Foto
Ich gruet u allen int gemeyne,
Want met nimant besonder en ben ich bekent
Inhoud blog
  • esperanto
  • Over liefde
  • Bidden en/of mediteren
  • in memoriam
  • Karel D'huyvetters: Spinoza: de brieven over God
  • Losse bedenkingen 2: De hoofddoek
  • Losse bedenkingen 1: Geloven en niet-geloven
  • Gerrit Achterberg: Weerbericht
  • Nicole Verschoore: Le maître du bourg
  • Henry James: Washington Square
  • liefde
  • Blason du corps féminin
  • Pessoa: Criança desconhecida e suja brincando à minha port
  • Boutens: Rijk gemis
  • Beschouwingen bij Als de ziel spreekt
  • P.C. Boutens: De ziel spreekt
  • Jacob Winkler Prins: Uit mistig grijze morgenstrepen
  • Franco Sacchetti: Florentijnse verhalen
  • Peter Handke: Wunschloses Ungluck
  • Maria Petyt: Het leven van de weerdighe moeder Maria Petyt
  • Leonardo Sciascia: Mort de l'Inquisiteur
  • Flannery O'Connor: Goede mensen zijn dun gezaaid
  • McCullers: Clock without hands
  • Jane Bowles: Two Serious Ladies
  • J.D. Salinger: Franny and Zooey
  • Anne Bronte: A Reminiscence
  • William Faulkner: Shingles for the Lord
  • Vercors: Le Silence de la Mer
  • Maria Dermout: De Sirenen
  • Aifric Campbell: De logica van het moorden
  • Jörn Pfennig: Twee gedichten
  • Hesse: Over lezen en boeken
  • Colum McCann: Het verre licht
  • Vondel, Shakespeare! 2
  • Vondel: Joseph in Egypten
  • Schnitzler: Traumnovelle
  • Vondel, Shakespeare !.
  • Arthur Schnitzler: Doktor Gräsler, Badearzt
  • Psalm 23
  • Rilke: Eranna an Sappho
  • Charles Perrault: Riquet à la houppe
  • Cathérine Bernard: Riquet à la houppe /Riquet met de kuif
  • Vestdijk: The Beauty and the Beast
  • Schnitzler: Der blinde Geronimo und sein Bruder
  • Arthur Schnitzler: Sterben
  • Hofmannsthal
  • Yeats
  • Swift: A Voyage to the Houyhnhnms
  • Swift: A voyage to Laputa!
  • Swift: A voyage to Brobdingnag
  • Swift 2
  • Swift (1667-1745)
  • Swift: Gulliver's Travels (1)
  • Joseph Conrad: Within the Tides
  • Schopenhauer over de dood (1)
  • Piet Calis: Vondel. Het Verhaal van zijn Leven
  • Jacques Prévert: Fatras
  • Van de Woestijne: Vervarelijk Festijn
  • John M. Synge: The Playboy of the Western World
  • Synge: prelude
  • Alan Bennett: The Uncommon Reader
  • James Baldwin: Going to meet the man
  • Laura Esquivel: Como agua para chocolate
  • Carry van Bruggen: Goenong Djatti
  • Carry van Bruggen: Anekdote
  • Juan Filloy: De Bende
  • Sébastien Japrisot: L'été meurtrier
  • Richard Hough: The Potemkin Mutiny
  • Leonardo Sciascia: De Zaak Aldo Moro
  • A. Stifter: Brigitta
  • Lodeizen/Merrill
  • Gezelle
  • Michaël Borremans: The glaze
  • McEwan: Aan Chesil Beach
  • Hanshan: Gedichten van de Koude Berg
  • Richard Minne: Madèle of de lustige weduw
  • William Faulkner: Mosquitos
  • Indisch beeldje
  • William Cullen Bryant
  • William Cullen Bryant: To the fringed gentian
  • William Cullen Bryant: Sonnet - To an American Painter Departing for Europe
  • Balzac: Les Proscrits
  • Herman Melville: Bartleby the Scrivener
  • Nabokov: An Affair of Honor
  • Nabokov: The Visit to the Museum
  • D. H. Lawrence: Liefde in het hooi
  • Grillparzer (1791-1872): De arme Speelman
  • Franz Kafka: Das Urteil (Het Vonnis)
  • Reiner Stach: Kafka. Die Jahre der Entscheidungen
  • Moreau-Vauthier: La mort de Joseph Bara
  • Louis David: Joseph Bara
  • J. Boze: Marat
  • David: A Marat
  • Goldsmith: She Stoops to Conquer
  • Pirandello en Camilleri
  • Oliver Goldsmith: The Vicar of Wakefield
  • Barbara Allen
  • Victor Jara (1932-1973)
  • Vestdijk: Sint Sebastiaan
  • Le jeu de tonneau
  • Brecht: Twee gedichten
  • Joden in Engeland
  • Christopher Marlowe: The Jew of Malta
  • Franz Kafka: Brief an den Vater
  • Willem de Mérode: De witte kater
  • Shakespeare: The Merchant of Venice (eerste bedrijf)
  • Stendhal: Lucien Leuwen
  • Baudelaire: Les Fleurs du Mal
  • The Arrest of Oscar Wilde at the Cadogan Hotel
  • Lichtenberg
  • Charles Ducal: In inkt gewassen
  • Amoz Oz: Verzen van het leven en de dood
  • Goldsmith (1728-1774)
  • Shakespeare: The Tempest
  • David van Reybrouck: Slagschaduw
  • Norbert De Beule: EBdiep
  • Een naam
  • Ira Levin: Een kus voor je sterft
  • José Eduardo Agualusa: De handelaar in verledens
  • Kathleen Raine: The World
  • Erwin Mortier: Avonden op het Landgoed. Op reis met Gerard Reve
  • Nathaniel Hawthorne: The Gentle Boy
  • Poe: The Premature Burial
  • Melville
  • Bhartrihari
  • Ismail Kadare: De dochter van Agamemnon. De opvolger
  • Thomas Hardy: Jude the Obscure
  • Carlos Drummond de Andrade: De liefde, natuurlijk
  • Kenzaburo Oë: De knoppen breken
  • Angus Wilson: Anglo Saxon Attitudes
  • Sandro Veronesi: Waar gaat die vrolijke trein naartoe
  • Frederik van Eeden: Pauls ontwaken
  • Sàndor Màrai: Gloed
  • Anthony Powell: What's become of Waring
  • Ian McEwan: De troost van vreemden
  • Stendhal: Lamiel
  • Sándor Márai: De opstandigen
  • Friedrich Dürrenmatt: De rechter en zijn beul
  • Thomas Bernhard: Der Stimmenimitator
  • B. Traven: Een generaal komt uit de wildernis
  • Epicurus/Leopold
  • Bernardo Carvalho: Negen nachten
  • Ian McEwan: Amsterdam
  • Rosalie en Virginie Loveling
  • Agota Kristof: De analfabete
  • Daniel Defoe: A Journal of the Plague Year
  • Voltaire: Filosofisch woordenboek
  • Vondel: Noah 5e bedrijf
  • Thomas Hardy: Far from the Madding Crowd
  • Dromen
  • Leonardo Sciascia: Een duidelijke zaak
  • L.P. Boon: De paradijsvogel
  • Gorecki: Symfonie nr. 3 - Symfonie der Klaagliederen
  • J. H. Leopold
  • Petrarca: Brieven aan zijn broer
  • Konstantin Paustovskij: Begin van een onbekend tijdperk
  • Heinrich van Kleist: Die Marquise von O.
  • Lionel Trilling: The Middle of the Journey
  • Poesjkin: Schoppenvrouw
  • Schnittke
  • Timmermans: Adagio
  • Joseph Roth: Rebellie
  • John Boyne: De jongen in de gestreepte pyjama
  • Evelyn Waugh: Edmund Campion
  • Umberto Saba: Voor de vogels en een vriend
  • Kenzaburo Oë: De hoogmoedige doden
  • Heinrich Böll: De nalatenschap
  • Nabokov: Uitnodiging voor een onthoofding
  • Achterberg: En Jezus schreef in 't zand
  • Vondel: Noah 4e bedrijf
  • Streven januari 2007
  • Vladimir Nabokov: Bastaards
  • Sá-Carneiro: Twee gedichten
  • Mário de Sá-Carneiro: Beijos
  • Boutens: Kussen
  • Georges Eekhoud / J.I. De Haan
  • Vestdijk: Ierse nachten
  • Faulkner: As I Lay Dying
  • Boutens
  • Alfred Jarry: L' amour en visites
  • Ledeganck: Het burgslot van Zomergem
  • Tsjechow: Drama op de jacht
  • William Faulkner: Sanctuary
  • Vondel: Noah vervolg 3e bedrijf
  • Vondel: Noah 3e bedrijf
  • Pierre Louÿs (1870 - 1925) : Journal
  • Ledeganck: De Zinnelooze
  • Pikanterie
  • Goya en Louÿs
  • Pierre Louÿs: La Femme et le Pantin
  • Jack London: De droom van Martin Eden
  • Hugo von Hofmannsthal: Das Erlebnis des Marschalls von Bassompierre
  • Eduard von Kaiserling: Schwüle Tage
  • Flaubert: Saint Julien l'hospitalier
  • Saint Julien l'hospitalier
  • Emile Zola: Thérèse Raquin
  • Zondeval
  • Witold Gombrovicz: De beheksten
  • Janneke
  • Albert Verwey: De page
    Zoeken in blog

    sprokkelhout

    06-11-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De fabel De Wolf en het Lam (1)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De fabel De Wolf en het Lam (1)

     

    De fabel is een meestal berijmd verhaal waarin dikwijls dieren als mensen optreden, gevolgd door een zedenles.  De bedoeling is om onrechtstreeks de wreedheden en domheden van de mensen aan de kaak te stellen.

     

    De fabel is oorspronkelijk waarschijnlijk afkomstig uit India. Daar kwam hij voor in sprookjesverzamelingen. In het Westen worden fabels meestal in verband gebracht met de naam Aesopus (Esopet). Het is echter niet zeker dat deze gebochelde slaaf uit de 6e eeuw VC ooit bestaan heeft.  Wel is zeker dat in de 2e eeuw VC de Syriër Barbrius fabels heeft verzameld en vertaald in het Grieks.  Omstreeks 40 NC werden ze in het Latijn vertaald door Phaedrus die er ook een aantal zelf schreef. In het Nederlandse taalgebied is de Esopet de oudste (13e eeuw) bekende verzameling.

     

    Ik laat nu verschillende versies volgen van de fabel over de Wolf en het Lam. Om te beginnen de fabel van Aesopus, in de berijming van Johan van Nieuwenhuizen, die zich hiervoor baseerde op de in 1703 verschenen Nederlandse vertaling van Van Hoogstraten.

     

    De wolf en het lam

     

    Dorst bracht de wolf en ’t lam eens saam bij een rivier.

