    (Paulo Coelho)

    18-10-2019 om 15:00 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    17-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.EEN GEBED BIJ MISSIEZONDAG

    EEN GEBED BIJ MISSIEZONDAG

     

    Gezegend zij God,

    de Heer van het Universum,

    die ons heeft geschapen als volkeren en naties,

    opdat we elkaar zouden kennen

    en niet om elkaar te misprijzen.

    Laten wij ons naar de vrede keren,

    en op God vertrouwen,

    want Hij is het die alles hoort en weet.

     

    En onder de dienaren van God,

    zijn zij het meest van genade vervuld,

    die op aarde wandelen in nederigheid,

    en die ons aanspreken met ‘Vrede zij u!’,

    wanneer we naar hen toegaan.

    Amen.

     

    (Uit de traditie van de Islam)

     

    17-10-2019 om 11:43 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    14-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    SANDALEN

     

    Langs rijzende tarwevelden

    Ging Jezus blootvoets door ’t zand

    terwijl Hij de discipelen vertelde

    Van de Vader en ’t andere land.

       
    Door avondzon beschenen

    Lag de landweg als een tapijt,

    korrels kropen door de tenen

    maar thuis stond koel water bereid.

         
    Excellenties en doorluchtige heren

    ziet men met muiltjes van brokaat.

    Zalig de voeten van wie niet verleren

    de ruwe weg die Jezus gaat.

     

    Gery Helderenberg









    14-10-2019 om 09:45 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    12-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG 13 OKTOBER

    28ste zondag C – 13 OKTOBER 2019

    ‘EEN WONDER VAN DANKBAARHEID’

    De mirakels uit de Bijbel lijken op onze dagen zo veraf. Dat zijn verhaaltjes van vroeger, zoiets krijgen we toch niet meer te zien in onze tijd. Vandaag horen we nochtans tot tweemaal toe het verhaal van een mirakel, tweemaal een wonderbare genezing van melaatsheid.

    De diepe betekenis is in beide gevallen: God is bekommerd om mensen. Ook al zegt zulk een wonderbare genezing van melaatsheid misschien niet zo veel meer aan de moderne mens, dat diepere geloof van Gods aanwezigheid in onze wereld blijft belangrijk voor altijd.

     

    In die dagen ging de Syriër Naäman naar de Jordaan

    en dompelde zich zevenmaal onder

    zoals de man van God gezegd had.

    Zijn huid werd weer als die van een klein kind

    en hij was gereinigd.

    (2de Boek Koningen 5,14)

     

    Op zijn weg naar Jeruzalem

    trok Jezus door het grensgebied van Samaria en Galilea.

    Toen Hij een dorp binnenging,

    kwamen Hem tien melaatsen tegemoet.

    Ze bleven op een afstand staan en riepen luidkeels:

    ‘Jezus, meester, heb medelijden met ons!’

    Toen hij hen zag, zei hij tegen hen:

    ‘Ga u aan de priesters laten zien.’

    Terwijl ze gingen werden ze gereinigd.

    (Lucas 17,11-14)

     

    ‘DANKBAAR IN HET LEVEN STAAN’

    Mirakelen! Dat er gebeurd zijn, en ook nu nog gebeuren, daarover bestaat geen twijfel. Vele wetenschappers hebben dit onderzocht en zijn het eens, en spreken van iets dat wetenschappelijk niet te verklaren is, en dat nooit op natuurlijke wijze zal verklaard worden. Maar die wonderen hebben steeds een diepere inhoud. Het feit is maar bijkomstig, het gaat om die inhoud. Daarom spreekt de evangelist Johannes liever van ‘tekenen’. Zulk een teken wil ons leren dat wij de vervulling van ons diepste verlangen niet zelf kunnen verwerven, op eigen houtje … maar dat het ultieme heil van God komt.

    En dan staan we daar met dat vreemde woordje ‘heil’. In de gewone taal gebruiken wij andere woorden: redding, bevrijding, verlossing … en bij elk van die woorden hoort een situatie van ‘onheil’. We worden gered, bevrijd of verlost uit iets wat ons ongelukkig maakt of onvoldaan laat. Denk maar aan het oude gezegde: ‘Het zou nog eens oorlog moeten worden, dan zou je eens zien hoe rap de mensen weer naar de kerk zouden gaan.’

    Nu zit ik niet elke avond te bidden: ‘Lieve Heerke, laat het nog eens oorlog worden’. Natuurlijk niet, en toch schuilt er in die naïeve uitspraak een diepe waarheid. Als we het woord ‘oorlog’ niet letterlijk, maar als een symbool gaan zien. Als een voorbeeld voor het ‘onheil’, dat wezenlijk verbonden is met ons mens-zijn. Als mens zijn wij, letterlijk ‘niet zelf-voldaan’, wij hebben niet genoeg aan onszelf. Een volkomen leven, een volmaakt geluk, ligt niet in onze eigen handen en is niet van deze aarde.

    Mens zijn houdt altijd in: onvolkomen, onvoltooid zijn. En dat betekent het woordje onheil in zijn diepste inhoud: dat wij, als mens, met een onvervuld verlangen moeten leven. Het heil, dat ons door God geschonken kan worden, beleven wij nu nog als een belofte, en zal pas later voltooid worden. We horen dat in de woorden van Jezus: ‘Ik zeg U dit, opdat gij vreugde zoudt vinden, en opdat uw vreugde volkomen zou zijn’. Of in dat andere woord, van Petrus tot Jezus: ‘Heer, tot wie zouden wij gaan? Alleen Gij hebt woorden van eeuwig leven.’ Het heil van God verwachten veronderstelt dat we afstand doen van onze hoogmoed: dat wij zelf in staat zouden zijn onszelf te ‘redden’.

    En daarom is ‘geloven’ geen kwestie van ‘moeten geloven’, maar veeleer van ‘mogen geloven’, ‘kunnen geloven’. Laten wij bidden dat die genade van het geloof ons gegeven mag zijn … zo niet vervalt ons leven in een voortdurend vluchten uit een zinloos bestaan, zoals wij maar al te goed merken.

     

    De Heer is mijn herder

    (Psalm 23)

     

    De Heer is mijn herder, Hij gaat

    mij voor naar velden vol dicht,

    levend groen waar het heerlijk

    weiden is, dankbaar staat

    Hij achter mij als ik drink

    van bronhelder water dat

    mijn heetste dorst verslaat.

     

    Hij wijst mij het veiligste pad

    en zegt: 'Dit is mijn naam.'

