In t eenzame straatje waar steen ligt en gruis,
lacht hel in de zonne t witglimmende huis.
Daar zit op zijn werkplank, schrijlings langs den wand,
de korver wiswevend met vaardige hand.
Daar zit hij te korven in t kamerken klein
en neuriet een liedje, een korversrefrein.
Klop! Klop! En de vingeren, op maat van t gezang
slaan vlechtend de wissen, zoo lenig en blank
Schelms kijkt hij naar t vrouwken dat, jeugdig en struisch,
stilzorgend om trippelt door t zonnige huis,
En heimlijk naar t werk loert, het wiegelijn, dat
hun eerstling zal wiegen, hun hoop en hun schat.
Proficiat aan onze eeuwelinge en... "vlecht" nog een mooie tijd aan je leven !!!