    Stroomopwaarts dronk de wolf; veel lager ’t andre dier.

    Het lam deed dit bewust om niet de wolf te hindren,

    Maar deze, dwars van aard, voelde zich nu de mindre.

    Twistziek, op ruzie uit, roept weldra dus de wolf:

    ‘Houd op ! Je maakt dat hier het water vreeslijk golft.

    Ik ging, als ik je was, mijn dorst maar elders lessen!’

    Het lam, geschrokken wel, vraagt fier: ‘Wil jij mij pressen

    Van hier te gaan ? Maar wolf, je klacht is heus misplaatst.

    Bedenk: het is de stroom, die jou bij ’t drinken plaagt.’

    De wolf, verbouwereerd, weet eerst niets terug te zeggen.

    Het spijt hem, dat het lam zijn klagen kon weerleggen.

    Onredelijker nog voegt hij er dan aan toe:

    ‘Een halfjaar terug alreeds was jij onheus, en hoe !’

    ‘Maar wolf, dat kan toch niet! ‘k Was toen nog niet geboren.’

    ‘Wat maakt dat voor verschil ? Dan was ’t je vaders horen

    Die mij gekwetst heeft, knap. Hij heeft het nooit geboet…’

    En met dat hij dit zegt, drinkt hij het lam zijn bloed.

     

    Wie toch, en met geweld, onredelijk wil wezen,

    Die moet dan deze fabel nog eens overlezen.

     

    In deze fabel lijkt het erop dat de wolf er niet direct op uit is om het lam op te peuzelen. Hij zoekt enkel ruzie en stelt het lam zelfs voor om elders te gaan drinken. Het lam is echter naïef en treedt in discussie met de wolf. Het hecht geloof in het verstand en hoopt de wolf van zijn ongelijk te kunnen overtuigen. Nu de wolf terecht is gewezen, zint hij op wraak. Hij bedenkt nog meer ongerijmdheden om zijn kort daarop volgende daad te rechtvaardigen. Het lam blijft maar met hem discussiëren in plaats van op de loop te gaan.

     

    De les uit de fabel luidt: wees altijd redelijk en eerlijk, want anders ben je een slecht mens. Ik heb de indruk dat wij er in onze tijd een andere les zouden uit trekken. Namelijk dat er in deze  wereld veel wolven rondlopen en dat we beter op onze tellen kunnen passen en niet naïef kunnen zijn.

     

     

    06-11-2006 om 14:50 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (12 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Willem de Mérode: Dansende Derwischen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Willem de Mérode: Dansende Derwischen

     

    Dit gedicht staat helemaal achteraan in de Verzamelde Gedichten en is gedateerd 2.2.1938. Het is nooit opgenomen in een bundel en misschien is het niet helemaal afgewerkt.

     






    Eerst draait er één, dan twee, dan vier,

    En eindlijk allen, groote tollen

    Die razend worden, en uitbollen,

    Bleeke planeeten zijn, wier zwier

    Men niet meer volgt, maar als vreemdstille

    Rondheden roereloos ziet staan.

    Windkolken raken elkaar aan

    En zoeven, dat de deuren klirren.

     

    Zij zijn de middelpunten, die

    Voor God dit mystisch spel bewerken,

    Zich uit zichzelven werpen, zie,

    Nu wordt het kleurrijk als de perken

    Volbloeide tulpen; ach, en die

    Staan stil en gaan hun welken merken.

     

    Ik vind het gedicht vooral mooi vanwege de uitbeelding van de draaiende beweging. Het woordje ‘uitbollen’ heeft hier de betekenis van opbollen, naar buiten toe boller worden. Het woordje ‘klirren, is Duits en betekent rinkelen, rammelen.

     

    De dansende derwisjen behoren tot de Turkse orde van de Mewlewije. Die werd gesticht door Dschalaladdin Rumi (1207 – 1273), een Perzisch mysticus en dichter. Zijn verzen zijn zeer muzikaal en de man stond erom bekend dat hij urenlang wervelend kon dansen.

    De dansende derwisjen bewegen zich in een kring en draaien zelf om hun as. In het midden van de kring draait één derwisj in tegengestelde zin. De dans symboliseert waarschijnlijk de omloop van de sterren. Er wordt ook beweerd dat de dans een heilzame werking zou uitoefenen op de toeschouwers. Maar de dans is vooral een mystieke oefening die erop gericht om uit zichzelf te treden en zich te verenigen met de wereldziel.

     

    Gewoonlijk zien we de derwisjen in witte gewaden met een typisch hoofddeksel. Er bestaan echter ook groepen die gekleurde gewaden dragen. Zo’n groep stond de dichter voor ogen in zijn gedicht.

     

    Het slot van het gedicht vormt een anticlimax. De kleurrijke gewaden doen de dichter denken aan ‘perken volbloeide tulpen’. Zo keert hij terug naar Nederland en staat weer met beide voeten op de grond. Het verschil met de dansende derwisjen is dat de tulpen in volle bloei stil staan (in de eerste strofe leek het enkel zo dat de derwisjen roereloos stonden). En in die stilstand merken de tulpen, beseffen ze, dat ze weldra zullen verwelken. Hoe mooi ze ook zijn, het is maar oppervlakkige schoonheid. Iets kan maar leven als het in beweging is.

    31-10-2006 om 11:56 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    27-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Michael Cunningham: Stralende dagen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Michael Cunningham: Stralende dagen

     

    Deze zeer fantasierijke roman uit 2005 heeft veel te bieden.

    De rode draad doorheen het boek is de poëzie van de 19e eeuwse Amerikaanse dichter Walt Whitman. Deze schreef eigenlijk maar een belangrijk werk, Leaves of Grass, maar aan deze dichtbundel heeft hij zijn hele leven gewerkt en het steeds uitgebreid. Hij is dé dichter van Amerika die zijn land, de mens, de aarde, de natuur, de liefde in alle toonaarden heeft bejubeld. De roman van Cunningham bevat dan ook veel citaten uit het werk van Whitman.

     

    De roman bestaat uit drie delen. ‘In de machine’ heet het eerste deel dat zich in de negentiende eeuw situeert. Centraal staat de 13-jarige jongen Lucas. Zijn broer is verongelukt in een fabriek en Lucas neemt zijn plaats in. Het is een eigenaardig kereltje dat Leaves of Grass uit het hoofd leert en er voortdurend uit citeert. Hij probeert in nauw contact te blijven met de verloofde van zijn verongelukte broer. Hij blijkt over telepathische gaven te beschikken en zal zichzelf opofferen om het meisje te redden.

     

    Het tweede deel ‘Kinderkruistocht’ speelt zich af in onze eeuw. 09/11 heeft plaatsgehad en de VS zijn nog in de ban van de angst. Het hoofdpersonage uit dat deel is een vrouw die op de dienst Ontmoediging werkt. Het is een afdeling van politie of inlichtingen. Zij ontvangt de telefoontjes van mensen die dreigen met een aanslag, terreur enz. Ze probeert om die mensen te ontmoedigen, om te verhinderen dat ze hun aanslagen uitvoeren. Dit deel heeft een thrillergehalte. De vrouw wordt opgebeld door pubers die aanslagen plannen en ook uitvoeren. Ze omhelzen een willekeurige persoon en blazen zich dan samen met hun slachtoffer op. Met een van die jongens zal de vrouw contact leggen, wat tot een verrassende ontknoping zal leiden. De pubers citeren op hun beurt allemaal uit Whitman. Ze leefden samen met een oude vrouw in een appartement waarvan de muren behangen waren met het dichtwerk van de dichter.

     

    In het derde deel ‘Zoals schoonheid’ bevinden we ons honderd jaar verder. Dit is een spannend sf-verhaal. Simon is een kunstmatige, geprogrammeerde mens (bij wie o.a. het werk van Whitman met een chip is ingeplant). Hij maakt kennis met Catareen, een Nadiaanse. Het  is een hagedisachtig wezen afkomstig van een andere planeet. De Nadianen hebben bepaalde menselijke trekken, ze kunnen praten en Catareen werkt bijvoorbeeld als kinderoppas. Simon en Catareen overtreden bepaalde wetten en slaan op de vlucht. Ze gaan op zoek naar de man die Simon ooit gemaakt en geprogrammeerd heeft. Als ze hem vinden, staat hij op het punt naar een andere planeet te vertrekken. Dit is best een ontroerend hoofdstuk, ook al zijn de hoofdpersonen twee niet-mensen. Het ontroerend effect wordt natuurlijk bereikt door aan die personen menselijke eigenschappen toe te kennen. Dezelfde techniek die voor ET werd gebruikt. 

     

    Het is een heel gevarieerde roman, wat uit de inhoud mag blijken. De optimistische visie van Whitman wordt hier geconfronteerd met de toch wel pessimistische kijk van de auteur op de tegenwoordige en toekomstige tijd. Een aanrader.

    27-10-2006 om 07:57 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Graham Greene: Een flits van de werkelijkheid

    Graham Greene: Een flits van de werkelijkheid

     

    Een niet zo bekende bundel van vier verhalen (in het Engels: A Sense of Reality). Op het internet vond ik er maar een bespreking van en die was dan nog negatief. Misschien is Greene geen grote literatuur, maar een pluspunt is toch dat hij duidelijk is. Je bent als lezer niet verplicht om op zoek te gaan naar onderliggende of verborgen betekenissen en bedoelingen. Wat hij te zeggen heeft, zegt hij klaar en duidelijk. Laat me als voorbeeld het verhaal Een bezoek aan Morin  nemen, wat eigenlijk het zwakste uit de bundel is.

     

    De verteller ziet in een boekhandel in Colmar enkele werken van de schrijver Morin, een katholieke auteur die hij 20 jaar geleden las en die zijn belangstelling voor het katholicisme wekte. De verteller is verwonderd dat hij die boeken hier aantreft, want in de rest van Frankrijk is Morin een vergeten auteur. Maar hij woont nog in de buurt en de Elzas is van oudsher een katholieke streek geweest.  ‘Het was alsof er hier in de Elzas een geheime cave bestond, als die verborgen kelders waarin men eens goede wijnsoorten voor de vijand verstopt hield, in afwachting van de tijd dat het weer vrede zou worden.’

     

    De verteller ontmoet de oude schrijver en vergezelt hem naar zijn woning waar ze een gesprek hebben over het geloof. Hoewel Morin veel boeken over theologie bezit, is hij toch ongelovig geworden. In ieder geval betwist hij het nut van de theologie voor de gelovigen: ‘Als u dom genoeg bent om daar behoefte aan te voelen (namelijk om opnieuw te geloven) , moet u zich vooral niet met de theologie bemoeien.’ ‘Alles wat op God betrekking heeft, kan een mens aanvaarden, totdat de geleerden zich met de details en de consequenties gaan bezighouden. Je kunt geloven in de Drie-eenheid, maar de bewijsvoering die daarop volgt…’

     

    Hij gelooft dus niet dat de rede van enige hulp kan zijn bij het geloof. ‘Ik zou de voorkeur geven aan de rede van een aap. Laat me een biddende gorilla zien, dan ga ik misschien wel weer geloven.’