    Wordt het toch steil en glad,

    dan is Hij mijn stok. Ben ik

    terug in het dal waar alles

    grauw is en kaal, de dood zelf,

    dan staat Hij naast mij en zegt:

    'Wees niet bang, hier is mijn hand.'

     

    Sluiten mijn vijanden verwoed

    mij in om mij uit te hongeren,

    Hij geeft mij voedsel in overvloed.

    Zorgzaam zalft Hij de brandende

    wond van mijn hoofd met zachte

    olie, geeft mij een beker te drinken

    vol veerkracht en levensmoed.

     

    Zijn heil, zijn stille goedheid

    blijven mijn hele leven mij

    volgen, Hij is mij een huis

    dat nooit wordt weggebroken

    of afgenomen en waar ik vrij,

    gelukkig mag wonen tot in

    lengte van dagen, altijd.

     

    Gabriël Smit

    ---

    Tien zijn er genezen,
    één teruggekeerd
    om God te danken.

       

    Eén die meer ziet
    dan zijn niet meer geschonden huid,
    en weet dat echte genezing
    onderhuids begint
    in de bekering van het hart.

       

    Eén die verder ziet
    en oog krijgt voor de Bron,
    voor Hem die kracht is,
    die mensen doet beter worden.

       

    Eén die op zijn stappen is teruggekeerd
    en een begin maakt
    van een nieuwe manier van leven
    en kiest voor een leven
    in verbondenheid
    met de grote Genezer.

       

    Eén die dankt
    en niet meer normaal vindt
    al het goede dat gebeurt.

       
    Eén die dankt
    om het wonder dat hij ziet
    als mensen goed zijn voor elkaar.


    Andreas Parochie - West Zeeuws-Vlaanderen



















    12-10-2019 om 08:37 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    09-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DOORDENKEN OP DONDERDAG

    De mistslierten van oktober rijgen

    zich in het ochtendgloren aaneen lijk een paternoster.

    Bijna zonder zichtbaar begin en einde…

    een verbondenheid gestrekt over een ganse wereld.

     

    Het is goed dat we even nadenkend verpozen

    bij de schimmen van mensen,

    gehuld in het nevelige bestaan van deze aarde

    met zijn armoede, onderdrukking en toch ook hoop op:

    “ooit zal het beter worden”.

     

    Wat we voor deze mensen doen – hoe klein ook -

    steeds worden de mistslierten wat meer opgelost

    en schijnt de zon ook voor hen.

     

    Zelfs door het kleinste venstertje

    priemt een zonnestraal!

     

    Misschien wel dank zij U.

     

    Torre van Wynckel

    09-10-2019 om 16:59 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    07-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    heuvlen waarop de beuken kruiven

    als golven waar het licht op spat,

    een rood dak, een grijs dak, en duiven

    toeren zich rond een Toren zat:

     

    de ziel herkent in alle dingen

    haar verholen betekenis,

    't verdriet, 't verlangen, en haar zingen

    soms, als de tijd gekomen is.

     

    Als al wat komen moest, geschied is,

    als alle onzuiverheid geboet,

    gebeurt het wonder dat het lied is:

    de ziel zet het heelal in gloed.

     

    Hubert van Herreweghen

    07-10-2019 om 18:28 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG 6 OKTOBER

    27ste ZONDAG C – 6 OKTOBER 2019

    ‘HEER, GEEF ONS MEER GELOOF!’

     

    Geloven in een God, die hier en nu begaan is met ons leven, is nooit vanzelfsprekend geweest. Vandaag horen we in het evangelie dat de apostelen aan Jezus de vraag stellen: ‘Heer, geef ons meer geloof!’

    Het is ook onze vraag, maar dat geloof als gratis geschenk van God kan maar openbloeien wanneer we ons voelen als kleine mensen, klein en nederig onder elkaar en ook tegenover God; wanneer we ons voelen als een kind dat in vertrouwen leeft tegenover vader en moeder.

     

    Hoelang moet ik nog roepen, Heer,

    terwijl U maar niet luistert?

    Hoelang moet ik de hemel nog geweld aandoen,

    terwijl U maar geen uitkomst brengt?

    Waarom laat U mij onrecht lijden

    en ziet U die ellende maar aan?

    Waarom moet ik leven temidden van geweld en onderdrukking,

    waarom is er ruzie en moet men lijden onder conflicten?

    (Habakuk 1,2-3)

     

    Op een dag zeiden de apostelen tegen de Heer:

    ‘Heer, geef ons meer geloof!’

    Hetzelfde geldt voor jullie;

    wanneer jullie alles gedaan hebben

    wat jullie is opgedragen, zeg dan:

    ‘Wij zijn maar knechten,

    we hebben enkel onze plicht gedaan.’’

    (Lucas 17, 5 en10)

     

    ‘HEER, GEEF ONS MEER GELOOF!’

     

    ‘Heer, geef ons meer geloof’, vragen de leerlingen aan Jezus. En dat zou ook ons wel goed van pas komen: een beetje meer geloof. Maar dan moeten we dat geloven wel goed verstaan.

    Geloven in God is meer dan een overtuiging of een reeks van waarheden, het is een ontmoeting met God. En dat schenkt ons vreugde, omdat we daardoor andere mensen worden: mensen met meer hoop en met meer liefde.

    Als we in God geloven, staan we anders tegenover het kwaad en het leed dat ons wordt aangedaan. Dat leed blijft bestaan, maar ons geloof in God roept ons op om dat kwaad te vergeven. Het blijft niet levenslang op ons wegen en het roept ook niet op tot wraak.

    Als we geloven in Jezus, die verrezen is en opnieuw tot leven kwam, mogen we ook aannemen dat er altijd toekomst en hoop is. En dat zelfs doodgaan niet het einde is.

    Allemaal hebben wij onze kwetsuren en wonden. En allemaal lijden wij onder vele vormen van kwaad. Maar wie gelooft, weet dat alle wonden geheeld zullen worden en dat alle kwaad kan verdwijnen. Zo is de boodschap van Jezus bevrijdend.

    Onze Paus, Franciscus, heeft dat heel mooi gezegd:

     

    Met Jezus in ons hart 

    dragen we vreugde en hoop uit

    en kunnen we zelfs de duisternis

    van onverschilligheid en ontgoochelingen verdragen.’

     

    (deels geïnspireerd door gedachten van Manu Verhulst) 

     

    Heer, ik ben enkel uw knecht,

    een van uw lijfeigen mensen,

    een die maar doet recht en slecht

    wat U van hem maar moogt wensen.

     

    Wijs me het werk van de dag,

    leer me niet verder te vragen,

    laat het mijn enig bejag

    zijn om mijn Heer te behagen.

