Naar Zeeland dus vandaag, het dorp Zeeland wel te verstaan , niet de provincie. Verwarrend wel die vele dezelfde namen. Het dorp is gesitueerd ongeveer halfweg Eindhoven- Nijmegen. Noud is weer is het ochtenddonker present. Meldt zich met zachte tikken op het voorraam. Gaan dan op weg om zijn broer Wim op te halen. Behoudens twee ambulances achteropkomend is het erg rustig in de stad en op de weg naar Zeeland, wat weer bevorderd, dat we goed kunnen doorrijden. Aan de oostkant zien we een lichtvlek een opklaring in de lucht van de opkomende zon. De dag vangt droog aan, en dat maakt dat de opkomst wel goed moet worden vandaag. Als een der aller eersten kunnen we bijna aan de voordeur van het etablissement parkeren. Halen de video materialen uit de auto. In de zaal zit al een bestuurslid en een groepje verzorgers klaar, gebroederlijk aan een grote tafel. Vroege mensen die idealistisch aangelegd zijn toch, om zo vroeg in het weekend uit hun bed komen om zich voor ons in te zetten de gehele dag. Vrijwilligers van het eerste uur, waar elke club om draait. Wij installeren het videoscherm de projector en sluiten de apparatuur middels kabelhaspels aan. En Noud maakt de projectie met zijn apparatenkennis visisch klaar. Een kop koffie wordt genomen om echt wakker te worden. Buiten klimt de zon boven de einder, maar verdwijnt in of achter grijze luchten. De zaal stroomt vol met wandelaars voor de grootste afstanden, de tijdlopers en snelle jongens en meiskes incluis. Met het startsein verdringt zich een immense rij, om hun wandelkaart te stempelen en hun twee zijden A-4 routes in ontvangst te nemen, en stuift de meute de ochtendkou in. Wij besluiten het kalmer aan te gaan doen en wachten af, terwijl de categorie andere afstandslopers hun opwachting maken. Voorzitter Joop is met de opkomst in zijn nopjes na twee tegenvallers de vorige wintermaanden, door weersomstandigheden. Wanneer wij aan zet zijn gaan we op pad, in een winters ogend landschap, grijzig en donker en de silhouetten van de kale bomen en natuur in haar geheel. De wind wat koud en mijn jack hoger dicht geritst. Langzaam trekt de dichte rij lopers uit elkaar ieder zijn tempo gaande. Een asfaltwegje. Landelijk dus, tot oude rijksweg naar Nijmegen, de Ned. wandelstad, met haar wereldvermaarde Vierdaagse. Deze gaan we over een brede zandweg in linea recta naar natuurgebied De Maashorst. We gaan over zandpaden akkers en weiden langs met spaarzame paarden. We verheugen ons op voorhand de bizons en oerkoeien, en wisenten te kunnen aanschouwen welke hier sedert enige weken in dit gebied zijn losgelaten. Ons vallen de vele aanplantingen op van juist geplante en vervangende na kap oude, bomen, welke in het voorjaar uit moeten schieten. Het Brabants Landschap, koestert haar natuurlijke rijkdommen in haar provincie. Het tuinvee rond de verspreid staande huizen trekken veel aandacht, als bokken, schapen , geiten kippen etc. meer. Honden rennen langs de hekken want niet gewend op zulk vroeg uur zo'n drukte om de erven. Campings en andere zomerverblijven zijn in het gebied rijkelijk rondgestrooid. We bereiken de koffiepost der club steevast wagenrust genoemd. Daar klit het wandelvolk bijeen voor een lang of kort gesprek of begroeting en worden de laatste nieuwtjes uitgewisseld, privé als ook wandelnieuwtjes, staand of zittend op de banken. Stappen weer aan en moeten nog de vele fietscrossers de paden delen, hun hobby, en met wat paswerk en inschikken lukt dit prima. Paden zijn vaak bezaaid met omgevallen boomstammen, en zware takken en als wandelaar gemakkelijk te nemen toch. Volgens boswachters laat men ze liggen om crossers inzonderheid motorcrossers te weren. Fietspaden , slagbomen en poortjes zijn ons deel. Noud heeft een slecht bericht. Van de oerossen, wisenten bizons zien moeten we vergeten, zijn aan het oog onttrokken. De grote afstandslopers vervoegen ons, na hun grotere omwegen. De eersten rennen ons voorbij. Wij worden voortdurend door