     

    Op het eind van het gesprek komt Morin nog voor de dag met een heel ‘Jezuïtische’ redenering. Hij zegt dat hij zich 20 jaar lang heeft afgesneden van de genade en dat zijn geloof verschrompeld is.

     

    ‘Ik geloof niet meer in God en Zijn Zoon en Zijn engelen en Zijn heiligen, maar ik ken de reden van mijn ongeloof en die reden is deze: de Kerk is waarachtig en wat zij mij geleerd heeft is waarachtig. Twintig jaar lang heb ik geen deel gehad aan de sacramenten en zie, wat dat voor uitwerking heeft gehad’.

     

    Op de vraag waarom hij dan niet terugkeert naar de kerk en deelneemt aan de sacramenten, antwoordt hij:

    ‘Zolang ik geen deel heb aan de sacramenten, is mijn ongeloof een bewijs dat de Kerk gelijk heeft. Maar als ik terugkeerde en de sacramenten mij niet hielpen, dan zou ik inderdaad een man zonder geloof zijn, die maar het beste zo spoedig mogelijk in zijn graf kon verdwijnen om anderen de moed niet te benemen.’

     

    Het vierde verhaaltje Een ontdekking in het bos is ook interessant. We volgen een groepje primitieve kinderen. Ze wonen in een onherbergzame streek en hun gebied reikt niet veel verder dan de onmiddellijke omgeving. De mensen zijn geen anderhalve meter lang, ze hebben kromme benen, ze spreken slecht enz. Op een dag gaan de kinderen braambessen plukken. Ze verlaten hun gebied en komen in een onbekende vallei. Daar treffen ze een eigenaardig gebouw aan met onder andere enkele grote schoorstenen. Het blijkt een schip te zijn dat daar op een onverklaarbare wijze is terechtgekomen. Op de romp staan bepaalde tekens, namelijk SS FRANCE. Voor de kinderen zou het de ark van Noh kunnen zijn, die ze uit verhalen van hun moeder kennen. Ze ontdekken ook een geraamte. Het meisje van de groep treuzelt bij het geraamte. Als de anderen vragen wat er scheelt, antwoordt ze: ‘Hij is mooi,’ zei ze, ‘hij is zo mooi.’ Ze begon te weeklagen als een kleine oude vrouw op een begrafenis. ‘Hij is zes voet lang,’ riep ze met enige overdrijving, ‘en hij heeft mooie rechte benen. In Bodem heeft niemand rechte benen. Waarom zijn er nu geen reuzen meer ? Kijk eens naar zijn mooie mond met tanden. Wie heeft er zulke tanden in Bodem ?’

     

    Wat in dit verhaaltje niet expliciet wordt gezegd en wat ik (tot mijn schande) ook maar doorhad nadat ik de uitleg op de achterflap had gelezen, is dat het verhaal zich afspeelt in een periode nadat een kernoorlog de wereld totaal had verwoest en er enkel nog mismaakte mensen rondlopen.

    Greene schreef dit verhaal in de tijd van de Koude Oorlog, toen de dreiging van een atoomoorlog reëel was. Vandaag is die dreiging nog even reëel, maar ze wordt bewust verzwegen. Enkele kernbommen laten ontploffen zou voldoende zijn om een ravage met miljoenen doden aan te richten.

    Maar elke tijd heeft zo zijn dreigingen. Tegenwoordig heten ze terreur en opwarming van de aarde. Zal de mensheid eerst moeten worden uitgeroeid voordat er opnieuw een wereld zonder dreiging en gevaar kan ontstaan ? Hopelijk niet. En zeker niet als de nieuwe mens dan de mismaakte mens van Graham Greene moet zijn.

    20-10-2006 om 21:52 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jacob Israel de Haan: Pathologieën
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Jacob Israel de Haan: Pathologieën

     

    De ondertitel van deze roman is: De ondergangen van Johan van Vere de With.

     

    Johan woont met zijn vader en een dienstmeid in een Hollands stadje. Zijn moeder heeft zelfmoord gepleegd. Johan stelt vast dat hij homoseksuele gevoelens heeft, en wat erger is, hij is verliefd op zijn vader. Het is geen louter platonische verliefdheid en de jongen lijdt er erg onder. Hij houdt die gevoelens voor zijn vader aanvankelijk verborgen. Maar als hij ze dan toch opbiecht, breekt zijn vader met hem. Johan verlaat het huis en gaat in Haarlem inwonen bij een blinde man en zijn echtgenote. Er is een medehuurder in de woning, namelijk de dertiger René Richell, een kunstschilder. Deze René is een decadente en verdorven mens. Hij begint met Johan een verhouding, maar die ontaardt al vlug in een meester-slaafrelatie en is gericht op de vernietiging van Johan. Hij zal in dat opzet slagen en Johan overhalen om zelfmoord te plegen.

     

    Dit is wel het meest ongewone boek uit de Nederlandse literatuur dat ik ken. Om te beginnen het onderwerp. Ik denk niet dat er voor die tijd zo expliciet over een verhouding tussen twee mannen werd geschreven. Verder zal er niet vaak zo een door en door slecht personage als René in een roman zijn opgevoerd. Hij is een sadist die Johan mishandelt, chanteert enz.

    De stijl is ook bewust ouderwets. Ik zou als voorbeeld elke willekeurige zin uit het boek kunnen citeren. Laat me het maar bij een onschuldig voorbeeldje houden:

     

    Onder hunner terugweg naar de stad en huis, bleven zij even over bij eenen boer en die had verkoop van een allerdiepst smettelooze melk, die Johan daar dikwijls kocht, omdat hij witte melk en rooden wijn twee heerlijkheden om te drinken vond.

     

    Die taal zal veel lezers wel afschrikken. De auteur schreef  er zelf over (in een brief aan Van Eeden): De woordentaal en de zinnentaal zijn soms vreemd, vergeleken met de dagelijksche taal, maar er is geen woord en geen woordswending bij, die ik niet in mij heb gehoord, als ik sterk gestemd dit boek bewerkte.

     

    De Haan had Van Eeden het manuscript gestuurd, maar die was er niet over te spreken.

     

    Waarde de Haan !

     

    Ik stuur u het boek terug, daar ik toch niet in staat ben het uit te lezen. Het begin is enigszins imitatie van de “Koele Meren” verder op wordt het door stijl en wezen voor mij onleesbaar. ‘Kunst moet ontstaan door vreugde om God’s werk’ zei Ruskin en ik ben dat met hem eens.

    Ik noem een boek als dit geen kunst.

     

    Over het vorige boek van De Haan, Pijpelijntjes, ook met een homoseksueel thema, schreef Van Eeden in zijn dagboek: Ik las het afschuwelijke boek van Jacob de Haan en verder noemde hij de auteur de arme perverse zwaarmoedige man maar ook de enige die hem nog wel eens een vriendelijke brief schrijft.

     

    Pathologieën is een roman met veel facetten. Sommige beschrijvingen zijn impressionistisch. Daarnaast is het een psychologische roman die het conflictueuze zielsleven van de hoofdpersoon beschrijft. Hij worstelt met zijn liefde voor zijn vader, hij is uitgeleverd aan het sadisme van René, van wie hij ook liefde verwacht, maar voor wie enkel het genot en het pijnigen en vernietigen van Johan telt. Het is verder een naturalistische en decadente roman,die aansluit bij de traditie van Huysmans, Wilde en, bij ons, de in het Frans schrijvende Antwerpenaar Georges Eekhoud. Laatstgenoemde heeft trouwens een voorwoord bij de roman geschreven.

     

    De uitgave die ik heb gelezen is die van 1975, gepubliceerd door Kruseman in Den Haag. Ze bevat het voorwoord van Eekhoud en een nawoord van Wim J. Simons, waaruit ik de meeste informatie voor deze bijdrage heb gehaald.

     

    Mocht er iemand toevallig dit boek nog op zolder hebben liggen …

     

     

    18-10-2006 om 11:35 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Arnold Zweig: De Vriendt keert weer
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Arnold Zweig: De Vriendt keert weer

     

    Dit is dus de roman die voor een stuk gebaseerd is op het leven en de opvattingen van Jacob Israel De Haan. De auteur grijpt deze figuur aan om een historisch beeld te schetsen van Palestina in de jaren 20. De roman is gesitueerd in 1929 (De Haan werd vermoord in 1924). En werd geschreven in 1932. Palesina stond toen onder Brits mandaat. De Britten hadden dat mandaat gekregen nadat op het einde van WO I het Osmaanse rijk was ineengestort. Een van de voorwaarden was wel dat de Britten uitvoering moesten geven aan de belofte uit de Balfour-verklaring van 1917, om in Palestina een “Joods Nationaal Thuis” te scheppen. De immigratie van Joden was al op gang gekomen en toen reeds kochten de Joden grote stukken grond op en bebouwden ze onontgonnens land. Op het einde van de 19e eeuw schreef Herzl zijn boek Der Judenstaat waarin het programma van het zionisme werd voorgesteld. Zion is een andere naam voor Palestina. Zionisme houdt in dat de Joden uit de diaspora terugkeren naar Palestina en daar een Joodse gemeenschap zouden stichten.

     

    De roman van Zweig begint bij een zekere Lolard Irmin, die bij de Britse Geheime Dienst werkt. Hij verneemt dat er door enkele Arabieren een aanslag wordt beraamd op De Vriendt. De aanstichter is de oudere broer van de jongen Saud met wie De Vriendt een verhouding heeft. Om moeilijkheden te voorkomen, wil Irmin dat De Vriendt Jeruzalem verlaat. De Vriendt zal daaraan gevolg geven, maar niet nadat hij zich in nog grotere nesten heeft gewerkt. Hij heeft namelijk een pamflet gepubliceerd waarin hij fel van leer trekt tegen de zionisten.  (Dat was ook het geval met De Haan. Hij verweet de zionisten dat ze goddeloos en wereldlijk waren en een democratische Joodse staat wilden oprichten. De Haan daarentegen was voorstander van een theocratische staat. Een staat die trouwens pas tot stand zou komen nadat de Messias weergekeerd was. Die zou de joden uit de diaspora samenbrengen in het beloofde land. Zoals in de roman, heeft men lang gedacht dat De Haan door Arabieren vermoord zou zijn. Pas veertig jaar later is men erachter gekomen dat hij door twee jonge zionisten werd vermoord, leden van de terroristische beweging Hagana, waaruit later het Israëlische leger zou ontstaan. Zweig zal de moord in zijn boek ook toeschrijven aan jonge zionisten. Hij had dus goed gegokt, want tot die ontdekking was men pas veertig jaar later gekomen).