     

    Zeg me wat ik heb te doen.

    Spaar me opstandige dromen,

    en een te groots visioen

    waar ik aan toe heb te komen.

     

    Wijs me het wat en het hoe;

    geef me het goede vertrouwen,

    als ik bezie wat ik doe,

    dat het me nooit zal berouwen,

     

    dat U mijn alles bent

    en dat U mij zult regeren,

    Heer, als een goed instrument,

    U en uw Vader ter ere.

     

    Laat wat uw knecht hier dan doet

    leiden tot die ongeziene

    tafel van overvloed

    waar U mij zelf zult bedienen.

     

    Michel van der Plas

    07-10-2019 om 18:27 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    03-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DOORDENKEN OP DONDERDAG

    OPENHEID

     

    Heer, als ik verdriet heb

    en gesloten en onverschillig dreig te worden

    voor de mensen in mijn omgeving,

     

    zorgt U dan dat ik openblijf

    en niet in het egoïsme verval

    waartoe verdrietige mensen zo geneigd zijn.

     

    Zorg dat ik niet alleen aan mezelf denk.

     

    Het is niet goed dat ik veeleisend ga worden,

    anderen lastig val en hun plezier vergal,

    omdat het mij niet goed gaat.

     

    Laat mij hun kleine attenties zien,

    ze waarderen en er dankbaar voor zijn.

     

    Leer me voor de anderen iets te betekenen:

    je komt het gemakkelijkst heen over je verdriet

    als je jezelf vergeet door anderen te helpen.

     

    Romano Guardini

    03-10-2019 om 07:37 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    30-09-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    FOTO

     

    Weemoed is een foto van voor twintig jaar.

    Familie, nog samen, nog gezond.

    Is toen. Met een lijst van nu errond.

    Het nu houdt het verleden bij elkaar.

                           

    En omgekeerd. Want nu is maar even.   

    Is opschrikken en vragen:

    waar waren we gebleven?

    Bij jou. In Die Dagen.

     

    Alles is ver. En de liefste dingen nog verder.

    Maar door het verleden wordt het bij elkaar

    gehouden, als schapen door een herder.

     

    Herman de Coninck

    30-09-2019 om 11:35 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    28-09-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG 29 SEPTEMBER

    ‘De arme Lazarus van toen, van nu …’

    Beste christenen, van harte welkom in onze kerk! Seizoenen volgen elkaar op. De herfsttijd is aangebroken. De aarde heeft haar vruchten voortgebracht. 

    We komen samen bij de Heer. Hij verwacht ook van ons goede vruchten!

    Net zoal vorige week gaat het daarbij om rechtvaardigheid, liefde, een eerlijke verdeling van de goederen tussen de mensen. De schandalige, mensonwaardige kloof tussen arm en rijk is er nog altijd, ook in de 21ste eeuw, hier en op wereldvlak. Lazarus sterft nog iedere dag, kunnen we zeggen met een verwijzing naar het evangelie van vandaag over 'Lazarus en de rijke vrek'.

     

    Dit zegt de almachtige Heer:

    Wee jullie, zorgelozen in Sion,

    zelfverzekerden op de berg van Samaria,

    leiders van dit uitverkoren volk,

    tot wie de Israëlieten zich wenden!

    Jullie liggen maar op je ivoren bedden,

    hangen op je divans,

    eten lammeren uit de kudde

    en kalveren uit de stal.

    … maar jullie lijden er niet onder

    dat Jozefs volk ten onder gaat.

    (Amos 6,1.4.6)

     

    ‘Er was eens een rijk man

    die in purper en fijn linnen gekleed ging

    en iedere dag uitbundig feest vierde,

    terwijl een arme, die Lazarus heette,

    met zweren overdekt voor de poort lag.

    Hij verlangde ernaar zijn honger te stillen

    met wat bij de rijkaard van de tafel viel.

    Maar er kwamen alleen honden

    die zijn zweren likten.

    (Lucas 16,19-21)

     

    ‘PROFETEN VROEGER EN VANDAAG’

     

    ‘Als ze naar de profeten niet luisteren …’, een onopvallend zinnetje uit het evangelie. Niet alleen toen, ook nu nog zendt God zijn profeten! Cesar Maes was zo’n ongekende profeet. In 1970, hij was toen bijna 40, een prof met veel talent en aanzien, maar zijn hunker reikte verder: hij liet de wijsheid en de rijkdom van de wereld achter zich en vertrok als missionaris naar de armste Indianen van de parochie San José Ojètenam in Zuidwest Guatemala. In 2005 is hij daar, op 74-jarige leeftijd overleden. Aan hem is volgend tweevoudig ‘In Memoriam’ gewijd:

    ----

    Beste vrienden,

    Dat we mogen deelnemen aan dit dankoffer maakt ons blij. Moge deze viering voortzinderen als een orgelpunt dat voor altijd wordt geplaatst achter de levenssymfonie die Cesar gedurende 35 jaren heeft gecomponeerd en uitgevoerd.

    De graankorrel die Cesar heeft geplant in de aarde van San José is gestorven maar de oogst is er des te rijper om en zal nog groter worden.

    ‘Geef de indianen eerst hun fierheid terug; pas daarna kunt ge binnen treden in hun ziel ‘: deze gedachte vertaalde Cesar in daden, elke dag opnieuw.

    Hij was inderdaad gehard door het leven. Eenvoud en al die kleine gewone dingen die moeder aarde ons schenkt, tekenden hem zeer, zeer diep. Dit gaf hem die onweerstaanbare kracht om naar de kleinen toe te gaan en altijd mild te zijn voor de anderen.

    Op 2 september laatstleden mochten we Cesar nogmaals ontmoeten in zijn warme familiekring te Overmere. We herkenden het brevier met psalmgebeden dat nooit ver van hem af lag als een trouwe compagnon: het lag ietwat beduimeld op het tafeltje in de kamer.

    Hij sprak er niet veel over zichzelf, maar wel des te meer over zijn mensen in San José, over hun overvloedige forellenkweek, over de Prado – een vijver zo groot als een voetbalveld – over zijn opvolger Padre Saul , en … dat hij er aan dacht zich terug te trekken in de kalmte van de ‘choco casa’: zijn geliefde hut tegen de flank van een lang gedoofde vulkaan, en omgeven met vijvers en bloemen en kolibries.

