Op mijn gang naar het busstation klettert in een tunnel achter me een tiener van haar rolplank af en duikelt een eindweegs voor me uit op het fietspad. Het loopt toch goed af. Ze staat op en rijdt verder of er niks gebeurt is. Ze zal van rubber of elastiek geweest zijn.... De jeugd kan zich zulks nog veroorloven. Wat ouderen zouden vanalles breken wat ze konden breken. De eerste busdiensten lijken het 'szondags niet zo nauw te nemen met de starttijd van diensten. Ik kan een mopper niet onderdrukken. Maar ziet dan. Wat laat maar hij komt dan toch, en haalt de tijd ruimschoots in. Mooier kan niet. De snelbus brengt me inderdaad snel ter plekke. De looproute naar het clubhuis, is me door de jaren welbekend. Het is op het centrale plein van de gemeente, het Ridderplein, nog even laveren over stalen platen tegen de modder, langs bouwhekken , en over nieuw aangelegde, en nog aan te leggen bestrating. Vooral voetgangersgebied. Het beloofd duidelijk een opwaardering, het oogt prachtig. Het clubhuis mag er ook zijn. Een ex-schoolgebouw, waaruit een tussenmuur eertijds uitgebroken twee klaslokalen samenvoegt tot een geheel van ontspanningszaal. En een voorplein. De zaal getooid met wandel -troffeën, uit een rijk wandelverleden van ooit, publicaties, foto's en wat al meer. Er zijn niet meer zoveel eigen clublokalen voor zover het wandelclubs betreft. Het is erg rustig als ik de zaal betreed, maar de jonge dame achter het inschrijfburo verzekert me dat er al veel op weg zijn. Ik bekijk aandachtig de route-omschrijving die ik bij inschrijving bekom. Ik bedenk dat het me weinig nieuws zal leveren, maar ik heb het behoorlijk mis. Al op de eerste rustpost krijg ik van een al tientallen jaren oud lid der club te horen, dat men een nieuwe routeuitzetter heeft weten te strikken, en dat heb ik vooral op het eerste deel der tocht al mogen ervaren. Welliswaar duurt het even alvorens we de bebouwde kom achter ons laten. Gaan kris-kras door heel andere en wat groenige straten en pleinen het dorp uit. Alhoewel "dorp". Het is door de jaren uitgegroeid tot een flinke gemeente. Ik zie m.n. in bossages als in plantsoenen, talloze spinnewebben, bedekt met dauw. Dit zegt me dat de herfst in aantocht is. De bomen beginnen ook al te kleuren, en toch ontluikt er nog groen , ook op de bodem vanwege recente regenbuien. Een tweeslachtigheid in de natuur toch dus. De spin denkt nog gauw wat insecten te vangen voor de winterkost. Tijdens mijn uitloop van de bebouwing blijken de stoepen bezaaid met eikels, wat volgens natuurkenners de voorboden zouden zijn van een strenge of vroege winter. De ochtendtemperatuur voelt al fris, en het warmt langzamer op. Mag een tussenstraat door met weerszijden hoge heggen. Sporthallen en velden langsheen. Belandt in een gegoede wijk, en ga wat parken door. Achter me naderen Servee en Marian, die mijn wandelmaatjes een groot deel van de tocht zullen blijven. In deze wijk, valt een pony op, die aangelijnd loopt te grazen, van het toch korte gras van een gazon. Het beest wordt even geknuffeld door me, maar het graast onverstoord door. De wijk kent ook veel grachten. We geraken eindelijk buiten de bebouwing door velden, met doorgeschoten aspergeplanten, en bieten gewassen en andere nog veldgewassen, met in de verten kassen, en boerderijen. Geen heide, maar toch noemt gebied zo. De Doonheide. Een eerste pad dient aan, en we gaan over een sloot met sluisje, in die sloot waden jonkie's op zoek naar kikkers, en nota bene, ze hebben er al enkele gevangen. Zien in een voortuin pompoenen uitgestald liggen en het veld ernaast met pompoenplanten, in diverse kleuren en maten, tot kolossaal. Mogen vervolgens een bos in, en het komt op goed lezen aan welk pad of bocht te gaan. Moeten ook nog al eens het pad af voor mountain bikers. Slingeren het bos door tot we aan een natuurlijke uitspanning geraken met kantine. Een prachtige