Tijdens het onderzoeken van de militielijsten van de jaren 1812-1829 deed ik enkele interessante ontdekkingen ivm de lotelingen. Ik stelde vast dat er soms lotelingen "uitgeloot" werden - (dus geen legerdienst moesten doen - ) ondanks het feit dat ze lage nummers trokken. Hoe kon dat ??? Wel... er zijn verschillende mogelijikheden.
KLIK op de FOTO : De Loteling : H. Conscience : 1850
Op voorhand werd door de legerleiding het per kanton te lichten contingent bepaald. Dat is bijvoorbeeld 1 soldaat. Wanneer er dan door de lotelingen een nummer moest getrokken worden dan was het mogelijk dat diegene die het nummer 1 trokt , moest dienen. Dan zou nr 2 er reeds uitgeloot zijn. Maar er waren heel wat "vrijstellingen" : daar hebben we het in deze bijdrage even over. Welke waren de ( - in mijn stud - ie) meest voorkomende vrijstellingen?
- men loot een nummer dat hoger is dan het nummer van de "laatst" opgeroepene ( - men heeft dan het aantal dienstplichtingen/lotelingen reeds bereikt -)
- "défaut de taille" : te kleine gestalte : de meeste "maten" van de "rekruten" (in de onderzochte periode) bevonden zich rond 160 à 168 cm! Mensen waren gemiddeld kleiner dan nu. Daarbij kon dan soms vermeld worden : "exempté du service pour une année" (ontslagen voor legerdienst voor de duur van 1 jaar). De betreffende "kandidaat" moest zich dan volgend jaar weer presenteren. Dat kon 5 jaar duren!
- fils unique de veuve : enige zoon van een weduwe
En dan waren er de "remplaçanten": daar gaan we een volgende keer over vertellen om zo bij ons origineel document terecht te komen !!!
|