Wanneer ik een beetje "tijd" heb blader ik doorheen mijn documenten om een beetje "stof" toe te voegen aan de familiegeschiedenis. Zo kan ik nu de Tweede Wereldoorlog en de familiegeschiedenis aan elkaar koppelen via een documentje over de "Ravitailleering" !
KLIK op de FOTO : een voorbeeld van een kaart om textiel te kunnen aanschaffen. Later publiceer ik nog wel een voorbeeld van "zegels" !
Schoonvader Conings Theo (later burgemeester in ons dorp Lanklaar) was kleermaker en dus had hij "textiel" nodig om zijn beroep te kunnen uitoefenen. In oorlogstijd moest dat altijd aangevraagd worden: hier een korte uitleg !
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd door de meeste gemeentebesturen een specifieke dienst opgericht die zich moest bezig houden met de ravitaillering. Geen overbodige luxe, want het systeem vroeg heel wat administratie en opvolging. Er werden rantsoeneringkaarten uitgereikt aan iedereen die een identiteitskaart kon voorleggen.
Deze kaarten waren voorzien van een strook per 30 dagen en men diende zich maandelijks op de bevoegde dienst aan te melden. Er werd telkens een strook afgeknipt en in ruil ontving men een reeks genummerde zegels. Met deze zegels kon men die maand dan de daaraan toegewezen hoeveelheid van een gerantsoeneerd product kopen. Dit moest gebeuren tegen de officieel vastgelegde prijs en in een vaste winkel waar men verplicht was ingeschreven. De zegeltjes op zich hadden dus geen financiële waarde, maar ze waren wel vereist om legaal te kunnen inkopen. Het aantal zegels dat je kreeg – en dus ook de omvang van je persoonlijke rantsoen - werd mee bepaald door je leeftijd, je geslacht en je beroep. Mensen die zware arbeid moesten verrichten (zoals metselaars, metaalarbeiders of stratenmakers), maar ook zwangere vrouwen en zieken in verpleging kregen zo een extra rantsoen uitgereikt.
Dit systeem duurde na de oorlog nog voort tot 1949 ! Dit document dateert uit 1946 , even na WOII !!!
|