    Bij ’t afscheid beloofden we hem de volgende dag een brief achterna te sturen: ‘Zo vlug al?’ vroeg hij zeer gevat. Waarop we opperden dat die brief wel een hele tijd onderweg zou blijven. Een niet mis te verstane afspraak dus. Drie dagen later vloog hij voor goed terug naar Guatemala … en nog veel, veel verder …

    Hij had er echter op aangedrongen – daar hijzelf nog wat moe was en veel moest rusten van de dokter – dat we toch nog eens naar die prachtige Donk van Overmere zouden gaan wandelen. En we dachten terug aan zijn laatste brief waarin hij in nota vermeldde dat het nog niet te laat was om hem te komen bezoeken in San José. En dat zijn mensen zo blij waren met de nieuwe zwemkom. En hij voegde er aan toe: ‘Afwachten wat de gezondheid zegt. We zijn ook niet meer van de jongsten. Maar voorlopig geen klagen.’ En hij besloot veelbetekenend: ‘Veel vrede en vreugde voor dit jaar... en alle jaren daarna…’ Dat was december 2004…

    Maar keren we terug naar de parochie die hij heeft gesticht in 1970. Het bruiste er van leven en gezelligheid: zijn deur stond altijd open voor duizenden van zijn mensen. Er was trouwens geen bel.

    Niet de minste moeite heeft hij gehad om zijn universitair diploma opzij te leggen, met veel plezier. Om met zijn handen en met zijn ziel iets te gaan doen voor die gewone Maya – indianen. Zoals in de Duitse uitgave van zijn geschriften getiteld stond: ‘Das Abenteuer nimmt seinen Lauf!’: het avontuur kon beginnen: en hij ging met zijn volk voor goed op weg.

    Cesar was weliswaar geen klompenmaker, maar toch wel een ware stielman voor God. Hij was bijtijds verpleger, ambulancier, ontwerper van kacheltjes, molenaar, bakker, groenten- en fruitkweker, visser, bomenplanter. Hij kweekte waterlelies, oesterzwammen. Hij was onderwijzer, advocaat, boekenschrijver, catechist en peter, muzikant, bergbeklimmer. En bracht zijn mensen ertoe hetzelfde te doen. Met als enig doel zijn mensen warm te maken voor een volwaardig leven.

    En ze klampten zich aan hem vast. Hij van zijn kant voelde zich tijdens de feestelijke zondagseucharistie als gedragen door een ‘nieuwe’ kerk: honderden van zijn mensen trokken er heen – vaak van uren ver en te voet over berg en dal om er de hele zondag door te brengen als een feest zonder einde. Tijdens de preken was de ene of andere gevatte opmerking van de mensen zeer welkom. En hij zegende velen en dikwijls.

    Hij stond in pure bewondering voor het oneindig kleine en het ontzaglijk grote in de natuur. Onwillekeurig denken we hier terug aan het kleinste vogelnestje van de lang gebekte kolibrie dat hij ons aanwees, amper 2 cm groot. Evengoed ontplooide hij voor wie begrijpen wilde de immense sterrenhemel zoals we die in ons westen helemaal niet meer kunnen zien.

    Vandaag staat het deurtje van de ‘choco casa’, die intieme houten blokhut, voor goed wijd open, met uitzicht op de Prado en San José: zijn land van belofte. Cesar wilde op het einde alleen zijn om zeer dicht bij die sterrenhemel te blijven: want hij ervoer er dwars doorheen een totaal andere en nieuwe dimensie: deze van zijn Schepper en Heer.

    Over enkele dagen zullen de mensen van San José hun dierbare doden bezoeken: ze zullen de zerken wit en blauw schilderen, met bloemen en slingers versieren; ze zullen er samen eten, en praten tot hun dierbaren, wellicht ook bidden…

    Want ooit schreef Cesar: ‘Ik durf hopen dat ooit een kind wat veldbloemen plant op mijn graf’. En hij voegde er fijntjes aan toe: ‘En dat mogen zelfs heel kleine zijn’. ‘Ik heb zo veel van de sterren gehouden dat ik geen nacht meer vrees.’ En ‘een glimlach is sterker dan een traan.’

    Cesar wuifde alle negativisme weg en durfde uitroepen: ‘A Dios tristeza! Weg met al die droefheid! Leg al uw pijn in Gods handen!’. En op bladzijde 59 van zijn boek vinden we de foto van een Cesar met een peuter op de schoot: twee lachende figuren, waarbij hij met de vinger de kleine naar omhoog wijst..

    Dank u Cesar, voor uw eeuwig aantrekkelijke glimlach. Die heeft vast iets met uw SCHEPPER, met onze God te maken.

    Want er staat en blijft in reuze grote letters in de Prado geschilderd: TODO HABLA DE DIOS. Alle dingen en mensen zeggen zo veel over onze God. En Cesar voegt er aan toe op zijn Overmeres: ‘Als ge goe kijkt!’….

    Dank voor dat alles, Cesar !!!

    Claudine en Herman Kerkhove. Ronse.

     

    ---

     

    ADIOS CESAR MAES


    Dagelijks surf ik eventjes naar de katholieke nieuwssite Rorate (RKNieuws.net) op zoek naar de kerkelijke actualiteit. Maar dinsdag was het even schrikken. ‘Fidei-Donumpriester Cesar Maes in Guatemala overleden’.

    Het bericht kwam dan toch nog – ondanks onze weet van zijn ziekte – als een verrassing. Cesar Maes…, Ronse mag hem gerust tot een van de zijnen rekenen. Ik heb hem van nabij meegemaakt toen hij leraar was in het Sint-Antoniuscollege. Uren heb ik – als jonge beginnende collega-germanist – met hem ‘gesleten en genoten’. En hij kon als geen ander vertellen: over zijn armoedige jeugd (hij werd geboren te Uitbergen in 1931, maar zijn kinderjaren bracht hij door te Overmere), zijn priesterroeping (hij werd in Gent tot priester gewijd in 1957), zijn vele vriendschappen, zijn beginjaren op het college. Over die laatste getuigde hij:’ Mijn benoeming (31 augustus 1961,) te Ronse had ik gevreesd: ik had daar voordien een niet volledig geslaagde interim. ’t Schijnt dat Cyriel Martens bij de superior Couvreur op mijn benoeming aandrong: er waren niet zoveel priestergermanisten beschikbaar en van mij wist men al ongeveer welk soort vlees men in de kuip kreeg. Van twee kwalen kon ik eventueel nog de kleinste zijn.’ 