plek, waar de natuur omheen zijn gang mag gaan, in aanplant en spontane groeisels. Byzonder mooi. Temidden een tentoonstellingsruimte mogen we onze rust genieten, in de vorm van een café-zaal. Heel democratisch geprijsd ook. Het heet Natuur-educatiecentrum De Specht, aan de rand van dorpje Handel. Er valt veel te bewonderen en te lezen, maar onze tijd staat niet toe. Marianne wijst me op spring balsemien, rose bloemen die als je op de knoppen ervan knijpt springen alsof het electrische stroom betreft. Pets, is het geluid en je schrikt even. Gaan door een fietssluis een bospad in, en dit bos een poos doordraven. Komen langs een grasveld waar een zit-grasmaaier een aangename groengeur verspreidt. Bos wordt na een poos ingeruild voor open landschappen, met asfaltwegjes en wat lange echte Peelwegjes veelal omzoomd met eikenbomen en landelijke vergezichten, niet eens onaardig. Wel treffen we voortdurend fietsers en fietsclubjes tegenover ons naderend. Tot mijn verrassing hoor ik mijn naam roepen, en tref Willy Timmermans, de wandelaar welbekend. Willy heeft twee weken terug de wandelmarathon van Diekirch naar Valkenswaard gelopen een zevendaagse tocht, en heeft last van een achillespeesblessure, maar ja Willy is geen stilzitter en compenseert met zijn levensgezellin Rianne dit euvel met een grote fietstourtocht van uit dorp Zeeland. Een korte ontmoeting volgt. Dan gaat hij weer fluks op de pedalen, achter het fietsclubje aan. We lopen onder Boekel langs, gaan landelijk weer ruilen voor bossen , om opnieuw in het natuurcentrum van ons ommetje uit te rusten. We gaan in de tuin zitten aan een pick-nick bank. Lekker in het inmiddels warmer zonneke. Na deze rustpauze toucheren we even dorp Handel om er met een boog landelijk , omheen te trekken, en vervolgens toch weer in de kern uitkomen, even dan want het dorpje is hier nog echt klein. Servee en Marian gaan in de kerk nog even een kaarsje aanstoken en een kerkhof bezoeken , maar ik besluit door te gaan en zal ze wel weer zien onderweg. Ik loop randje dorp weer de bossen in . Rust, ruimte en zaligheid. Na weer een poos volg ik een grindwegje die me aan de weg Handel-Gemert brengt, me het fietspad opstuurt, langs de "keskes", zo men in de streek ze noemt, maar het zijn kapelletjes om de zoveel honderd meter die naar bedevaartdorp Handel leiden. Met bos en rust is het nu gedaan. Ik steven recht op Gemert aan nu. Hoor vanachter struikgewas aanmoedigingen en vreugdekreten vanwege een voetbalwedstrijd die er gaande blijkt, die in het voorbijgaan vanzelf weer verstommen. Ik moet een zijwegje in, even rand bebouwing en alras een aanzienlijke woonwijk in met grachten en hele kolonies eenden en ganzen. Fietspaden, tegelpaden gaande wordt ik toch een park ingestuurd weer met een goedbezochte speeltuin langsheen. Het wordt nog wat straten te gaan en omdat zowel bepijling als straatnaambord ontbreekt, op een omschreven punt, stiefel ik door. De zeer recente bouwsels veranderen in jaren 50 of 60 vorige eeuw- wijken, en weer even laat de omschrijving een steek vallen, maar gelukkig herken ik mijn positie van de terugweg naar de finishzaal. Daar is het niet druk, om het maar eufemistisch te zeggen. Het merendeel heeft kennelijk voor de kortere routes gekozen. Wat verenigingsleden zitten zich er goed te begieten zo aan het praten en de ogen en het tafelblad te zien. Al met al mag gezegd, dat het over het algemeen een mooie en wisselende wandelroute was vandaag. Vernieuwde routes door een actief lid {?}, uitgezocht. En dit is zonder meer een Pré. Het was alleszins de moeite waard vandaag. Smaakt naar meer en beter voor de komende tijd. Houden zo. Ik blijf er maar niet te lang zitten, tot Servee en Marian met Tineke arriveren, de laatste met haar onafscheidelijk hondje. Ja; ik had er qua parkoers een goed gevoel bij vandaag toch. Tot volgend keer. Houdoe!
Peter Heesakkers
|