onmetelijk lijkende bosgebieden gestuurd. Rust; nou ja op afstand ergens ver weg maar toch onophoudelijk motorgeronk. De rustpost is voorzien in een enorm houten barak waar buiten op het terras een kampvuur brandt, voor hen die zich wensen te warmen, met allemaal kleine verblijfshutjes op het terrein. Ideaal voor lange afstands Europa-wandelaars. Binnen in de kantine sieren met witte kerstboomverlichting de wanden. Na verpozing gaan we hekken door de vrije natuur weer in. De routemannen wijzigen de route hier. We mogen een natuurbegraafplaats in maar alvorens dit eerste door een meest houten paviljoen , met allerlei ontvangst en bezinningsruimten, een restaurant, inforuimten, een aula voor afscheidsdienst. en meer. Ik ben er gauw uitgekeken ga achterzijde gebouw weer de buitenlucht in maar we worden wat lang over geëgaliseerd lees of begrijp bomenvrij gemaakte ruimten door, met verspreid liggende graven, van afgezaagde boomstamringen met opschrift en soms tegels langs. Het is een killig aandoende aanschouwing, niet mijn wens in elk geval. Duiken weer de natuur in en terwijl we daar lopen begint het amechtig en vervelend te miezeren, en moet het regenjack opgediept worden uit mijn rugzak. Als zwarte monnik vervolg ik de route. Klauteren omzichtig een afzetting door met boomresten als terreinafzetting. Het Dassenpad met glazen gebouw om dassen te spotten. Door nevelig triestig winters ogende landschappen, en dan is er een voorrangsweg, even fietspad erlangs volgen, voorzichtig oversteken de vrije ruimte weer in. Volgt na boswerk , door privéterrein, graspaden weer wat bos door een lange asfaltweg , welke een stop kent bij een particulier bedrijf op zijn terrein. Laat me een kop soep, een belegd brood en koffie na goed smaken. Intussen stopt de regen. De voorspelde zon laat het geheel afweten vandaag, en onder zware grijze luchten vervolg ik de lange asfaltweg. Een U draai en doorgaande weg oversteken even graspad langs bos en vervolgens er toch doorheen. Aan de bosrand akkervelden en zien we ijverige mannen met metaal detectoren hierover voorzichtig wandelen, of men op oorlogsmunitie zoekt wie zal het zeggen. We gaan slagbomen langs welke motoren en fietsers bannen. Veldwegjes doorheen en plagerig laat parkoersman ons in de verte de parkeerterreinen van de finishplek zien maar blijft ons veldwegjes en zandwegen een ommetje sturen. Moet hij de kilometerstand vol maken? Belanden we in buurtschap Kreitsberg. Tussen wat hoge bomen in een kring groeiend zien we een verborgen, verblijfsruimte met tafel en stoelen. In het nu open landschap torent de dorpskerk boven geboomte, wat kilometers verderop. Een lange zandweg langs akkers en weiden moeten we een fietspad langs doorgaande weg opdraaien, om bij de finish te geraken. De tocht was wel weer "Echt OLAT". Dit keer erg weinig modder. Aan ingang zaal staan harde bezems op een houder, om onze schoenen te ontdoen van rommel en evt. modderresten. De bezems vallen met hun haren uit. En dan kunnen we de zaal betreden. Een enorme zaal zelfs. Wat blijkt? Hier vertrekken touringcarbussen met buitenlandse bestemmingen, en men kan en mag daar ook parkeren. Ik heb geen enkele bustoerist noch bus gezien toch. We hebben vandaag de westelijke Peel doorkruist. Een van ‘s lands gebieden die gepropageerd wordt, en waar natuurbeheer zeer zuinig mee omgaat. Al met al vandaag weer een echte OLAT-tocht geweest vandaag, met het gezellig nablijven, ontmoetingen, al of niet korte begroetingen en gesprekken. Hun volgende en laatste tocht der winterserie in Maart zal niet ver van de Belgische grens plaatsvinden. Riethoven gemeente Bergeyk, voor onze Belgische wandelaars geduid: Niet ver van Lommel. De omgeving daar kennende verwacht ik er zeker veel moois te zien. Ik kijk er reikhalzend naar uit. De info vindt U op OLAT.NL. Geachte wandelaar en lezer dezes ik wens u weer alle goeds. Tot volgend keer weer. Een groet met het Brabantse "Houdoe" weer.
Van: Peter Heesakkers
|