     

    In het eerste deel van de roman gaat de auteur onder andere nogal uitvoerig in op de relatie tussen De Vriendt en de jonge Arabier Saud. Ik betwijfel of een hedendaags schrijver die problematiek nog zou durven te behandelen. Zeker niet op de manier waarop Zweig het doet. Niet dat hij in erotische details treedt, helemaal niet, maar wel omdat hij zowel de jongen als de oudere man hun relatie zonder schuldgevoelens laat beleven. (In het werkelijke leven van De Haan was dat wel anders. Uit zijn gedichten blijkt dat zijn homoseksualiteit voor hem wel problematisch was). (Bedenk ook dat dit boek in 1933 werd gepubliceerd, geschreven door een Jood en onder andere over het onderwerp homoseksualiteit. Enkele jaren later zou dit niet meer mogelijk geweest zijn. Het boek werd trouwens oorspronkelijk in Nederland uitgegeven. Zweig zou later ook naar Israël uitwijken, er een vereenzaamd bestaan lijden en ten slotte verhuizen naar Oost-Duitsland, waar hij een gevierd auteur werd, maar niet bepaald dankzij deze roman).

     

    Dat eerste deel speelt zich af in Jeruzalem. De schrijver slaagt er fantastisch in om de politieke sfeer en de samenleving in de stad tussen Britten, Arabieren en Joden te beschrijven. We herkennen er zoveel in dat ook nu nog toepasselijk is, van stenengooiende Arabieren, de sluwheid en doortastendheid van de Joden tegenover de laksheid van de moslims enz.

     

     

    Ongeveer halverwege de roman wordt De Vriendt vermoord. De erop volgende delen twee en drie gaan vooral over de strubbelingen tussen Joden en Arabieren in 1929 en over de zoektocht van Irmin naar de moordenaar. Vooral dat laatste thema is nogal primitief uitgewerkt. Behalve de ontknoping. Irmin vindt de moordenaar maar hij zal hem niet aanhouden bij gebrek aan bewijzen. Toch is hij overtuigd van de schuld van die jongeman. Hij neemt hem mee op een boottochtje op de Dode Zee. Daar hebben ze een filosofisch en interessant gesprek. Op een bepaald moment zegt Irmin tegen de jongen om overboord te springen. Dat is zijn vuurproef. Als hij de oever haalt, zal hij hem met rust laten. Die zwemtocht is echter levensgevaarlijk. Toch zal de jongen de oever bereiken.

     

    Verder zijn in de roman her en der gedichten van De Vriendt/De Haan opgenomen, waarin hij vooral zijn toorn tegenover God uitschreeuwt.

     

    Mensen die geïnteresseerd zouden zijn in deze roman zal het wel wat moeite kosten om hem te vinden. Het werk is van 1933 en ik heb er een exemplaar van gevonden in de Gentse bieb, weliswaar weggeborgen in het magazijn. Gelukkig maar dat het nog niet werd afgevoerd.

    09-10-2006 om 11:39 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IJslens
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    IJslens

     

    Ik trof dit woord onlangs aan in de openingszinnen van De Goelag Archipel van Solzjenitsyn. Volgens Van Dale betekent het woord: lensvormig stuk ijs dat ’s winters soms in zandgrond wordt gevonden.

     

    Maar bij Solzjenitsyn is de betekenis anders, zoals uit onderstaand fragment zal blijken. De Goelag was het over de hele Sovjet-Unie verspreide systeem van gevangenissen en werkkampen voor voornamelijk politieke tegenstanders van het regime.

     

    Ik citeer die eerste alinea’s uit het boek, omdat ik ze zo prachtig vind.

     

    In het jaar 1949 stuitten vrienden van mij en ik op een opmerkelijk berichtje in het tijdschrift ‘Priroda’ van de Akademie van Wetenschappen. Er stond in kleine lettertjes geschreven dat er aan de rivier de Kolyma tijdens opgravingen een onderaardse ijslens – een oeroude bevroren stroom – was aangetroffen, en daarin al evenzeer bevroren specimina van een fossiele fauna (van ettelijke tientallen millennia her). Die vissen dan wel watersalamanders waren zo vers bewaard gebleven, getuigde de wetenschappelijke correspondent, dat de aanwezigen na het ijs te hebben losgehakt, de dieren MET GRAAGTE ter plaatse hadden verorberd.

     

    Het tijdschrift zal allicht haar weinig talrijke lezersschaar niet weinig verbaasd hebben met het nieuwtje hoelang vis in ijs wel houdbaar is. Maar slechts een enkeling was in staat de ware titanische draagwijdte van de onvoorzichtige opmerking te bevroeden.

     

    Wij...  wíj doorzagen het meteen. Wij zagen het hele tafereel op slag tot in details nauwkeurig voor ons: hoe de aanwezigen met grimmige haast op het ijs inhakten; hoe zij de verheven belangen der ichtyologie met voeten tredend en elkaar verdringend, de brokken millennia-oud vlees loskapten, het naar hun kampvuur zeulden, het lieten ontdooien en zich eraan verzadigden.

     

    Wij doorzagen het, daar wij zelf behoord hadden tot die AANWEZIGEN, tot die op aarde unieke, machtige stam der zek’s (gevangenen), de enigen van wie men mocht verwachten dat zij salamanders MET GRAAGTE zouden verorberen.

     

    En Kolyma was… het kloekste en vermaardste eiland, de pool der onbarmhartigheid van dat wonderlijke land GOELAG, qua geografische gesteldheid versnipperd tot een archipel, maar qua mentaliteit hecht aaneengesmeed tot een continent; een haast onzichtbaar, haast ontastbaar land dat met name door het volk der zek’s werd bewoond.

     

    Ik geloof niet dat hier commentaar bij hoort.

    06-10-2006 om 14:37 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jacob Israel de Haan
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Jacob Israel de Haan

     

    Ik was een knaap, die alle Joodsche dagen

    Van vasten en van vreugd eerbiedig hield.

    Zijn dagen veilig voor angstige vragen,

    Al zijn verlangen door vroomheid bezield.

     

    Dit is enkel de eerste strofe van een langer gedicht (Het eigen lied) aan het begin van het tweede boek  Het Joodsche Lied.

     

    Ik vind het een prachtig kwatrijn. (De dichter heeft trouwens ongeveer negenhonderd afzonderlijke kwatrijnen geschreven). Zo ziet een jongen natuurlijk zichzelf niet, maar zo blikt een oudere man terug op de knaap die hij was.

    Deze strofe ademt onschuldige onbezorgdheid.  De eerste twee regels schilderen een veilige cocon waarin de jongen niets kan gebeuren. Alles is netjes geregeld. De jongen houdt zich aan de joodse feestdagen. Dagen die vervuld zijn van vreugde en van de milde pijn van het vasten. Mild, omdat die vasten in het teken staat van het naleven van de Joodse voorschriften, en hij op die manier zijn God eerbied betoont.

    In de twee volgende regels verduidelijkt hij waarom hij gelukkig was. Hij stelde zichzelf geen angstige vragen en zijn verlangen betrof enkel het vroom-zijn. Dit zijn echter regels van schijnbaar geluk. Aan het woord is de volwassen man die in zijn leven intussen al heeft kennisgemaakt met angst en met andere verlangens. De regels zijn tweeslachtig. Ze zeggen waarom de dichter zich geborgen voelt, maar tegelijk zijn de woorden angst en verlangen als een sluipend gif binnengedrongen.

     

    En de dichter hééft een bewogen leven gehad. Jacob Israel de Haan werd geboren in 1881 en in 1924 werd hij in Jeruzalem vermoord. Hij stamde uit een groot gezin van een orthodox-joodse godsdienstleraar. Een van zijn zussen was de schrijfster Carry van Bruggen, wier leven al even dramatisch is geëindigd. Hij studeerde en aanvankelijk brak hij met zijn joodse geloof. Hij was actief in de beweging van socialisten in het begin van de eeuw. In 1904 publiceert hij de roman Pijpelijntjes, waarin hij zich out als homoseksueel. Dit werk zal hem zijn baan kosten. Hij huwt, voltooit een rechtenstudie en keert terug naar het joodse geloof. Hij studeert Hebreeuws en wordt in 1920 docent aan de rechtenschool in Jeruzalem. Oorspronkelijk was hij zionist, maar zijn opvattingen daarover veranderen. Hij gaat niet akkoord met de joodse politiek in die tijd. Hij wil een joodse gemeenschap op oudtestamentische theocratische basis, dus heel orthodox. Bovendien onderhield hij vriendschappelijke banden met in Palestina woonachtige Arabieren. Het komt zover dat de studenten zijn lessen boycotten en hij in 1923 wordt ontslagen. Hij plant dan zijn terugkeer naar Nederland,  maar in 1924 wordt hij neergeschoten door extremistische zionisten.

     

    In het volgende kwatrijn ‘Klaagmuur’ komen verschillende thema’s uit het leven van deze man mooi samen:

     

    Ook hier ben ik de zinnelijke Dichter,

    Genietend door zo menig Land gegaan.

    De lach van den Marokkaan valt mij lichter

    Dan ’t weenen van wie met mij biddend staan.

    29-09-2006 om 14:06 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gavino Ledda: Padre Padrone
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Gavino Ledda: Padre Padrone

     

    De opvoeding van een herderszoon is de ondertitel. Dit autobiografische verhaal speelt zich af in Sardinië, in de jaren na WO II.

     

    Als de auteur vijf jaar is, gaat hij voor het eerst naar school. Zijn schooltijd duurt welgeteld één maand. Dan haalt zijn vader hem uit de klas, want hij heeft hem nodig om de schapen te hoeden. Voor de jongen begint een hard en eenzaam leven. Bovendien krijgt hij van zijn autoritaire vader voor de minste misstap geregeld slaag. Deze wil zich opwerken en ontziet daarbij niemand. De barre natuur op Sardinië zal hem echter de das omdoen. Geregeld wordt de oogst verwoest door sprinkhanenplagen en één ijzige nacht volstaat om de met veel moeite aangeplante olijvengaard compleet te vernietigen.

    Gavino zal mettertijd liefde opvatten voor die natuur en zijn schapen, maar langzamerhand ontstaat ook de behoefte om te leren lezen en schrijven. Dit is erg tegen de zin van zijn vader, met wie het uiteindelijk tot een hevige confrontatie zal komen.

    In 1958 (hij is dan 20 jaar) krijgt hij een kans. Het leger biedt jongeren de mogelijkheid om een opleiding te volgen. Gavino grijpt de kans en van dan af begint zijn leertijd. Hij zal het nog tot professor aan de universiteit brengen, maar daarover gaat het boek niet.