    Maar zijn diagnose was verkeerd. Hij werd een hoog gewaardeerde leraar Engels en Duits. Aan allerhande voorgekauwde didactiek had hij een broertje dood. Hij gaf les vanuit de buik – neen, ’t zat hoger – vanuit zijn hart! Grammatica en regeltjes waren hem er teveel aan. Hij trainde zijn leerlingen in de ‘communicatieve vaardigheden’ – pratend als de beste – lang voor de uitvinders van de didactische geheimtaal geboren waren. Met een bang hartje moest ik die man opvolgen. Die man, die aan het college mede zoveel glans gaf. Met zijn knapenkoor, de 'Vreugdezangertjes', mocht hij, aldus zijn getuigenis, ‘veel beleven. Wij zongen slordig maar wij zagen veel, ook bergen en edelweiss, met terloops een buitenlands optreden in de open lucht. Het was een aangename, jeugdige boel met kampen, uitstappen en romantiek. Ik was getekend door vele jaren activiteit in de jeugdbeweging. ‘Des vriends was ons belangrijker dan de kunst.’ Vele oud-leerlingen zullen het zich wel herinneren.

    Veel muzikale bagage had hij van huis niet meegekregen. ‘Mijn opleiding begon in een klein huis. Onze ongeschoolde moeder zong graag en wij dus ook…’

    Inderdaad, hij was niet te beroerd om zijn geringe afkomst te koesteren. Ooit schreef hij: ‘Mijn ‘curriculummeken’ begon nochtans met een meevaller. Ik mocht in een arme familie geboren worden, op een steenworp van een groot meer, vol aantrekkelijkheden. Vader was een klompenmaker en dat was geen indrukwekkende carrière. Hij maakte klompen en, met moeder, elf kinderen. Vier ervan waren mij voor bij de aankomst, ik hield er zes achter mij. Dat was veel volk voor een klein huis.’ Maar net die jeugdervaring deed hem de oren spitsen naar een tweede roeping: priester-missionaris worden bij de armste der armen. Hij aardde gewoon niet in de swinging sixties! Toen ‘…groeide echter de pijnlijke zekerheid dat er een onchristelijke kloof ligt tussen de theologie van de welgevoeden en de theologie van de opzij geduwden.’

    Begin 1970 besloot hij als ‘Fidei Donum’-priester naar Guatemala te vertrekken. Hij werd er de eerste pastoor van San José Ojetenàm. Het dorp in Zuid-West-Guatemala, in de grensstreek met Mexico, ligt op 3.000 meter hoogte en telt ca. 12.000 inwoners.( De term ‘Fidei Donum’’ verwijst naar de gelijknamige encycliek van paus Pius XII uit 1957 waarin de paus zijn collega's-bisschoppen oproept om voor een bepaalde tijd priesters van hun bisdom te zenden naar bisdommen elders in de wereld om daar hun diensten aan te bieden aan de plaatselijke bisschop).

    En hij bleef er… en leefde er temidden van de lokale arme indiaanse bevolking, hoog in de bergen. Hij richtte er een proefterrein op (met eigen gekweekte groenten en dieren), bouwde een kerkje (waarin de liturgie telkens vrolijk de muren uitbarstte), animeerde en organiseerde in een gerenoveerde zaal (‘Adios Tristeza’!) bonte avonden in de beste Vlaamse traditie (hij leerde de indianen ‘Op de purperen hei’!), en leidde catechisten op, bezocht oude en zieke mensen op de meest onmogelijke plekken… en overleed er. En terwijl ik laat in de avond dit allemaal neerschrijf, is aan de overkant zijn uitvaart bezig.

    Die mag ik als gelovige – wat Cesar betreft – een welverdiende ‘invaart’ noemen naar het huis van de Vader. In 1994 schreef hij: ‘Ik zag ook enkele oudjes zingend sterven. Zo zou ik ook willen sterven, maar of ik, na de gelukkige jaren in dit paradijs van eenvoud, nog in aanmerking kom voor een hemel van langere duur hangt af van de voorwaarden van de Heer, de enige groothandelaar in geluk…’. Die voorwaarden zijn ruimschoots vervuld. Adios, Cesar!

    Gaby Verzele

    ---

    ‘Als ze naar de profeten niet luisteren …’ zei Jezus in één van zijn mooiste parabels toen. Zou Hij vandaag andere woorden spreken, als Hij die talloze hongerlijders zou zien, aan de poort van de rijken?

    ---

    ENKELE CITATEN UIT HET BOEK

    ‘ADIOS TRISTEZA’

    ‘Voorlopig huis ik nog in het primitieve hok. Ik gaf het een moderner uitzicht met een degelijke petroleumlamp, een paar planken voor de potten en de pannen en een reeks nagels voor de kopjes, want ik heb er nu al vijf. Een plastiekzak, waarin ooit een deken stak, is het venster. De WC, die honderd meter verder staat, kan nu eindelijk ook bij regenweer gebruikt worden.’

     ---

    ‘Ik kook zelf mijn potje. Ik ben helemaal geen sukkelaar. Men moet eerst honger hebben om te weten hoe lekker een schotel pakjessoep smaakt. Lekker zijn ook de bananen, de tomaten, de eieren, de aardappelen, al zijn er niet telkens alle ‘oogjes’ uit, en de ruwe lappen vlees. Men moet eerst door vlooien gebeten zijn om te weten hoe weldoend een zalfje kan zijn. Men moet eerst moe zijn om van rust te genieten. De nachten zijn heerlijk, ook zonder lakens, na een bezoek te paard aan een ver bergdorp. Men moet eerst heimwee hebben naar het oneindige en naar de mensen opdat elk woord van omhoog en elke groet van een vriend verrijkende vreugde kan geven.’

    ---

    ‘Dit heb ik nu al beter begrepen: dat er zonder behoeften geen voldoening kan zijn en dat wie sterren wil zien in de nacht moet gaan staan.’

    --- 

    ‘Soms heb ik het gevoel dat ik mij vergist heb, dat ik allang hier had moeten zijn, dat ik deugden heb geleerd die hier niet passen. Stiptheid? Wat een gekke uitvinding is een uurwerk, dat ons steeds op de hielen zit en aanspoort om tijd te winnen, zonder te weten waarvoor. Een Indiaan weet beter en heeft tijd genoeg. Beleefdheid? Geef mij maar de warme, vuile hand van een Indiaanse boer en de glimlachende groet van ongewassen kinderen.’

     ---

    Wij steken van wal met vertrouwen in de toekomst en met de hoop dat het getuigenis van ons geloof luid en oprecht mag klinken.

     ---

    ‘Terzelfdertijd groeide echter de pijnlijke zekerheid dat er een onchristelijke kloof ligt tussen de theologie van de welgevoeden en de theologie van de opzijgeduwden’.

