De naam van de tocht is nog een overblijfsel van de tijd dat gedurende de wintermaanden 'swinters nauwelijks officiéle wandeltochten plaatsvonden. Hedentendage kan men overal het ganse jaar door wandelen. Ik zie op mijn weg naar Heeswijk tot tweemaal toe toerbikers verzamelen, klaar voor hún vrijetijdsbeoefening, veelal in erg dunne sportkledij. Ik houd wijselijk gezien de temperaturen, toch maar een dik jack aan vandaag. Een hobby of sport waar wij wandelaars onderweg steeds vaker mee rekening moeten houden. Vanaf de uitstaphalte is het nog een eind gaans naar de startplaats in de kantine van een openluchttheater, dwars door velden. Ga een erg grote en drukke parkeerplaats voorbij, bedoeld voor bezoekers van het theater, ga een bos in wat de nabijheid van de arena verraadt, waar massa's fietsen tegen de bomen geparkeerd staan, en klim over duinen, een ongemakkelijke natuurlijke trap, ga achterdoor , bovenlangs de arena, om er evenzo ongemakkelijk vanaf te dalen. Vele vlaggen sieren de ingang naar de kantine, vlaggen ook, van de jubilerende 70 jarige wandelbond. Een knusse verblijfslokatie waar het gonst van de aanmelders. Begroetingen over en weer, korte opmerkingen , verhalen, nieuwsuitwisselingen, en dan ga ik na inschrijving ook op weg in de meute. Lopen de schuifpoort uit van het anders afgesloten terrein meteen het groen in. Willy bekend van zowel het provinciale als landelijk bestuur en woonachtig in de streek hier, tekent voor het parkoersontwerp. Dat hij dit gebied goed kent spreekt vooral de eerste kilometers duidelijk. Het parkoers opent met bospaden, gras en sprokkelhout en slangenpaden uit de nog koude en in de beschutting van de ochtendwind. We volgen een poos het LAW ofwel Grand-Route-pad van 'sHertogenbosch naar Roermond. Berken en den en allerlei struik of grondbegroeïingen zijn ons deel. De natuur bot nu flink uit zo ervaren we. Het frisse groen laat zich zien. We toucheren even een bosrand met zicht op de landerijen en de kerktoren van het dorp, en de abdij. Gaan over de ruggen van oude nu begroeide zandverstuivingen, op en af. Langs gebieden waar boswerkers het bos of hele percelen uitgedund hebben, paadjes met hakhoutresten. Zie terloops ook nog plukken vogelveren liggen, een vogel, waar een of andere roofvogel zich tegoed aan deed. De paden voelen als tapijt onder je schoenzolen. Even 100 mtr. asfaltwegje en we draaien weer het bos in. Zie een grote plek maagdenpalm bloeien, met paarse bloempjes. Gaan een sloot jawel met water langs, en daarneven een kunstmatig ven, met watervogels, achter dit ven om via klimminkjes en jonge bomen aanplant. Volg een kasseiwegje, als bleef hier de tijd stille staan. Een bospartij doorheen met voornamelijk hulst, den en spar. Randje bos weer landerijen in met zicht op opnieuw nabijliggend dorp. Een boerderij verborgen achter veel rododendrons, een berkenwegje met oude langgevelboerderijen. Merkwaardig er staan veel paasbloemen in de bermen of narcissen. Kennelijk van gestorte gronden hier beland. Rivier De Leygraaf over, en tikken we de bebouwing van Heeswijk aan. Een weggetje oude knotwilgen, even verwarring, maar toch, een pijl noodt ons over particulier terrein langsaf een villaatje, langs een beekje de terreinen van de abdij over te gaan, bij uitzondering, en daar is de rustpost voorzien. Een gezellige levendige drukte op buitenterras zowel als binnen, en voldoende personeel om de drukte snel aan te kunnen. Hierna vangt de lus aan, ga wat bewoning door en langsheen, een nieuwbouwwijkje, met opvallende woon-koop-huizen vooral in variatie en kleur, ga vervolgens een groot park door de bebouwing uit met een plaatsgenoot aan mijn zijde. Hij heeft zich in afstand bedacht en gaat met me mee. Even zien we een pijl over het hoofd, maar komen toch op de juiste weg, en gaan de bouw uit, na een echte parkwijk in aanleg nog, de velden akkers weilanden in. Zie achter me dreigende luchten opdoemen, en zowaar, binnen de kortste keren trekt het hemelzwerk potdicht en beginnen ze boven te sproeien en met hagelstenen te gooien. Toon en ik doen vlot onze kepen om, en laten de bui z'n werk doen. Het gutst eruit en ziet