     

    Het boek gaat vooral over het harde en primitieve herders- en landbouwersleven op het Sardijnse platteland. Daarbij komt nog een koppige en autoritaire vader die zijn kinderen louter als goedkope werkkrachten beschouwt. Tot zijn twintigste heeft Ledda in feite niets anders gekend dan ‘de kont van de schapen’. Het is een op Sardinië gebruikte uitdrukking om de onwetendheid van iemand aan te geven. Het is namelijk zo dat om de schapen te melken, de herder plaatsneemt achter het schaap en zijn hoofd tegen het achterwerk van het schaap gedrukt houdt. Sommige eenzame herders gebruiken de schapen ook voor andere doeleinden. Dat laat de schrijver toe om zijn bezoek met vrienden aan een bordeel in de stad te omschrijven als: ‘die morgen hadden we eindelijk allemaal de schapen zonder staart eens kunnen proberen’.

     

    Het zegt dus veel over de achterlijkheid en de grofheid van die plattelandsbevolking. Het boek is ruw maar eerlijk. Het is in de jaren 70 door de gebroeders Taviani verfilmd en de film werd in Cannes met de Gouden Palm bekroond.

     

    Ledda (geboren in 1938) leeft opnieuw in zijn geboortedorp. Hij probeert het oorspronkelijke karakter van zijn geboortestreek te vrijwaren, tegen de zin in van bouwpromotoren. Zo werd hij nog in 2005 in zijn huis beschoten.

     

    29-09-2006 om 13:22 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Neil Bartlett: Ready to catch him should he fall
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Neil Bartlett: Ready to catch him should he fall

     

    In de Nederlandse vertaling luidt de titel Verliefd op een ander, maar die dekt volgens mij de lading niet. Het gaat om een homoroman. Dat kan verwondering wekken als je merkt dat de drie delen waarin het boek is ingedeeld respectievelijk Alleenstaand, Echtpaar en Gezin heten. De roman verscheen in 1990, in Engeland, in een periode waarin er nog geen sprake was van het homohuwelijk. Het eerste deel speelt volledig in een bar. Het verhaal wordt verteld door een van de bezoekers. Op een dag arriveert De Jongen. Een knappe jongeling die in bescherming wordt genomen door Madame die de bar openhoudt. Later zal zij Moeder worden genoemd. De Jongen lijkt alleen op de wereld te staan en hij vergezelt elke avond wel een man naar huis. In het tweede deel gaat hij een vaste relatie aan met een oudere man. Hij gaat met hem samenwonen en ze hebben nogal ruwe seks. In die periode ontvangt De Jongen geregeld brieven van een zekere Vader. We blijven in het ongewisse wie dat is. Maar in het laatste deel wordt deze man opgenomen in het gezin. De Jongen verzorgt hem en staat hem bij tot hij doodgaat.

     

    De auteur Bartlett is vooral actief in de theaterwereld. In deze roman merkt men dat ook een beetje aan de personages. Ze hebben allemaal iets vervreemdend over zich, ze lijken in een eigen wereld te leven. Hun zieleleven wordt niet expliciet blootgelegd. Aan hun gedragingen merken we dat het vaak om gekwetste mensen gaat, zonder dat dit met zoveel woorden wordt gezegd. Het boek is op bepaalde momenten best ontroerend.

     

    Het boek richt zich toch hoofdzakelijk tot een homopubliek. Anderen gunt het een blik in het homomilieu, met zijn grote verscheidenheid, zijn promiscue gedrag, maar ook met een hunkerend verlangen naar liefde en schoonheid.

     

    Het boek is in een heel eigen stijl geschreven. In de Gentse bieb is het boek beschikbaar en er is ook nog een andere roman van hem, namelijk Mr. Clive and Mr. Page. Dat boek las ik enkele jaren geleden en ik herinner me dat het al even vreemd en even mooi was.

     

     

    19-09-2006 om 21:22 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Franz Kafka: Die Verwandlung
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Franz Kafka: Die Verwandlung

     

    ... ich war bloß entschlossen, nicht früher aus dem Bett zu gehn ehe der Brief kam und zu diesem Entschluß gehörte keine besondere Kraft, ich konnte einfach vor Traurigkeit nicht aufstehn. Ich werde Dir übrigens heute noch schreiben, wenn ich auch noch heute viel herumlaufen muß und eine kleine Geschichte niederschreiben werde, die mir in dem Jammer im Bett eingefallen ist und mich innerlichst bedrängt.

     

    Dat is de eerste vermelding van het ontstaan van de  novelle Die Verwandlung. Ze werd geschreven in november 1912, in een brief aan Felice Bauer, met wie Kafka zich een korte tijd zou verloven en met wie hij een uitvoerige correspondentie voerde.

    De volgende nacht schrijft hij haar:

     

    Meine Liebste, es ist ½ 2 nachts, die angekündigte Geschichte ist bei weitem noch nicht fertig...

     

    De 23e schrijft hij onder andere:

     

    Vorlesen will ich Dir. Ja, das wäre schön, diese Geschichte Dir vorzulesen und dabei gezwungen zu sein, Deine Hand zu halten, denn die Geschichte ist ein weinig fürchterlich.

     

    In de nacht van 23 op 24 november gaat het als volgt:

     

    Liebste! Was ist das doch für eine ausnehmend ekelhafte Geschichte, die ich jetzt wieder beiseite lege, um mich in den Gedanken an Dich zu erholen. Sie ist jetzt ein Stück über ihre Hälfte fortgeschritten und ich bin auch im allgemeinen mit ihr nicht unzufrieden, aber ekelhaft ist sie grenzenlos und solche Dinge, siehst Du, kommen aus dem gleichen Herzen, in dem Du wohnst und das Du als Wohnung duldest. Sei darüber nicht traurig, denn, wer weiß, je mehr ich schreibe und je mehr ich mir befreie, desto reiner und würdiger werde ich vielleicht für Dich, aber sicher ist noch vieles aus mir hinauszuwerfen und die Nächte können gar nicht lang genug sein für dieses übrigens äußerst wollüstige Geschäft.

     

    Het is het verhaal van Gregor Samsa, een vertegenwoordiger, die op een ochtend wakker wordt en vaststelt dat hij in een grote kever is veranderd. Eerst denkt hij nog dat het maar een droom is en dat hij spoedig wakker zal worden en naar zijn werk zal kunnen vertrekken.

     

    Wie wäre es, wenn ich noch ein wenig weiterschliefe und alle Narrheiten vergäße, dachte er, aber das war gänzlich undurchführbar, denn er war gewohnt, auf der rechten Seite zu schlafen, konnte sich aber in seinem gegenwärtigen Zustand nicht in diese Lage bringen.

     

    Een typische Kafkazin. In de eerste plaats liegt hij zichzelf voor, wil hij de vreselijke toestand niet onder ogen zien. In plaats van een normale paniekreactie, stelt hij gewoon vast dat hij niet verder kan slapen, omdat hij dat gewoonlijk op zijn rechterzij doet, wat nu onmogelijk is want hij ligt op zijn (kever)rug met zijn pootjes omhoog. Vervolgens heeft hij schuldgevoelens omdat hij niet naar het werk kan.

     

    Wie nun, wenn er sich krank meldete ? Das wäre aber außerst peinlich und verdächtig, denn Gregor war während seines fünfjahrigen Dienstes noch nicht einmal krank gewesen.

     

    De deur van zijn kamer is op slot en door zijn ouders, zijn zuster en de aangekomen procuratiehouder wordt hij aangemaand om op te staan en de deur te openen. In het eerste hoofdstuk wordt de situatie nog met veel humor verteld, maar later wordt het allemaal hopelozer en pijnlijker. Kan hij zich aanvankelijk nog verstaanbaar maken, na een tijdje begrijpen zijn huisgenoten hem niet meer en langzamerhand zien ze hem niet meer als hun zoon of broer, maar als een kever. Zo wordt hem op een krant voedsel voorgezet bestaande uit halb-verfaultes Gemüse, Knochen vom Nachtmahl her, …ein Käse den Gregor vor zwei Tagen für ungenießbar erklärt hatte ….

     

    De ontmenselijking zal ten slotte haar hoogtepunt vinden in de woorden van de huishoudster die de overleden kever aantreft: Sehen Sie nur mal an, es ist krepiert, da liegt es, ganz und gar krepiert !

     

    De novelle is op allerlei manieren geïnterpreteerd. Maar ook zonder die analyses is het lezen ervan een feest. Een eigenaardig feest, want als lezer voelde ik me er onbehaaglijk, onrustig en onzeker bij.

     

    Kafka leefde van 1883 tot 1924. Als jood was het nog een geluk dat hij zo vroeg gestorven is. Zo heeft hij de opkomst van het nazisme niet moeten meemaken. Zijn drie zussen was een droever lot beschoren. Alle drie zijn ze omgekomen in een concentratiekamp.

    19-09-2006 om 21:21 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    09-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Marie van Zeggelen: Indrukken van een zwervelinge
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Marie van Zeggelen: Indrukken van een zwervelinge

     

    Deze Nederlandse schrijfster leefde van 1870 tot 1957. Op negentienjarige leeftijd trouwt ze met een officier in het Nederlands-Indisch leger en volgt ze haar man naar Nederlands Indië. Ze zwerft er veel rond en verblijft onder andere van 1906 tot 1907 in Zuid-Celebes. Ze woont er in een afgelegen legerbivak met maar enkele andere Nederlanders. Ze heeft veel belangstelling voor de inlanders en noteert onder meer hun verhalen.

    Nederland was toen de kolonisator in Indonesië, maar in die tijd was dat begrip niet zo negatief geladen als nu (althans niet voor de kolonisatoren, over wat de gekoloniseerden dachten valt er niet zoveel te lezen). Marie van Zeggelen vond zich terug in het gedachtegoed van de zogenaamde ethische politici. Hun doelstelling bestond erin de inlandse bevolking te ‘beschaven’ naar West-Europees model: met Nederlandse hulp en onder Nederlands gezag, maar zonder onderdrukking of uitbuiting. Onafhankelijkheid van Nederlands Indië was iets voor een verre toekomst.

     

    In het begin van het boek bezoekt ze een vriendin die met haar man een suikerfabriek uitbaat. De beschrijving van dat bezoek aan de fabriek is tegelijk poëtisch en realistisch.

     

    Het licht geeft koperreflexen op de bloote ruggen der half naakte werkers die het riet van de trollies halen en neersmakken op de langzaam voortrollende carriers, waar bedrijvige, donkere, half verlichte figuurtjes het riet vlug verdeelen – langzaam worden de lange stengels naar binnen geschoven, waar het machinebeest zijn muil openspert om ze in te slikken, te verzwelgen, te vermalen en ze later uit te braken als donker stroopsap. … Onzichtbaar doen de reuzenmachines haar werk, bediend door de kleine bruine menschen, die als mieren boven op de ijzeren stellages krioelen. … Bergen licht blonde suiker, dalen van suiker. Jacobsladders vol suiker, die zachtjes hun gordijntjes van suiker neerstrooien als blonde watervalletjes.

