Onze Koninklijke luchtmacht, die een wandeltocht organiseert. Het sprak me meteen aan, dit moet wel goed zijn, bedacht ik. Even is de overweging om met de fiets te gaan naar de startplaats. Maar ik beslis toch de vroege bus te nemen. Ik stap in de bus..., zie een bekend gezicht van de chauffeur. En jawel, het is dezelfde man die me enige weken geleden ook bediende, op m'n tocht naar Someren. Ik zet me vooraan in de bus om in het zicht van de man te blijven, en zo keuvelen we wat af. Het wordt een lange rit deze vroege busdienst, het is nu eenmaal zo, ik krijg de noordelijke helft van de stad te zien en maken een beste bocht door Best, om dan pas af te stevenen op de kazernepoort, van 'slands grootste kazerne. Midden in een uitgestrekt heide heide en bosgebied, waar defensie ook nog hun oefeningen houdt, dus ik mag er zonder meer een prachtparkoers uit verwachten, een omgeving die er zich absoluut voor leent. Daar tegenover bevind zich de horeca, een voormalig opvangcentrum voor jongens in 'skonings wapenrok, militairen dus, na hun diensttijd, van de dag dan. Het is er niet druk, al hangt er een en ander al rond. Ik ga gezien de tijd snel op weg. Een Lommelse loper komt kennelijk, niet best gehumeurd binnenstappen , terug van zijn eerste ronde, en gaat meteen weer op weg. Later zal ik begrijpen waarom.....Ga direct een tweezijdig fietspad op, langsheen de autoweg, om na +/- 1200 m. een zandweg in te gaan. Hier ontbreekt een pijl, en op de gok ga ik een erg brede rulle zandbaan op waar rupsvoertuigen hun ploegend werk doen. De route is soms wat zuinig gepijld. Even zoeken welk pad en welke draai dan te nemen. Het blijft voortdurend het beste van de brede zandbaan, {"tankbaan" in de volksmond}, zoeken. Het is eigenlijk een bosstrook die de autoweg van ons scheidt, en dik k.m.'s te gaan is. Het loopt niet prettig. Het is opletten dat je niet zwikt met je voeten in het rulle zand. Na de lange baan steken we terug door de bosstrook om de baan over te steken en een poos langs de baan andere zijde te vervolgen. Voor een oprit naar een autowegviaduct, gaan we links in een brede zandweg in de schaduw, door bosgebied te gaan. Het blijft lang bos, tot we een asfaltwegje oversteken. Hier versmalt het pad, overwegend toch, gaan het bos uit door hooi en weidevelden, en grazend vee, een hele poos onze weg vervolgen. Hemelrijken geeft een naambordje aan. Hier hoop ik toch niet op de verkeerde weg te zijn al om het aardse te verwisselen. De defensiewandelclub houdt opvallend lange zandwegen aan, en ik krijg een onbehaaglijk gevoel. Ook mijn routepapier geeft nogal eens aan dat delen van de route, wegen en paden of zandwegen , kilometer en zelfs met een S op het eind, lang zijn. Ik tel 21 regels...... Wel prettig is dat we veel in de schaduw lopen, want de zon doet zich voelen intussen, ondanks de noordelijke wind. Die zorgt dat de dag later op temperatuur komt. Mijn dunne overjack moet uit. Ik geraak aan een post, waar bronwater in wat kleine bekertjes geserveerd wordt, door een paar engelen. Drinken zijn we wel aan toe. Er zullen verder geen veldposten zijn op de route vandaag. Merkwaardig... Ik had zeker {mogen}? , verwachten dat defensie zich hierin zou doen gelden. Ik voel me bij die gedachte niet prettig. Er volgt nu een zeker 4k.m. lang tweezijdig asfaltfietspad , die door bos gaat, nu en dan even een slinger maakt, en wat veldwerk presenteert. De groei van de landbouwer zijn gewassen is echter nog minimaal, tot bijna niets, mede door de droogte. Bieten, piepers, {aardappelen} dus en maïsvelden zijn des wandelaars deel. Nu en dan wordt ik ingehaald en volgt een kort gesprek. Een asfaltweg biedt ons wijde blik over boerenlandschappen en verre bosranden. Voortdurend komen van beide richtingen op dit lange tweezijdige te gebruiken fietspad hele pelotons, maar ook eenzame fietsfanaten en zomaar dagjes mensen voorbij . Het is erg veel uitwijken en je de mindere erkennen bij soms maniakale rakkers. Het is nog even opletten voor enorme hopen paardenmoppen , waar hele zwermen vliegen van af komen als een of andere wandelaar passeert. Zomaar in de velden volgt een rustpost bij een restaurant, met enorm buitenterras en grote vierhoekige parasols. Ik moet dik een half uur op bediening wachten , die er trouwens wel met enige bedienden aanwezig is. Maar toch vind ik het lang duren en daarom ontgaat de reden me. Het zal later de enige echte rustplaats blijken te zijn. Er hangt geen gezellige sfeer, en ik hoor gemopper bij de clubpost, waar ik kort bij vertoef, omtrent het parkoers, en verzorging onderweg die er eigenlijk niet is. Ik tref hier o.a. een bestuurslid van de Valkenswaardse wandelclub, die zich aan m'n tafel zetten, zij zijn ook niet tevreden. Er tekent zich een sfeer af die niet plezierig is. Ik vervolg na lang genoeg op bediening wachten, maar vergeefs, mijn weg met hen. Gelukkig heb ik in de zomermaanden mijn eigen noodrantsoen bij me. Ik lees op mijn parkoersomschrijving, nog zeven