    ---

    ‘Voor de zwijgzame Indianen is de glimlach de taal van hun vriendschap. Ze glimlachen voortdurend.’

    ---

     ‘Het ouder worden doet denken. Over de mooie, kleine dingen hier, die ik in België niet kon zien, omdat daar de huizen te hoog zijn.’

     ---

    ‘Eigenaardig hoe volle magen niet enkel stevige buiken maar ook slappe geesten kweken.’

















    28-09-2019 om 18:35 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    26-09-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    DE LAATSTE DAGEN


    Een blauwe schotel bleef, met enkle vruchten, 
    vannacht in het prieel op tafel staan, 
    en daarop schijnt, door winde en wilde wingerd, 
    een laatste straal van de verdoofde maan. 

             
    Geen wind beweegt de donkre notelaren, 
    rond zonnebloem en volle dahlia 
    gonst geen insekt: 't is de volmaakte vrede 
    die eeuwig lijkt, als kwam niets daarna. 

            
    O laatste, warme dagen van september, 
    de weemoed van uw licht gloeit ook in mij, 
    ik laat, als gij, mij met een glimlach glijden 
    naar dood en vrede, beiden zo nabij. 


    Jan Van Nijlen 

    26-09-2019 om 09:52 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    18-09-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.LA SAINTE-BAUME

    RELAAS VAN EEN REIS 2

     

    HET MASSIEF VAN LA-SAINTE-BAUME

     

    In Zuid-Frankrijk, zowat 50 km ten Noorden van Marseille, ligt het massief van ‘La Sainte-Baume’, hoogste punt 1147 meter. Daar, hoog in de bergen, bevindt zich de grot waar volgens een overlevering Maria Magdalena dertig jaar woonde en ook begraven is, nadat zij, omwille van de vervolgingen, uit het Heilig Land gevlucht was over de Middellandse Zee. Of dit historisch zeker is, valt moeilijk te zeggen, maar het is minstens een heel mooie legende. Engelen brachten haar zeven keer per dag naar de top van de berg, waar ze in extase raakte. Op de top van die berg staat nu de kapel van de Saint Pilon. De naam van het massief, ‘La Sainte-Baume’ houdt trouwens verband met dit mooie – al dan niet historisch correcte – verhaal, want het woord ‘Baume’ is ontleend aan het oud-Provençaalse of Occitaanse ‘Baumo’, dat ‘grot’ betekent.

    Ongeveer dertig kilometer meer naar het Noorden, in Saint- Maximin-la-Sainte Baume staat een grote gotische basiliek, die eveneens aan Maria Magdalena gewijd is.































    18-09-2019 om 16:14 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    17-09-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    MIJN GEBOORTEDATUM

     

    Mijn geboortedatum werd
    geschreven in een dorp
    dat rook naar hooi
    en paardenhaar: het was
    acht uur in de morgen
    en de zon, als een
    complimenteuze fotograaf,
    stond het landschap
    te bekijken van
    ademloze september.

    In mijn spaarpot viel
    de eerste zilveren gulden,
    in mijn ogen was nog geen
    licht, maar wel een
    begin zichtbaar van
    glimmende stuiter
    en mijn stem hinkte
    ook nog maar op
    éen gedachte: lucht.
    Adem van september.

     

    Mijn wieg knikkebolde
    bij het slaan van de klok
    – paukenslag in de diepte –
    en de tijd bouwde mij
    langzaam op, trok aan mijn
    haar, gaf mij een schooltas
    en begon een heel dorp
    met zoemende boomgaarden
    en kleurige of vinnige
    mensen rond mij op te zetten.

     

    Toen ik negen jaar was
    sloop er een fout in de
    geschiedenis, die niemand
    meer uit zou kunnen gummen.
    Met hartstocht ging een geweer
    af en nog éen, en toen vlogen
    honderd zware roofvogels
    opeens laag over de grond
    en zaaiden pitten van dood
    in mensen en dieren die ik kende.

     

    Ik was plotseling uit mijn kracht
    gegroeid en stond te trillen
    op mijn benen, te jong om te vechten,
    te goud van Hollands zonlicht
    om mijn vleugels te sluiten.
    Met tussen mijn ribben
    een tandrad van angst
    leefde ik verder met
    ondergedoken ouders,
    verborgen als een
    speld in een hooiberg.

     

    Jaap Harten (1931-2017)

    17-09-2019 om 11:07 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    14-09-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.LA SALETTE

    RELAAS VAN EEN REIS 1

     

    LA SALETTE

     

    Op 15 augustus jongstleden waren we even te gast bij Moeder Maria in La Salette. Dit bedevaartsoord werd reeds uitvoerig belicht op 21 juni en 15 augustus van 2013, nog steeds te vinden op deze blog; ook toen werden reeds foto’s gegeven.

    Vandaag zijn tekst en foto’s volledig nieuw.

    ---

    La Salette is een onooglijk alpendorpje op 1800 meter hoogte, gelegen in de Franse Alpen, zowat 75 km ten zuidoosten van Grenoble. Het natuurschoon is er overweldigend, woest en groots. `s Ochtends is de vallei vaak één wolkenpracht. Men raakt er in de ban van Gods grootsheid.

    In 1830 verscheen de Heilige Maagd een eerste keer, in Parijs. Zij gaf aan de novice Catherine Labouré een paar instructies en een ‘wonderdadige medaille’. Maar ondanks deze tussenkomst duurt het kwaad voort. Op 19 september 1846, het feest van Onze Lieve Vrouwe van Smarten, verschijnt de Maagd Maria echter opnieuw; nu in La Salette.

     

    De zieners zijn:

     

    Maximin Giraud, 11 jaar. Zijn vader was wagenmaker. Zijn moeder stierf toen hijzelf nog in de wieg lag. Toen zijn vader hertrouwde kreeg Maximin een harteloze stiefmoeder, die hem vaak zonder eten de straat opjoeg. De vader hield van dit kind uit zijn eerste huwelijk, maar was te zwak om het te verdedigen, en zocht dan troost in de drank. Maximin was één pak zenuwen, onbezonnen van natuur. Hij haalde liever kattenkwaad uit dan naar de H. Mis te gaan.

     

    Melanie Calvat, bijgenaamd Mathieu, bijna 15 jaar. Tenger en schuchter, zag ze er nauwelijks 11 jaar uit. De vader, Pierre Calvat, is een armoedzaaier. Naargelang hij werk vindt, is hij metselaar of houtzager en is soms lang afwezig. Melanie bedelde langs de straten. Van haar 8 jaar af werd ze uitbesteed om bij de boeren schapen te hoeden. Zo belandde ze in de lente van 1846 bij de boerderij van Baptiste Pra in het gehucht Les Ablandins. Het meisje was ongeletterd en traag van geest. Bidden kon ze amper.