     Soms belicht ze ook de sociale kant van de zaak:

     …de nachtploeg is niet opgekomen. De fabriek stoot haar loeiend geroep in de lucht – niemand komt. Het is weer ’t oude liedje – ze hebben geld, dus werken ze niet, ze kunnen best een week er van leven. … De daarop volgende dagen worden er nieuwe arbeidskrachten gezocht, die moeilijk te vinden zijn, hoewel er nietsdoende, neergehurkte Javanen bij twintigtallen langs den weg zitten en de fabriek, dat werkende monster van de ‘Blanda’s’ aanstaren met een bijna benijdbaar vertrouwen in het fatum, dat wel zorgen zal.

     

    Als het boek vordert, vernemen we ook wat over de oorlog die er heerst. Haar man is tenslotte legerofficier en zal onder andere een jacht organiseren op een guerrillaleider. De inlanders, ook vrouwen en kinderen, voeren een ongelijke strijd. Ze hebben geen wapens die weerwerk kunnen bieden aan het Nederlandse leger, maar zijn moedig en lopen hun dood tegemoet. Zo citeert de schrijfster uit een brief van een soldaat:

     

    Alleen op de weg stond een Baliër, gewapend met zijn lans, blijkbaar vast besloten tot op het uiterste de hem door zijn vorst aangewezen wachtpost te blijven bezetten. De arme! Hij moet toch geweten en begrepen hebben, dat hij alleen of met enkelen wier lansen wij zagen bewegen in de hooge rijstvelden naast den weg, geen twee bataljons infanterie en een batterij artillerie kon tegenhouden, ja, zelfs maar schaden ?

    De infanterie schoot slecht – was het, omdat ze huiverde den armen wacht neer te vellen ?

    Tal van schoten misten hun doel en toch stond hij daar zoo onbewegelijk met de lans in de hand, de trouwe bewaker van zijn vorst, met de borst en het oog naar de geweren gekeerd. Eindelijk deed een scherpschutter hem neertuimelen; maar weer richtte hij zich op. Staan kon hij blijkbaar niet meer – zittende nog waakte hij met de lans omhoog. Wel dreigde deze hem nu en dan uit de hand te vallen en zwaaide daardoor heen en weer; eenmaal viel die zelfs en met haar de moedige verdediger, maar nogmaals richtte hij zich op en ook zijn lans en nogmaals versperde hij den Hollanders den weg – tot eindelijk een kogel den braven voor goed deed neertuimelen.  De dappere – de man vol doodsverachting was gevallen.

     

    De les die de schrijfster uit dit verhaal trekt is de volgende:

     

    Ik weet, dat bij het lezen van dezen heldendood de bewondering meer wordt opgewekt voor het arme slachtoffer dan voor het even aarzelen van de infanterie, het misschieten, dat haast iets ongeloofelijks is, waar de aanvaller twee bataljons sterk en het mikpunt één man is.  Maar tch is voor mij dat aarzelen, dat huiveren een blijde boodschap voor den nieuweren tijdsgeest…en het is ook tijd om onze lans op te heffen tegen alle gruwelen, die er in naam van het (Recht’ geschieden! O, wij zijn ook nog maar als één man, als één waker voor de poort….

    Onze lans moeten we omhoog heffen en telkens weer, als de Baliër, om het recht van den mensch op vrede, te helpen verdedigen – om niet alleen te verhoeden, dat er gemoord en vermoord wordt, maar dat het nobelste en mooiste in een menschenziel verwoest wordt ‘eerbied voor het leven van een ander’.

     

    En wat nu zo mooi is in dit boek: als je dit fragment hebt gelezen en je slaat de bladzijde om, dan kijk je op een foto, de eerste, van de schrijfster. Een gelukkige vondst van de bezorger.

     

    De rest van het boek gaat over haar verblijf in een afgelegen bergstreek in Zuid-Celebes. Ze schrijft over de enkele Hollanders die getroffen worden door malaria, over de inheemse bevolking die ze meer en meer begint te waarderen.

     

    Het boek werd in 1910 voor het eerst gepubliceerd en in 1989 opnieuw uitgegeven bij uitgeverij Conserve in de Indische Letteren-Reeks.

     

    Even dit terzijde: het boek zal volgende week zaterdag 16 september (als het mooi weer is) te koop zijn op de jaarlijkse boekenmarkt in Bachte Maria Leerne. Zoals de meeste boeken die ik er aanbied, tegen een spotprijs.

    09-09-2006 om 14:51 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Diderot: La religieuse

    Diderot: La religieuse

     

    In de 18e eeuw waren er geen kranten in Frankrijk. Om rijke mensen die buiten Parijs woonden, toch op de hoogte te houden van wat er zoal gebeurde, had een zekere F. M. Grimm, die huisleraar was in Parijs, de Correspondance littéraire opgericht, een veertiendaags bulletin dat hij tot verder buiten de grenzen verstuurde, onder andere naar de keizerin in Rusland. In 1770 wordt in die Correspondance littéraire de grap verteld die aanleiding had gegeven tot de roman van Diderot.

     

    De markies de Croismare maakte deel uit van het Parijse groepje van madame d’Epinay, waartoe ook Diderot en Grimm behoorden. De markies moest voor zaken naar Normandië. Na vijftien maanden wensen de mensen in Parijs hem terug te halen en ze zullen daarbij een list gebruiken. De markies had zich het lot aangetrokken van een jonge vrouw die door haar ouders gedwongen was om in het klooster te gaan. Diderot stuurde de markies nu fictieve brieven, waarin  stond dat de jonge vrouw gevlucht was uit het klooster en dat ze rekende op de hulp van de markies. De markies trapte in de val, beantwoordde de brieven en maakte allerlei plannen om de vrouw ergens een betrekking te bezorgen. Hij ging zo fel op in de geschiedenis, dat Diderot zich na enkele maanden genoodzaakt zag de jonge vrouw te laten sterven. Pas tien jaar later, toen de brieven in de Correspondance littéraire werden gepubliceerd, vernam de markies hoe hij in het ootje was genomen.

     

    Naar aanleiding van dat voorval schreef Diderot zijn roman La religieuse.  Hij gaat over een meisje Suzanne die van haar ouders in het klooster moet gaan. Zij is een natuurlijk kind en haar moeder, die haar echtgenoot daarover in onwetendheid heeft gelaten, wenst op die manier voor haar misstap te boeten en bovendien de erfenis alleen over te laten aan haar twee echte dochters. De roman is het verhaal dat Suzanne in de eerste persoon. Het is een lange brief aan de markies de Croismare waarin ze vertelt wat haar in de kloosters allemaal is overkomen.

    In een brief schreef Diderot over deze roman: Je ne crois pas qu’on ait jamais écrit une plus effroyable satire des couvents.  Op enkele uitzonderingen na zijn de nonnen allemaal haatdragend en hypocriet. Als Suzanne weigert om in het klooster te blijven en zelfs een proces aanspant om vrij te komen, wordt ze vernederd en geterroriseerd. De nonnen blijken, nog voor de markies de Sade, volleerde sadistes te zijn. Zo wordt ze bijvoorbeeld tijdens een ceremonie  in een doodskist gelegd, en bedekt met een lijkkleed. De nonnen zingen een requiemmis waarna ze haar besprenkelen met wijwater. Verder wordt ze in een cachot opgesloten, moet ze zichzelf geselen, enz. Als de misbruiken ten slotte uitlekken, wordt ze overgeplaatst naar een ander klooster. Aanvankelijk gaat het daar goed, maar de overste blijkt lesbisch te zijn. Suzanne, mooi en intelligent, en bovendien rein en onschuldig, beseft niet wat er gaande is. Zo bezorgt ze zelfs onbewust haar overste een orgasme waarbij ze even dacht dat de vrouw aan het doodgaan was. Wanneer Suzanne de overste ten slotte afwijst, zal deze langzaam ten prooi vallen aan waanzin.

    Uiteindelijk zal Suzanne met de hulp van een monnik uit het klooster ontsnappen. Maar buiten het klooster is het al even erg. Dat gedeelte van de roman heeft Diderot echter niet meer uitgewerkt.

     

    Het thema van het onschuldige, ongelukkige en vervolgde meisje is al heel oud. In de 18e eeuw was het ook het onderwerp van de roman Clarissa van de Engelsman Richardson. Om haar ondergang te illustreren had Richardson echter acht delen nodig. Bij Diderot, die bij Richardson in de leer was gegaan, bleef de roman gelukkig beperkt tot een deel.

     

    De roman van Diderot is in de eerste plaats een antiklerikaal  werk. Bovendien wordt de deugd en de kuisheid van Suzanne dik in de verf gezet, om de schrikwekkende vervolging en de misbruiken beter te doen uitkomen.

     

     

     

     

    06-09-2006 om 21:01 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.George Orwell: Homage to Catalonia
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    George Orwell: Homage to Catalonia

     

    Eind 1936 was Orwell (geboren in 1903) naar Spanje getrokken om krantenartikelen te schrijven over de Spaanse Burgeroorlog. Bij aankomst treedt hij direct toe tot de militia, linkse groeperingen die tegen het fascisme van Franco vechten. Orwell bevindt zich in Barcelona dat volledig in handen is van communisten en anarchisten. De stad hangt vol slogans, de trams en taxi’s zijn in rood en zwart geschilderd, de meeste kerken zijn geplunderd. (Op het einde van zijn boek heeft hij het over de kathedraal van Gaudi. Luister wat hij erover zegt: For the first time since I had been in Barcelona I went to have a look at the cathedral – a modern cathedral, and one of the most hideous buildings in the world. …Unlike most churches in Barcelona it was not damaged during the revolution – it was spared because of its ‘artistic value’, people said. I think the anarchists showed a bad taste in not blowing it up when they had the chance, though they did hang a red and black banner between its spires.)

    Hij wordt ondergebracht in barakken waar de meeste rekruten bestaan uit 16 tot 17-jarigen, meestal uit de achterbuurten van Barcelona. De opleiding is ondermaats. Er worden alleen driloefeningen gegeven en wapens zijn er blijkbaar niet.

    In het volgende hoofdstuk vertrekt de groep naar het front. Het dorpje waar ze aankomen is één modderpoel en het stinkt er. The church had long been used as a latrine; so had all the fields for a quarter of a mile round. I never think of my first two months at war without thinking of wintry stubble fields whose edges are crusted with dung.

