De "perikelen" tijdens de eerste jaren van de Belgische Onafhankelijkheid kenden voor Limburg een relatief rustig "einde" in de loop van het jaar 1839. Vele gemeenten op de rechteroever van de Maas hadden de wens uitgesproken om bij België te blijven behoren maar de bevolking werd niet "gehoord" bij de definitieve beslissing...
Baron de Lamberts-Cortenbach , gouverneur van Limburg , nam met pijn afscheid van de autoriteiten op de rechter Maasoever terwijl in Nederlands Limburg , na een korte overgangsperiode met 5 commissarissen, G. Gericke van Gherwijnen gouverneur werd. De Belgische "franc" bleef nog een tijdje het wettige betaalmiddel en tijdens kermissen (na het "nuttigen" van voldoende alcohol) laaiden er nog wat ruzies op... In 1839 kenden alzo heel wat gemeenten een 4de (!) machtswissel : 1795 , 1815, 1830 , 1839 ! Maar in de zomer van 1839 schikten de "Nederlands-Limburgers" zich in hun lot ...
Voor de Zuid-Willemsvaart was het niet altijd eenvoudig en het water van de Maas aftappen bleef een probleem... In een volgend item kijken we in een soort "atlas" (met het tracé van de Zuid-Willemsvaart) uit 1849 : een mooi "verhaal hoort daarbij !
|