    Op deze bewuste dag van 19 september 1846 vervangt de wispelturige Maximin de ziek geworden herder van boer Pierre Selme. Zo ontmoet de gelegenheidsherder Maximin het beroepsherderinnetje Melanie hoog in de bergen tussen de grazende koeien.

    Opeens ziet Melanie een schitterende vuurbol. Ze roept Maximin erbij. Ze zien beiden de vuurbol die zich traag opent en ze bemerken een wonderschone Dame, omgeven door zonlicht. Ze zit op een rots en weent naast een uitgedroogde bron, de ellebogen steunend op haar knieën, het hoofd verborgen in haar handen.

    Melanie laat verschrikt haar herdersstok vallen. Maximin integendeel zegt: ‘Melanie, neem uw stok, ik houd de mijne gereed. Ik zal het een harde slag geven als het ons iets durft doen’.

    De wenende Dame in haar wit zijden kleed, richt zich dan langzaam op en kruist plechtig haar handen over de borst. Een zachte, weemoedige stem weerklinkt: ‘Komt nader, mijn kinderen, wees niet bang. Ik ben hier om u groot nieuws te brengen’.

    Alle angst is ineens verdwenen. Maximin, Melanie en hun herdershond Loulou komen bij de Dame staan. Melanie ziet duidelijk alle details van deze droevige maar majestueuze Dame. Maximin is eerder verblind door het schitterend licht. De hond slaapt in. De mooie Dame spreekt de kinderen aan, met betraande ogen, in zuiver Frans, onverstaanbaar voor deze dorpskinderen, die alleen hun dialect kennen. Later zullen ze duizenden malen deze woorden herhalen, zonder de inhoud te begrijpen: ‘Indien mijn volk zich niet wil onderwerpen, dan ben ik genoodzaakt de arm van mijn Zoon te laten vallen. Hij is zo zwaar dat ik hem niet langer meer kan tegenhouden’.

    Maximin denkt diep na; hij veronderstelt dat die Zoon zijn Moeder wil slaan en balt zijn vuisten, klaar om de mooie Dame te verdedigen. De hemelse stem vervolgt: ‘Al zo lang lijd ik voor u. Zo ik wil dat mijn Zoon u niet verlaat, moet ik onophoudelijk voor u bidden, en gij hecht er geen belang aan. Hoe vurig gij ook bidt, wat gij ook doet, nooit zult ge mij de moeite kunnen vergoeden die ik mij voor u heb getroost’.

    De Dame spreekt zowel in de eerste als in de derde persoon, als wil ze haar medewerking onderlijnen in het werk van de schepping en verlossing. Ze vervolgt: ‘Ik heb u zes dagen verleend om te werken, de zevende dag heb ik mij voorbehouden, en men wil hem me niet geven. Dat maakt de arm van mijn Zoon zo zwaar.’

    Later zullen de godgeleerden de twee kinderen voorhouden: ‘De Dame zal zeker gezegd hebben: ‘Mijn Zoon heeft u gegeven, en niet ik heb u gegeven’. De twee kinderen blijven bij hun eerste getuigenis. Maria spreekt dus in naam van haar Zoon.

    Ze vervolgt: ‘Zij die met karren rijden, doen niets dan vloeken en misbruiken de naam van mijn Zoon. Dat zijn twee zaken die de arm van mijn Zoon zo zwaar maken’. Miskenning van de zondagsrust en godslastering.

    De gevolgen hiervan worden vervolgens door de Dame geschilderd: ‘Indien de oogst bederft, is het alleen door uw schuld. Verleden jaar heb ik hevige schade toegebracht aan de aardappelen, om u de ogen te openen. Gij hebt er u niet het minst om bekommerd. Integendeel, wanneer gij rotte aardappelen vond, toen vloekte gij en onteerde de naam van mijn Zoon. Dit jaar zullen ze verder rotten en met Kerstmis zullen er geen meer zijn.’

    (Deze tekst werd ontleend aan de ‘MaryPages’, waarvoor dank)

    ---

    Vermits op de eerder vermelde data van 21 juni en 15 augustus reeds tal van foto’s van het bedevaartsoord en het beeld van Onze Lieve Vrouw gegeven werden, beperk ik mij hier tot het natuurschoon en de eucharistie van 15 augustus dit jaar. Prettig detail: de vrouw die op de mondharmonica speelt, Henriette, woont in La Salette en is 91 jaar. De andere foto’s zijn nog steeds op deze blog te vinden. 



















    14-09-2019 om 18:31 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    09-08-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VERHALEN UIT DE SERTÃO

    VERHALEN UIT DE SERTÃO 9

     

    KANANAS

     

    ‘Kanana.....kanana...’ roept hij enthousiast. Veel kananas ... lekker... Hij poogt zonder veel succes een banaan uit de tros te wringen. Diep verongelijkt kijkt hij mij aan. Geen ‘kananas’ voor hem deze middag. De bananen moeten nog enkele dagen rijpen. Ik heb de tros nog maar pas geoogst. De ‘bananas’ zijn nog te groen.

    Woedend grijpt hij naar mijn machete. Hij wil de nog groene bananen in mootjes hakken. Ik ruk het mes uit zijn handen en presenteer hem een rijpe mango. Dat helpt. Hij bekoelt. Zijn driftbui ebt weg. Genietend van zijn mango drentelt hij onder de bananenplanten. Hij wijst alle bananentrossen aan... ‘Kanana...kanana.. weldra hopen kananas...’. Hij glundert bij dit heerlijk vooruitzicht.

    Hij heet Bruno maar Avani, zijn dove moeder, noemt hem ‘Popó’. Daar zijn verschillende redenen voor. Vooreerst is het voor een dove persoon moeilijk om de letter ‘ b’ uit te spreken. Bruno  zou door Avani  ‘Pruno’ genoemd worden. Dat klinkt nogal gek ... ‘ Pruno’...

    Niemand vroeg haar mening bij de geboorte van haar zoontje. De ‘stomme‘ had daar immers geen verstand van. Haar zoontje zou ‘Bruno’ heten. Zo had de familie beslist, zonder inspraak van de ‘stomme’.

    Avani nam dat niet. Ze bedacht zó een nieuwe naam. Bruno zou ‘ Popó ‘ heten. Popó is de meest geduchte bokser van Bahia, een onbetwiste wereldkampioen. Zijn tegenstrevers houden het nooit langer dan een minuut uit. Steevast knock-out binnen de minuut.