ernaar uit dat we voortaan overgeleverd zijn aan de nukken van de natuur voor de rest van de dag. En dit overkomt ons juist in de open ruimte van de boerenlanden, geen enkele schuilgelegenheid. Gaan van verhard zand/grindwegje het asfalt op, waar het water afstroomt, en dan ziedaar, tóch, aan de einders klaart het op , en zien we een prachtig schouwspel van stapelwolken massa's opdoemen, het wijdse land wat opfleurend. Ik volg het geboeid. We stappen opnieuw een bos in over nattige paden, dat wel. Het wordt allengs droog, en we slingeren door dit bos, missen met almaar naar de grond kijken waar onze voeten te zetten toch een pijl en de volgnummers kloppen niet. Gaan op onze schreden terug, en vinden de afslag. Stoppelveldseweg, waar zijn de stoppels, mogelijk maïs bedoeld? De Koffiestraat, hoe verzin je het ,{!?} , duidt er kennelijk op dat de rustpost van de lus weer terug in zicht komt. Kerktoren van Dinther komt in zicht, maar we draaien noordelijk om dorpje heen tot we die vorige nieuwbouwwijk weer ontwaren, met een grote boog eromheen en dan treffen we weer de vrije toegang achter de woning van daarstraks die ons weer naar het abdijterrein leidt. Het is binnen erg rustig geworden, en men is bezig het meubilair op te ruimen, we zitten in de achterhoede dus. We, Toon en ik blijven ook niet lang en vervolgen de route. Die leidt ons door tamelijk nieuwe woonwijken het dorp weer uit. Passeren het Airborne monument. In deze buurt landden op 17 September per abuis een afdeling van de 101e Amerikaanse luchtlandings divisie, tijdens de fameuze actie Market Garden. De eenheid moest van hier terug zien te geraken in de eigenlijke landingscorridor bij Veghel wat nog een beste tippel was. Zij leden zware verliezen op hun weg. Gaan dorp uit fietspad naar kanaalbrug op en vlak daarvoor slaan we een gebarricadeerd fietspad weer in die later versmald en hard grindig zand wordt, door broekgebiedjes, en vervolgens langs de Aa-rivier, wat akkerveldjes , tot we een oude betonnen brug over mogen. Komen nu in een gebied omheen een prachtig kasteel, waar de Airbornes destijds tijdelijk een paar dagen maar hun hoofdpost hadden. Een parachutist sprong bovenop zijn aalmoezenier in de kasteelgracht, wat gelukkig goed afliep en wat hilarisch was. Weer een brug over en gaan door landgoed Kameren, waar de oude huisjes geel/groene luiken aan de ramen hebben, en de deuren evenzo gekleurd zijn, die het kasteelgebied en tuinen omringen. Zompige paden volgen we. Stuiten op opnieuw, -we zagen er onderweg al zoveel- , oude boerderijtjes zo van een schilderij, een witte boerderij, met opnieuw de gekleurde luiken en zelfs een oude waterput, uit grootmoeders tijd, gaan we langs. Ik probeer me de tijd van toen voor te stellen bij de aanblik. Nu hebben we toch veiliger leidingwater. Steken een klinkerweg over en dan de velden weer in langs schitterend en oude huizen, van een a twee eeuwen oud. Voor ons doemen in de verte toch weer de bossen op, met weer die kolossale stapelwolken die het landschap fleur geven op de achtergrond. Dan opnieuw na een beekbruggetje mogen we de finale van deze tocht afsluiten met weer bospartijen. Stappen het wat langdurende asfalt af, het groen in. Net als Toon en ik opperen, dat het toch niet ver meer zal zijn, doemt plots het natuurtheater, de finishplaats dus op. Stappen het poortje in, de kantine binnen en melden ons af. We zijn echt bij de laatsten. Willie had een puik parkoers voor ons vandaag uitgestippeld, door zeer afwisselend gebied. Heeft er heel z'n hart en ziel ingestopt, de overige leden en helpers trouwens niet te na gesproken. Zij waren de basis van deze succesvolle tocht, wat zich verwoorde in een recordgroot deelnemersaantal, als pluim op de hoed, helemaal terecht. Volgende week lonkt Mierlo-Hout om heen te gaan. Ik stap ruimschoots vroeger aan naar de bushalte, en tref Willie nog op mijn weg en kan hem zo uitvoerig bedanken, en prijzen voor deze byzonder mooie en puik georganiserde wandeldag. De terugweg was ditmaal veel sneller, t.w. net geen drie kwartier, inclusief overstaptijd. Beste, geachte lezers, gegroet, tot volgend keer: Peter Heesakkers
|