regels te gaan..... Gaan een poos een asfaltwegje volgen , om dan af te draaien de heide in of op zogezegd. Welnu, we zullen het geweten hebben. De bepijling is erg schaars en we tijgeren door enorme zandvlakten, en over tankbanen, bijna onbegaanbaar, zo omwoeld door de mastodonten van onze defensie, de zware rupsvoertuigen en ander zwaar materiaal. De stemming onder lopers slaat hier helemaal om. Lacherig nog wordt her en der opgemerkt, dat het wel de tocht door een woestijn lijkt. Maar toch we hebben er allemaal flink moeite mee. We voelen ons soms commando's op veldoefening, maar ja militair of wandelschoeisel, is een enorm verschil toch. Defensie is kennelijk vergeten, dat dit soort veldwerk niet iedereen voor in de wieg gelegd is. De gewrichten hebben het zwaar te verduren hier, en een makker naast me die wonderwel na twee jaren geleden met een hartprobleem hersteld is na door het oog van de naald gegaan te zijn toen, best mee stapt, verontrust me toch wat... Het lijkt een militaire oefening, en we ploegen voort. Even nog zie ik spookbeelden voor me, wat er met de gemiddelde wandelaar mis kan gaan wanneer hier de zon zou branden met rondom de 30 graden b.v. Op de wijdse zandvlakten in de brandende zon. Gelukkig biedt de wind nu soelaas, maar menigeen om me heen valt stil en wandelt geconcentreerd door het decimeters dikke rulle zand van de tankbanen. Helemaal uit hun pas. Er wordt geslenterd, gezucht, geblazen, gekreund, gezwoegd. Een flinke groep motorcrossers hebben geen meelij met ons en stuiven ons in gigantische stofwolken voorbij, voor hun is dit gebied een uitdaging. Even mis ik mijn "hartmakker" en zijn vrouwtje, en stop ik en kijk lang belangstellend om, eigenlijk een beetje bezorgd ben ik, ze lijken ver achter me. Daar komen ze dan aangelopen. Hij had zijn schoenen uitgedaan en het losse zand er uit gegoten. Ik vrees voor mijn inhoud van schoen nu ook, want ik loop voelbaar vaster in mijn schoenen. Het blijft wijde vlakten zand lopen al maar doorgaand. Eindelijk vinden we aan een bosrand wat vastere grond, maar evengoed, tóch... We gaan muren en bunkerachtige bouwsels voorbij, door finaal omwoelde grond. Hier moeten wellicht z.g. tankslagen woeden in oefeningen dan. We blijven defensiepijlen voor voertuigen volgen waarop onze [papieren] pijlen echter schaars bevestigd zijn. Lopen maar achter onze voorgangers aan die van ver weg te zien zijn. Want diverse keren misten we vandaag, alsook hier ter plekke nu vervolgpijlen, het was nogal eens natte vingerwerk om goed te gaan, het juiste pad of weg. We mogen na lange tijd eindelijk de verharding van het asfalt kiezen van een paralel fietspad, van een doorgaande provinciale weg, een z.g. 60 k.m. weg,maar daar lijkt het verkeer zich niets gelegen aan te laten liggen. Iedereen had terecht{?} , meer verwacht zeker qua verzorging van Defensie. Maar we hebben wel veel natuur en bos gezien , maar te weinig doorgegaan, juist in dit uitgelezen mooi gebied met legio mogelijkheden. Lange wegen en fietspaden vooral nu. Ik hoor lopers smachten naar het einde. In de finishzaal ontspint zich met de burolisten een nu en dan heftige discussie, aan de afmeldtafel, en leden van het organisatiecommitee. De sfeer is verre van prettig. Ook ik ventileer mijn mening, maar blijf rustig. We hebben onderweg ook niemand van de organisatie gezien, al of niet belangstelling tonende. Behalve de controleurs op de post. Ik prijs me gelukkig als ik hoor , dat het op de andere lus ook niet zo fijn ervaren was, en ik zie er maar van af, om het extra langere afstand ommetje, er nog bij te doen. Ik hoor en zie het ook gebeuren dat er mensen het inschrijfgeld terugeisen. Een burolist trilt van de spanning, en heeft een rode kleur. Nee, om langer te blijven in deze sfeer, lokt me geheel niet. Voor €7.50 kun je een medaille bekomen, zonder, kost inschrijving €5 tenzij minus 50 ct. bondslidkorting. Puur verdienen, merkt een boze deelnemer op. Vanmorgen dacht ik nog , {want ik schrok ook}, zal wel inclusief consumptie of 'S, onderweg zijn inbegrepen, tja dat verwacht je zeker van "defensie". De sfeer is om te snijden door alle discussie, en daarin besluit ik niet na te blijven. Is niet zo plezierig. Wouter en z'n vrouw waarmee ik de laatste k.m. meeliep, bieden me een lift naar huis aan. Hij mag me een eind buiten mijn wijk al afzetten, en mijn Annemie is verrast, dat ik alweer zo vroeg thuis aankom. De defensiewandelclub mag zich nog op haar voortbestaan beraden, en zal dus uit een heel ander vaatje moeten gaan tappen om hun voortbestaan nog veilig te stellen. Eenmaal thuis, binnen trek ik mijn schoenen uit om me van een behoorlijke stoflaag te ontdoen. Helaas beste lezer{s}, kan ik omtrent het parkoers en onderweg weinig melden, wat ik graag met u wil delen. Volgende week, wacht me een andere wandeltocht, een traditie die al honderden jaren bestaat. Ik bezie nog of ik hiervan en verslag schrijven zal. Anders, zeker tot volgend keer. Houdoe! Peter Heesakkers
|