    Avani liet zich niet inpeperen. Popó was haar lichtend voorbeeld. Avani vond Popó bovendien een mooie jongen. En zodoende werd Bruno ineens Popó. Pest Bruno-Popó  niet want dan krijg je zo een dreun. Tweeënhalf jaar, een duim hoog maar al te duchten...

    In de peutertuin baarden de eerste educatieve stappen van Popó nogal wat zorgen.           ‘ Dat kind van die ‘stomme’ mept er maar op los. Die ‘stomme’ heeft geen verstand van opvoeden. Trouwens waar is de vader van dat kind?' 

    Popó was niet de enige die van zich afbeet. In de crèche van de gemeente waren er maar drie personeelsleden voor meer dan honderd peuters. Alle kinderen van de koffieplukkers werden  vroeg in de morgen in  de crèche ‘Tante Clarice’  gedumpt.

    Tante Clarice kon deze kinderweelde niet aan. Het merendeel van haar beschermelingen was ondervoed en permanent verkouden. Omdat de gemeente niet meer in Tante Clarice kon investeren was de vermoeide Tante alleen een uitkomst  voor de allerarmsten van de stad, voor de koffieplukkers die nog geen 2 euro per dag verdienden. Popó werkte op de zenuwen van het schaarse personeel. Dat kind van die ‘stomme’  was onhandelbaar. Het liet niemand met rust.

    Popó had ervaren dat je aan een dove moeder moet rukken om haar aandacht te trekken. Dus rammelde Popó alle peuters dooreen,  om contact te zoeken. Dat veroorzaakte lawaai en tranen. Hij werd verdacht van een sterk aangeboren agressiviteit.

    Om zich uit de brand te redden verkoos Popó in de clandestiniteit te verdwijnen. Hij dook onder. Een uur na het sluitingsduur van de crèche werd hij door het radeloze personeel eindelijk teruggevonden. Hij had zich rustig te slapen gelegd onder de stapel vaatdoeken in de keuken. De vredige aanblik van de slapende peuter kon Tante Clarice niet vermurwen. Popó kon beter thuisblijven. Hij was nog niet schoolrijp.

    Popó werd dus al na enkele dagen uit het educatief bestel van Brasil verwijderd. Nochtans pleit het Ministerie van Onderwijs voor de radicale integratie van gehandicapte kinderen in het gewoon onderwijs. Popó was niet gehandicapt, zijn moeder wel. Dat volstond dus al om verbannen te worden.

    De ballingschap was van korte duur. De private peutertuin ‘De Regenboog’ opende onmiddellijk haar poorten om de banneling in haar rangen op te nemen, mits een maandelijks bedrag van vijfendertig Real (18,5 euro) plus de kosten voor maaltijden, schooluniform, tandpasta, kleurpotloden, zeep en toiletpapier ...  Zou de Regenboog meer licht doen stralen voor Popó dan de afgeleefde Tante Clarice?

    Wellicht wel, want ieder klasje van de Regenboog bestond slechts uit achttien peuters,  uit beter gesitueerde middens. De kandidatuur van Popó gaf wel enige opschudding want kinderen van koffieplukkers horen niet onder de Regenboog ! Ze moeten naar Tante Clarice.

    Wel waren er verzachtende omstandigheden. Punt één: de  moeder van Popó, alhoewel doof en berooid, werkte als huishoudster bij de Padre. Dat kan tellen. Punt twee: daar de moeder werkte bij de Padre zouden de vijfendertig Real en de kosten voor zeep, kleurpotloden en toiletpapier wel beschikbaar zijn. De centen waren er. Popó zou een betrouwbare belegging zijn voor de private peutertuin.

    De vriendelijke peuterleidsters waren  bereid Popó te begeleiden bij zijn taalontwikkeling. Popó sprak nogal verward omdat hij met zijn dove moeder Avani communiceerde in LIBRAS, De Braziliaanse gebarentaal.  De peuterleidster zou bijzondere aandacht besteden aan de verbale ontwikkeling van Popó.

    Bovendien zou de professora ook  de gebarentaal inoefenen  opdat Popó contact zou blijven houden met zijn dove moeder. De professora voelde zich vereerd met deze wel heel bijzondere opdracht : een tweetalige kleuter, Libras en Portugees, een rariteit in Tapiramutá! En zo kon het geschieden dat Popó plechtig zijn intrede deed in de Regenboog, met een gloednieuwe boekentas, een schooluniform en met vijfendertig Real....

    De verwachtingen waren hoog gespannen. Popó zou de letters ‘b’ en ‘p’ behoorlijk leren uitspreken. De schooljuffrouw had daarvoor speciaal getelefoneerd met haar vriendin, logopediste in Salvador. Het kon niet misgaan. Zonder b’s en p’s is het leven  van een peuter ingewikkeld.  Brood (pão)  wordt dan (kão)  en ‘kão’  is een gevaarlijke en vieze hond. Een ‘kão’ is niet te vreten! Zonder p blijft een peuter op zijn honger. Zonder b geen bananen!

    Avani was niet te houden. Willen of niet,  ik moest mee tot aan de schoolpoort om de intens studerende peuter af te halen. Ik voelde mij wel wat onwennig tussen de dertig  goedgeklede dames uit de betere kringen van Tapiramutá, de zogeheten ‘madaamies’. Was het wel verstandig om Popó uit zijn volks milieu weg te halen? Wellicht niet, maar er was geen andere keuze. Bij Tante Clarice zou de taalachterstand van Popó alleen maar groter worden.

    Een school loopt sneller leeg dan vol. Reeds van ver stormt Popó op mij af, zotkontent. De peuterleidster geeft enige uitleg. Het is gelukt, Popó heeft de ploffers leren uitspreken. P’s en b’s liggen nu binnen bereik. De Regenboog opent nieuwe horizonten.

    Terug thuis rent Popó dadelijk naar de bananenplanten. En weer glundert hij naar de rijpende bananen. ‘Nananas, Nananas’ ....  roept hij nu met volle overtuiging. Gedaan met de ‘Kananas’. We hebben nu ganse trossen ‘Nananas’, honderden ‘Nananas’. Er is toekomst in dit land, zonder p’s en b’s … maar met n’en van bananas.

    (Frans Verhelle)

    09-08-2019 om 19:01 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 22/05-28/05 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 27/12-02/01 2022
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 08/06-14/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 28/11-04/12 -0001

    Blog als favoriet !

    Categorieën
  • Dagboek/bedenkingen (1617)


  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!