     

    Zijn bevelhebber aan het front is een Belg, Georges Kopp. In zijn boek denkt Orwell dat hij achteraf in de gevangenis is omgekomen of terechtgesteld. Maar dat was niet zo. Het verdere verhaal van die Georges Kopp kunt u lezen op het volgende adres: http://www.marxists.org/history/etol/revhist/backiss/vol4/no1-2/kopp.htm

     

    Hoe verloopt de strijd aan dat front ? Het is winter en koud en er wordt nauwelijks gevochten. Fascisten en republikeinen hebben zich ingegraven en nemen elkaar sporadisch onder vuur. Een keer zal Orwell aan een aanval op de stellingen van de fascisten deelnemen. Bij een andere gelegenheid krijgt hij een kogel dwars door zijn nek, en dat betekent het einde van zijn deelname aan de burgeroorlog.

     

    Zijn beschrijvingen zijn schrijnend. De militieleden zijn heel slecht uitgerust en ze beschikken over weinig en minderwaardige wapens. De levensomstandigheden zijn heel slecht: koud, nat, modder, enz. Veel van de soldaten zijn tienerjongens.

     

    Op een bepaald moment schrijft hij in zijn boek over een jongen die terugkeert van het front waar hij tbc heeft opgelopen. Het is tekenend, want in 1950 zal Orwell zelf op 46 jarige leeftijd sterven aan tbc.

     

    Er staan in het boek ook enkele hoofdstukken over de politieke toestand in Spanje. De auteur schrijft zelf dat wie er geen belangstelling voor heeft, ze gerust mag overslaan, maar zelf vond ik ze veruit de interessantste uit het boek. Ze gaan voornamelijk over de waaier van linkse groeperingen, vakbonden en milities, die de strijd tegen Franco hebben aangebonden. Er zijn de communisten, de trotskisten en de anarchisten. Zelf, zonder het eigenlijk goed te beseffen, is hij toegetreden tot een trotskistische groepering, de POUM. Die groep zal later tijdens de revolutie door de republikeinse regering (en de communisten) in de ban worden gedaan en de leden worden gevangen genomen. Het schrijnende was, dat de van het front teruggekeerde leden van de groepering in Barcelona werden aangehouden, terwijl het andere deel aan het front van niets wist en gewoon bleef doorvechten.

     

    Pijnlijk om lezen is ook hoe verdeeld de linkse groepen waren, hoe ze elkaar verraden en bestreden. Jammer genoeg moeten we vandaag vaststellen dat er aan de linkerzijde op dat vlak niet vel veranderd is. De diverse groepen zijn nog altijd even erg verdeeld.

     

    Er zijn nog andere overeenkomsten met vandaag. Zo heeft hij het over de rol van de pers en de journalisten die leugens vertellen en van alle kanten gemanipuleerd worden. Een beetje zoals wat er een tijdje geschreven werd om de aanval op Irak te rechtvaardigen.

     

    Een boeiend boek voor wie zich voor geschiedenis en politiek interesseert.

    28-08-2006 om 21:20 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    22-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Patricia de Martelaere: Taoïsme
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    Patricia de Martelaere: Taoïsme

     

    Een filosofieboek dat de toptien haalt, en dan nog wel over Chinese filosofie. Wat is er met ons aan de hand ?

     

    De auteur schrijft helder en eerlijk. Dit is voor deze materie nodig ook, want de oorsprong van deze filosofie is meer dan tweeduizend jaar oud. De leer is voornamelijk neergelegd in twee boeken : de Tao Te Ching en de geschriften van Zhuang Zi. Aan de hand van die boeken legt de filosofe het taoïsme uit. Het is een leer vol paradoxen en daardoor is het voor ons westerlingen moeilijk zich er in in te leven. Een van de basisbeginselen van de leer is bijvoorbeeld “niet handelen”. Men moet alles zijn gang laten gaan, zich overgeven aan zijn ‘oorspronkelijke natuur’, wat dat dan ook mag zijn. Op moreel vlak is er geen goed of kwaad. De leer biedt in dat opzicht geen houvast, hij laat het individu over aan zichzelf. Elke mens moet het zelf maar uitzoeken. En zelfs dat uitzoeken is niet de juiste houding, want wie er naar op zoek gaat, zal het zeker niet vinden.

     

    Je kan je afvragen of die levenshouding nu nog zin heeft. De Chinese maatschappij van 2000 jaar geleden lijkt in niets meer op de onze. Er was veel minder informatie, wetenschap en technologie waren nog erg traditioneel. Ik ken niet zoveel van het taoïsme, maar ik vraag me toch af of het zo’n evolutie heeft doorgemaakt als bijvoorbeeld het christendom. In het boekje is daar niets van te merken, want de schrijfster beperkt zich tot een analyse van de twee genoemde werken.  

     

    Valt er dan niets te leren van het taoïsme ? Ik denk van wel. Maar toch is het niet mogelijk er een algemene levenshouding op te baseren. En ik denk ook niet dat het de gemakkelijkste weg zal zijn naar geluk, inzicht of verlossing. Wat we er wel kunnen uithalen is zin voor relativering, een grotere bewustwording van ons lichaam, een vorm van mystiek. Iemand die volgens de principes van het taoïsme wil leven, zal een rustiger leven kennen.

     

    Wat de mystieke kant ervan betreft, en dat geldt niet alleen voor het taoïsme, mystieke ervaringen zijn erg kort van duur. Je kunt geen leven opbouwen op mystieke ervaringen. Hetzelfde geldt voor momenten van inzicht, of esthetische ervaringen, ze zijn allemaal kortstondig. Als ze voorbij zijn, val je terug in het dagelijkse leven.

     

    Mij heeft het boekje alvast geleerd dat het taoïsme voor mij niet de aangewezen weg is om tot de waarheid te komen. Ik denk trouwens dat er niet iets bestaat als waarheid. En zo kom ik ongewild toch nog dicht in de buurt van het tao.

     

     

     

     

    22-08-2006 om 21:38 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tim Parks: Rechter Savage

    Tim Parks: Rechter Savage

     

    Op korte tijd de tweede roman die ik van deze auteur lees. Dit keer van alles in een. Een thriller, een familieroman, een rechtbankroman. Savage is pas tot rechter benoemd en hij komt al direct in de problemen. Hij is nogal een fervente schuinsmarcheerder en dat feit brengt hem in moeilijkheden. Niet alleen professioneel maar ook in zijn gezin. Hij heeft dan nog eens een onmogelijke puberdochter en wordt constant verraden door de echtgenote van zijn beste vriend.

     

    Een roman van rond de 400 bladzijden. En ik had de indruk dat Parks er gerust 800 had van kunnen maken. De man schrijft ontzettend vlot en vindt altijd wel wat om het verhaal voortgang te laten vinden. In het begin vond ik het heel goed, maar na een tijdje is het wat te veel van hetzelfde.

    19-08-2006 om 16:57 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Michel del Castillo: Tanguy

    Michel del Castillo: Tanguy

     

    Dit werk is voor een groot deel autobiografisch. De auteur is in 1933 geboren, uit een Spaanse moeder en een Franse vader. Op het einde van de Spaanse burgeroorlog ontvluchten ze Spanje. Het gezin geraakt uit elkaar en Tanguy komt als kind terecht in een concentratiekamp. Hij maakt er de bekende verschrikkelijke dingen mee. Na de bevrijding verblijft hij 5 jaar in een verbeteringsgesticht onder de leiding van religieuzen, en het is daar al niet veel beter dan onder de nazi’s. Ten slotte kent hij een gelukkigere periode bij de Jezuïeten, waar hij een opleiding krijgt. Hij gaat dan op zoek naar zijn ouders, maar dat weerzien loopt ook verkeerd af. Op het einde van het verhaal staat hij er nog alleen voor. Wat hem in die ellendige tijd overeind heeft gehouden, is de vriendschap die hij van individuele personen mocht ontvangen.

     

    Ik las het boekje in het Nederlands, de titel ervan is Een kind in de nacht. Ik weet niet of het aan de vertaling gelegen is, maar het boek kwam gedateerd over.

    19-08-2006 om 16:49 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (13 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uwe Timm: Am Beispiel meines Bruders
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Uwe Timm: Am Beispiel meines Bruders

     

    De auteur (geboren in 1940) was het nakomertje in het gezin.  Zijn broer, over wie hij schrijft, was 16 jaar ouder.  Hij werd in 1924 geboren en stierf in een lazaret in Rusland in 1943, nadat zijn twee benen gedeeltelijk waren geamputeerd.

    De auteur heeft met het schrijven van dit boek gewacht tot zijn moeder en zuster gestorven waren. “Erst als auch die Schwester gestorven war, die letzte, die ihn kannte, war ich frei über ihn zu schreiben, und frei meint, alle Fragen stellen zu können, auf nichts, auf niemanden Rücksicht nehmen zu müssen.“

     

    Welke vragen stelt hij ? Waarom zijn broer zich vrijwillig meldde bij de Waffen-SS. Wat er omgaat bij iemand op het slagveld. (Aan de ene kant is de broer verontwaardigd over wat er op het thuisfront gebeurt, namelijk het platbombarderen van Hamburg. Aan de andere kant heeft hij blijkbaar geen oog voor wat het Duitse leger en hijzelf op dat ogenblik aanrichten in Rusland.).

     

    Toen de broer was gestorven, werd een pakketje naar zijn moeder gestuurd met enkele persoonlijke bezittingen, waaronder een summier dagboek, foto’s, een kam (Und an diesem Kammmist das, was von seinem Körper blieb, ein paar blonde Haare). Uit het dagboek volgt de auteur de oorlogsverrichtingen aan het front, en hij citeert er onder andere de laatste zin uit: Hier schließe ich mein Tagebuch, da ich für unsinnig halte, über so grausame Dinge wie sie manchmal geschehen, Buch zu führen”.

     

    Het is een eerlijk, aangrijpend en gevoelig geschreven boek. De auteur gaat geen vragen uit de weg en probeert te begrijpen wat de mensen destijds, voor en na de oorlog bezielde. Waarom ze de oorlog steunden, hoe ze er achteraf mee probeerden in het reine te komen  of hem goed te praten (bijvoorbeeld door nieuwe begrippen uit te vinden zoals Befehlsnotstand , de verplichting om een bevel uit te voeren), enz. Er waren de mensen die er niet konden over zwijgen en de anderen die alles verzwegen.

     

    Fast alle haben weggesehen und geschwiegen, als die jüdischen Nachbarn abgeholt wurden und einfach verschwanden, und die meisten schwiegen abermals nach dem Krieg, als man erfuhr, wohin die Verschwundenen verschwunden waren.

    In diesem Schweigen sieht Primo Levi die tiefste Schuld der Deutschen. Dieses Totschweigen war schrecklicher als das langatmige Reden derjenigen, die sich mit dem Wir-haben-nichts-gewußt zu entschuldigen suchten.

     

    Er is al veel over de oorlog geschreven, maar een boekje als dit kan er altijd nog bij. Voor jonge mensen zou het verplichte lectuur moeten zijn. Het vormt een aanklacht tegen oorlog, haat, waarschuwt voor de gevaren van totalitaire regimes en roept op om de eigen samenleving kritisch te beoordelen.

     

    Achteraf heb ik vastgesteld dat het boek ook in het Nederlands is vertaald. Het werd in 2004 uitgegeven bij de uitgeverij Van Halewijck. En wie een grondigere bespreking van het boek wenst te lezen, vindt die op het volgende adres: http://www.liberales.be/cgi-bin/showframe.pl?boek&timm.

     

    15-08-2006 om 13:09 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Perk en Kloos

    Perk en Kloos

     

    Jacques Perk is vooral bekend van zijn Mathilde-cyclus. De gedichten ontstonden in 1879 – 1880, nadat Perk in juli in Laroche gedurende vijf dagen Mathilde Thomas had ontmoet. Zoals bekend is Perk heel vroeg gestorven, op de leeftijd van 22 jaar in het jaar 1881.

     

    In het voorjaar of de zomer van 1880 schreef Perk ook een aantal gedichten naar aanleiding van zijn vriendschap met Willem Kloos. De twee vrienden maakten in juli 1880 samen een uitstap naar Brussel en Laroche. Kort daarna raakten ze gebrouilleerd. Een van de redenen kan zijn dat Perk niet opgezet was met de homoseksuele geaardheid van Kloos.

     

    Na de dood van Perk zal Kloos de Mathilde-cyclus uitgeven. Daarbij heeft hij veel gedichten aangepast en ook de oorspronkelijke volgorde grondig veranderd.

     

    Ik laat hier nu twee gedichten volgen die een uiting zijn van hun vriendschap. Het eerste is van Kloos. Het gedicht van Perk, dat niet in zijn Mathilde-cyclus staat, verwijst naar het gedicht van Kloos.

     

    Ik denk altoos aan u als aan die dromen,

    Waarin een gansen, langen, zaalgen nacht

    Een nooit gezien gelaat ons tegenlacht,

    Zó onuitspreeklijk lief, dat bij het domen

     

    Des bleken uchtends nog de tranen stromen

    Uit halfgeloken ogen, tot we ons zacht

    En zwijgend heffen met de stille klacht,

    Dat schone dromen niet weerommekomen.

     

    Want alles ligt in eeuwgen slaap bevangen,

    In de eeuwgen nacht, waarop geen morgen daagt.

     

    En heel dit leven is een wondre, abnge,

    Ontzebre droom, dien eens de nacht weer vaagt.

     

    Maar in dien droom een droom vol licht en zangen,

    Mijn droom, zo zoet begroet, zo zacht beklaagd.

     

     

     

    Wanneer in ademloozen schemerschijn

    De vleermuis zwijgend wiekt in breede kringen

    En de aarde staart naar de eerste tintelingen

    Der zilvren spangen van het nachtgordijn;

     

    Als dan door ’t loof der fluistrende jasmijn

    De geur’ge luwtjes wiegeliedren zingen,

    En zoete sluimer daalt op duivezwingen…

    Dan is het zalig om alleen te zijn.

     

    Dan is het zalig ’t lachend oog te luiken

    Waar zacht de rust op neerzijgt, die verkwikt,

    En leeft van ’t zoete liefdedroomen sluiken.

     

    Maar driewerf zalig wien het werd beschikt

    Om in de zee der sluimring neer te duiken,

    Als in zijn droom een vriend hem tegenblikt.

     

     

    Het gedicht van Kloos is duidelijk beter geslaagd dan dat van Perk. Beide jongelingen waren ongeveer 21 jaar toen ze deze verzen schreven.

    13-08-2006 om 21:45 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nâzim Hikmet
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Nâzim Hikmet

     

    Een door de uitgeverij Lannoo/Atlas uitgegeven boekje in de reeks De mooiste van …

    De ‘mooiste’ zijn gedichten, in dit geval van Hikmet, in het Turks en het Nederlands afgedrukt en voorafgegaan van een inleiding over de schrijver. Daaruit haal ik de schrijversinformatie.

     

    Hikmet werd in 1902 geboren in Tessaloniki, dat toen deel uitmaakte van het Osmaanse Rijk. In 1920 gaat hij in het verzet. Na een verblijf in Moskou, waar hij kennismaakt met de poëzie van Majakovski, keert hij in 1924 terug naar Turkije. Hij wordt lid van de Turkse Kommunistische Partij, wat hem voor enige tijd in de gevangenis brengt. Dat lot treft hem opnieuw van 1938 tot 1950. Na zijn vrijlating vreest hij opnieuw problemen met het bewind en ontvlucht hij op spectaculaire wijze het land (een vriend bracht hem met een snelle motorboot de Zwarte Zee op, waar hij op een Roemeens schip asiel aanvroeg). De rest van zijn dagen sleet hij in Moskou waar hij in 1963 overleed.

     

    Meer informatie vindt de belangstellende op het volgende adres: http://www.famouspoetsandpoems.com/poets/nazim_hikmet/biography

     

    Ik laat nu enkele gedichten volgen uit het Lannoo- boekje.

     

    Misschien

     

    Misschien zal ik

               lang   

                 voor die dag

               aan een brug hangen

               en mijn schaduw over het asfalt werpen.

     

    Misschien zal ik       

               lang   

                 na die dag

               met witte baardstoppels op mijn wangen nog leven.

     

    En als ik

               lang   

                  na die dag

                         nog leef,

    dan zal ik op de pleintjes

               tegen de muren leunen

    en samen met de kleintjes

               en met de oude mannen

    die net als ik de laatste slag overleefden

               zal ik op elke vrije dag ’s avonds viool spelen.

     

    En overal om ons heen

               de verlichte stoepen van een heerlijke avond

    En de stappen

                         van nieuwe mensen

                                    die nieuwe liederen zingen …

     

    1930

     

    Over het leven

     

    Het leven neem je niet te licht,

    je dient te leven in diepe ernst

               zoals een eekhoorn doet,

    zonder buiten of boven het leven iets te verwachten,

               het enige wat je moet doen is leven.

     

    Serieus moet je het leven nemen

    en wel zo zeer dat je

    bijvoorbeeld met geboeide handen op je rug,

    staand tegen de muur,

               of met je grote stofbril

                         en je witte kiel in een laboratorium,

               wilt sterven voor de mensen,

               en wel voor de mensen die je nooit hebt gezien,

               en wel terwijl niemand je ertoe dwingt

                         hoewel je weet dat het leven het mooiste is en het puurste dat er bestaat.

     

    En zó serieus moet je het leven nemen

    dat je op je zeventigste nog een olijftak poot,

    en dan niet om die je kinderen  na te laten,

               maar omdat je ondanks je vrees voor de dood

               niet in de dood gelooft

                                    omdat het leven zwaarder weegt.

     

    1947

     

     

     

                         

     

     

    13-08-2006 om 21:15 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Foto

    Poems are blossoms of the brain. Emily Dickinson
    Kunst gibt nicht das Sichtbare wieder, sondern macht sichtbar. Paul Klee

    La nostra vita in terra

    Altro non è che guerra


    en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen. Hebreeën 13.2
    Archief per week
  • 29/06-05/07 2020
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 13/05-19/05 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 26/09-02/10 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 08/11-14/11 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 31/12-06/01 2008
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 17/11-23/11 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 11/08-17/08 2008
  • 04/08-10/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 28/04-04/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 25/02-02/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 21/01-27/01 2008
  • 14/01-20/01 2008
  • 07/01-13/01 2008
  • 31/12-06/01 2008
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007
  • 16/07-22/07 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 18/06-24/06 2007
  • 11/06-17/06 2007
  • 04/06-10/06 2007
  • 28/05-03/06 2007
  • 21/05-27/05 2007
  • 14/05-20/05 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 09/04-15/04 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 26/03-01/04 2007
  • 19/03-25/03 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 26/02-04/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 12/02-18/02 2007
  • 05/02-11/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 08/01-14/01 2007
  • 01/01-07/01 2007
  • 25/12-31/12 2006
  • 18/12-24/12 2006
  • 11/12-17/12 2006
  • 04/12-10/12 2006
  • 20/11-26/11 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 23/10-29/10 2006
  • 16/10-22/10 2006
  • 09/10-15/10 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 28/08-03/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 14/08-20/08 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 17/04-23/04 2006
  • 10/04-16/04 2006
  • 03/04-09/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 20/03-26/03 2006
  • 13/03-19/03 2006
  • 06/03-12/03 2006
  • 27/02-05/03 2006
  • 20/02-26/02 2006
  • 06/02-12/02 2006
  • 30/01-05/02 2006
  • 23/01-29/01 2006
  • 16/01-22/01 2006
  • 09/01-15/01 2006
  • 02/01-08/01 2006
  • 26/12-01/01 2006
  • 12/12-18/12 2005
  • 05/12-11/12 2005
  • 28/11-04/12 2005
  • 21/11-27/11 2005
  • 14/11-20/11 2005
  • 07/11-13/11 2005
  • 31/10-06/11 2005
  • 24/10-30/10 2005
  • 17/10-23/10 2005
  • 10/10-16/10 2005
  • 03/10-09/10 2005
  • 26/09-02/10 2005
  • 19/09-25/09 2005
  • 12/09-18/09 2005
  • 05/09-11/09 2005
  • 29/08-04/09 2005
  • 15/08-21/08 2005
  • 08/08-14/08 2005
  • 01/08-07/08 2005
  • 25/07-31/07 2005
  • 18/07-24/07 2005
  • 11/07-17/07 2005
  • 04/07-10/07 2005
  • 27/06-03/07 2005
  • 20/06-26/06 2005
  • 13/06-19/06 2005
  • 06/06-12/06 2005
  • 30/05-05/06 2005
  • 23/05-29/05 2005
  • 16/05-22/05 2005
  • 09/05-15/05 2005
  • 02/05-08/05 2005
  • 25/04-01/05 2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Aanraders tot nu toe:

    Von Keyserling: Branding
    Hrabal: Zwaarbewaakte treinen
    Voltaire: Candide
    Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven
    Hawthorne: De scharlaken letter
    Yalom: De Schopenhauer-kuur
    Rosa: De derde oever van de rivier
    Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi
    Waugh: The Loved One
    Kadare: Het donkere jaar
    Baricco: Zijde
    Moorehead: De Blauwe Nijl
    Lampedusa: De tijgerkat
    Melville: Billy Budd
    Platonov: De bouwput
    Tim Parks: Bestemming
    Bernhard: De neef van Wittgenstein
    Kafka: Die Verwandlung
    Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw
    Traven: Verhalen
    Baldwin: Go Tell it on the Mountain
    Faulkner: As I lay dying
    Oë: De hoogmoedige doden
    Trilling: The Middle of the Journey
    Hardy: Far from the madding crowd
    Kristof: De analfabete
    McEwan: Amsterdam
    Filloy: De bende
    Sciascia: De Zaak Aldo Moro
    Salinger: Franny and Zooey

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!